Hana stond bij de deur van de Hoek Tamaya en boog naar haar laatste klant die de boulevard op liep. Daarna liep ze terug naar haar kamer, haar gedachten nog steeds beheerst door het gesprek dat ze een dag eerder met Yozo had gevoerd.

Ze had hem nog zo veel willen vragen: hoe haar echtgenoot was gestorven, en wat er met zijn lichaam was gebeurd, maar ze wist dat ze niets kon zeggen. Ze had de pijn gezien die zich van Yozo meester had gemaakt, en het was duidelijk dat hij het amper kon verdragen om aan de oorlog te denken. Ze mocht dankbaar zijn dat hij haar in elk geval dit had verteld.

Ze wist niet eens of hij haar echtgenoot goed had gekend, ze wist alleen dat hij hem had zien sterven. Ze moesten zij aan zij hebben gestreden. Het enige waar ze zeker van kon zijn, was dat haar echtgenoot dood was. Nu Yozo haar geheim kende, voelde het alsof er een last van haar schouders was gevallen. Ze was niet langer alleen en hoefde niet meer bang te zijn voor haar echtgenoot. Met Yozo's hulp zou ze een manier bedenken om te ontsnappen en samen met hem terug te keren naar haar huis, naar Oharu en Gensuké.

Ik moet zien dat ik Yozo vannacht mijn slaapkamer binnensmokkel, dacht ze, misschien kan ik hem in de kast met futons verbergen. De gedachte alleen al maakte haar aan het lachen. Ze wist dat hij veel te trots was om met een dergelijk beschamend plan in te stemmen.

Terwijl de dienstmeisjes om haar heen liepen om het serviesgoed weg te halen en de futons op te vouwen, liep ze naar het altaar, stak de kaarsen en de wierook aan en legde verse offerandes neer. Toen ze voetstappen hoorde, keek ze verlangend op, in de veronderstelling dat het Yozo was die zijn ochtendbezoek kwam afleggen, maar haar gezicht betrok toen ze merkte dat het niet zijn snelle passen waren, maar een langzaam geschuifel. Ze trok haar gewaad dicht en rende naar de ontvangstkamer.

Een tel later klonk er gehoest op de gang en drentelde tante in een wolk van tabaksrook naar binnen. Hana keek haar verbaasd aan. De oude vrouw was niet opgemaakt en droeg geen pruik, alleen een gewaad van onbewerkte katoen, alsof ze zich overhaast had aangekleed. In haar ogen blonk een vreemde blik. Ze liep naar de nis en hing de rolschildering recht, bestudeerde de plank met benodigdheden voor de theeceremonie en schoof wat roerstaafjes en bamboe lepels in het rond. Daarna knielde ze neer naast de tabaksdoos en begon haar pijp te stoppen.

'Hoe lang ben je nu bij ons, liefje?' vroeg ze met haar oude kraakstem. 'Al ruim een halfjaar, hè? Ik ben zo op je gesteld geraakt, het is alsof je mijn eigen dochter bent.'

Hana tilde de ketel van het komfoor en vulde met een beleefd knikje de theepot, zich afvragend wat tante in haar schild voerde. Het was niets voor haar om zo vriendelijk te zijn.

'Toen ik je voor het eerst zag, wist ik meteen dat je het ver zou schoppen,' zei tante. 'Je hebt de Yoshiwara weer tot leven gewekt. Het gaat hier weer bijna even goed als in de hoogtijdagen, toen ik de meest vooraanstaande courtisane was die door het hele land werd bejubeld - niet zo goed, natuurlijk, maar het scheelt niet veel. En de Hoek Tamaya is het beroemdste huis, met dank aan jou. Geen enkel ander huis beschikt over een courtisane met jouw charmes. Je bent al voor maanden besproken. Daar zijn we erg blij mee, liefje.'

Ze boog zich voorover. Haar gezicht was gerimpeld, maar Hana kon de fijngevormde botten onder die verwoeste huid zien en besefte hoe beeldschoon ze ooit was geweest.

Tante maakte geen aanstalten om snel weer te vertrekken. Ze riep de dienstmeisjes en sprak hen bestraffend toe, en daarna stuurde ze Kawanoto naar buiten om een menu te halen bij een van de straatventers. Ondertussen zoog ze de hele tijd vol geestdrift aan haar pijp en nam een slok van de thee die Hana haar had aangeboden.

Als ze niet snel weg zou gaan, bedacht Hana vol wanhoop, zou de ochtend voorbij zijn en was de kans op een bezoek van Yozo voor die dag verkeken.

Tante nam een flinke trek van haar pijp, blies een wolkje rook uit en leunde achterover. 'Ik wilde je het nieuws meteen komen vertellen, zodra je klant afscheid had genomen. Ik weet zeker dat je heel erg blij zult zijn, je hebt zo veel geluk. En je verdient het, meer dan wie dan ook.'

Hana rechtte haar rug en keek tante vol argwaan aan. Tante kwam doorgaans meteen ter zake, dus wat ze nu ook te zeggen had, goed nieuws kon het niet zijn.

'Ik moet wel zeggen dat ik het vervelend vind om je te zien gaan,' zei tante.

Hana's ademhaling stokte. Wat bedoelde tante daarmee? Was ze soms van plan Hana's schuld kwijt te schelden en haar vrij te laten? Daar had ze nooit van durven dromen. Nee, het moest iets anders zijn.

'Ik weet dat je ons ook zult missen,' vervolgde tante. 'Natuurlijk moet je je spullen pakken en je gereedmaken, maar er zal nog tijd genoeg zijn om afscheid van je te nemen.'

Iemand moest hebben aangeboden om haar vrij te kopen, begreep Hana. Maar waarom zei tante dat dan niet? Waarom draaide ze er zo omheen?

'Het is een prachtige gelegenheid. Saburo laat de Yoshiwara een hele nacht sluiten voor andere bezoekers en gaat het grootste feest geven dat we ooit hebben meegemaakt.'

Hana keek haar niet-begrijpend aan.'Saburo?'

'Ja. Je hebt de grootste vis van het land gevangen, de buit waar alle meisjes op uit waren. Al die jaren heeft hij met hen allemaal gespeeld en zei hij dat hij op zoek was naar de volmaakte vrouw, en nu heeft hij haar gevonden. Het verbaast me niets, hoor, met jouw talenten en jouw uiterlijk. Wanneer hij terugkomt uit Osaka gaat hij een groot feest voor je geven.'

'U bedoelt... Saburo heeft u een bod gedaan en u wilt weten of ik daarmee instem?' Hana was zo verdoofd van ontzetting dat ze amper uit haar woorden kwam.

'Mijn lieve kind, wie hier zaken wil doen, moet snel handelen. Als we niet meteen hadden ingestemd was hij wellicht elders gaan kijken. Hij is de begerenswaardigste man die ooit de Yoshiwara heeft bezocht. Vergeet niet dat vader en ik altijd doen wat het beste voor je is. )ij bent nog maar een jong meisje dat zo weinig van de wereld weet.'

Hana was even met stomheid geslagen, maar toen rolden de woorden over haar lippen. 'U bedoelt dat u me aan Saburo hebt verkocht? Maar... dat kunt u niet doen.'

Tantes glimlach bevroor op haar gezicht. Ze had die blik in haar ogen die Hana eraan herinnerde dat ze slechts tantes bezit was, ook al was ze nog zo mooi en beroemd. 'Ik kan doen wat ik maar wil, meisje,' zei ze met zoetgevooisde stem. 'Vergeet niet dat je ons nog geen koperen mort hebt terugbetaald. Je bent ons heel veel geld schuldig, en die schuld wordt met de dag groter. Maar maak je geen zorgen, we hebben het allemaal al uitgerekend: hoeveel je voor ons zou kunnen verdienen als je hier zou blijven en hoeveel je zou opbrengen als we nu het aanbod van Saburo aanvaarden. Saburo is een erg gul man die jou per se wil bezitten.'

Haar gezicht veranderde en haar glimlach werd vlak. 'Het is voor je eigen bestwil, liefje. We moeten aan je toekomst denken.'

Hana slikte moeizaam. Ze kon zich geen erger lot voorstellen.

'Maar jij hoeft er verder niet je mooie hoofdje over te breken,' zei tante op neerbuigende toon. Ze stond op. 'Je hebt zelfs geen andere klanten meer. Ik heb al je afspraken afgezegd. En denk maar niet dat je naar buiten mag,' snauwde ze toen ze zag dat Hana wilde protesteren. 'Je bent veel te kostbaar. Totdat Saburo je komt halen, blijf je in je vertrekken. We zullen ervoor zorgen dat je al het eten en het naaigerei en papier en boeken krijgt die je maar wilt. O, en wat die Yozo betreft, ik heb tegen de mannen gezegd dat hij je niet meer mag lastigvallen. Je zult je hier uitstekend vermaken; je kunt lezen, naaien, de theeceremonie oefenen, kortom, je voorbereiden op de dag dat Saburo je komt halen. Vader heeft alles al geregeld en een aanbetaling in ontvangst genomen. Je bent nu Saburo's bezit.'

Nadat de deur achter tante was dichtgeschoven en haar schuifelende voetstappen waren weggestorven bleef Hana nog lange tijd zitten, te verdoofd om zelfs maar te kunnen huilen. Toen de betekenis van wat tante tegen haar had gezegd eindelijk goed tot haar doordrong, strompelde ze naar haar slaapkamer, begroef haar gezicht in de futon en bleef liggen snikken totdat ze dacht dat ze geen tranen meer over had. Net nu ze voor het eerst van haar leven van het geluk had geproefd, had ze alles verloren. Verkocht aan Saburo! Zo'n vreselijk lot had ze zich nooit kunnen voorstellen. Zelfs Yozo kon haar nu niet meer redden.