19
John Baxter nam zijn plaats in in het stadstheater van Bloomington, naast Cole, Maddie en Jessie. De voorstelling begon over vijf minuten, zodat er nog net genoeg tijd was om zijn kleinkinderen een versnapering te laten kopen. Hij pakte wat geld uit zijn broekzak en overhandigde het aan Cole. ‘Ga jij samen met Maddie even popcorn halen, goed?’
‘Echt waar?’ Coles ogen lichtten op. Hij greep Maddies hand vast en pakte het geld aan van John. ‘Voor iedereen eentje, opa?’
‘Even kijken.’ Hij ging de rij af. Ashley en Landon waren er, evenals Kari en Ryan. Brooke en Peter waren thuisgebleven met Hayley, die zich niet lekker voelde. De kleine Devin sliep en Ryan was te klein. ‘Ik denk dat vier genoeg is, Coley. Dan kunnen we het met elkaar delen.’
Cole knikte ernstig. ‘Ja, maar wel meer voor de kinderen, hè? Omdat grote mensen altijd minder popcorn eten.’
John grinnikte. ‘Dat zien we nog wel.’
‘Kom mee, Jessie.’ Maddie draaide zich om en gebaarde naar haar nichtje. ‘We moeten Cole helpen.’
Ze holden weg en Ashley boog zich naar John toen, haar ogen straalden. Je bent echt een geweldige opa, pap. Dat wil ik je gewoon even zeggen.’
Hij glimlachte en gaf een klopje op haar hand. ‘De kinderen maken dat wel heel makkelijk.’
De coördinator van het Christelijk KinderTheater kwam het podium op en ze legde uit dat de voorstelling over een paar minuten begon. ‘Wilt u alstublieft uw mobiele telefoon uitzetten en niet fotograferen?’ Ze glimlachte. ‘En ik maak van deze gelegenheid gebruik om uw wat meer te vertellen over het zomerprogramma van het CKT.’
Bethany Allens speech bood John de gelegenheid om zich om te draaien naar het balkon, naar de plek waar Dayne zou zitten als hij had kunnen komen. Hij wilde erbij zijn; dat had hij een paar dagen geleden tegen John gezegd tijdens hun laatste gesprek. ‘Ik heb bijna geen enkele voorstelling gemist.’ Hij leek in tweestrijd te staan over de situatie. ‘Maar ik weet bijna zeker dat we die avond een publiciteitsfeestje hebben.’
Daynes opmerking had John herinnerd aan het ongebruikelijke leven dat zijn oudste zoon leidde, dat zich zo in de openbaarheid afspeelde. Als hij naar een dergelijk feest ging, dan zouden er zonder enige twijfel in de week die volgde op elke tabloid foto’s op de covers staan. Dat zou de bedoeling ervan ook wel zijn. Maar dat was niet het enige waar Dayne mee tobde. ‘Ik weet niet of ik het allemaal wel kan behappen.’ Hij had moe geklonken, futloos. ‘De opnames voor de nieuwe film zijn nog niet eens begonnen en de paparazzi weten van geen ophouden.’
Vervolgens zei hij iets wat hij nog niet eerder had verteld. Katy en hij waren achtervolgd door fotografen voordat Katy naar huis ging. ‘We waren bijna verongelukt.’ In zijn stem klonk verslagenheid door. ‘En toen wist ik het.’
‘Wat wist je?’ John was buiten geweest, om zijn vijver te controleren. Hij wachtte op Daynes antwoord.
‘Toen wist ik dat ik haar moest laten gaan. Dat ik zo’n idioot leven heb, het zij zo, maar Katy… ze heeft er nooit om gevraagd.’ Hij klonk diep teleurgesteld.
John voelde de pijn die zijn zoon moest doorstaan. ‘Je bedoelt toch niet dat je erover denkt om haar voor altijd te laten gaan, of wel?’
‘Ja.’ Hij zuchtte. ‘Ik weet niet wat ik anders moet. Misschien is het wel gewoon de bedoeling, dat ik genoeg van haar hou om haar te laten gaan, dat zij het leven krijgt dat haar vertrouwd is.’
Het gesprek verdween langzaam uit zijn gedachten en de kinderen kwamen terug met de popcorn. Op hetzelfde moment haastte Katy Hart zich voor in het theater een trap op naar haar plek in een loge aan de linkerkant van het balkon, de plaats waar ze altijd zat tijdens een voorstelling. Hij volgde haar met zijn ogen, probeerde zich in te denken hoe ze zich voelde.
Hij kende Katy niet goed, maar kon zich niet voorstellen dat ze er vrede mee had hoe aan alles een eind was gekomen in Los Angeles. Dayne had verteld hoe close ze waren geworden, dat hij nog nooit had gevoeld wat hij nu voor Katy voelde. Alles wees erop dat zij hetzelfde voor hem voelde.
Ze ging zitten en John wist bijna zeker dat hij haar gezicht zag draaien naar de plek aan de andere kant van het theater waar Dayne zou hebben gezeten. Ja, ze zag er goed uit voor de première van de voorstelling – met die chique zomerrok. Maar haar blikken naar de lege stoel aan de overkant vertelden een ander verhaal.
John ademde langzaam uit en keek omlaag. God, U hebt van mij een opmerkzaam mens gemaakt; ik weet al wat er bij mijn kinderen speelt, lang voordat ze soms bereid zijn om het mij te vertellen. Maar, God, Katy Hart is mijn dochter niet, maar ik weet dat ze verdriet moet hebben. Dus vooral vanavond, God, wilt U Uw armen om haar heen slaan en haar laten weten dat U van haar houdt? Hij wachtte even toen de lichten in de zaal dimden en de podiumverlichting tot leven kwam. En haar antwoorden geven over Dayne, God. Hij houdt zo veel van haar. Ik dank U. Amen.
John keek naar het podium en er kwam een gevoel van verwachting in hem op. Hij was gek op de klassieker van C.S. Lewis, op het idee dat kinderen het fictieve koninkrijk Narnia ontdekten.
Het doek ging op en de voorstelling begon. De CKT-kinderen die het eerste deel van het verhaal vertelden, deden het geweldig. Nu hun vader deelnam aan de oorlog en hun moeder inzat over hun veiligheid, gingen de vier kinderen samen op weg naar een veiliger huis, een plek in het land dat eigendom was van een professor. Alles draaide erom, om de personages goed neer te zetten en ook het imposante oude huis, waar ze al snel een mysterieuze klerenkast aantroffen.
Maar John dacht niet aan het verhaal. De vier kinderen in Narnia deden hem denken aan zijn eigen kinderen, dat ze een eenheid hadden gevormd na de onthulling dat ze een oudere broer hadden. Ze hadden hun geloof als basis, evenals hun liefde voor hem en voor hun moeder. Hij keek de rij af naar Ashley en Landon, die elkaars hand vasthielden, terwijl Cole tegen Landon aangeleund zat. Een paar plaatsen verderop had Ryan zijn arm om Kari geslagen, ze waren dicht tegen elkaar aangekropen terwijl ze naar de voorstelling keken.
Luke had bijna elke dag contact met hem gezocht en Erin leek te hebben geaccepteerd dat Elizabeth haar niet had ingelicht over Dayne.
Brooke, zijn meest analytische dochter, had met de anderen op een open manier gepraat over het feit dat ze een oudere broer hadden. ‘Het belangrijkste is dat we erachter komen waarom hij zo gereserveerd doet en dat we in contact met hem komen,’ had ze de vorige dag tegen John gezegd. ‘Hij heeft zijn eigen leven, maar het zou voor ons allemaal goed zijn om elkaar te ontmoeten.’
John leunde achterover op zijn stoel en glimlachte. Op het podium liepen de vier kinderen gearmd en heel langzaam naar de houten kast. De band tussen hen was sterk, niets of niemand kon daar verandering in brengen.
Net als bij zijn eigen kinderen.
Ja, het nieuws over Dayne was moeilijk voor hen geweest. Maar ze zouden het wel redden, zelfs als ze in een volkomen nieuwe wereld terecht zouden komen – een wereld die ze nooit hadden verwacht, met een broer van wiens bestaan ze niet hadden afgeweten, en met belevenissen waar ze nooit rekening mee hadden gehouden. Ze konden het wel aan, door hun diepgewortelde liefde, en die liefde zou hen erdoorheen slepen, wat er ook zou gebeuren. Zoals de liefde hen ook hier doorheen zou slepen – door een van de zwaarste periodes van hun leven. En door die liefde – Gods liefde – konden ze er allemaal van overtuigd zijn dat de moeilijkheden op een dag voorbij zouden zijn.
En net als die vier kinderen zouden ze voor altijd in Narnia wonen.
De voorstelling liep op rolletjes, ook al keek Katy om de paar minuten naar het balkon aan de overkant en naar de lege stoel die ze vrij had laten houden. Zelf had ze een stoel genomen op een meter of zo van de plek waar ze gewoonlijk zat, zodat ze het zou zien als hij kwam opdagen. Je wist maar nooit.
Het was bijna pauze. Katy zat op het puntje van haar stoel, zoals altijd bij een première. Meestal was ze God in deze fase van de voorstelling dankbaar dat alles goed ging en vanavond vormde daarop geen uitzondering. Inmiddels kende ze de hele tekst uit haar hoofd, elk woord, elke stembuiging en elke beweging. Vanaf de openingsscène, waar de kinderen aankomen bij het huis van de professor, tot en met de opkomst van de Witte Heks hadden de kinderen tot dusverre een bijna perfect optreden laten zien.
Het kind dat Edmund speelde, deed het geweldig. Hij stapte nu op het podium, onzeker over degenen die in een standbeeld waren veranderd nadat ze hadden geprobeerd om zich te verzetten tegen de heks. De scène was een perfecte cliffhanger en toen er een eind aan kwam – terwijl Edmund op het punt stond om aan te kloppen bij de heks – kon Katy bij het publiek de spanning voelen over wat er daarna gebeuren zou.
Ze voelde dat iemand aan haar elleboog trok en ze draaide zich om.
‘Katy.’ Het was Audrey Johnson, een vroegrijp meisje dat in eerdere CKT-voorstellingen een hoofdrol had gehad. Dit keer had Audrey geen tijd gehad om mee te doen aan de repetities, maar ze bleef erbij betrokken door mensen hun plaats aan te wijzen. Haar ogen waren opengesperd en ze keek geschokt. Ze slikte. ‘Alice Stryker is in de hal. Ze wil je graag even spreken.’
Katy stond beduusd op. ‘Oké.’ Audrey kon nogal overspannen reageren op situaties, maar dit keer leek ze echt van slag. ‘Waarom kijk je zo ernstig?’
‘Omdat –’ Audrey nam er de tijd voor. ‘Er is een gezin bij haar met een meisje. Een meisje dat ongeveer even oud is als Sarah Jo.’ Er welden tranen op in haar ogen. ‘Volgens mij, volgens mij is dat hét meisje.’
Het begon tot Katy door te dringen wat er aan de hand was en ze voelde de geschoktheid binnen in zich toenemen. Ze gaf een kneepje in Audreys hand. ‘Zeg maar tegen mevrouw Stryker dat ik zo bij haar kom.’
Audrey holde weg en Katy ging langzaam weer zitten. Wat had Alice een tijdje terug ook alweer gezegd? Katy dacht diep na. Ze was druk bezig geweest, had van de ene groep kinderen naar de andere gerend in een poging de laatste probleempjes in de voorstelling weg te poetsen. Opeens wist ze het weer. Alice had tegen haar gezegd dat het meisje dat Sarah Jo’s ogen had gekregen met het hele gezin een voorstelling van Narnia zou bijwonen. Het moest hier om dat meisje gaan.
Katy sloot haar ogen en ze was in gedachten terug in de koffiebar met Rhonda, toen Bethany had gebeld.
Het nieuws was vreselijk geweest. Alice Stryker was met haar twee kinderen en de twee kinderen uit het gezin Hanover pizza gaan eten na de auditie voor Annie. Op de terugweg waren ze frontaal in botsing gekomen met de auto van een beschonken bestuurder. Alle inzittende van Alice’ busje waren ernstig gewond geraakt, maar de kleine Ben Hanover was omgekomen. En binnen een week was ook die lieve Sarah Jo overleden, de twaalfjarige dochter van Alice die zo prachtig de rol van Becky Thatcher had gespeeld in de door het CKT uitgevoerde productie van Tom Sawyer.
Door de tragedie hadden Katy en de kinderen van het theater de zwaarste periode uit hun leven doorgemaakt, die zijn hoogtepunt bereikte bij hun bezoek aan een trieste gevangeniscel, waar drie groepjes kinderen de bestuurder, een tiener, één voor één vergeving schonken. Sommige kinderen gingen nog steeds naar de gevangenis om de jongen te bezoeken.
Katy huiverde bij de herinnering aan die moeilijke tijd en ze duwde haar vingers tegen haar ogen. Ze zag het nog steeds voor zich: de enorme kamer bij de Flanigans die overspoeld werd door bijna honderd CKT-kinderen, die allemaal op zoek waren naar een plek om te kunnen rouwen, naar antwoorden op de vragen die hen pijnigden. Tim Reed, die in datzelfde stuk had geschitterd als Tom Sawyer, was de groep voorgegaan in een paar liederen en een gebed om begrip, waarbij hij de hoop had uitgesproken dat er iets goeds zou voortkomen uit dit vreselijke verlies.
Eén antwoord hadden ze diezelfde avond nog gekregen. Katy en de CKT-medewerkers hadden het bericht ontvangen dat Sarah Jo donor was en dat een meisje uit Indianapolis van ongeveer dezelfde leeftijd haar ogen had gekregen. Een meisje dat ervan droomde om de planken op te gaan en voor wie haar gezichtsvermogen onmisbaar was. Na verloop van tijd begon Alice Stryker – die voor het ongeluk tijdens de repetities als moeder onuitstaanbaar was geweest – bijeenkomsten van de Bijbelkring bij te wonen in het huis van de Flanigans. Katy had bij die gelegenheden begrepen dat Alice contact had met de familie van het meisje dat Sarah Jo’s ogen had gekregen.
Katy liet haar handen zakken en keek naar de stoffige dakspanten van het oude theater. God, als dat kleine meisje daar benden in de hal is, dan heb ik Uw hulp nodig, Uw kracht. Ik mag niet instorten en gaan huilen, niet in aanwezigheid van alle ouders, niet op de avond van de première. Alstublieft, God, wilt U me helpen om mijn emoties te verbergen tot later. Als ik alleen ben met U.
Een gevoel van kracht nam bezit van haar. Ze kon dit, zelfs op een avond dat de emoties bij haar toch al hoog opliepen. Ze haalde diep adem en ging – een beetje langzamer dan normaal – op weg naar beneden, naar de hal.
Katy zocht de menigte af. De mensen stonden in groepjes bij elkaar, de meesten aten popcorn en snoep. Ze waren lachend in geanimeerde gesprekken verwikkeld – waarschijnlijk over het eerste deel van de voorstelling. Was het een andere première geweest dan zou Katy genoten hebben van de mensenmassa. De voorstelling was uitverkocht; het publiek was uitgelaten. De opvoering werd beslist een succes.
Maar nu viel dat allemaal in het niet; ze moest op zoek naar Alice Stryker en haar gasten. Ze keek opnieuw om zich heen, zag allerlei gezinnen – de Shaffers, Picks, Reeds, Johnsons, vervolgens de Taylors en Kohls en zeker tien andere gezinnen waarvan de kinderen ooit aan een CKT-voorstelling hadden meegedaan.
En toen, bij de zijdeur, zag ze Alice. Ze was in gesprek met een echtpaar en met een jong meisje, een meisje met lang, bruin haar dat met haar rug naar Katy stond.
Katy liet langzaam haar adem ontsnappen. Mag ik kracht, God. Alstublieft. Terwijl ze door de hal liep, werd ze verschillende keren aangesproken.
‘Een prachtige voorstelling tot nu toe!’ Bill Shaffer gaf haar een klopje op haar rug. Hij had zijn grote camera om zijn nek hangen. ‘Ik heb een paar schitterende foto’s gemaakt toen alle spelers zich aan het klaarmaken waren voor de voorstelling.’
‘Dank je, Bill.’ Katy glimlachte breed en bleef lopen. Bill maakte van elke productie een fotoalbum dat in het kantoor van het CKT werd bewaard. Normaal gesproken zou Katy zijn blijven staan om een paar vragen te stellen en had ze naar wat foto’s op zijn digitale camera gekeken. Maar vanavond niet.
Ze baande zich een weg langs een paar andere groepjes mensen voordat ze bij Alice Stryker was. ‘Hallo!’ Ze sprak op opgewekte toon en keek alleen Alice aan. ‘Audrey zei dat je naar me op zoek was.’
‘Ja.’ Van Alice’ gezicht waren allerlei emoties af te lezen. Blijdschap, ontzag en verdriet hadden zich vermengd tot een zachtaardigheid die diep vanuit haar ziel leek te komen. Ze gebaarde naar de drie mensen met wie ze in gesprek was geweest. ‘Dit is de familie Bell. Len, Sue en hun dochter Cassie.’
Katy schudde het echtpaar de hand, maar op het moment dat Cassie aan de beurt was, voelde ze dat haar hart oversloeg. Er was iets vertrouwds aan de ogen van het meisje. Er was geen twijfel mogelijk dat dit het meisje was. Katy bleef glimlachen, maar ze keek snel naar de moeder van het meisje. ‘Wat vond u van het eerste gedeelte?’
‘Fantastisch.’ Ze sloeg haar arm om haar dochter heen. ‘Het is zelfs zo’ – ze grijnsde naar haar man – ‘dat we later deze zomer naar Bloomington verhuizen. Cassie wil graag auditie doen voor de najaarsvoorstelling.’
Katy had het gevoel dat ze door hoge bergen zand moest ploegen. Haar hoofd tolde en ze had moeite met ademhalen. Ze keek Cassie bewust niet aan. ‘Wat… wat geweldig.’
‘Het is inderdaad geweldig.’ Alice had er niet gelukkiger kunnen uitzien. ‘Sarah Jo zou zo blij zijn geweest voor Cassie.’
Opeens was Katy ervan overtuigd dat ze zou flauwvallen op die verweerde houten vloer als ze niet snel lucht kreeg. De tranen zaten hoog en ze knipperde een paar keer met haar ogen. De ouders van het meisje waren aan het woord en Katy knikte en glimlachte en praatte met hen mee over koetjes en kalfjes. Na een paar minuten, toen ze geen andere keus meer had omdat ze anders bot zou overkomen, keek ze Cassie aan. ‘Dan zien we jou in het najaar wel, zeker?’
‘Ja, mevrouw.’ Het meisje was tenger en zag er nogal broos uit. Maar de grijns op haar gezicht viel niet te ontkennen. Hoe haar verleden er ook had uitgezien, haar toekomst leek haar toe te lachen.
Katy maakte zich snel los van het groepje en bleef maar één keer staan. Ze deed alsof ze een poster aan de muur bekeek, ging vervolgens door de zijdeur naar buiten en liet zich tegen het koele, bakstenen gebouw vallen. Het was buiten donker en de straten waren verlaten. Katy keek omhoog en genoot van het briesje tegen haar warme wangen.
Cassie Bell zou een van de CKT-kinderen worden? Zat daar wel toekomst in, nu het nieuws weldra naar buiten kwam en iedereen van hun theatergroep zou weten dat zij het meisje was dat…
God, help me. Katy keek naar haar voeten en probeerde tot rust te komen. Ze kon het niet opbrengen om eraan te denken, laat staan dat ze naar het meisje zou kunnen kijken. Dat voelde om de een of andere reden verkeerd. Het was allemaal té verdrietig, dat een deel van Sarah Jo voortleefde terwijl zij zelf die kans niet meer had. Hoe zou het voelen om Cassie op het toneel te zien, de plek waar Sarah Jo zo had geschitterd, in de wetenschap dat haar dood Cassie in de gelegenheid had gesteld om op te treden?
Ze voelde zich misselijk. Ze dacht aan Cassie, aan haar bleke gezicht en tengere postuur. Katy had haar niet bepaald hartelijk ontvangen, niet echt. Tot meer was ze niet in staat geweest, anders was ze in de paar minuten dat ze elkaar hadden ontmoet in tranen uitgebarsten. Ze zou het meisje geschokt hebben aangestaard, waarna ze zo snel mogelijk zou zijn weggerend uit de hal. Hoe moest ze een heel seizoen met haar aan de slag?
Katy liet beverig haar adem ontsnappen en ging rechtop staan. God, ik weet niet wat ik hiervan moet denken. Sarah Jo hoort hier te zijn, niet… niet iemand die haar ogen heeft. Wilt U me alstublieft helpen? U hebt haar om een bepaalde reden hiernaartoe gebracht. Ze keek weer omhoog. De sterren en de maan gingen schuil achter wolken en ze werd omhuld door de duisternis. Helpt U me om met deze gevoelens om te gaan. Alstublieft.
dochter, mijn werk is niet van begin tot eind te doorgronden. ik heb alles de goede plaats in de tijd gegeven.
Katy merkte dat ze rustig werd. De woorden diep vanbinnen klonken duidelijk en waren onmiskenbaar, bijna alsof God naast haar stond en ze haar influisterde. Ze had de tekst pas nog in Prediker gelezen. In het gedeelte dat God de mens inzicht in de tijd had gegeven. God beloofde dat alles een goede plaats in de tijd had.
Ze liep langzaam naar de deur. Maar wat was de boodschap ervan? Dat, hoe tragisch het overlijden van Sarah Jo ook was, er nu iets moois uit voortkwam? Of was het dat Alice Stryker door de tragedie een goed hart had?
Het tweede bedrijf was al begonnen toen ze het theater weer binnenkwam. Ze liep door de donkere hal en haastte zich de trap op naar haar loge.
Op het toneel woedde een gevecht. Aslan en zijn volgelingen voerden strijd met de Witte Heks en de krachten van de duisternis. Katy ging op haar stoel zitten, met wijd opengesperde ogen. Ze had al tientallen keren gezien dat de kinderen de scène opvoerden, maar nu was het anders. De tranen die ze eerder had teruggedrongen, welden nu op in haar ogen en ze biggelden over haar wangen.
De scène was aangrijpend, fascinerend. De duistere krachten wonnen terrein en opeens – terwijl het leek alsof alle hoop verloren was – verweerden Aslans volgelingen zich sterk tegen de aanhangers van de heks.
Katy liet haar tranen de vrije loop. Was het niet net zoals het echte leven? Dayne die zich aangetrokken voelde tot de kabbala… de dronken bestuurder die twee levens beëindigde die zo vol liefde en veelbelovend waren geweest… en ook zijzelf, ze liep weg bij Dayne net toen hij het geloof en het vertrouwen in God had gevonden.
Het leven was een strijd, de hele tijd door.
Uiteindelijk stak de heks kwaadaardig haar hand op. Bailey Flanigan speelde de rol zo goed dat zelfs Katy enkel en alleen het personage zag. ‘Edmund is van mij! Volgens de wetten van Narnia staat op zijn misdaden de doodstraf!’
Op dat moment – met behulp van een stemvervormer – werd het theater opgeschrikt door een hard gebrul. De strijdende partijen gingen in het midden uiteen en Aslan, de imposante leeuw, liep vorstelijk en berustend het podium op. Tot op de laatste dag van de repetities had het geleken dat de jongen die Aslan speelde niet berekend was voor zijn taak. Niet gedreven genoeg, niet afschrikwekkend genoeg.
Maar nu, terwijl hij zich langzaam van het midden van het voortoneel naar het midden van het achtertoneel bewoog, waarbij hij afwisselend naar de gezichten van de goede en de slechte strijders keek, leek hij het eindelijk te begrijpen. Voor zijn volk was er geen hoop meer, geen manier om te ontsnappen aan de Witte Heks, tenzij hij zelf de doodstraf accepteerde – voor eens en altijd.
Katy wist het niet zeker, maar het leek wel of de jongen tranen in zijn ogen had toen hij eindelijk bij de heks aankwam, bleef staan en haar recht in de ogen keek. ‘Nee.’ Hij schudde zacht met zijn manen. ‘Nee, je krijgt Edmund niet.’
‘Ha!’ Bailey stak haar kin trots in de lucht. Het leed geen twijfel dat dit haar beste acteerprestatie tot nu toe was. ‘Of Edmund gaat eraan’ – ze kneep haar ogen halfdicht en boog zich dichter naar de leeuw toe – ‘of iemand die zijn plaats inneemt.’ Haar stem bulderde terwijl ze met haar hand naar haar volk zwaaide. ‘Zo is de wet en aan die wet moeten we ons houden!’
Aslan zette zich schrap. ‘Neem mij maar.’
Katy keek omlaag naar het publiek. Kinderen en volwassenen zaten als verstard op hun stoel, geboeid door de voorstelling op het podium. Ze zag een oudere man over zijn ogen wrijven. Ja, ze waren gegrepen door de scène. En ongetwijfeld ook door de overeenkomsten met hun eigen leven, waar een liefhebbende Koning had aangeboden om te sterven voor alle anderen.
Bij het doden van Aslan ging Katy op het puntje van haar stoel zitten. Hoewel ze de scène had geregisseerd, hoewel ze hem hadden gerepeteerd en ze de tekst en muziek uit haar hoofd kende, was het indrukwekkend om het nu te zien. Het sissen en schelden naar de leeuw terwijl hij vastgebonden op de stenen tafel lag, de opwinding en uitzinnigheid nu het erop leek dat het kwaad de ultieme overwinning had behaald.
Opnieuw biggelden de tranen over Katy’s wangen toen Susan en Lucy de leeuw dood aantroffen, waarna hij het kwaad de grootste nederlaag toebracht door weer tot leven te komen en de Witte Heks doodde, zodat er een eind kwam aan haar macht over de kinderen van Narnia.
Tijdens het laatste bedrijf keek Katy af en toe naar de lege stoel aan de andere kant van het theater, de stoel die ze voor Dayne had vrijgehouden. Hij zou het geweldig hebben gevonden, alles wat de voorstelling symboliseerde en al het werk dat de kinderen erin hadden gestoken om het verhaal tot leven te brengen.
Katy haalde diep adem en probeerde zichzelf onder controle te krijgen, maar om de een of andere reden was het moment dat de kinderen Narnia verlieten het verdrietigste moment. Omdat het avontuur in Narnia betoverend en mysterieus was geweest – en toen alles voorbij was, leek het allemaal een droom te zijn geweest.
Net zoals de tijd die ze met Dayne had doorgebracht misschien niet meer was dan een droom.
Terwijl er een eind kwam aan de voorstelling en Katy haar tranen wegveegde, viel haar nog iets in. Misschien was ze niet alleen verdrietig over de voorstelling op het podium, over het feit dat Aslan zich opofferde en dat er een eind kwam aan het avontuur en zelfs niet over het ontbreken van de jonge Sarah Jo Stryker. Misschien was het allerverdrietigste wel dat ze de hele voorstelling telkens naar één ding had gekeken.
Naar de lege stoel waar ooit Dayne Matthews had gezeten.