3

 

 

Bij hem vergeleken is John Mayer een amateur

 

 

 

 

‘Waar zijn we eigenlijk?’ bromde Brooke, en ze stapte uit de taxi en keek om zich heen in de donkere, verlaten zijstraat in West-Chelsea. De hoge zwarte laarzen die ze had gescoord aan het eind van de uitverkoop zakten telkens af.

‘In het hart van de galeriebuurt, Brooke. Avenue en 1 OAK zijn hier om de hoek.’

‘En ik hoor natuurlijk te weten wat dat voor tenten zijn?’

Nola schudde haar hoofd. ‘Je ziet er in ieder geval goed uit. Julian kan trots zijn dat hij zo’n lekkere vrouw heeft.’

Brooke wist dat haar vriendin dat alleen maar zei om aardig te zijn. Zelf zag Nola er zoals gewoonlijk oogverblindend uit. Ze had het jasje van haar mantelpakje samen met haar degelijke pumps in een enorme Louis Vuitton-tas gepropt en een paar torenhoge Louboutin-hakken aangetrokken; van die schoenen die ergens tussen laars en sandaal in zaten en waarop misschien zes vrouwen op aarde konden rondlopen zonder te worden aangezien voor een sm-meesteres. Dingen die bij ieder ander goedkoop en ordinair stonden – knalrode lippenstift, huidkleurige netkousen en een zwartkanten beha die door haar doorzichtige topje heen scheen – maakten Nola juist spannend en speels. Haar kokerrokje, dat als de helft van een duur mantelpakje niet had misstaan op de meest conservatieve werkvloer van Wall Street, accentueerde nu haar gespierde billen en haar volmaakte benen. Als Nola iemand anders was geweest, zou Brooke haar intens gehaat hebben.

Brooke keek op haar BlackBerry. ‘Tussen 10th en 11th. Daar zijn we nu toch? Waar is het dan?’ Ze zag vanuit haar ooghoek een schaduw wegschieten en slaakte een gilletje.

‘Rustig maar, Brooke, dat beest is banger voor jou dan jij voor hem.’ Nola wuifde de rat weg met de hand waaraan ze een joekel van een cocktailring droeg.

Brooke haastte zich naar de overkant van de straat toen ze zag dat daar de even huisnummers waren. ‘Jij hebt makkelijk praten, je kunt met één trap van die hak zijn hart doorboren. Ik loop een verhoogd risico met mijn suffe platte schoenen.’

Nola lachte en volgde Brooke met elegante tred. ‘Volgens mij is het daar,’ zei ze, en ze wees naar het enige gebouw in dat gedeelte van de straat dat er niet onbewoonbaar en verlaten uitzag.

De meiden liepen vanaf het trottoir een trapje af naar een souterraindeur zonder ramen. Julian had uitgelegd dat dit soort presentaties steeds op andere locaties werden gehouden en het muziekwereldje altijd op zoek was naar de nieuwste, hipste plek waar veel over gepraat zou worden, maar toch had ze een locatie in gedachten gehad die eruitzag als een kleinere versie van Joe’s Pub. Wat wás dit? Geen rij tot aan de hoek van de straat. Geen aankondiging op de gevel. Niet eens de geijkte chagrijnige medewerkster met een klembord voor de deur die kregelig iedereen opdroeg een stap achteruit te doen en netjes op zijn beurt te wachten.

Brooke kreeg even de zenuwen, totdat ze de zware deur, die aan een kluisdeur deed denken, openduwde en ze werd opgenomen in een warme cocon, schemerduister, met zacht gelach en de subtiele maar onmiskenbare geur van marihuana. De ruimte was niet groter dan een flinke huiskamer, en alles – de muren, de bankjes en zelfs de panelen van de kleine bar in de hoek – was bekleed met donkerrood fluweel. Op de piano stond één lamp, die een zacht schijnsel wierp op een lege kruk. Honderden theelichtjes werden weerspiegeld in de glimmende tafelbladen en in het plafond; het geheel was op de een of andere manier ontzettend sexy, zonder ook maar de minste jaren-tachtiguitstraling.

Het publiek leek rechtstreeks afkomstig van een cocktailparty aan een zwembad ergens in Santa Barbara. Veertig of vijftig voornamelijk jonge, aantrekkelijke mensen liepen wat rond, nipten aan hun glas en bliezen loom sigarettenrook uit. De mannen droegen bijna allemaal een spijkerbroek, en de weinigen die in pak waren omdat ze rechtstreeks van hun werk kwamen, hadden hun das afgedaan en het bovenste knoopje van hun overhemd opengeknoopt. Vrijwel niemand van de vrouwen droeg het geijkte Manhattanuniform van naaldhakken en een kort zwart jurkje; ze liepen rond in prachtig bedrukte tunieken, met rinkelende kraaltjesoorbellen en spijkerbroeken, die zo goed stonden dat Brooke ernaar snakte zich ter plekke van haar tricot jurkje te ontdoen. Sommigen hadden een hippie-chique haarband om hun voorhoofd en schitterend lang haar tot aan hun middel. Niemand leek zich ook maar enigszins ongemakkelijk of gespannen te voelen – ook ongekend in Manhattan – en natuurlijk werd Brooke daar juist dubbel nerveus van. Dit was heel wat anders dan Julians gebruikelijke publiek. Wie waren al die mensen, en waarom zagen ze er stuk voor stuk duizend keer beter uit dan zij?

‘Gewoon doorademen,’ fluisterde Nola in haar oor.

‘Als ík al zo nerveus ben, kan ik me niet voorstellen hoe Julian zich moet voelen.’

‘Kom, dan gaan we wat te drinken halen.’ Nola zwiepte haar blonde haar over haar schouder en stak een hand uit naar Brooke, maar voordat ze zich een weg konden banen door de menigte hoorde Brooke een bekende stem.

‘Rood, wit of sterker?’ vroeg Trent, die uit het niets naast hen was opgedoken. Hij was een van de weinige mannen in pak en leek slecht op zijn gemak. Waarschijnlijk was dit de eerste keer in weken dat hij het ziekenhuis uit was.

‘Hé, hallo!’ zei Brooke, en ze sloeg haar armen om zijn hals. ‘Je kent Nola nog wel, hè?’

Trent glimlachte. ‘Natuurlijk.’ Hij kuste Nola op de wang. Iets in zijn toon zei: Natuurlijk ken ik je nog, want die avond ging je zomaar met mijn vriend mee naar huis en hij was zwaar onder indruk – zowel van gewilligheid als van je creativiteit in de slaapkamer. Maar Trent was veel te discreet om daar grapjes over te maken, zelfs na al die jaren.

Maar Nola had er geen moeite mee. ‘Hoe gaat het met Liam? God, die was leuk, zeg,’ zei ze met een brede grijns. ‘Echt leuk, bedoel ik.’

Trent en Nola wisselden een veelbetekenende blik en begonnen te lachen.

Brooke stak een hand op. ‘Zo kan ie wel weer. Trent, gefeliciteerd met je verloving! Wanneer krijgen we haar te zien?’ Ze durfde Ferns naam niet te noemen, uit angst dat ze in lachen zou uitbarsten. Wie heette er nou Fern?

‘Aangezien we vrijwel nooit niet in het ziekenhuis zijn, zal dat voor de bruiloft wel niet lukken.’

De ober gebaarde naar Trent, die hen vragend aankeek. ‘Rood graag,’ zeiden ze tegelijk, en gedrieën keken ze toe hoe hij Californische cabernet inschonk. Trent gaf hun ieder een glas en dronk dat van hem in twee gulzige slokken leeg.

Toen kijk hij Brooke schaapachtig aan. ‘Ik ga niet zo vaak op stap.’

Nola zei dat ze even een rondje ging lopen.

Brooke lachte naar Trent. ‘Vertel eens over je aanstaande. Wanneer is de bruiloft?’

‘Fern komt uit Tennessee en heeft enorm veel familie, dus ik denk dat we bij haar ouders thuis trouwen. In februari, waarschijnlijk.’

‘Zo, je laat er geen gras over groeien. Wat een goed nieuws.’

‘We krijgen alleen coschappen in hetzelfde ziekenhuis als we getrouwd zijn.’

‘Dus je blijft bij je maag-darmspecialisatie?’

‘Dat is wel de bedoeling. Mijn belangstelling ligt vooral bij scopiën en onderzoek – dat is tegenwoordig behoorlijk geavanceerd – maar Fern heeft meer met de ziekte van Crohn en coeliakie.’ Trent zweeg even en leek over zijn eigen woorden na te denken, waarna hij breed begon te grijnzen. ‘Ze is echt heel leuk. Ik denk dat je het goed met haar zult kunnen vinden.’

‘Ha, jongen!’ zei Julian, en hij gaf Trent een mep op zijn rug. ‘Natuurlijk kunnen we het goed met haar vinden, ze wordt je vróúw. Is dat geen maf idee?’ Hij boog zich voorover en kuste Brooke vol op de mond. Hij smaakte verrukkelijk, naar pepermunt en chocola, en zodra ze hem zag werd ze rustiger.

Trent moest lachen. ‘Niet zo maf als het feit dat mijn sociaal gemankeerde neef al vijf hele jaren een vrouw heeft, maar het komt in de buurt.’

Op avonden als deze was Brooke trotser dan ooit dat ze Julians vrouw was. Hij droeg zijn ‘uniform’, dat na al die jaren nog onveranderd was: wit T-shirt, Levi’s en een gebreid mutsje. Het geheel had niet minder bijzonder kunnen zijn, maar voor Brooke was het puur sexy. De muts was Julians handselmerk, zijn eigen look, al was dat een groot woord, maar Brooke was die enige die wist dat het er meer achter zat. Vorig jaar had Julian tot zijn enorme schrik een kaal plekje ontdekt – het kleinste kale plekje in de geschiedenis van de haaruitval. Brooke had geruststellend gezegd dat je het bijna niet zag, maar daar wilde Julian niets van horen. En eerlijk gezegd was het niet uitgesloten dat het een tikkeltje groter was geworden sinds hij haar erop had gewezen, al zou ze dat nooit toegeven.

Als je de weelderige zwarte krullen onder zijn muts uit zag komen, zou je nooit vermoeden wat Julian onder zijn hoofddeksel probeerde te verbergen, en voor Brooke maakte het hem alleen maar aantrekkelijker – kwetsbaarder en menselijker. Stiekem vond ze het heerlijk dat zij de enige was die Julian zonder zijn mutsje te zien kreeg, wanneer hij dat veilig thuis afzette en alleen voor haar zijn krullen losschudde. Als iemand een paar jaar eerder tegen haar gezegd zou hebben dat ze de toenemende kaalheid van haar tweeëndertigjarige echtgenoot zou beschouwen als een van zijn aantrekkelijke eigenschappen, zou ze die persoon vol ongeloof uitgelachen hebben, maar toch was het zo.

‘Hoe voel je je? Ben je nerveus?’ vroeg Brooke nu, en ze speurde zijn gezicht af op zoek naar een aanwijzing. Hij was de hele week een wrak geweest – had amper gegeten en geslapen en die middag had hij zelfs overgegeven – maar als Brooke er met hem over wilde praten, had hij zich weer in zijn schild teruggetrokken. Die avond was ze graag samen met hem naar zijn presentatie gegaan, maar Julian had erop gestaan dat ze met Nola ging. Hij moest nog het een en ander doornemen met Leo, had hij gezegd, en hij zou vroeg vertrekken om te kijken of alles naar behoren was opgesteld. Het moest hem goed gedaan hebben, want hij zag er iets minder gespannen uit.

‘Ik ben er klaar voor,’ zei hij met een vastberaden knikje. ‘Ik voel me goed.’

Brooke gaf hem een kus op zijn wang; ze wist dat hij op was van de zenuwen, maar ze was er trots op dat hij die wist te onderdrukken. ‘Je ziet er ook goed uit. Ik kan zien dat je er klaar voor bent. Het wordt een fantastische avond.’

‘Zou je denken?’ Hij nam een slokje van zijn bronwater, en Brooke zag dat zijn knokkels wit waren. Ze wist dat hij snakte naar iets sterkers, maar hij dronk nooit voor een optreden.

‘Ik weet het zeker. Als jij achter de piano zit, denk je alleen maar aan de muziek. Vanavond is niet anders dan een optreden in Nick’s bar. Het publiek is altijd weg van je, schat, vergeet dat niet. Blijf gewoon jezelf, dan zullen ze je hier ook te gek vinden.’

‘Luister goed naar haar,’ zei een onbekende mannenstem. Toen Brooke zich omdraaide, stond daar een van de knapste mannen die ze ooit had gezien. Hij was zeker vijftien centimeter langer dan zij, waardoor ze zich onmiddellijk meisjesachtig en frêle voelde. Voor de zoveelste keer wenste ze dat Julian zo lang was als deze geheimzinnige onbekende, maar ze dwong zichzelf meteen om die gedachte uit haar hoofd te zetten. Waarschijnlijk zou Julian ook wel willen dat zij net zo’n figuur had als Nola, dus ze had geen recht om te klagen. De man sloeg zijn arm om haar heen en kneep even in haar rechterschouder; hij was zo dichtbij dat ze zijn aftershave kon ruiken. Mannelijk, subtiel en duur. Ze bloosde.

‘Jij bent vast en zeker zijn vrouw,’ zei hij, en hij bukte om haar kruin te kussen, een gebaar dat vreemd intiem en tegelijkertijd onpersoonlijk voelde. Hij had lang niet zo’n zware stem als Brooke had verwacht van iemand die zo lang en zichtbaar fit was.

‘Leo, mag ik je voorstellen aan Brooke,’ zei Julian. ‘Brooke, dit is Leo, mijn nieuwe topmanager.’

Precies op dat moment liep er een bloedmooi Aziatisch meisje langs, en Brooke en Julian zagen allebei dat Leo naar haar knipoogde. Waar was Nola verdorie? Ze moest haar op tijd waarschuwen dat Leo verboden terrein was. Dat zou niet meevallen: Leo was precies haar type. Zijn roze overhemd stond één knoopje verder open dan de meeste mannen het zouden durven dragen, hetgeen zijn mooi gebruinde huid benadrukte – heel donker, maar het zag er niet uit alsof het uit een flesje of tube kwam. Zijn broek had een lage taille en Europees smalle pijpen. Bij dit soort kleding zou je achterovergekamd haar met veel gel verwachten, maar Leo’s dikke, donkere lokken vielen losjes net over zijn ogen. De enige zichtbare oneffenheid was een litteken dat zijn rechterwenkbrauw in tweeën deelde; een wit streepje waar geen haar groeide. Maar zelfs dat werkte in zijn voordeel; het maakt dat hij er niet verwijfd of té verzorgd uitzag. Op zijn hele lijf was geen grammetje vet te vinden.

‘Leuk je te ontmoeten, Leo,’ zei Brooke. ‘Ik heb veel over je gehoord.’

Hij leek het niet te horen. ‘Oké, luister,’ zei hij tegen Julian. ‘Ik heb net gehoord dat jij de afsluiter bent vanavond. Er is al één optreden geweest, dadelijk komt er nog een en dan ben jij aan de beurt.’ Leo tuurde over Julians schouder terwijl hij tegen hem praatte.

‘Is dat goed nieuws?’ vroeg Brooke beleefd. Julian had haar al verteld dat de andere muzikanten die vanavond optraden geen serieuze concurrentie vormden. Er was een R&B-groepje bij dat klonk als een moderne Boyz II Men en de ander was een countryzangeres met veel tatoeages, een ruchesjurk en twee vlechtjes in haar haar.

Brooke keek naar Leo, maar zijn blik was weer afgedwaald. Toen ze die volgde, zag ze dat hij naar Nola stond te staren. Of, om precies te zijn, naar Nola’s achterste in het strakke kokkerrokje. Ze nam zich voor Nola te dreigen met verbanning en erger als ze ook maar bij Leo in de buurt durfde te komen.

Leo schraapte zijn keel en nam een grote slok whisky. ‘Die zangeres is al geweest en ze was niet slecht. Niks wereldschokkends, maar best vermakelijk. Ik denk…’

Hij werd onderbroken door een samenzang. Er was niet echt een podium, maar voor de piano was een plek vrijgemaakt waar vier zwarte mannen van begin twintig samen om één centraal opgestelde microfoon heen stonden. Heel even klonk het als een erg goed studentenkoor, a capella, en toen deden drie van de vier mannen een stapje terug en zong de leadzanger in zijn eentje verder over zijn jeugd in Haïti. Het publiek knikte en deinde goedkeurend mee.

‘Oké, Julian,’ zei Leo. ‘Vergeet waar je bent en waarom, en doe gewoon wat je moet doen. Begrepen?’

Julian knikte en tikte nerveus met zijn voet op de grond. ‘Begrepen.’

Leo gebaarde naar een hoek achter in de ruimte. ‘Kom, dan gaan we de boel klaarzetten.’

Brooke ging op haar tenen staan om Leo op zijn mond te kussen. Ze gaf een kneepje in zijn hand en zei: ‘Ik blijf hier, maar vergeet dat wij er zijn. Doe gewoon je ogen dicht en zing met hart en ziel.’

Hij keek haar dankbaar aan, maar kon het niet opbrengen iets terug te zeggen. Leo leidde hem naar achteren, en voordat ze haar wijn had kunnen opdrinken kondigde iemand van A&R Julian aan door de microfoon.

Brooke keek weer om zich heen op zoek naar Nola en zag dat ze stond te praten met een groepje mensen aan de bar. Die meid kende ook iedereen. Brooke was blij dat Trent er was, en ze liep met hem mee naar een bank waar nog net één zitplaats vrij was. Hij gebaarde dat ze moest gaan zitten. Ze wurmde zich op het puntje van de fluwelen sofa en draaide nerveus haar haar in een knotje. Ze graaide in haar tas op zoek naar iets om het mee vast te maken, maar ze kon niets vinden.

‘Hier,’ zei het mooie Aziatische meisje naar wie Leo had geknipoogd. Ze trok een bruin elastiekje van haar pols en gaf het aan Brooke. ‘Ik heb er genoeg.’

Brooke aarzelde even en wist niet wat ze moest doen. Het meisje glimlachte. ‘Pak het nou maar aan. Niets is zo irritant als wanneer je je haar niet uit je gezicht kunt doen. Hoewel… als ik jouw haar had, zou ik het altijd los dragen.’

‘Dank je,’ zei Brooke, en ze pakte het elastiekje aan en deed meteen haar haar in een staart. Ze wilde nog iets zeggen, misschien zichzelf omlaag halen met de opmerking dat ze niemand haar rode haar toewenste, maar op dat moment nam Julian plaats achter de piano en hoorde ze hem, met een lichte trilling in zijn stem, de aanwezigen bedanken voor hun komst.

Het meisje nam een slok uit haar flesje bier en vroeg: ‘Heb je hem al vaker zien optreden?’

Brooke kon alleen maar knikken. Ze hoopte vurig dat de vrouw verder haar mond zou houden. Ze wilde geen seconde van het optreden missen, en ze was afgeleid door de vraag of andere mensen ook de trilling in Julians stem konden horen.

‘Want anders zul je ervan opkijken. Hij is de meest sexy zanger die ik ooit heb gezien.’

Nu had ze Brookes aandacht. ‘Hè?’ vroeg ze.

‘Julian Alter.’ Het meisje wees naar de piano. ‘Ik heb hem een paar keer zien optreden in verschillende tenten in de stad. Hij heeft ook vaste avonden. Ik kan je vertellen dat hij belachelijk goed is. Bij hem vergeleken is John Mayer een amateur.’

Julian was begonnen met ‘For the Lost,’ een gevoelig nummer over een jongetje dat zijn oudere broer verliest, en ze voelde dat Trent haar kant op keek. Hij was waarschijnlijk de enige andere aanwezige in het hele vertrek die wist waarop dat nummer écht was geïnspireerd. Julian was enig kind, maar Brooke wist dat hij vaak dacht aan het broertje dat aan wiegendood was gestorven voordat Julian werd geboren. De familie Alters praatte tot op de dag van vandaag nooit over James, maar Julian had een fase doorlopen waarin hij zich voortdurend afvroeg, soms op het obsessieve af, hoe James nu geweest zou zijn en hoe anders zijn eigen leven had kunnen verlopen als hij een oudere broer had gehad.

Zijn handen gleden over de toetsen en brachten de eerste indringende noten voort die uiteindelijk zouden uitmonden in een krachtig crescendo, maar Brooke kon alleen nog maar aan de jonge vrouw naast haar denken. Ze kon haar wel zoenen en tegelijkertijd kon ze haar wel slaan. Het was verontrustend om te horen dat deze bloedmooie vrouw Julian sexy vond – hoe lang ze ook samen waren, dat was een aspect waaraan ze nooit zou wennen – maar het kwam zelden voor dat iemand Brooke volkomen eerlijk en ongefilterd zijn mening gaf.

‘Vind je?’ vroeg ze, en opeens wilde ze niets liever dan een bevestigend antwoord.

‘Absoluut. Ik heb het al zo vaak tegen mijn baas gezegd, maar nu heeft Sony hem gestrikt.’ Haar aandacht voor Brooke verslapte toen Julians stem in volume toenam, en tegen de tijd dat hij met een schuin hoofd het rauwe, emotionele refrein zong, had ze alleen nog maar oog voor hem. Brooke vroeg zich af of het meisje in haar roes van aanbidding Julians trouwring wel zag.

Ze keek weer naar Julian en moest zich inhouden om niet hardop mee te gaan zingen. Ze kende de tekst van buiten.

 

They say Texas is the promised land

In the highway’s dust you become a man

Blind and blue, lonely in love

Scars on your hands, broken above

 

He was a mother’s dream, he was a fist of sand

My brother, you slipped away with the second hand

Like parallel lines that never cross

For the lost, for the lost

 

The woman sits alone in a room

Alone in a house like a silent tomb

The man counts every jewel in his crown

What can’t be saved is measured in pounds

 

He was a father’s dream, he was a fist of sand

My brother, you slipped away with a second hand

Like parallel lines that never cross

For the lost, for the lost

 

In my dreams the voices from beyond the door

I remember them saying you weren’t coming no more

You wouldn’t believe how quiet it’s become

The heart obscure fills with shame

 

He was a brother’s dream

My brother, you slipped away with a second hand

Like parallel lines that never cross

For the lost, for the lost

 

Hij sloot het nummer af onder daverend applaus – welgemeend en enthousiast – en ging moeiteloos door met het volgende. Nu hij op dreef was, was er geen spoor van zenuwen meer te bekennen. Zijn onderarmen glommen van het zweet en hij had een geconcentreerde frons in zijn voorhoofd terwijl hij de teksten zong waaraan hij maanden, soms jaren had geschaafd. Het tweede nummer was in een oogwenk voorbij, en toen het derde, en voordat ze het wist stond het publiek laaiend enthousiast te juichen en werd er om een toegift geroepen. Julian keek blij en leek niet goed te weten wat hij ermee aan moest – de instructies om drie nummers te spelen in maximaal twaalf minuten waren overduidelijk geweest – maar waarschijnlijk kreeg hij groen licht van iemand in de coulissen, want hij glimlachte en knikte en ging soepeltjes over naar een van zijn snellere nummers. Het publiek joelde goedkeurend.

Tegen de tijd dat hij het pianokrukje naar achteren schoof om een bescheiden buiging te maken, was de sfeer in het zaaltje veranderd. Sterker nog dan het gejoel, het applaus en het gefluit was dat opwindende gevoel deel uitgemaakt hebben van iets belangrijks. Brooke was aan alle kanten ingesloten door bewonderaars van haar man toen Leo aan kwam lopen. Hij begroette het elastiekmeisje door haar naam te brommen – Umi – maar ze rolde geërgerd met haar ogen en liep meteen weg. Voordat Brooke de kans kreeg om daar bij stil te staan pakte Leo haar iets te stevig bij de arm en boog hij zich zo dicht naar haar toe dat ze heel even dacht dat hij haar ging zoenen.

‘Bereid je maar vast voor, Brooke. Bereid je er maar op voor dat het gaat losbarsten. Vanavond is nog maar het begin, het wordt een fucking gekkenhuis.’