14
Er zijn kledingstukken uitgetrokken
Nola had geregeld dat ze in een zijstraat achter het Staples Center werd opgehaald, en wonder boven wonder – misschien geholpen door het feit dat er nooit iemand halverwege de avond vertrok – zag Brooke kans om de achterdeur uit te glippen zonder gezien te worden door de paparazzi. Haar koffer lag geopend op de achterbank en alles lag er keurig opgevouwen in, dankzij een bereidwillige medewerker van het Beverly Wilshire Hotel. De chauffeur deelde mee dat hij haar even alleen zou laten, zodat ze haar jurk kon verruilen voor haar gewone kleren.
Ze kleedde zich snel om en belde Nola. ‘Hoe heb je dit toch allemaal voor elkaar gekregen?’ vroeg ze zonder haar eerst te groeten. ‘Je zou het goed doen als assistente.’ Het was makkelijker om grapjes te maken dan om te proberen uit te leggen wat voor avond het was geweest.
‘Voordat je denkt dat je er zo makkelijk mee wegkomt – ik wil echt álles horen – moet ik je zeggen dat de plannen enigszins gewijzigd zijn.’
‘Hoezo? Je gaat me toch niet vertellen dat ik hier nog een nacht moet blijven, hè?’
‘Nee, maar je kunt ook niet hiernaartoe komen. Het stikt hier van de paparazzi. Het zijn er zeker acht, misschien wel tien. Ik heb de stekker van de telefoon er al uitgetrokken. Als het hier al zo erg is, moet het bij jou thuis helemaal een drama zijn. Ik denk niet dat je daar zin in hebt.’
‘Nola, wat erg voor je.’
‘Doe normaal! Ik heb nog nooit zoiets spannends meegemaakt, dus hou je mond. Ik baal alleen dat ik je nu niet te zien krijg. Ik heb een rechtstreekse vlucht met US Airways geboekt naar Philadelphia, en ik heb je moeder al ingelicht. Je vliegt om tien uur en bent even voor zes uur morgenvroeg daar. Ze komt je van het vliegveld halen. Is dat goed?’
‘Bedankt. En dat kan ik niet vaak genoeg zeggen. Fantastisch geregeld.’
De chauffeur stond nog steeds naast de auto te bellen, en Brooke wilde weg voordat iemand hen in de gaten kreeg.
‘Niet vergeten leuke sokken aan te trekken, voor als je je schoenen moet uittrekken bij de controle, want ik geef je op een briefje dat er mensen foto’s zullen maken. Lach zo veel mogelijk en ga in de business class lounge zitten – daar zitten ze waarschijnlijk niet.’
‘Doe ik.’
‘O, en laat alle geleende spullen maar op de achterbank van de auto liggen. De chauffeur brengt alles terug naar het hotel, en het hotel regelt dat het weer bij de styliste wordt bezorgd.’
‘Hoe kan ik dit ooit goedmaken?’
‘Doe niet zo gek, Brooke. Je zou precies hetzelfde voor mij doen als mijn man van de ene dag op de andere een ster zou worden en ik werd opgejaagd door fotografen. Dan zou ik uiteraard wel eerst een man moeten hebben, en we weten allebei dat dat er voorlopig niet inzit, en dat die hypothetische man dan ook nog een beetje talent zou moeten hebben, en dat is nog veel onwaarschijnlijker…’
‘Ik ben te moe om in discussie te gaan, maar ik wil nog wel even zeggen dat jouw kansen op geluk en een leuke relatie momenteel minstens tienduizend keer groter zijn dan die van mij, dus zit niet zo te zeuren. Ik hou van je.’
‘Ik ook van jou. Denk erom, leuke sokken aan – en bel me straks.’
Tijdens de rit van het Staples Center naar het vliegveld verpakte ze de jurk zorgvuldig in de daarvoor bestemde kledingzak, stopte de schoenen in de schoenenzak en legde de sieraden en het tasje netjes terug in de met fluweel gevoerde doosjes die naast haar op de achterbank stonden. Pas toen ze de knots van een diamant van haar linkerringvinger schoof, bedacht ze dat de styliste haar trouwring nog had, en ze knoopte in haar oren dat ze niet moest vergeten om Julian eraan te herinneren hem terug te vragen. Ze verdrong de gedachte dat dit wel eens een teken zou kunnen zijn.
Twee bloody mary’s en een slaappil zorgden ervoor dat ze onderweg vijf uur lang onder zeil was, maar aan de reactie van haar moeder bij de bagageband te zien had het geen wonderen gedaan voor haar uiterlijk. Brooke lachte en zwaaide toen ze haar moeder onder aan de roltrap zag staan en duwde bijna de man die voor haar stond naar beneden.
Haar moeder gaf haar een stevige knuffel en hield haar toen op armlengte om haar eens goed te bekijken. Ze nam Brookes badstoffen trainingspak, sneakers en paardenstaart in zich op en verklaarde: ‘Je ziet er vreselijk uit.’
‘Bedankt, mam. Zo voel ik me ook.’
‘Laten we maar snel naar huis gaan. Heb je een koffer bij je?’
‘Nee, dit is alles,’ zei Brooke, en ze gebaarde naar haar trolley. ‘Als je je jurk, schoenen, tas, sieraden en ondergoed allemaal weer moet inleveren, ben je zo klaar met inpakken.’
Haar moeder baande zich een weg tussen de mensen door naar de lift. ‘Ik heb me heilig voorgenomen om pas vragen te stellen als jij daaraan toe bent.’
‘Dat vind ik heel fijn.’
‘Nou…’
‘Wat “nou”?’ vroeg Brooke. Ze liepen de lift uit. De kou van Philadelphia sloeg haar in het gezicht, alsof die haar eraan wilde herinneren dat ze niet meer in Californië was.
‘Ik ben er voor je, als je wilt praten. Over wat dan ook.’
‘Da’s lief van je.’
Haar moeder gooide wanhopig haar handen in de lucht voor ze het portier opende. ‘Brooke! Kwel me niet zo!’
‘Hoezo kwel ik je?’ zei Brooke, alsof ze zich van geen kwaad bewust was. ‘Ik neem gewoon dankbaar je lieve aanbod aan om me een beetje de ruimte te geven.’
‘Je snapt zelf toch ook wel dat ik daar geen woord van meende!’
Brooke hees haar handbagage in de kofferbak en ging op de passagiersstoel zitten. ‘Mag ik nog even rustig van deze rit genieten voordat het verhoor begint? Wees maar niet bang; als ik mijn mond eenmaal opendoe, hou ik niet meer op met praten.’
Ze was opgelucht dat haar moeder de rest van de rit naar haar appartement in Center City zelf volpraatte: ze vertelde over de mensen die ze had leren kennen bij haar nieuwe hardloopclubje. Zelfs toen ze de auto in de parkeergarage onder het gebouw gezet hadden en in de lift stonden naar de driekamerflat op de vijfde verdieping, bleef mevrouw Greene een constante, opgewekte monoloog voeren. Pas toen ze binnenkwamen en de deur achter hen dichtviel, wendde ze zich tot Brooke, die zich schrap zette.
Haar moeder, die normaal gesproken niet zo lichamelijk was ingesteld, legde haar handpalm tegen Brookes wang.
‘Eerst ga je lekker douchen. Er liggen schone handdoeken in de badkamer en er staat nieuwe lavendelshampoo, waar ik helemaal verliefd op ben. Daarna ga je eten. Ik bak een omelet voor je – ja, ik weet het, alleen de eiwitten – en rooster een paar boterhammen. En dan ga je slapen. Nachtvluchten zijn een verschrikking, en je zult wel niet al te veel hebben geslapen tijdens de vlucht. Het bed in de logeerkamer is opgemaakt en de airco staat voluit.’ Ze trok haar hand terug en liep naar de keuken.
Brooke slaakte een zucht van opluchting, trok haar trolley achter zich aan naar de logeerkamer en liet zich op het bed vallen. Ze sliep nog voor ze haar schoenen had uitgetrokken.
Toen ze uiteindelijk wakker werd, omdat ze zo nodig moest plassen dat ze het niet langer kon ophouden, stond de middagzon al laag aan de hemel aan de achterkant van het gebouw. Volgens de wekker was het kwart voor vijf en ze hoorde haar moeder de vaatwasser uitruimen. Het duurde nog geen tien seconden voor ze aan de vorige avond moest denken. Ze pakte haar mobiele telefoon en zag met een mengeling van moedeloosheid en voldoening dat ze twaalf gemiste oproepen en evenveel sms’jes had, allemaal van Julian, vanaf elf uur ’s avonds Californische tijd, de hele nacht door tot aan de volgende ochtend.
Ze sleepte zich uit bed en liep eerst naar de badkamer en daarna naar de keuken, waar ze haar moeder voor de vaatwasser aantrof. Ze keek staand naar de kleine televisie die onder een keukenkastje hing.
‘Hallo,’ zei Brooke, die zich voor de zoveelste keer afvroeg wat haar moeder zou doen als Oprah voorgoed met haar programma zou stoppen. ‘Wie heeft ze vandaag?’
Mevrouw Greene draaide zich niet eens om. ‘Mackenzie Phillips,’ antwoordde ze. ‘Alwéér. Niet te geloven. Oprah is benieuwd hoe het met haar gaat sinds ze het bekendgemaakt heeft.’
‘En?’
‘Ze is een afgekickte heroïneverslaafde die tien jaar lang een seksuele relatie met haar vader heeft gehad. Ik ben geen psychiater, maar iedereen kan wel snappen dat ze niet heel erg gelukkig zal worden.’
‘Dat denk ik ook niet, nee.’ Brooke pakte een zakje mini-Oreo’s uit het keukenkastje, scheurde het open en stopte een paar koekjes in haar mond. ‘Hmm, die zijn lekker. Hoe kan dat nou, dat er maar honderd calorieën in zo’n zakje zitten?’
Haar moeder snoof minachtend. ‘Omdat er maar een paar kruimels in zitten. Je moet minstens vijf van die zakjes leegeten wil je een voldaan gevoel krijgen. Zo houden ze de mensen voor de gek.’
Brooke glimlachte.
Haar moeder zette de televisie uit. Ze draaide zich om naar Brooke. ‘Zal ik dan nu die eieren met geroosterd brood maar voor je maken?’
‘Graag. Lekker. Ik val om van de honger,’ zei Brooke, en ze kieperde de rest van de koekjes rechtstreeks vanuit het zakje in haar mond.
‘Weet je nog dat ik vroeger, toen jullie klein waren, een paar keer per maand ontbijt maakte als avondeten? Daar waren jullie dol op.’ Ze pakte een koekenpan uit een lade en deed er zo veel olie in dat het leek alsof ze hem onder de kraan had gehouden.
‘Hmm, dat weet ik nog heel goed. Alleen weet ik bijna zeker dat je dat twee of drie keer per wéék deed, niet per maand, en ik weet zeker dat ik de enige was die je daar blij mee maakte. Randy en papa bestelden altijd pizza als je ’s avonds eieren ging bakken.’
‘Schei toch uit, Brooke, zo vaak was dat helemaal niet. Ik kookte bijna altijd!’
‘Ja, hoor.’
‘Ik maakte ook iedere week een grote pan chili con carne met kalkoengehakt. Dat vonden jullie allemaal heerlijk.’ Ze brak zes eieren in een kom en begon te kloppen. Brooke deed haar mond al open om bezwaar te maken toen haar moeder haar zelfverklaarde ‘speciale saus’ bij de geklutste eieren deed – een scheut sojamelk met vanillesmaak waar ze een misselijkmakend zoet bijsmaakje van kregen – maar ze hield zich in. Ze zou er wel, zoals altijd, een heleboel ketchup overheen kieperen en ze snel doorslikken.
‘Dat kwam uit een pakje!’ zei Brooke, die nog een pakje Oreo’s openmaakte. ‘Je hoefde er alleen maar kalkoen en tomatenpuree bij te doen.’
‘Het was heerlijk, geef het maar toe.’
Brooke glimlachte. Haar moeder kookte verschrikkelijk slecht, en dat wist ze zelf ook, maar ze vonden het allebei leuk om erover te harrewarren.
Mevrouw Greene schraapte de vanille-soja-eieren met een metalen vork uit de anti-aanbakpan en verdeelde ze over twee borden. Ze haalde vier sneetjes brood uit de broodrooster en legde ze op de borden, zonder te merken dat ze de broodrooster helemaal niet had aangezet. Ze gaf Brooke een bord en gebaarde naar het tafeltje net buiten de keuken.
Ze namen hun borden mee en gingen op hun vaste plek zitten. Haar moeder snelde nog even de keuken in en kwam terug met twee blikjes cola light, twee vorken, een mes, een stokoude fles druivensap en een spuitbus met namaakboter. Ze kwakte alles zonder plichtplegingen op tafel. ‘Bon appetit!’ zei ze.
‘Hmm, heerlijk,’ zei Brooke, en ze speelde een beetje met haar naar vanille ruikende eieren. Ze spoot wat boterspul op het niet-geroosterde brood en hief haar blikje. ‘Proost!’
‘Proost! Op…’ Brooke zag dat haar moeder de rest inslikte, waarschijnlijk omdat ze iets had willen zeggen als ‘het samenzijn’, ‘een nieuwe start’, of een andere weinig subtiele verwijzing naar Julian. In plaats daarvan zei ze: ‘Op culinaire hoogstandjes en goed gezelschap!’
Ze aten snel en Brooke was aangenaam verrast dat haar moeder nog steeds nergens naar vroeg. Ze wist ongetwijfeld dat ze hiermee het gewenste effect bereikte, want Brooke wilde het er inmiddels dolgraag over hebben. Ze wist niet hoe snel ze de waterkoker moest aanzetten. Tegen de tijd dat ze op de bank zaten met een beker Lipton en het voornemen om de laatste drie afleveringen van Brothers and Sisters te kijken die haar moeder had opgenomen, hield Brooke het niet meer.
‘Je zult wel nieuwsgierig zijn naar gisteravond,’ zei ze, nadat ze een slok thee had genomen.
Mevrouw Greene liet het theezakje even uitlekken voor ze het op een servetje op tafel legde. Brooke zag dat het haar moeite kostte om haar niet aan te kijken. Dan is het dus heel erg, dacht ze bij zichzelf. Haar moeder was absoluut niet het type om niet aan te dringen. ‘Alleen als je er aan toe bent,’ zei ze vaag, en ze maakte er een ‘ik ben heel makkelijk’-gebaar bij dat volkomen ongeloofwaardig overkwam.
‘Nou… Jezus, ik weet niet eens waar ik moet beginnen. Het is ook zo’n puinhoop.’
‘Begin maar bij het begin. Ik heb je gistermiddag voor het laatst gesproken toen het bij jou twaalf uur was en je op het punt stond om je jurk aan te trekken. Zo te horen ging het toen allemaal nog prima. Wat is er daarna gebeurd?’
Brooke zat achterovergeleund op de bank, met een voet op de rand van de glazen salontafel. ‘Nou, vanaf toen werd het één groot drama. Ik had de jurk net aan en de sieraden omgedaan toen Margaret belde.’
‘En toen?’
‘Er was sprake van een gigantisch misverstand. Hoe het precies zat doet er nu niet toe, maar het komt erop neer dat ze me ontslagen heeft.’
‘Wát?’ Haar moeder was opeens een en al aandacht. Ze had dezelfde blik in haar ogen als wanneer Brooke vroeger uit school kwam en vertelde dat haar gemene klasgenootjes haar hadden gepest tijdens het speelkwartier.
‘Ik ben ontslagen. Ze zei dat ze niet meer op me konden rekenen. Dat het ziekenhuis twijfelde aan mijn toewijding.’
‘Wát?’
Brooke slaakte glimlachend een zucht. ‘Echt waar.’
Die vrouw is niet goed bij haar hoofd,’ zei haar moeder, en ze sloeg met haar hand op tafel.
‘Dat is heel lief van je, mam, maar ergens heeft ze wel gelijk. Ik héb de afgelopen maanden ook niet bepaald optimaal gepresteerd.’
Haar moeder zweeg even, alsof ze zat te bedenken wat ze moest zeggen. Toen ze haar mond weer opendeed, klonk ze afgemeten. ‘Je weet dat ik Julian altijd graag heb gemogen. Maar ik ga er niet over liegen: toen ik die foto’s zag, zou ik hem het liefst met mijn blote handen gewurgd hebben.’
‘Wat zei je?’ fluisterde Brooke, die zich in een hoek gedreven voelde. Ze was die foto’s echt niet vergeten – de foto’s die haar eigen man had vergeleken met die van Sienna en Balthazar – maar ze was erin geslaagd ze te verdringen naar een plekje ergens ver in haar achterhoofd.
‘Het spijt me, lieverd. Ik weet dat het me niet aangaat en ik had gezworen dat ik mijn mond erover zou houden, maar je kunt niet doen alsof er niets is gebeurd. Je moet erachter komen wat er precies is voorgevallen.’
Brooke reageerde geërgerd. ‘Het lijkt me wel duidelijk dat hij en ik een heleboel te bespreken hebben. Ik herken mijn eigen Julian niet meer, en dat komt niet alleen door een paar afschuwelijke paparazzifoto’s.’
Brooke keek haar moeder aan in afwachting van een reactie, maar die kwam niet.
‘Wat is er nou?’ vroeg ze. ‘Zeg het maar.’
‘Je hebt ze nog niet gezien, hè?’
Brooke zweeg even en zei toen: ‘Ik wil wel, maar ik kan het niet opbrengen. Dan wordt het ineens allemaal zo echt…’
Mevrouw Greene trok haar benen onder zich op de bank en boog zich naar Brooke om haar hand te pakken. ‘Lieverd, ik snap wat je bedoelt, echt. Je voelt je waarschijnlijk alsof je op de dakrand van een hoog gebouw balanceert. En ik vind het vreselijk om het te moeten zeggen, maar… ik vind dat je ze moet zien.’
Ze keek haar moeder aan. ‘Echt waar, mam? Jij bent degene die altijd zegt dat ik niet naar die rotzooi moet kijken. Je hebt me er altijd op gewezen, telkens wanneer ik overstuur raakte van wat ze schreven, dat negenennegentig procent van wat in de bladen staat vertekend of gewoon gelogen is.’
‘Hij ligt op het nachtkastje.’
‘Op je nachtkastje?’ gilde Brooke, die baalde van haar eigen stem, een combinatie van schrik en paniek. ‘Sinds wanneer heb jij een abonnement op Last Night? Ik dacht dat hier in huis alleen de O en Newsweek werden gelezen?’
‘Ik heb een abonnement genomen toen jij en Julian er steeds vaker in stonden,’ zei haar moeder zacht. ‘Dat vond ik leuk, en ik wilde weten waar iedereen het steeds over had.’
Brooke lachte vreugdeloos. ‘En daar heb je geen seconde spijt van gehad, zeker? Is het geen bron van fascinerende informatie?’
‘Ik vind het vreselijk, maar ik denk wel dat je ze de eerste keer beter hier kunt zien. Ik wacht wel tot je terugkomt. Ga nou maar.’
Brooke zag aan haar moeder dat het haar moeilijk viel. Ze hees zichzelf van de bank en deed haar best om haar angst en ontzetting te negeren. Het leek haar een eeuwigheid te kosten om van de woonkamer naar de slaapkamer te lopen, maar voor ze goed en wel besefte wat ze ging doen, zat ze al op de rand van het bed. Op de cover stond een foto van een lachende Justin Timberlake en Jessica Biehl, met een grote, rafelige scheur in het midden. Er stond in grote rode letters ‘Uit elkaar!’ boven.
Gerustgesteld door het feit dat Julian nog net niet interessant genoeg was om op de cover te zetten, bladerde Brooke naar de inhoudsopgave, met de bedoeling om de koppen te bekijken. Dat was niet nodig. Boven aan de bladzijde stond een overdreven grote foto van Julian die aan een tafeltje zat in de binnentuin van Chateau Marmont. Het meisje naast hem werd grotendeels aan het zicht onttrokken door een grote kamerplant, maar je kon duidelijk haar profiel zien terwijl ze zich vooroverboog naar Julian, haar hoofd schuin, met open mond, alsof ze op het punt stonden om te gaan zoenen. Hij had een flesje bier in zijn hand en toonde het meisje lachend de kuiltjes in zijn wangen. Brooke voelde een golf misselijkheid opkomen, gevolgd door het akelige besef dat dit soort bladen nooit de sappigste foto’s meteen al in de inhoudsopgave plaatsten. Het ergste moest dus nog komen.
Ze ademde diep in en bladerde naar pagina achttien. Degene die beweerde dat het altijd even duurde voordat iets vreselijks tot je doordrong, had duidelijk nog nooit een fotoserie gezien die twee bladzijden in beslag nam, waarop te zien was hoe haar man een andere vrouw verleidde. Brookes hersenen namen het allemaal feilloos op. Ze zag een andere versie van de eerste foto, alleen zat Julian hier schijnbaar aandachtig te luisteren naar wat het meisje in zijn oor fluisterde. De tijdsaanduiding gaf aan dat hij om 23.18 uur was genomen. Op de volgende foto, waar in neonrode lettertjes 00.22 uur op stond, wierp hij lachend zijn hoofd in zijn nek. Het meisje lachte ook en ze had haar hand tegen zijn borst gelegd. Duwde ze hem speels van zich af? Of zocht ze gewoon een reden om hem te kunnen aanraken? De derde en laatste foto op de linkerpagina was het ergst: het meisje hing tegen Julian aan en dronk zo te zien roze champagne. Julian had nog steeds het flesje bier in één hand, maar zijn andere hand leek onder het jurkje van het meisje te verdwijnen. Je kon zien aan de hoek van zijn arm dat hij weinig meer deed dan zijn hand op haar bovenbeen leggen, maar het viel niet te ontkennen dat zowel zijn hand als zijn pols helemaal door stof bedekt waren. Julian knipoogde naar het meisje en lachte naar haar; de ondeugende lach waarop Brooke zo dol was, terwijl het meisje hem smachtend aankeek met haar grote bruine ogen. Het was 01.03 uur.
En toen kwam de uitsmijter, de kroon op het werk van Last Night. De rechterpagina bestond uit één foto, die voor haar gevoel zo groot was als een billboard. De tijdsaanduiding gaf 06.18 uur aan, en het meisje droeg nog steeds hetzelfde vaalblauwe jurkje als een paar uur daarvoor. Ze kwam een kamer uit in een van bungalows die aan het zwembad lagen. Haar haar zat verschrikkelijk door de war en ze was het vleesgeworden ‘de ochtend na de avond ervoor’-cliché. Ze klemde haar tasje tegen haar borst alsof ze zich zo wilde beschermen tegen het onverwachte flitslicht en ze zette grote ogen op; van schrik, maar er viel ook iets anders in te lezen. Trots? Het gevoel het ’m toch maar mooi te hebben geflikt? Het was in ieder geval geen schaamte.
Brooke kon het niet laten om iedere foto aandachtig te bestuderen, als een wetenschapper die een monster onder de loep bekijkt, op zoek naar aanwijzingen en terugkerende patronen. Het duurde een paar minuten, maar toen ze een tijdje naar de laatste foto had zitten kijken, wist ze wat haar het meest dwars zat. Het meisje was geen beroemde actrice, topmodel of popster, voor zover Brooke wist. Ze zag er doodgewoon uit. Ze had slap, iets te lang roodblond haar, droeg een doorsnee blauw jurkje en had zo’n nietszeggend figuur – zo ongelooflijk gewóón – dat Brooke haar adem inhield toen het tot haar doordrong: het meisje had wel wat van haar weg. Van de paar pondjes te veel en de niet erg vakkundig aangebrachte oogmake-up tot de nét verkeerde schoenen (de hakken iets te lomp voor een avondje uit en het leer een tikkeltje afgetrapt); Julians Chateau-scharrel en zij hadden zusjes kunnen zijn. En wat Brooke nog veel verontrustender vond: ze was er tamelijk zeker van dat anderen háár de knapste van de twee zouden noemen.
Dit was wel erg eigenaardig. Als je man vreemdging met een onbekende die hij zojuist had opgepikt in een hotel in Hollywood, had hij dan niet op z’n minst het zelfrespect kunnen opbrengen om een bloedmooie vrouw uit te kiezen? Of anders in ieder geval een goedkoop, ordinair type? Waar waren de gigantische neptieten en de loeistrakke skinny jeans? Waar waren haar zonnebankkleurtje en peperdure highlights? Hoe was ze überhaupt Chateau Marmont binnengekomen, vroeg Brooke zich af. Misschien dat een beroemde muzikant niet altijd een model van Gisele-kaliber kon scoren, maar iemand die er beter uitzag dan zijn eigen vrouw moest toch wel lukken? Brooke gooide vol walging het tijdschrift van zich af. Het was makkelijker om je te concentreren op de absurditeit van je man die vreemdging met een minder aantrekkelijke versie van jou, dan op het vreemdgaan op zich.
‘Gaat het een beetje?’ Ze schrok van haar moeders stem. Mevrouw Greene stond tegen de deurpost geleund en keek nog net zo gekweld als daarstraks.
‘Je had gelijk,’ zei Brooke. ‘Dit had ik liever niet morgen in de trein naar huis onder ogen gekregen.’
‘Ik vind het zo erg voor je, lieverd. Ik weet dat je daar nu waarschijnlijk niet aan moet denken, maar ik vind dat je Julians versie moet horen.’
Brooke snoof. ‘Je bedoelt dat ik geleuter moet aanhoren in de trant van “Schatje, strikt genomen had ik die nacht ook thuis kunnen slapen, maar in plaats daarvan ben ik stomdronken geworden en aan de haal gegaan met je minder aantrekkelijke tweelingzusje, en o ja, er zijn helaas toevallig een paar foto’s van gemaakt”?’ Brooke hoorde de woede en het druipende sarcasme in haar stem, en het verbaasde haar dat ze niet hoefde te huilen.
Mevrouw Greene kwam zuchtend naast haar op bed zitten. ‘Ik weet het ook niet, lieverd. Hij zal inderdaad met iets beters moeten komen. Maar laat ik één ding duidelijk stellen: die sloerie zou nooit je tweelingzus kunnen zijn. Het is gewoon een sneu type dat zich heeft opgedrongen aan je man. Ze kan op geen enkele manier aan je tippen.’
Ze hoorden Julians single ‘For the Lost’ uit de andere kamer komen. Brookes moeder keek haar vragend aan.
‘Dat is mijn ringtone,’ zei Brooke, en ze hees zich van het bed. ‘Die heb ik een paar weken geleden gedownload. En dadelijk ben ik er weer een avond zoet mee om hem uit mijn telefoon te krijgen.’
Ze trof haar telefoon aan in de logeerkamer en zag op het schermpje dat Julian degene was die haar belde. Ze wilde het wel uitgillen, maar dat kon ze niet.
‘Hallo,’ zei ze, terwijl ze op het bed ging zitten.
‘Brooke! Jezus, ik was in alle staten. Waarom belde je niet terug? Ik wist niet eens of je wel veilig thuis was.’
‘Ik ben niet thuis, ik zit bij mijn moeder.’
Ze meende een onderdrukte vloek te horen en toen zei hij: ‘Bij je moeder? Ik dacht dat je zei dat je naar huis ging.’
‘Klopt, tot Nola vertelde dat ons appartement onder vuur ligt.’
‘Brooke?’ Ze hoorde een claxon op de achtergrond. ‘Goddomme, we werden bijna van achteren aangereden. Man, is die vent achter ons niet helemaal goed of zo?’
Toen, weer tegen haar: ‘Brooke? Sorry. Ik was hier bijna verongelukt.’
Ze zei niets terug.
‘Brooke…’
‘Ja?’
Er viel een korte stilte voor hij zei: ‘Luister alsjeblieft even naar me.’
Er viel weer een stilte. Ze wist dat hij wachtte tot ze iets over de foto’s zou zeggen, maar dat gunde ze hem niet. Wat trouwens ook best triest was. Het was toch kinderachtig om op die manier haar gevoelens te verbergen voor haar eigen man?
‘Brooke, ik…’ Hij zweeg en hoestte. ‘Ik eh… ik kan me voorstellen hoe moeilijk je het moet hebben gehad toen je die foto’s zag. Hoe afschuwelijk dat geweest moet zijn.’
Ze kneep zo hard in haar telefoon dat ze dacht dat ze hem kapot zou knijpen, maar ze kon zich er niet toe zetten om iets te zeggen. Haar keel werd plotseling dichtgeknepen en ze begon te huilen.
‘En al die vragen van de persmuskieten op de rode loper gisteravond…’ Hij begon weer te hoesten en Brooke vroeg zich af of hij het er ook moeilijk mee had of dat hij gewoon verkouden was. ‘Het was voor mij al heel heftig, dus ik kan me voorstellen dat het voor jou helemaal vreselijk moet zijn geweest, en…’
Hij zweeg, duidelijk in afwachting van haar reactie, in de hoop dat ze hem uit de situatie zou redden, maar ze kreeg door haar stille tranen heen niets geformuleerd.
Er viel een stilte die zeker een minuut duurde, misschien wel twee, voor hij zei: ‘Schatje, huil je nou? O Roek, ik vind het zo erg allemaal.’
‘Ik heb de foto’s gezien,’ fluisterde ze, en toen zweeg ze weer. Ze wist dat ze het moest vragen, hoewel iets in haar nog steeds dacht dat ze het misschien beter niet kon weten.
‘Brooke, het was niet half zo erg als die foto’s doen geloven.’
‘Heb je de nacht doorgebracht met dat mens?’ vroeg ze. Ze had het gevoel dat er een pluk watten in haar mond zat.
‘Zo is het helemaal niet gegaan.’
De stilte door de telefoonlijk was bijna tastbaar. Ze wachtte tot hij zou zeggen dat het allemaal één groot misverstand was, dat hij er ingeluisd was, dat de foto’s op de computer bewerkt waren. Maar hij zei niets.
‘Goed,’ hoorde ze zichzelf zeggen. ‘Ik weet genoeg.’ Haar laatste woorden klonken verstikt, gedempt.
‘Nee! Brooke, ik… ik ben niet met haar naar bed geweest. Dat zweer ik je.’
‘Ze kwam om zes uur ’s ochtends je kamer uit.’
‘Ik zeg je net, Brooke, dat ik niet met haar naar bed ben geweest.’ Hij klonk diep ongelukkig, zijn stem smekend.
En toen begreep ze het eindelijk. ‘Je bent dus niet met haar naar bed geweest, maar er is wel iets anders gebeurd, hè?’
‘Brooke…’
‘Ik wil weten wat er is gebeurd, Julian.’ Ze moest bijna overgeven bij het besef dat ze dit gesprek met haar man voerde, deze afschuwelijke versie van ‘Hoe ver ben je gegaan?’
‘Er zijn kledingstukken uitgetrokken, maar daarna zijn we in slaap gevallen. Er is niets gebeurd Brooke, dat zweer ik.’
Er zijn kledingstukken uitgetrokken. Zo kon je het ook zeggen, ja. Afstandelijk. Ze voelde de gal opkomen bij het beeld van Julian die naakt met een ander in bed lag.
‘Brooke? Ben je daar nog?’
Ze hoorde hem praten, maar ze kreeg niets mee van wat hij zei. Ze hield de telefoon een eindje van haar hoofd en keek naar het schermpje: een foto van Julian met zijn gezicht tegen Walters kop aan gedrukt.
Ze bleef nog tien, misschien twintig seconden op het bed naar Julians foto zitten staren en naar het rijzen en dalen van zijn stem zitten luisteren. Toen haalde ze diep adem, bracht het spreekgedeelte van de telefoon weer naar haar mond en zei: ‘Ik ga ophangen, Julian. Bel me alsjeblieft niet terug. Ik wil alleen zijn.’ Voor ze van gedachten kon veranderen, zette ze de telefoon uit, haalde de batterij eruit en legde de twee onderdelen los van elkaar in het laatje van het nachtkastje. Er zou die avond niet meer gepraat worden.