Weg, verder weg
In plaats van naar het bos nemen we de honden mee de stad in. Het is een rustige regenachtige lente zondag. We maken gewapend met paraplu, een heerlijke wandeling langs de mooie grachten van Amsterdam. Als we trek krijgen en de zon zich een beetje laat zien, nemen we plaats op een dampig terras op een groot plein. Een prachtige locatie, lommerrijk, statige panden aan de ons omringende grachten.
We zijn de eerste gasten die buiten zitten en we kijken dromerig naar spelende honden en voorbijgaande fietsers.
Na een half uurtje in stilte te hebben genoten is het uit met de rust. Een groep kwetterende jonge dames komt aan een lange tafel naast ons zitten. Elf personen, grof in de mond, goed verzorgd. Net dertig schat ik in. Carrière aan het maken, het eerste kind op de wereld gezet of daarmee druk doende.
Eén van hen heeft haar zoontje bij zich. Het kind zit rustig in zijn luxe kinderwagen en mag even later rondkruipen op het omheinde terras, gadegeslagen door tien vriendelijk kijkende tantes. Zondags geluk. Lijkt het.
Er komt een keurige jongeman aan in een driedelig donker pak. De groep dames richt haar aandacht op hem. 'Hi Anton!!' Anton negeert in eerste instantie het schone vrouwvolk. Zijn aandacht gaat naar zijn zoontje, de kruipende blonde onderzoeker die juist een teen onder het hek doorsteekt. Daarna groet hij glimlachend de vriendinnen van zijn vrouw. Geheel volgens de etiquette van de groep waartoe ook hij behoort, baant hij zich drie keer zoenend een weg door alle topmerken en zonnebrillen op hoofd, die één voor één opstaan om de man in pak op gelijk niveau te kussen en hem iets vriendelijks toe te fluisteren.
Eén jonge dame wendt haar hoofd af van het gekus en draait de kinderwagen uit de groep. Het is duidelijk niet haar bedoeling dat donker pak bij haar vriendinnen blijft. Zij krijgt ogenblikkelijk haar zin, want donker pak tilt de kleine krullebol van de grond, knuffelt hem liefdevol en zet hem vervolgens in de kinderwagen. Een korte blik tussen de ouders van het wurm, meer niet, er wordt geen woord gewisseld. Vader en zoon vertrekken onder vrolijke kreten van de vriendinnenclub. Ze zwaaien en lachen. Alleen de moeder doet niet mee, boos pakt ze haar glas en neemt een flinke slok.
Ik heb tranen in mijn ogen. Wat een kilte tussen die jonge ouders. Wat een schaduw hangt er nu al over zijn leventje. Na het vertrek van donker pak komt de moeder weer tot leven. Ze kwettert honderd uit over Josee die getrouwd is, het feest dat tegenviel, de uitverkoop in een straat die ik niet ken, maar die nu ongetwijfeld hot is. Ze is het schoolvoorbeeld van oppervlakkigheid. Haar man en kind zijn onbelangrijk, vergeten. De kinderwagen verdwijnt in de straten van Amsterdam.
Lopen maar vader, lopen maar. Ver weg. Nog verder weg. Zorg voor je zoon, bescherm hem tegen de leegheid van moeders bestaan. Kijk niet om. Loop een andere toekomst tegemoet.
Mijn man merkt mijn emotie. Hij pakt mijn hand en troost me in stilte.
Op deze zondag, op dit Amsterdams terras koesteren zijn grijze ogen ons geluk.