1
Voorbereiding
Voorbereidingen in huis
Een pasgeboren baby is nog niet mobiel, dus het is niet direct nodig om de omgeving kindveilig te maken. Toch is het aan te raden om vóór de komst van de baby de volgende voorbereidingen te treffen.
[1] Zorg ervoor dat verbouwingen van je huis ruim voor de bevalling afgerond zijn. Een baby zal je zo in beslag nemen dat je aan dat soort projecten de komende jaren of zelfs decennia niet meer toekomt.
[2] Controleer de temperatuur in je huis en pas deze zo nodig aan. Gedurende de eerste maanden heeft de baby hulp nodig bij het regelen van zijn lichaamstemperatuur. De beste temperatuur in huis voor een pasgeboren exemplaar ligt rond de 20°C.
[3] Maak je huis grondig schoon. Doe spullen weg waar je op uitgekeken bent. Ruim na elke maaltijd de keuken op. De bevalling kan zich zomaar ineens aandienen. Dan is het prettig om goed voorbereid te zijn.
[4] Vul je levensmiddelenvoorraad aan. Zorg dat je voorraadkast en vriesvak goed gevuld zijn. Met een baby is het een stuk ingewikkelder om door een supermarkt te navigeren.
[5] Vries maaltijden in. Als je vooruit kookt en een flink aantal maaltijden invriest, hoef je de eerste weken na de komst van de baby niet te koken.
TIP: Zorg er in de laatste vier weken voor de bevalling voor dat er genoeg benzine in de tank van je auto zit.
Babykamer
De meeste ouders hebben een speciale kamer voor de baby ingericht. Deze kamer wordt meestal de babykamer genoemd. Het verdient aanbeveling de babykamer klaar te hebben voordat je exemplaar wordt geleverd. Een efficiënte inrichting is van cruciaal belang omdat je soms in een oogwenk bepaalde spullen nodig kunt hebben.
Wieg
De wieg is het belangrijkste voorwerp in de babykamer. Zorg ervoor dat de wieg op een veilige, comfortabele en toegankelijke (in die volgorde!) plaats staat.
Veilig: Zorg ervoor dat de wieg zich niet in de nabijheid bevindt van een raam, verwarmingsbuizen, radiator, loshangende voorwerpen zoals gordijnkoorden, of zware voorwerpen zoals schilderijen of lampen.
Comfortabel: Als je de wieg in de hoek van de kamer zet, kan dat de baby een gevoel van geborgenheid geven. Zorg dat de wieg niet pal in de zon staat.
Toegankelijk: Zorg ervoor dat de wieg meteen zichtbaar is als je de kamer binnenkomt, zodat je in één oogopslag kunt zien hoe de baby erbij ligt.
Verschoonplaats
De verschoonplaats – meestal een commode met daarop een aankleedkussen – bestaat uit een horizontaal oppervlak op navelhoogte, waarop je de luier van de baby kunt verwisselen. Net als voor de wieg geldt ook voor de verschoonplaats dat die zich op een veilige, comfortabele en toegankelijke plaats moet bevinden. Zorg er bovendien voor dat alle spullen voor het verschonen binnen handbereik zijn.
WAARSCHUWING: Laat je baby nooit alleen achter op het aankleedkussen. Dit brengt ernstige gevaren met zich mee.
Veilig: Een kruipende baby kan zich aan de rand van de verschoonplaats vastgrijpen om zichzelf op te trekken. Door de commode met veiligheidshaken aan de muur te bevestigen, kan hij niet omvallen. Zorg ervoor dat de verschoonplaats zich niet vlakbij radiatoren, gordijnkoorden of andere gevaarlijke voorwerpen bevindt.
Comfortabel: Meestal wordt op de verschoonplaats een schuimrubberen aankleedkussen gelegd zodat de baby comfortabel ligt. Doorgaans wordt om dit kussen een badstoffen hoes aangebracht.
Toegankelijk: Zorg ervoor dat de verschoonplaats zich op een armlengte bevindt van extra benodigdheden, zoals Weertjes, luieremmer en wasmand.
Overige benodigdheden
Stoel of schommelstoel: Zet de stoel in een hoek van de kamer zodat je geen kostbare speelruimte in beslag neemt. Leg op een tafeltje naast de stoel een spuugdoekje voor het boeren, een lamp met een dimmer, een wekker om de voedingen te klokken en een warme deken.
Speelgoedkist: Als je weinig ruimte hebt, is een speelgoedkist die je onder de wieg kunt schuiven erg handig.
Luchtbevochtiger: Als je een luchtbevochtiger op de babykamer wilt zetten, plaats deze dan op een afstand van minstens anderhalve meter van de wieg. Condens op de wieg kan de groei van bacteriën bevorderen.
Thermostaat: Het is raadzaam om de babykamer uit te rusten met een thermostaat, omdat de temperatuur in de diverse kamers in huis vaak verschilt. De ideale temperatuur voor de babykamer is 20°C.
Kachel: Indien de babykamer door een kachel wordt verwarmd, zorg er dan voor dat deze zich op veilige afstand van de wieg en ander brandbaar materiaal bevindt.
Babyfoon: Met dit apparaat kun je de geluidsproductie van de baby overal in huis horen. Plaats de zender, doorgaans altijd ingeschakeld, in de buurt van een stopcontact. Vermijd indien mogelijk het gebruik van verlengsnoeren.
Babyuitzet
Voor alle exemplaren geldt dat je een groot aantal artikelen moet aanschaffen, variërend van slaapbenodigdheden tot toiletspullen. Hieronder vind je een lijst met de belangrijkste artikelen die je gedurende de eerste levensmaand van je baby nodig hebt. Je kunt deze artikelen het beste aanschaffen voordat je exemplaar wordt geleverd.
Slaapbenodigdheden
- 2 katoenen lakentjes
- 2 wollen dekentjes
- 2 molton onderleggers
- 2 flanellen luiers (voor onder het hoofdje)
- kruik en kruikzak
Verschoonbenodigdheden
- babydoekjes
- vaseline
- babyzalf/-lotion
- 24–60 katoenen luiers, 6 luierbroekjes, tape of 6 veiligheidsspelden
OF
- 1–2 pakken wegwerpluiers (“new born”)
Voedingsbenodigdheden
- 6 spuugdoekjes
- 2 voedingsbeha’s
- zoogkompressen
- kolfapparaat met flessen en spenen
OF
- een weekvoorraad zuigelingenvoeding
- flessen en spenen
Kleding
- 6 rompertjes
- 6 truitjes
- 2 pyjama’s
- 3 paar sokjes
- 2 mutsjes
- bovenkleding (broekjes, boxpakjes, maat 50–56)
- warm pakje, truitje en jasje (afhankelijk van jaargetijde)
Bad- en toiletbenodigdheden
- babybadje
- 2 badcapes
- 6 hydrofiel washandjes
- 6 hydrofiel luiers (om af te drogen)
- babyzeep/badolie
- babyshampoo
- verzorgingsset met nagelschaartje
- eventueel badthermometer
- eventueel slijmzuigertje
Vervoermiddelen
Om de baby te vervoeren zijn er speciale artikelen op de markt. Kies een vervoermiddel dat bij je huidige situatie past en hanteer daarbij de volgende richtlijnen.
Babydrager
Met een draagzak kun je de baby zonder al te veel inspanning dicht tegen je lichaam aan dragen. Hierbij is van belang dat zowel jij als de baby zich er prettig bij voelen.
Buikdrager (fig. A): Met deze draagzak, bestaande uit schouderbanden voor de ouder en een tuigje voor de baby, steunt de baby op de borst van de ouder. De baby moet met het gezicht naar de drager toe worden vervoerd, totdat hij voldoende kracht in zijn nek heeft ontwikkeld. Een buikdrager is geschikt voor baby’s tot ongeveer zes maanden.
Draagdoek (fig. B): Deze draagdoek, meestal van zachte katoen of lycra, wordt schuin over de schouder gedragen en kan gebruikt worden voor zuigelingen en oudere baby’s van maximaal acht maanden.
Rugdrager (fig. C): In deze draagzak, bestaande uit een metalen of kunststofframe met katoenen of nylon bekleding, kan de baby op de rug van de ouder worden vervoerd. De baby moet hiervoor wel voldoende kracht in rug en nek hebben. Het gebruik van de rugdrager wordt dan ook afgeraden voor baby’s die jonger zijn dan acht maanden.
Kinder- en wandelwagens
Er is veel keus in kinder- en wandelwagens. Let bij je keuze op verstelbaarheid, duurzaamheid, omvang, gewicht en prijs. Een combiwagen is een kinderwagen met frame op grote wielen. Hij heeft een ruime kinderwagenbak voor de eerste maanden, maar kan, door een aparte wandelwageninzet, ook gebruikt worden als wandelwagen met verschillende zitstanden. Ook bij joggers kun je vaak een aparte reiswieg kopen zodat deze in het begin dienst kunnen doen als kinderwagen. Let ook op of de wagen over handige accessoires beschikt, zoals opbergvakken, zonnekap, regenscherm, zwenkwielen en schokdempers.
Autostoeltjes
Om de baby in een auto te vervoeren, heb je een speciaal, op de baby afgestemd autostoeltje nodig: voor de eerste negen maanden een babystoeltje en voor baby’s vanaf ongeveer 9–11 kilo een wat grotere autostoel. Lees altijd zorgvuldig de handleiding en zorg ervoor dat je het stoeltje correct installeert.
Op elk stoeltje dat is gekeurd op veiligheid staat het Europees keurmerk. Als het nummer dat daarbij vermeld staat begint met 03 voldoet het aan de nieuwste veiligheidseisen
Babystoeltje (fig. A): Het voordeel van een babystoeltje is dat het in zijn geheel, met baby en al uit de auto kan worden getild. Zodra de baby meer weegt dan 9–11kg of zijn hoofd uit het stoeltje steekt, moet het stoeltje worden vervangen door een autostoel.
Autostoel (fig. B): Deze is groter dan het babystoeltje en kan gebruikt worden tot het kind vier tot vijf jaar oud is. Omdat het niet uit de auto wordt getild, is een extra transportmiddel nodig om bij je bestemming te komen.
TIP: Over het algemeen is het niet verantwoord om een tweedehands autostoeltje te kopen. De veiligheidsvoorschriften veranderen regelmatig, waardoor het mogelijk is dat een oud model niet meer aan de eisen voldoet. Een autostoeltje dat bij een auto-ongeluk betrokken is geweest functioneert mogelijkerwijs niet meer optimaal.
Autostoeltje installeren
Babystoeltjes worden altijd tegen de rijrichting in geïnstalleerd. Dit kan zowel op de stoel naast de bestuurder gebeuren als op de achterbank. Dit laatste heeft de voorkeur aangezien de bestuurder anders mogelijk te veel wordt afgeleid. De autostoel kan alleen achterin bevestigd worden.
[1] Lees zorgvuldig de instructies die door de fabrikant bij het autostoeltje worden geleverd. Neem contact op met de fabrikant als de installatie problemen oplevert.
[2] Houd je aan de veiligheidsvoorschriften: zorg ervoor dat het autostoeltje zich niet voor een airbag en evenmin tegenover een inklapbare armleuning op de achterbank bevindt. De passagiersstoel mag niet tegen het autostoeltje leunen.
[3] Laat twee mensen controleren of je het stoeltje veilig hebt gemonteerd. De een laat zijn knie op het autostoeltje rusten en drukt het naar beneden, terwijl de ander de veiligheidsgordels strak trekt.
[4] Veiligheidscontrole: het stoeltje mag niet meer dan 2,5cm naar voren, achteren of zijwaarts kunnen bewegen. De riemen moeten in de gleuven worden bevestigd. De hellingshoek moet 45° zijn.
[5] Controleer of de gordels niet gedraaid zijn en of ze goed in de sluiting zitten.
[6] Ondersteun het babyhoofdje. Gebruik daarvoor de hoofdsteun die bij het stoeltje wordt geleverd. Voor de eerste paar maanden kun je een apart ‘verkleinertje’ bij het stoeltje kopen om het hoofdje extra te ondersteunen.
[7] Controleer regelmatig de stabiliteit en de veiligheid van het autostoeltje.
Consultatiebureau
Voor alle modellen geldt dat je voor hulp en advies terecht kunt bij het consultatiebureau. Het bezoeken van zo’n bureau is niet verplicht, maar wel aan te bevelen, omdat de verpleegkundigen en artsen die hier werken gespecialiseerd zijn in de ontwikkeling, groei en problematiek van pasgeboren exemplaren. Het verschilt per gemeente of je zelf contact op moet nemen met het consultatiebureau of dat de aangifte van levering van jouw exemplaar bij de Burgerlijke Stand automatisch wordt doorgegeven; in dat geval zal de wijkverpleegkundige contact met jullie opnemen.
Tijdens je bezoeken aan het consultatiebureau zullen een arts of verpleegkundige nauwkeurig de motorische en sensorische ontwikkeling van je exemplaar in de gaten houden en adviezen geven over de juiste verzorging. Bovendien kun je ervoor kiezen je baby via het consultatiebureau inentingen te laten krijgen waardoor deze beschermd is tegen de belangrijkste infectieziektes, zoals difterie, kinkhoest, tetanus, HIB, rode hond en de bof. Normaal gesproken worden de eerste vaccinaties gegeven als de
baby twee maanden oud is. Rond negen maanden wordt middels een onderzoek bij alle exemplaren gekeken of de auditieve sensoren optimaal functioneren.
Bij je eerste bezoek aan het bureau krijg je een onderhoudsboekje, het zogeheten ‘Groeiboek’. Hierin staan allerlei onderhoudsadviezen met betrekking tot voeding, veiligheid en ontwikkeling van pasgeboren exemplaren. Ook kun je hier de afspraken voor servicebeurten in opschrijven en worden er gewicht, lengte en hoofdomtrek van je baby in bijgehouden. Neem je onderhoudsboekje dus bij elk bezoek mee.
De frequentie van de onderhoudsbeurten varieert per consultatiebureau. Meestal zul je het eerste half jaar gemiddeld één keer per maand naar het consultatiebureau gaan en het tweede half jaar eens per twee à drie maanden. Als je exemplaar echter niet optimaal functioneert, kun je ook tussentijds contact opnemen met het bureau.
Reguliere consultatiebureaus kunnen geheel zonder kosten bezocht worden; als je kiest voor een antroposofisch consultatiebureau dan kunnen hier wél kosten aan verbonden zijn.