19
Woensdag 22 september, 01.20 uur
David stapte uit het hulpverleningsvoertuig dat Jeff Zoellner en hem van de kazerne naar de brand had gebracht. Hij liet zijn blik over de omgeving gaan en probeerde de situatie in te schatten. Jezus christus.
De schade was al enorm. Zes huizen stonden na te smeulen, drie aan weerzijden van een lege plek waar ook nog eens twee huizen hadden gestaan. Daar was niet meer van over dan wat stukken hout en papier.
Achter de drie smeulende huizen aan de linkerkant stonden de verkoolde resten van een bosje. En achter de bomen stond een zes verdiepingen tellend appartementencomplex in brand.
‘Sodemieter hé,’ zei Jeff ademloos. ‘Laten we Casey zien te vinden. Hij zal wel bij de truck zijn.’
Hun ladderwagen stond een goede honderd meter verderop en de bak bevond zich hoog in de lucht. De B-ploeg was bezig mensen door het raam uit hun flats te halen. Hij zag nog meer mensen bij nog meer open ramen die druk stonden te zwaaien. Hij zag hun monden opengaan, schreeuwen
Maar het enige wat hij kon horen, was het sonore gebrom van de blusvoertuigen en het gebrul van de vlammen.
Commandant Casey wenkte hen. ‘Dalton en Myers zitten in de bak. Los ze af. Eenheid Tweeënveertig is om de hoek bezig aan de andere kant. Die worden afgelost door Dalton en Myers zodra die uitgerust zijn. We werken om beurten tot we klaar zijn.’
Hun blusvoertuig stond vlakbij geparkeerd en David zag de slangen het gebouw in gaan. Hij pakte een zuurstoftank uit een compartiment van de truck. ‘Wie zijn er binnen?’
‘Perry en Jacobs van de B-ploeg. Bluseenheid Tweeënveertig heeft ook een team binnen met hogedrukspuiten en Achtendertig is bezig met zoeken in de binnenste flats.’
Jeff trok zijn kap over zijn hoofd. ‘Krijgen we nog hulp uit het oosten?’
Casey schudde zijn hoofd. ‘Er is een bommelding bij een school daar.’
David verstijfde. ‘De universiteit?’ Waar Tom zat.
‘Nee, een dovenschool. Van kleuterschool tot middelbare school.’
Het meisje dat hij uit het flatgebouw had gehaald was doof geweest. Geen toeval. ‘Is deze brand aangestoken?’ vroeg hij gespannen, hoewel hij het antwoord eigenlijk al wist.
Casey knikte. ‘Ja. We hebben al een stuk of zes bewoners en twee brandweermannen moeten evacueren. De eerste hulp hier is overbelast, maar het ziekenhuis in het oosten maakt zich op om eventuele slachtoffers van de school op te vangen. Aan de slag. Wees voorzichtig.’
David knikte kort en zijn woede groeide terwijl hij zich naar de bak aan het einde van de ladder haastte. Hij dacht aan het appartementencomplex, aan het gezicht van het dode meisje. Tracey Mullen. Deze monsters hadden haar net zo goed vermoord als die bewaker die ze in het hart hadden geschoten. In gedachten zag hij het lichaam van Barney Tomlinson zonder gezicht voor zich. Maar dit… dit was totale verwoesting. Hoeveel mensen zouden hier vanavond doodgaan? Hoeveel waren er al dood?’
Op dat doveninstituut zaten honderden kinderen. Wat was er zo verdomd belangrijk dat het blijkbaar prima was om hónderden levens met een bom te bedreigen. Hij ademde diep in. Het gezin dat in de bak naar beneden kwam, leefde en zij waren nu belangrijker. Concentreer je, hield hij zichzelf streng voor. Boos worden doe je later maar.
Toen de bak op de grond kwam, hielp David een doodsbange vrouw en drie kinderen uitstappen en vertrouwde hen toe aan de zorg van het ambulancepersoneel. De vrouw greep hem bij zijn jas.
‘Mijn man is nog binnen. Haal hem er alsjeblieft uit.’ Haar blik was glazig van de schok.
David knikte. ‘Ja, mevrouw.’ Jeff en hij namen de plaatsen in van Dalton en Myers.
‘We wilden bij de volgende trip naar de man zoeken,’ zei Myers. ‘De woonkamer is links, slaapkamers rechts. Het zijn allemaal vierkamerflats.’
‘Bedankt.’ David maakte zijn veiligheidsgordel vast, zette zijn masker goed en haalde diep adem om de zuurstofstroom op gang te brengen. Jeff deed hetzelfde en stak zijn duim omhoog.
Ze gingen omhoog naar de derde verdieping en David kreeg het onaangename gevoel dat hij dit al eens eerder had meegemaakt. Hij dacht aan hoe zijn benen in het luchtledige hadden gehangen toen de vloer het begaf. Hij schudde het van zich af en ging achter Jeff aan door het raam. Hij had de steel van zijn bijl voor zich uit gestoken om te voelen of de vloer zwakke, zachte plekken had.
Ze waren in een kinderkamer. Moeders gingen altijd eerst naar de kamer van hun kinderen voor ze zichzelf in veiligheid brachten. Oké, paps, waar zit je? Links het woongedeelte, rechts de slaapkamers. Het brandde in de gang en de vlammen likten van binnen uit aan de muren.
Voor hem sloeg Jeff rechts af, en beukte met zijn schouder een deur open en sprong vervolgens achteruit. Vlammen bedekten de muur ertegenover en likten binnen enkele seconden aan het plafond.
Achteruit. De kamer stond op het punt om tot ontbranding te komen. Hij stak zijn hand uit om Jeff bij zijn jas te pakken, maar die boog zich voorover en ging naar voren. David kwam achter hem aan met de steel van zijn bijl omlaag. Hij raakte iets zachts, maar het was niet de vloer.
Een lichaam. ‘Zell,’ schreeuwde hij. Hij pakte de man onder zijn armen en begon hem naar de gang te trekken. ‘Pak zijn benen,’ gilde hij naar Jeff.
Jeff draaide zich om om de voeten van de man te pakken toen het vertrek in brand vloog.
En het plafond naar beneden kwam.
‘Zéll!’ David liet de man vallen en sprong naar voren. Er was een balk naar beneden gekomen, die Jeffs bovenlichaam gevangen hield. Jeff lag op zijn rug en bewoog niet. David klemde zijn bijl onder de balk en tilde hem op zodat Jeff eronderuit kon kruipen. Maar Jeff verroerde geen vin.
‘Brandweerman gewond,’ zei David in zijn radio. ‘Assistentie nodig in de bak.’ David pakte Jeff onder zijn armen en sleepte hem naar buiten, om de bewusteloze man heen, tot ze terug waren in de kinderkamer en bij het raam. Hij knielde naast hem neer. Zijn partner ademde nog, maar voor zover hij door het masker heen kon zien, waren zijn ogen gesloten.
‘Ben zo terug,’ schreeuwde David, al wist hij niet of Jeff hem kon horen. Hij ging terug voor de echtgenoot van de vrouw. De slaapkamer waar ze hem hadden gevonden stond nu in lichterlaaie.
David bereikte de slaapkamer van het kind en zag Myer bij het raam staan.
‘Zell is gewond,’ schreeuwde hij en hij wees in de richting van de vloer. ‘Hij reageert niet.’ Samen tilden Myers en hij Jeff in de bak en Myers legde hem zo plat als de kleine ruimte toeliet.
David wist dat ze de echtgenoot er niet ook nog bij in de bak konden krijgen. ‘Breng hem omlaag en kom dan terug om het slachtoffer en mij op te halen.’
Het leek een eeuwigheid te duren voor de bak beneden was. En nog een eeuwigheid, terwijl hij wachtte tot de ziekenbroeders Jeff op een brancard hadden gelegd. Toen begon Myers weer aan de tocht omhoog.
De hele gang en hal stonden nu in brand en de vlammen hadden de kinderslaapkamer bereikt. Er gingen nog eens vijftien seconden voorbij en het vuur raasde tegen de muren omhoog. Eindelijk kwam Myers terug en samen tilden ze de echtgenoot van de vrouw in de bak. David klauterde door het raam in de bak, precies op het moment dat de kamer volledig in vlammen opging.
Myers manoeuvreerde de bak een paar meter bij het gebouw vandaan terwijl hij hen omlaag bracht.
‘Gaat het?’ schreeuwde Myers.
David knikte zonder iets te zeggen. Hij had het gevoel of zijn borst uit elkaar zou springen. Zijn vingers jeukten om zijn masker af te rukken nu hij buiten was, maar hij onderdrukte die drang en ademde rustig.
Ze kwamen op de grond en David maakte het deurtje van de bak open zodat de ambulancebroeders het slachtoffer eruit konden slepen om hem op de klaarstaande brancard te leggen. David rukte het masker van zijn hoofd.
‘Zell?’ vroeg hij luid en de broeders wezen naar een wegrijdende ziekenwagen.
‘Hij is bij bewustzijn, maar hij kan zijn benen niet voelen. Hij zei dat we tegen je moesten zeggen dat jullie nu quitte stonden.’
Davids borst kromp ineen. O god. Rugletsel. God. Hij dacht terug aan de manier waarop hij Jeff naar buiten had gesleept, maar wist dat het de enige manier was geweest om hem uit de vlammen te halen. Laat ik het alsjeblieft niet erger hebben gemaakt. Hij keek weer omhoog naar het gebouw. Er waren nog zes ramen waar doodsbange bewoners stonden te zwaaien om gered te worden. Zell is in goede handen. Die mensen vertrouwen op jou. Doe je werk.
Hij deed zijn masker weer voor en keek Myers aan. ‘Weer omhoog?’
Myers knikte vermoeid. David nam het bedieningspaneel over en bracht hen weer naar boven terwijl hij ongeruste blikken wierp op de ambulance die met gillende sirene wegreed.
Woensdag 22 september, 01.35 uur
‘Olivia.’ Noah Webster kwam met een bleek gezicht de afdeling spoedeisende hulp op gestormd. ‘Abbott heeft me gebeld.’
Ze stond tegen de muur geleund bij de kamer waar Kane lag. Ze keek Noah in de ogen. ‘Ze hebben het vastgesteld.’ Het tijdstip waarop Kane was overleden. Terwijl zij er hulpeloos bij stond te kijken. ‘Ze konden niets meer doen.’
Noah hield een hele tijd zijn ogen gesloten. ‘Wanneer?’
‘Vijf minuten nadat we hier aankwamen. Ik weet het exacte tijdstip niet.’
‘Wat is er gebeurd?’
‘Ik was te laat. Ik was er niet bij.’
Noah pakte haar bij haar schouders. ‘Hou op. Nu, onmiddellijk. Dit is niet jouw schuld.’
‘Prima.’ In de paar minuten die nodig waren geweest om Kane uit de ambulance te halen kon ze weer helder en logisch denken. Helder. Logisch. Maar haar hart ging nog steeds als een bezetene tekeer. ‘Het maakt nu toch niet meer uit.’
Noah kneep in haar kin en zorgde dat ze hem aankeek. ‘Je verkeert in shock.’
‘Nee, dat is niet zo. Ik wacht tot Jennie er is en dan zoek ik iemand die me terug kan brengen naar de plaats delict.’
‘Nee, dat doe je niet,’ zei Noah.
Ze rukte haar kin los uit zijn vingers. ‘Ik functioneer wel. Dat is het minste wat ik voor Kane kan doen.’
‘Olivia, jij hebt dit niet veroorzaakt.’
‘Nee, maar ik had het misschien kunnen voorkomen. En ik weet verdomd goed wie het zeker had kunnen voorkomen.’
‘Wie dan?’
‘Kenny Lathem. Die vent zat achter hem aan. Daarom heeft hij die bommelding gedaan. Een van de agenten die ter plaatse was, is achter ons aan gereden. Hij vertelde dat het personeel toen de evacuatie begon alle kinderen bij elkaar had. Een van hen zei dat iemand die verkleed was als politieagent Kenny een briefje gaf waarop stond dat de recherche nog een keer met hem wilde praten. Hij nam Kenny mee en dwong hem onder bedreiging met een vuurwapen in een witte bestelwagen te stappen. En nee, niemand heeft het nummer genoteerd,’ zei ze voor hij het kon vragen.
‘En Kane?’
‘Kane had gebeld om degenen die als eersten ter plaatse waren ervoor te laten zorgen dat alles in orde was met Kenny. Het was het eerste wat in onze gedachten kwam toen we over de ontruiming hoorden. Kenny was het enige kind dat op het internaat verbleef en dat we hadden gesproken. Hij wist iets. Toen Kane arriveerde, zei het personeel dat Kenny met een agent mee was. Hij ging er achter aan en kreeg ze…’ Haar stem stokte en ze concentreerde zich om hem onder controle te krijgen. ‘Net op tijd te pakken. Kane wist de bestelwagen open te krijgen en Kenny kon ervandoor gaan. Kane is van dichtbij neergeschoten. Twee kogels. Hij was waarschijnlijk al dood voor hij de grond raakte.’
Noah slikte moeilijk. ‘Shit.’
‘Ja. En er is nog iets,’ zei ze vermoeid. ‘Weet je nog dat ik gisteren tegen het einde van onze vijfuurvergadering een sms’je kreeg van de doventolk?’
‘Ze had een andere afspraak.’ Zijn gelaatsuitdrukking veranderde. ‘O god, nee. Is die vent zo achter Kenny gekomen?’
‘Ik weet het niet zeker, maar ik vermoed van wel. Haar kinderen zeggen dat ze niet thuisgekomen is. Rond een uur of tien hebben ze een kennis gebeld die bij ze is gebleven. Val had hun ook een sms gestuurd om te zeggen dat ze niet op tijd thuis zou zijn voor het eten. Het agentschap waar ze voor werkt weet niets van andere afspraken, dus hebben ze kort na middernacht aangifte gedaan van vermissing. De laatste keer dat ik haar heb gezien, was toen we gisteren stopten voor onze lunchpauze, vlak voor K–’
Ze moest even ophouden. Ademhalen. Wachten tot de kramp in haar borst over was. ‘Vlak voor Kane en ik naar David gingen om die Lincoln op te halen.’
‘Liv, was je vanavond bij David?’
Ze knikte en wendde haar hoofd af. ‘Ja.’
‘Dat was niet fout, weet je. Dat had hier niets mee te maken.’
‘Als ik thuis was geweest, zou ik hier eerder zijn geweest.’
‘En dan stond ik nu misschien over jouw lichaam gebogen,’ zei Noah scherp. ‘Je weet dat het zo niet werkt. Je had vast kunnen komen te zitten in het verkeer. Kane had op versterking kunnen wachten. Er hadden duizend andere dingen kunnen gebeuren.’
‘Ik weet het.’ Maar dat veranderde niets aan de feiten. Als ze er was geweest, dan zou Kane versterking hebben gehad en dan zou hij nog leven. Maar ze was er niet geweest en hij leefde niet meer en daar kon ze nu niets aan veranderen. Ze kon alleen maar doen wat hij gewild zou hebben dat ze zou doen. Haar werk.
‘Heb je David verteld dat alles goed met je is?’ vroeg hij. ‘Hij zal te horen krijgen dat er een rechercheur is gedood en zich afvragen of jij dat bent.’
Ja, dat zou hij zeker, besefte ze. En hij zou zich zorgen maken. ‘Nee, ik heb er niet aan gedacht hem te bellen, maar ik betwijfel of hij hier al iets over gehoord heeft. David was al weg toen ik vertrok. Er was een grote brand…’ Ze hield op en keek hem fronsend aan. ‘Er was een grote brand in Woodview. Zei je gisteren tijdens de vergadering niet iets over Woodview?’
‘Ja, dat is waar Tomlinson een huis voor zijn liefje had gekocht. Het zou kunnen, hè? Dat ze de brand hebben gesticht om de aandacht van de ontruiming af te leiden.’
‘Dat is zeker een mogelijkheid. Het was een zware brand met een explosie. Laten we eens uitzoeken of het huis van Tomlinson het doelwit was.’ Ze ging plotseling rechtop staan toen de buitendeuren opengingen en Abbott binnenkwam met een kleine, snikkende vrouw aan zijn arm. ‘Jennie,’ zei ze binnensmonds.
‘Denk eraan, jij hebt dit niet veroorzaakt,’ zei Noah zachtjes. ‘Ze heeft niets aan jouw schuldgevoel. Ze heeft je kracht nodig.’
Olivia knikte onzeker en deed een paar stappen in hun richting. ‘Jennie.’
De vrouw van Kane viel in Olivia’s armen. Ze hield Jennie stevig vast en wiegde haar. ‘Kane heeft vanavond het leven van een jongen gered,’ zei Olivia hulpeloos.
‘Dat heb ik gehoord,’ huilde Jennie. ‘Bruce heeft het me verteld. Ik kan het niet geloven.’
‘Ik weet het,’ fluisterde Olivia. ‘Het spijt me zo.’ Ze voelde dat Jennie knikte en ze bleven zo een hele tijd staan tot Olivia een zucht slaakte. ‘Hij is daarbinnen. Zal ik met je meegaan?’
Jennie maakte zich los uit haar omarming. Ze huilde nog steeds, maar hield zich overeind. ‘Nee, ik moet een tijdje alleen zijn.’ Ze nam Olivia’s hand in de hare en gaf er een klopje op. ‘Hij was heel erg op je gesteld.’
Olivia kon alleen maar knikken. Er wilden geen woorden komen. Ze bleef verstijfd staan terwijl Jennie om haar heen liep en de deur door ging naar het vertrek waar Kane lag. Abbott kneep in haar schouder.
‘Ga naar huis, Olivia. We komen de nacht wel door. Dat is het enige wat we op dit moment hoeven doen.’
Ze keek hem onderzoekend aan en zag dat hij gehuild had. Abbott en Kane kenden elkaar al langer dan zij. ‘Ik moet een lift hebben naar de school om mijn auto op te halen.’
‘Ik breng haar wel,’ zei Noah. ‘We zijn er om acht uur.’
Abbott knikte ernstig. ‘En we zullen die klootzak te pakken krijgen. Dat heb ik Jennie beloofd.’
‘Kom mee, Liv,’ zei Noah en nam haar bij de arm. ‘We gaan.’ Hij bracht haar naar zijn auto, liet haar instappen en schoof achter het stuur. ‘Waarheen?’ vroeg hij.
‘Terug naar de school.’
Zijn wenkbrauwen gingen omhoog. ‘Om je auto te halen?’
‘Dat komt later wel. Ik wil eerst Kenny spreken.’
‘En een doventolk?’
‘Er zal vast wel iemand zijn die dat voor ons kan doen, maar zo niet, dan kan me dat ook niet schelen.’ Ze kreeg een vastberaden trek om haar mond. ‘Al moet ik het met een beitel in steen uithakken, die knul zal met me praten.’
‘Oké.’
Olivia staarde uit het raam terwijl Noah reed, maar ze zag niets van de weg waar ze langsreden. Het enige wat ze zag was het lichaam van Kane op de grond. ‘Wat moet ik nu, Noah?’ De vraag was eruit voor ze het wist.
‘Wat Bruce zei. Je moet de nacht zien door te komen. En dan morgen. En daarna spoor je die vent op die je partner heeft doodgeschoten en stamp je hem aan gort.’
Ze draaide haar hoofd om haar vriend aan te kunnen kijken en zag dat zijn wangen nat waren. Ze stak haar hand uit, greep de zijne en hield hem vast. Hij kneep stevig in haar hand en toen besefte ze dat hij haar ook nodig had. Ze had Noah de afgelopen zeven maanden links laten liggen, net als veel van haar vrienden. ‘Ik moet een paar telefoontjes plegen om te vertellen dat alles oké met me is.’
Woensdag 22 september, 02.20 uur
David liep bij de puinhopen vandaan. Hij was zo moe dat hij de ene voet nauwelijks voor de andere kon krijgen. Ze hadden samen met de andere bluseenheden bij toerbeurt gewerkt en kans gezien iedereen naar buiten te krijgen. Hoopten ze. David moest er niet aan denken dat er nog iemand binnen zou zijn. De brand was grotendeels onder controle, maar laaide soms weer op en dat zou de komende uren wel zo blijven.
Afgezien van de man die de ambulancebroeders naar het ziekenhuis hadden gebracht, waren er vier slachtoffers − een oudere vrouw en een kind met astma die tijdens de brand in het appartementengebouw waren gestorven aan rookvergiftiging en twee mensen waarvan bekend was dat ze zich in een van de huizen die de lucht in waren gegaan hadden bevonden. Hij had niets gehoord over de andere ontplofte woning.
Ze hadden tientallen gewonden gezien. Jeff was de brandweerman met de ernstigste verwondingen en David had nog steeds niet gehoord hoe het met zijn partner was. Hij deed zijn uiterste best zich niet te veel zorgen te maken.
Hij deed nog harder zijn best om zijn woede in toom te houden. Smerige klootzakken. Waarom? Wat hoopten ze hier in vredesnaam mee op te schieten? Hoeveel levens waren hier vanavond verwoest? En waarvoor?
‘Gaat het, Dave?’
Hun technicus van dienst stond een fles water te schudden en had in zijn andere hand een leeg zakje isotonenmix. Hij stak de fles naar voren en David zag maar net kans om hem te pakken. Hij klokte het water naar binnen en hield de fles toen op voor meer.
‘Gewoon moe. Al iets over Zell gehoord?’
‘Nog niet. Het Rode Kruis heeft daar een tent opgezet. Ga even uitrusten.’
Hij knikte, zette zich af tegen de truck en strompelde in de richting van het Rode Kruis. Gedachten aan Olivia speelden door zijn hoofd en hij stond zichzelf toe daar stil bij te staan. Hij verdrong zijn woede, de puinhopen om zich heen. Hij dacht aan haar warme, zachte lichaam in zijn bed en hoopte dat hij naar haar terug kon voor ze naar haar werk moest. Hij had haar nodig, had er na een nacht als deze behoefte aan om haar in zijn armen te houden.
De seks… Hij haalde diep adem. Was onvergetelijk geweest. Je had de afgelopen tweeënhalf jaar al van zulke seks kunnen genieten als je niet zo’n idioot was geweest. Hij liet zijn adem in een lange zucht ontsnappen. Hij had zo veel meer kunnen hebben dan alleen seks. Hij had haar kunnen hebben. In zijn armen. In zijn huis. Iemand om bij thuis te komen. Iemand alleen voor mij.
Zijn voeten hielden stil toen hij Barlow en commandant Casey aan de kant zag staan, diep in gesprek. Zelfs van zes meter afstand kon hij de spanning voelen. En de pijn. Barlow zag eruit alsof hij een opdonder had gekregen.
De twee keken op, zagen hem dichterbij komen en wisselden een blik. David kreeg een akelig gevoel in zijn maag. ‘Wat is er aan de hand?’ vroeg David. ‘Ik moet het weten. Hoe gaat het met Zell?’
Casey zag er oud uit. ‘Ik weet het niet. Ik wacht nog op nieuws. David, er is vanavond een schietpartij geweest. Op dat internaat.’
De misselijkheid werd een bonk ijs. O god. Alsjeblieft. Niet zij. ‘Wie?’
‘Kane,’ zei Barlow zachtjes. ‘Hij is dood.’
David voelde dat zijn knieën begonnen te knikken. ‘O nee. Wat is er gebeurd?’
‘Je herinnert je dat gehoorapparaat dat je in het puin van dat flatgebouw hebt gevonden? Olivia en Kane probeerden de eigenaar ervan op te sporen en zochten op het doveninstituut naar een ooggetuige. Ze hebben een jongen gevonden die iets wist. Iemand heeft vanavond geprobeerd die knul te ontvoeren.’
‘De bommelding was vals?’
Barlow knikte. ‘Ze hebben alle gebouwen doorzocht en niets aangetroffen, maar het zorgde er wel voor dat de boel werd ontruimd. Kane kwam daar net op het moment dat die jongen in een bestelwagen werd geduwd. Hij wist het kind te redden, maar er was een worsteling en…’ Zijn stem stierf weg. ‘Arme Liv.’
David deed zijn best om het gevoel van paniek te onderdrukken. ‘Was zij er ook?’
‘Nee. Ze kwam een minuut of tien later. Kane was toen al dood.’
Triestheid drukte op zijn schouders, ook al rilde zijn lichaam van opluchting dat ze niet in de buurt was geweest, niet in gevaar. Kane was meer geweest dan Olivia’s partner. Hij was haar vriend geweest en als Davids gevoel juist was ook een vaderfiguur. ‘Waar is ze?’
‘Ik weet het niet,’ zei Barlow. ‘Ik hoorde dat er een rechercheur was neergeschoten. Ik weet pas sinds kort dat het om Kane ging. Misschien is ze nog in het ziekenhuis bij Kanes familie, maar Liv kennende, is ze alweer terug naar de plaats delict.’
Aan het werk. Net als ik. Hij wilde Casey om een paar uur vrij vragen zodat hij Olivia kon opzoeken, om Jeff op te zoeken, maar er was hier nog voor uren werk. En dan heb ik de daaropvolgende vierentwintig uur dienst. ‘Ik zal haar bellen.’ Maar wat kon hij zeggen?
‘Ik heb gehoord wat er met je partner Zell is gebeurd,’ zei Barlow. ‘Echt waardeloos.’
Angst, bezorgdheid en schuldgevoelens overvielen hem en hij sloot zich daar snel voor af. Hij moest zichzelf ook niet toestaan om aan Olivia te denken, maar dat was onmogelijk. Ze was in zijn gedachten. Ze had pijn en hij ook.
‘Dank je.’ David nam de puinhopen in ogenschouw. ‘Welk huis was het doelwit van de brandstichter?’
‘Het tweede van links,’ zei Barlow. ‘Geen glazen bal. Tenminste, die hebben we niet kunnen vinden.’
‘Was de gastank het doelwit?’
‘Zo te zien niet. Mensen doen gewoon ’s avonds de verwarming aan. Ze hadden waarschijnlijk een lekkage waar ze niets van af wisten. De brand sloeg over van het ene huis naar het andere en… boem.’ Het laatste woord kwam er vermoeid uit.
‘We weten dat er in een van de huizen twee mensen thuis waren, maar het andere huis stond te koop. Volgens de buren stond het leeg.’
‘Het appartementencomplex stond ook zogenaamd leeg,’ zei David.
Barlow haalde zijn schouders op. ‘Ik weet het. Daar heb ik al rekening mee gehouden. Ik heb een lijkenhond opgeroepen en die zal algauw hier zijn. Dan gaan we op zoek naar resten.’
Dat was een akelig vooruitzicht, maar het hoorde bij het werk. ‘Ze hebben geen glazen bal achtergelaten. Hebben we het wel over dezelfde brandstichters?’
‘Het huis stond op naam van het liefje van Barney Tomlinson. Wat denk je zelf?’
De woorden bleven even in de lucht hangen. Toen keek Casey met een vriendelijke blik in zijn ogen naar David. ‘Waarom ga je hier niet weg? Ga Zell opzoeken en rechercheur Sutherland. Over een paar uur moet je weer op wacht en dan kan dat niet meer.’
David dacht aan Olivia die in haar eentje treurde. Ze zou niet alleen moeten zijn. ‘Bedankt. Ik moet wel een lift hebben naar de kazerne.’
‘Ik zal een van de agenten vragen om je te brengen,’ zei Barlow.
Woensdag 22 september, 02.30 uur
Olivia en Noah troffen Micki op de plaats delict waar ze naar het geplette gras stond te kijken dat onder de bloedvlekken zat. De hoed van Kane lag nog steeds op de grond. Hij zag er… eenzaam uit. En klein. Hij leek in niets op de man die hem had gedragen.
Hou dit beeld voor ogen, hield Olivia zichzelf streng voor. Dit is het monster waar je op jaagt. Dit is wat hij van je heeft afgenomen. Van Jennie.
Naast haar liet Noah een diepe zucht ontsnappen. ‘Verdomme.’
Micki keek geschrokken op. ‘Sorry. Ik hoorde jullie niet aankomen.’
‘Heb je de kogel gevonden?’ vroeg Olivia met schorre stem.
‘Ja. Weer met een holle punt. Ik heb hem naar Ballistiek gestuurd.Ze zullen voor de ochtendvergadering de resultaten klaar hebben, maar ik wed dat hij overeenkomt met de kogels die gebruikt zijn bij Weems en Tomlinson.’
‘Heeft hij iets achtergelaten?’ vroeg ze. ‘Hebben de camera’s hem gefilmd?’
Micki keek zuur. ‘Hij had zich verkleed als politieagent. Kane moet de pet van die klootzak zijn hoofd hebben geslagen.’ Ze wees ernaar, geplet in het stof bij de berm. ‘De schutter is eroverheen gereden toen hij ervandoor ging. De ambulance is er ook nog eens overheen gereden, maar hij is dubbelgevouwen, dus als hij iets heeft achtergelaten, dan zit het met een beetje geluk aan de binnenkant.’
Een hoofddeksel, dacht Olivia. Daar zou Kane de ironie wel van hebben ingezien.
‘En de beveiligingscamera’s?’ vroeg Noah.
‘We hebben bij benadering de lengte en het postuur van de schutter. De hoek was verkeerd om ook het kenteken van de bestelwagen vast te leggen. We hebben een algemene beschrijving van de bestelwagen, maar dat is het wel.’
Olivia wees naar Kanes hoed. ‘Mag ik die meenemen?’
Micki schudde haar hoofd. ‘Nog niet. Het spijt me, Liv.’
Olivia knikte kort, ook al brak haar hart. Micki deed haar werk en ze was er verrekte goed in. Het is alleen dat hij op de grond ligt. Hij hoort niet op de grond. Ze schraapte haar keel en toen ze sprak, was haar stem vast en sterk.
‘Het geeft niet. Ik wil er alleen zeker van zijn dat Jennie hem krijgt. Ik ga nu op zoek naar Kenny Lathem. Bel me als je iets vindt.’
Micki knikte alleen maar. Ze hield haar lippen samengeknepen om niet in huilen uit te barsten. Olivia maakte rechtsomkeert en dwong haar voeten vooruit. Noah liep met haar mee.
Oaks wachtte hen op in zijn kantoor. Er zat een vrouw in de stoel naast zijn bureau. Hij gebaarde en wees vervolgens op de vrouw die begin twintig leek.
‘Hij zei dat hij dacht dat jullie terug zouden komen en daarom heeft hij gewacht,’ zei ze. ‘Ik ben Danni Oaks. Directeur Oaks is mijn vader. Hij heeft gevraagd of ik vanavond voor hem wilde komen tolken.’
‘Dank je,’ zei Olivia. Ze wendde zich tot Oaks. ‘Zijn er vanavond kinderen gewond geraakt?’
‘Nee,’ gebaarde hij. ‘Kenny is erg over zijn toeren, zoals u wel kunt begrijpen. We hebben zijn ouders gebeld om hem te komen halen.’
‘Eerst moeten wij nog met hem praten,’ zei Olivia onbewogen.
Oaks aarzelde. ‘Rechercheur,’ gebaarde hij, ‘ik heb gisteren volop meegewerkt.’
‘En dat waarderen we zeer,’ onderbrak Olivia de zachte stem van Danni Oaks. Ze deed geen enkele poging om haar ongeduld te verbergen, niet in haar stem en niet in haar gezichtsuitdrukking. ‘Mijn partner is dood, meneer Oaks.’ Ze zag dat hij schrok. ‘En Val, de doventolk van gisteren? Zij wordt vermist. Iemand wil Kenny per se te pakken krijgen. Ik wil weten wie en waarom. En ik wil het nu weten.’
‘Zijn ouders horen erbij te zijn,’ gebaarde Oaks vermoeid en Danni vertaalde.
‘Maar Kenny verkeert misschien in gevaar, meneer Oaks,’ zei Olivia. ‘Hij weet iets wat iemand niet bekend wil laten worden. Ik wil niet dat we zijn ouders straks moeten uitleggen waarom hij ook vermoord is.’
Oaks schouders zakten. ‘Ik zal hem laten halen.’