Schoonmoeder

Ik ontmoette een dame die ik al eerder had ontmoet met haar mooie bruine hond. Ze had nu een tweede hond bij zich, een klein speels beestje, dat onder de modder zat. 'He, wat leuk, een logé?' vroeg ik haar. 'Ja,' bromde ze, 'een logé.' Zo aan de toon te horen was de logé niet erg welkom. 'De hond van mijn schoonmoeder.' Ahh... De kwestie werd meteen duidelijk. Als bevestiging kreeg ik prompt de hele tirade over me heen. 'Stom beest, hij plast in de keuken, hij is niet opgevoed. Ik zou hem nooit in huis hebben gehaald maar mijn man heeft aangeboden om op hem te passen omdat zijn moeder zo nodig op vakantie moest. Maar wie moet alles doen? Echt niet mijn man hoor! Die zit hele dagen op kantoor! Ik dus! En dat mens maar lekker in de zon zitten.' Ze werd bozer en bozer. Ik keek eens naar het onfortuinlijke dier dat de status van onwelkome gast opgelegd had gekregen.

Het hondje leed daar ogenschijnlijk niet onder. Het rende vrolijk rondjes om ons heen, mijn honden achter zich aan voerend. 'Ik vind hem wel geinig,' zei ik. Fout! Ik kreeg een vernietigende blik. Om het weer goed te maken vroeg ik belangstellend hoe lang de logeerpartij nog zou gaan duren. 'Nog drie maanden. Ze maakt een wereldreis. Ze is nu in Canada en ze gaat nog verder naar Australië en Nieuw-Zeeland.' 'Nou, dat is een ondernemende schoonmoeder!' riep ik. Weer fout. Het zat me niet mee vandaag. Ik deed een laatste poging de dame iets positiefs mee te geven. 'Wel heel lief van u om zolang voor hem te zorgen.' Ik vond het wel een glorieuze opmerking. Maar het stemde haar niet milder. Ze reageerde: 'Ja en dat terwijl zij onze erfenis er doorheen jaagt!'

Hier kon ik niet tegenop. Zoveel negativiteit kon ik niet hebben op een heerlijke boswandeling. Ik riep mijn honden bij me en zei goedendag. Mijn éne hond maakte zich direct los van het spel en schudde zich eens even lekker uit. Toen we achter een dikke boom waren beland en niemand me meer kon zien volgde ik zijn voorbeeld.

Ik schudde dat nare mens van me af.

DSC_0013.jpg