Johan en Peter hadden de laatste hand gelegd aan een langere reportage over de sfeer op het eiland na de laatste moord. Ze hadden verschillende goede interviews; een ongeruste moeder, restauranteigenaren die al een teruggang in de omzet hadden gemerkt en een paar jonge meisjes die bang waren om ’s avonds uit te gaan. En toch was de redacteur niet tevreden. Max Grenfors. Nooit helemaal tevreden als de reportage niet precies was gemaakt zoals hij het zelf gedaan zou hebben. Oude betweter, dacht Johan. Hij was er echter wel mee akkoord gegaan om hen nog een paar dagen te laten blijven, ook al gebeurde er niets nieuws. Er was genoeg te doen. Voor de volgende dag had Johan weer een interview met hoofdinspecteur Anders Knutas geregeld om het laatste nieuws over het speurwerk te horen.

Dat Johan nog op het eiland bleef, hield in dat hij meer kans zou hebben om Emma te ontmoeten. Alleen als zij dat wilde uiteraard. Hij was bang dat hij haar de laatste keer door zijn opdringerigheid had afgeschrikt. Tegelijkertijd knaagde er iets aan zijn geweten. Ze was getrouwd. Ondanks dat dacht hij bijna onafgebroken aan haar. Proefde haar naam. Emma. Emma Winarve. Het lag zo goed in zijn mond. Hij moest haar weer zien. Ten minste nog één keer.

Hij besloot de kans te wagen. Misschien was zij thuis, en haar man niet. Al na één keer overgaan nam ze de telefoon op. Een beetje buiten adem.

“Hoi, met mij, Johan.”

Even stilte.

“Hoi.”

“Ben je alleen?”

“Nee, de kinderen zijn hier. En mijn schoonmoeder.”

Verdomme.

“Kunnen we elkaar zien?”

“Dat weet ik niet. Wanneer dan?”

“Nu.”

Ze schoot in de lach.

“Je bent gek.”

“Hoort je schoonmoeder wat je zegt?”

“Nee, ze zijn buiten in de tuin.”

“Ik moet je weer zien. Wil je mij ook zien?”

“Ja, ik wil wel, maar het kan niet. Het is waanzin.”

“Dan is het maar waanzinnig. Maar het kan niet anders.”

“Hoe weet je of dat voor mij ook zo is?”

“Dat weet ik ook niet. Ik hoop het.”

“Ach, ik weet het niet.”

“Toe. Kun je daar weg?”

“Wacht even.”

Hij kon horen hoe ze de hoorn van de telefoon neerlegde en wegliep. Het duurde een minuut. Misschien twee. Hij hield zijn adem in. Toen was ze weer terug en nam ze de hoorn op.

“Het is goed.”

“Zal ik je ophalen?”

“Nee, nee. Ik kom met de auto naar de stad. Waar zullen we afspreken?”

“Ik zie je bij de parkeerplaats op Stora Torget. Over een uur?”

“Oké.”

Ik ben niet wijs, dacht Emma toen ze had opgelegd. Ben helemaal gek. Het kon haar echter niets schelen. Het was veel te gemakkelijk gegaan. Ze had tegen haar schoonmoeder gezegd dat een vriendin verdrietig was en huilde en dat ze meteen weg moest. Dat is geen punt, verzekerde haar schoonmoeder. Zij zou voor de kinderen zorgen en voor het avondeten pannenkoeken bakken. Wat verschrikkelijk, die arme vriendin. Natuurlijk moest Emma gaan. Haar schoonmoeder bood aan de hele avond te blijven en de nacht ook mocht dat nodig zijn. Olle zou pas morgen thuiskomen.

Emma haastte zich de douche in. Nadat ze de hele middag buiten in de zon hadden gelegen was ze warm en zweterig, verklaarde ze hardop, maar ze wist wel beter. Ze waste haar haren, smeerde zich met lekker ruikende lotion in en sprenkelde opgewonden en verwachtingsvol een paar druppels parfum op haar huid. Deed snel haar mooiste beha, blouse en rok aan. Gaf de kinderen een afscheidskus. Ze haalde diep adem en beloofde later te bellen. Toen ze in de autostoel neerplofte, was ze alweer bezweet.

Toen ze de provinciale weg naar Visby opreed, draaide ze de autoradio op het hoogste volume en opende het raam. Ze liet de zoele voorzomerlucht door het raam de auto inwaaien en haar schuldgevoelens naar buiten.

Toen ze de auto de enige lege parkeerplaats opreed, zag ze hem voor de slijterij staan, gekleed in een spijkerbroek en een zwart T-shirt. Zijn haren in de war.

Wat er later gebeurde, leek heel vanzelfsprekend. Ze hoefden niets te zeggen. Ze liepen alleen maar naast elkaar op straat en zetten automatisch koers naar het hotel waar Johan verbleef. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Langs de receptie, de trap op, naar de deur en toen waren ze binnen. Voor de eerste keer alleen in een beschermde ruimte. Ze zeiden nog steeds niets. Hij pakte haar vast zodra hij de deur had dichtgedaan. Ze merkte op dat hij die op slot deed.