Tegen de tijd dat Hana de deur van Otsuné's huisje openschoof en de steeg in liep, werden de schaduwen al langer. Op de grote boulevard waren de lantaarns ontstoken en wandelden vroege bezoekers heen en weer of ze verdwenen achter de gordijnen van de theehuizen. Mannen draaiden zich om en keken Hana nieuwsgierig na toen ze voorbijliep. Ze liet haar hoofd hangen en probeerde zich zo klein en onopvallend mogelijk te maken.

Toen ze bij de Hoek Tamaya aankwam, schoof een hand met roze gelakte nagels het gordijn opzij. Er verscheen een gezicht dat nog het meest op een masker leek, witbepoederd, met glanzende zwarte ogen. Kaoro schreed in een wolk van ruisende zijde naar buiten. De zomen van haar kimono's zwierden rond haar enkels.

'Het spijt me dat ik u lastig heb gevallen,' fluisterde Hana. Ze boog zo diep als ze kon en dacht aan die dag, nu alweer maanden geleden, waarop ze onuitgenodigd bij Kaoru naar binnen was gestormd. Sindsdien had ze haar niet meer gezien.

Kaoru staarde met een minzame blik langs haar heen. Ze was een prachtige verschijning in haar rijkelijk geborduurde kimono's en met haar haar opgestoken tot een glanzende wrong die was versierd met kammetjes, edelstenen en haarspelden. Door haar hoge kleppers was ze langer dan andere vrouwen en oogde ze als een godin op een altaar die eerbied afdwong. Mannen bleven staan om naar haar te kijken, maar namen een eerbiedige afstand in acht.

Haar roodgeverfde lippen weken uiteen en toonden een stel tanden die onberispelijk zwart gelakt waren, als een donkere put in haar mond. 'Je zei dat je wilde weten wat er aan het front gebeurt?'

'Op mijn eerste avond hier hoorde ik u zeggen dat de schepen waren uitgevaren,' fluisterde Hana. Hel was haar niet ontgaan dat Kaoru's trekken wat waren verzacht. Kaoru had de houding van een echtgenote of een concubine van een daimyo, alsof ze ooit aan het hoofd van een groot huishouden had gestaan, en Hana vroeg zich af of ze misschien een van de vrouwen van de shogun was geweest. Het moest vreselijk zijn om eerst zo'n hoge positie te bekleden en dan in de Yoshiwara te eindigen. Als het echt zo was gegaan, was haar trots het enige wat ze nog bezat. Misschien klampte ze zich er daarom zo aan vast.

'Ik kan je inmiddels nog meer vertellen,'zei Kaoru.'Ze zijn in Ezo aangekomen en hebben het halve eiland veroverd. Misschien gaan ze op een dag nog wel eens op zoek naar ons.' Er schoot een pijnlijke uitdrukking over haar beeldschone gezicht. 'En wat denk je dat ze zullen doen als ze ons hebben gevonden? Als ze ontdekken dat we met hun vijanden de liefde hebben bedreven? Of ze nu winnen of verliezen, wij delven het onderspit. Ons leven is voorbij, dat van jou en van mij.' Ze herstelde zich en rechtte vol minachting haar rug. 'Van nu af aan blijf jij aan jouw kant van het huis en laat je je niet meer aan mijn klanten zien. Als je geluk hebt, vind je er wellicht zelf een paar.'

Met een mismoedig gevoel liep Hana terug door het huis naar de vertrekken van Tama. Zodra ze de deur openschoof, werd ze omgeven door de geuren van parfum, blanketsel, was en de zure lucht van de lak waarmee tanden werden gezwart. In het reusachtige komfoor in het midden van de kamer gloeiden de kooltjes, en overal brandden lampen en kaarsen. Tama's mooiste kimono's hingen aan de rekken langs de wand, met de dikke doorgestikte zomen uitgestreken zodat het prachtige borduursel zichtbaar was. Het kostbare brokaat glansde dankzij het goud- en zilverkleurige stiksel in het flakkerende licht en gaf het vertrek een rijk en weelderig aanzien.

Hana glimlachte. Afgemeten naar de smaak van samoerai was dit allemaal erg opzichtig en vulgair, en ze wist nog hoe donker en sober de kamers in de duurste samoeraihuizen waren geweest. Zelfs het paleis van de shogun kon niet zo weelderig zijn geweest als dit. Tot haar komst naar de Yoshiwara had ze nog nooit zoiets gezien, maar tot haar eigen verbazing was ze erop gesteld geraakt. Het leek meer op een onderzees paleis van een drakenkoning dan op een aards onderkomen.

De helpsters waren bezig zich klaar te maken voor de avond en babbelden ondertussen vrolijk met elkaar. Toen ze Hana zagen, si hoven ze opzij om plaats te maken voor een van de spiegels. Ze had de indruk dat ze haar bevreemd aankeken, maar niemand vroeg waar ze was geweest.

lama nipte aan een kop thee en had een gewaad achteloos om haar schouders geslagen. Haar nogal onopvallende gezicht met de hoge jukbeenderen was rood, alsof ze net een bad had genomen. Ze gaapte even en nam een trekje van haar pijp, alsof ze helemaal niet had gemerkt dat Hana weg was geweest.

'Dus je hebt Mitsu ontmoet,'zei ze.

Hana zonk neer op handen en knieën en boog. Tama was haar bondgenoot, dat begreep ze nu wel. Ze wilde haar dolgraag aan haar zijde houden.

'Je bent beslist niet in de wieg gelegd voor de rol van echtgenote,' zei Tama, terwijl ze haar indringend aankeek.'Dat wist ik al toen ik je voor het eerst zag. Je ziet eruit als een huiskat, maar dat ben je niet. Je hebt klauwen, net als ik. Dat zal ervoor zorgen dat je een goede courtisane wordt.'

Hana haalde diep adem. Tama was gewiekst en wispelturig. Het was beter om haar niet al te rechtstreekse vragen te stellen.

'Ik weet dat ik nooit zo goed zal worden als jij,' zei ze, in de wetenschap dat ook zij gewiekst moest zijn om in dit wereldje te kunnen overleven. 'Maar ik wil het graag leren. Wil je me vertellen hoe het moet?'

Tama keek haar vanuit haar ooghoeken aan en glimlachte. 'Ik ben blij dat je het met me eens bent.' Ze nam nog een trekje van haar pijp. 'Maar ik dacht dat jij hier de slimmerik was. Je kunt toch lezen en schrijven? Kun je verder nog iets?'

'Ik kan redelijk goed dansen, en zingen, en ik kan de koto bespelen. Ik weet wat de regels voor de theeceremonie zijn en hoe je het wierookspel moet spelen...'

'Wat heb je dan verder nog nodig?' zei Tama hatelijk. 'Ik kan je verder niets leren.'

Buiten klonk de stem van een straatventer, en Tama gaf Chidori snel de opdracht om wat medicijnen te gaan kopen.

'Zijn er geen bijzondere dingen die een courtisane moet weten?' fluisterde Hana met hevig blozend gezicht.

Tama tikte haar pijp af tegen de doos met tabak en keek haar veelbetekenend aan.

'Je wilt weten hoe je in de nacht moet zingen, hè?'

Hana knikte.

'Nou, daar weten gekooide vogels zoals wij wel het een en ander van. Voor vanavond heeft Shosaburo me besproken. Als je wilt, mag je wel door de deuren van de slaapkamer gluren. Hij is een bedreven minnaar, erg hartstochtelijk en bijzonder vaardig. Als je wilt, mag je de hele nacht blijven kijken. Dat doen de andere meisjes ook.' Ze kneep haar ogen zo ver samen dat ze niet meer dan spleetjes in haar gezicht waren en liet haar tong langs haar lippen gaan. 'En je hebt gelijk, ik kan je wel het een en ander aan technieken leren. Hoe de stengel van jade zich langs de snaren van de luit beweegt, de achtenveertig standjes, alle geheimen van de weg van de liefde. Je kunt een ware kenner worden. En ook al word je dat niet, dan nog zal ik er plezier in hebben om het je te laten zien.'

Ze pakte een pluk tabak uit het doosje en kneedde die tussen haar vingers voordat ze hem in het kopje van haar pijp stopte. Daarna pakte ze de tang, tilde een gloeiend kooltje uit het komfoor en stak de pijp aan.

'Maar de meeste mannen willen alleen maar dromen,' zei ze.

Haar gezicht was in het licht van het vuur ernstig, bijna verdrietig. Hana zag dat rimpels zich begonnen af te tekenen op haar voorhoofd, dat haar wangen vleziger werden en dat de huid rond haar ogen slap begon te worden. Tama begon haar schoonheid al te verliezen, besefte ze.

'Ze willen zich jong en knap en begerenswaardig voelen, ook al zijn ze nog zo oud en lelijk. Ze willen zo graag geloven dat ze intelligent en gevat zijn, dat ze onweerstaanbaar zijn. Ze willen dat je hen aankijkt met een blik alsof je het niet kunt verdragen van hen gescheiden te zijn, alsof je er alles voor over zou hebben om nog wat meer tijd met hen te mogen doorbrengen. Als je een man dat gevoel kunt geven, is hij voor altijd de jouwe.' Ze trok nadenkend aan haar pijp. ')e zult het snel genoeg leren, en dankzij dat gezichtje en die uilstraling van je zullen de mannen om je vechten. Maar als je nog iets verfijnder wordt, zul je des te begeerlijker zijn.'

Buiten op de gang klonk het geluid van naderende voetstappen, lama sperde haar ogen open en fronste. Hana herkende het gevoel van paniek en angst dat in haar binnenste opwelde. Vader moest hebben ontdekt dat ze over straat had gezworven en kwam haar nu straffen.

Toen de deur werd opengeschoven, lieten de vrouwen zich op handen en knieën vallen en drukten ze hun gezichten tegen de vloer.

'Zitten jullie weer tijd te verspillen,' gromde een bekende stem.

Bevend keek Hana op. Ze probeerde niet terug te deinzen toen ze de dikke buik, de hangwangen en de kleine oogjes tussen de huidplooien zag.

'Ben je nog niet aangekleed, jongedame?' Hij keek haar recht aan. ' Lr zijn heren die graag met je willen kennismaken.'

Hana keek even vol wanhoop naar Tama, maar Tama staarde naar de vloer. Zelfs zij leek geïntimideerd.

'We hebben ze verteld dat je maagd bent,' zei vader met een verlekkerde grijs.

Hana's hart bonsde hevig. Ze wilde iets zeggen, maar haar mond was kurkdroog.'Maar...'bracht ze met krakende stem uit,'dat... ben ik niet.'

'Maak je daar maar geen zorgen over,' snauwde vader. 'Dat zeggen we altijd.'

Tana ging rechtop zitten, bracht haar pijp naar haar mond en nam uitdagend een trekje. Ze blies een kring van rook uit die even boven haar hoofd bleef hangen voordat hij oploste.

'Ze is mijn beschermelinge.' Ze keek vader recht aan.'U hebt haar onder mijn hoede gesteld en ik ben net begonnen haar op te leiden. Als we nog even wachten, kunnen we nog veel meer voor haar vragen.'

'Maar ze is geen kind meer. Als we nog langer wachten, gelooft niemand meer dat ze nog maagd is.'

Met Tama aan haar zijde durfde Hana het tegen iedereen op te nemen, zelfs tegen vader. Ze dacht aan wat 'lama over mannen had verteld, dat ze wilden dromen.

'Laat me deze heren ontvangen,' zei ze zacht. 'Ik zal drinken en praten en zingen en de theeceremonie uitvoeren. Ik kan hen het gevoel geven dat ik hen echt wil leren kennen, en mocht ik dan besluiten om met hen te slapen, dan zal het des te specialer zijn. Als ze niet meteen met me mogen slapen, zullen ze telkens weer terugkomen, totdat het mogelijk is. Kan ik niet op een fatsoenlijke manier aan het district worden voorgesteld? Dat is toch de gewoonte?'

Er verscheen een verweerd gezicht achter vaders schouder. In het flakkerende licht van de kaarsen waren de wanstaltig beschilderde ingevallen wangen en holle ogen duidelijk zichtbaar. Toen veranderde het licht en zag Hana een glimp van de schoonheid die tante ooit moest zijn geweest.

'Ik zei toch al, vader, dat dat meisje pit heeft,' zei de oude vrouw temend. 'Ze heeft gelijk, ze moet op gepaste wijze haar debuut maken. De zaken gaan niet goed, verre van dat. We moeten ons huis weer aantrekkelijk maken, we moeten de klanten eraan herinneren hoe het was toen de Hoek Tamaya de glorie van de Yoshiwara was. Als we haar op de juiste manier voorbereiden, kan ze een van onze beste courtisanes worden. We zullen een uitstekende klant voor haar zoeken, die veel kan betalen.'

Vader keek Hana fronsend en argwanend aan. 'Het is des te beter als je geld kunt verdienen zonder met iemand te hoeven slapen. Maar als je niet binnen een paar dagen meerdere afspraken weet te verdienen, ga je de kooi weer in.'

Hana knikte, dankbaar voor het uitstel. Ze dacht aan de jongeman met het brede gezicht en de sierlijke handen. Als ze haar maagdelijkheid te koop zouden aanbieden, hoopte ze dat hij de hoogste bieder zou zijn.