3
Ashley Baxter Blake zat de krant te lezen. Het artikel kwam van het persbureau AP, te kort om veel bijzonderheden te bevatten. Maar uit het verhaal werd één ding duidelijk: het proces stond op het punt te beginnen. Ashley was van plan om de gebeurtenissen elke dag te volgen.
‘Hier word ik niet veel wijzer van.’ Ze vouwde de krant op en legde hem opzij. Ze zat aan de keukentafel, met de kleine Devin in haar armen. Zijn hoofdje was bedekt met blonde donshaartjes. Hij was nu vier weken oud en begon met de dag meer op Cole te lijken, hoewel het absoluut een makkelijker baby was. Hij werd maar één keer, midden in de nacht, wakker en ze kon hem precies om de vier uur voeden. Ze keek op het klokje van de magnetron. Het was half tien. Over drieënhalf uur zou hij weer honger hebben.
Ashley streek met haar vingers over Devins haar en keek naar haar man. Landon was koffie aan het zetten. Hij had shorts aan en een T-shirt en hij neuriede iets van Casting Crowns. Ze zou haar hele leven dankbaar blijven dat hij uit New York was teruggekomen, dat hij achter haar aan was blijven gaan en het geen moment had opgegeven. ‘Heb ik de afgelopen tijd nog tegen je gezegd’ – ze sprak op zachte toon om Devin niet wakker te maken – ‘dat ik heel erg van je hou?’
Hij drukte op het knopje van het koffiezetapparaat en draaide zich naar haar toe. ‘Ja.’ Zijn blik was teder, vol gevoel. ‘Telkens als je naar me kijkt.’ Hij liep naar haar toe, legde een hand om haar gezicht en drukte zijn lippen op die van haar.
Door die kus merkte ze hoeveel ze om hem gaf. Hij had haar niet in de steek gelaten, maar op haar gewacht. Hij had het veld niet willen ruimen, zelfs toen het dwaas leek om te blijven.
‘Hé,’ ze maakte zich los uit hun omhelzing en zocht zijn blik, ‘ik hou van je.’
‘Ik ook van jou.’ Hij ging met zijn vinger over Devins handje. ‘Zal ik hem in zijn wieg leggen?’ Hij kuste haar nog een keer, teder maar sneller dan eerst. Vervolgens ging hij rechtop staan en rekte zich uit. ‘Dan heb jij misschien wel tijd om even een dutje te doen.’
Cole was al naar school en Landon had late dienst bij de brandweerkazerne.
Ashley keek naar hem en glimlachte. ‘Je vindt het leuk om papa te zijn, hè?’
Hij wees naar de foto van Cole aan de dichtstbijzijnde muur. ‘Ik ben al heel lang papa. En ja,’ hij raakte met zijn vinger Devins neusje aan, ‘ik geniet van elk moment.’
Ashley ging verzitten zodat haar gezicht naar hem toedraaide. ‘Luke zal er inmiddels wel zijn.’
‘In Los Angeles?’
‘Mmm-hmm.’ Ze maakte een knikkend gebaar naar de opgevouwen krant. Ze probeerden zacht te praten om Devin niet wakker te maken. ‘Hij heeft tegen pap gezegd dat het de bedoeling is dat hij Dayne Matthews op zijn wenken bedient. Wat de man ook maar wil.’
‘Dat kan best leuk zijn.’ Landon liep naar een keukenkastje en pakte er twee mokken uit. ‘Je vriendin Katy is daar toch ook?’
‘Klopt, ja.’ Ze keek weer naar de krant. ‘In het artikel stond niets over haar. En wat Katy betreft blijft dat ook zo.’
‘Misschien moet je iets anders lezen dan onze regionale krant om de sensationele nieuwtjes te weten te komen.’
‘Inderdaad.’ Ashley keek even naar Devin. Hij was het bewijs van Gods liefde voor hen allemaal, dit kleine ventje, hun dierbare zoon. Ze zag dat hij diep ademhaalde en voelde dat hij nog dichter tegen haar aankroop. Ze keek op naar Landon. ‘Meende je dat, dat je even op Devin wilt passen?’
‘Ja natuurlijk.’ Landon deed een paar passen naar achteren. ‘Ik denk trouwens dat hij gewoon een paar uur zal doorslapen in zijn wieg.’ Hij liep de keuken door om te zien of de koffie al was doorgelopen. ‘Ga jij nog even terug naar bed?’
‘Dat denk ik niet.’ Ze keek naar buiten. Het was bewolkt, maar het zag ernaar uit dat het zou opklaren. De afgelopen dagen had ze graag eropuit willen gaan, had ze een paar uur in het huis van haar vader willen doorbrengen. Ze richtte zich tot Landon. ‘Ik heb eigenlijk zin om te schilderen.’
Hij begon te glimlachen. ‘Wat een geweldig idee. Bij je vader thuis?’
Ze knikte. ‘Mijn ezel staat daar nog steeds. Ik heb een bepaald beeld in mijn hoofd en dat raak ik pas kwijt als ik het op doek heb vastgelegd.’
‘Hmm.’ De koffie was klaar, de geur zweefde door de keuken. Landon schonk de beide mokken vol en voegde koffiemelk toe aan die van Ashley. Hij liep ermee naar de tafel en zette haar mok niet te dicht bij hun zoontje. Met zijn eigen mok nog in zijn hand trok hij een stoel naar achteren en ging tegenover haar zitten. ‘Wat voor beeld?’
Ze dacht even na. Wat zou ze zonder Landon moeten beginnen, zonder zijn liefde en bezorgdheid? Hij was haar beste vriend, aan hem kon ze alles kwijt. ‘Van mijn broer.’
Het duurde maar een fractie van een seconde voordat ze aan Landons blik zag dat hij het begreep. ‘Je óudere broer.’ Zijn reactie was geen vraag. Landon wist, zoals altijd het geval was, wat zij dacht.
‘Ja.’ Ze keek weer uit het raam. ‘Ik denk de hele tijd aan hem.’
‘Had je vader nog nieuws?’ Landon hield zijn koffiemok met beide handen vast en leunde achterover op zijn stoel.
‘Helemaal niets.’ Ze draaide zich naar hem toe. ‘Pap heeft gezegd dat hij het de anderen komend voorjaar zal vertellen tijdens onze volgende reünie.’ Ze zweeg en perste haar lippen op elkaar. ‘Dat duurt veel te lang. Ik vind dat de anderen het eerder moeten weten. Misschien kunnen we hem… ik weet het niet… schrijven, om hem te laten weten dat we hem missen.’
Landons antwoord liet even op zich wachten. Hij blies in zijn koffie. Uiteindelijk haalde hij diep adem. ‘Gaat dit om jou, Ashley?’ Hij hield zijn hoofd schuin. ‘Of om je moeder?’
Het was een terechte vraag. Haar moeder had haar oudste zoon willen leren kennen, had hem willen ontmoeten en hem aan de hele familie Baxter willen voorstellen. Maar daarvoor had ze de kans niet gekregen. Ze was aan kanker overleden, veel te jong, veel te vroeg. Ashley voelde het zo vertrouwde verdriet. ‘Allebei een beetje, misschien.’
‘Dat dacht ik al.’
Ashley stond op en droeg Devin naar de wieg die ze in de woonkamer hadden neergezet. Ze liep naar de tafel terug en keek haar man diep in de ogen. ‘Ik mis haar zo.’
‘Ik weet het.’ Hij richtte zijn blik op de plek waar hun zoon lag te slapen. ‘Ze zou helemaal weg geweest zijn van Devin.’
‘Ja.’ Ze deed haar ogen dicht en nam een lange teug van haar koffie. ‘Ik vond het mooi wat mijn vader in de verloskamer zei toen hij net was geboren.’ Ze knipperde met haar ogen. ‘Je moeder is hier. Op de een of andere manier kan ze de kleine Devin zien.’ Rond haar mondhoeken verscheen een glimlach. ‘Soms is het net alsof ik haar naast me voel, haar stem hoor. Zo sterk is de herinnering aan haar.’
Ze dronken hun koffie op en Ashley nam met een kus afscheid van Landon. Hun huis lag op maar zeven minuten afstand van de Baxter-woning en Ashley belde onderweg haar vader op zijn kantoor. ‘Kom je thuis lunchen, goed? Ik ga een paar uur schilderen.’
Haar vader stemde in en Ashley verspilde geen moment. Zodra ze in het huis van haar vader was, liep ze naar boven, naar de kleine slaapkamer die ooit van haar was geweest. Ze deed het raam open en ademde de koele lucht in die naar binnen stroomde. Het rook naar pas gemaaid gras en rozen die nog maar net in bloei stonden, en naar iets zoets, en naar de onmiskenbare geur van de Baxter-woning in het late voorjaar.
Ashley keek om zich heen in haar vroegere kamer. De onderste helft van de muren was nog steeds voorzien van behang met een bloemenpatroon, en de kurkplaat die ze als middelbare scholier had gebruikt, hing nog steeds boven haar bed. Het was nu een logeerkamer en als er geen familie op bezoek was, vond ze het heerlijk om er te schilderen. Haar vader had haar spullen opgeborgen voor de reünie de afgelopen maand, maar nadat iedereen was vertrokken, had hij alles weer tevoorschijn gehaald.
‘Je moet weer gaan schilderen, Ashley,’ had haar vader tegen haar gezegd bij zijn laatste bezoek bij hen thuis. ‘Je ezel staat er weer en de verf ligt klaar. Als Devin even zonder je kan, dan kun je gewoon komen en aan de slag gaan.’
Haar vader had gelijk. Ze móest schilderen, zoals sommige mensen zonlicht nodig hadden.
Ze koos wat kleuren uit en pakte een leeg doek. Sommige kunstenaars maakten eerst een schets, ze vonden het belangrijk om precies uit te tekenen wat ze wilden maken. Ashley niet. Het beeld was zo helder, ze had het zo duidelijk in haar hoofd dat ze alleen maar haar penseel in de verf hoefde te dopen om het op het doek te krijgen. God zou haar – zo zag ze het tot haar verbazing voor zich – helpen om het beeld tot leven te brengen.
En dat beeld was scherper dan bij al haar andere schilderijen van het afgelopen jaar. In gedachten zag ze haar oudere broer voor zich. Hij zou dezelfde lichaamsbouw als Luke hebben, die van Luke én van haar vader. Hij had donkerblond haar en brede schouders en ogen waarmee hij diep in iemands ziel kon kijken. Alleen over het gezicht twijfelde ze nog. Telkens als ze aan hem dacht, was het een beeld van hem zoals zij dat nu zag, met zijn rug naar haar toe – een Baxter, maar dan een zonder gezicht.
Het zachte getjilp van roodborstjes, vinken en blauwe lijsters en het ritmische gekwaak van de kikkers in de vijver achter het huis sijpelden door het open raam naar binnen. De geluiden hadden een troostend effect op Ashley en ze vormden de perfecte achtergrond voor alles wat haar zo bezighield.
In de twee uur die volgden, schilderde ze de grote lijnen en toen ze een paar passen naar achteren zette, gaven de contrasterende kleuren en beeldbepalende lijnen precies aan wat ze al die weken in gedachten had gehad. Op de voorgrond was in de schaduw de rug van een man te zien die over een grasveld naar een huis staarde dat alleen maar de woning van de Baxters kon zijn.
Het zou Luke kunnen zijn, of haar vader, jaren geleden. Maar Ashley kende hem, dat stond vast, en ze wist dat ze niet zou rusten voordat ze de gelegenheid had gekregen om hem te ontmoeten. De man was haar broer, haar oudere broer. De man die de familie Baxter pas geleden had afgewezen omdat hij in de anonimiteit wilde blijven.
Nadat ze haar penselen had schoongemaakt, keek ze weer naar het schilderij. Nog een paar ochtenden of middagen schilderen en het zou af zijn, een eerbetoon aan de gevoelens die ze had voor een broer die ze nooit had gekend en hoogstwaarschijnlijk ook nooit zou leren kennen. Ze streek met haar vinger over de rand van het doek. God, U weet waar hij is, wat hij op dit moment doet. Wilt U er alstublieft voor zorgen dat hij van gedachten verandert? We hoeven niet erg hecht te worden, hoeven elkaar niet ieder jaar heel vaak te zien.
Ze voelde het briesje dat naar binnen stroomde en bracht haar gevoelens onder woorden. U weet hoeveel hij voor mijn moeder betekende, God, en U kent hem – wie het ook is. Alstublieft, ik wil gewoon de kans krijgen om hem te ontmoeten.
Beneden klonk een geluid, maar voordat ze weg kon lopen, voordat ze deze ogenblikken met God kon beëindigen, zag ze een beeld voor zich: Dayne Matthews – en tegelijkertijd zag ze ook Katy Hart. Ze stond er niet lang bij stil waarom ze opeens aan hen dacht. God wilde natuurlijk dat ze ook voor hen bad. Katy was een goede vriendin geworden en voordat ze de afgelopen week was vertrokken, had Ashley beloofd om voor haar te bidden.
‘Mijn broer zal er ook zijn,’ had Ashley tegen haar gezegd. ‘Wil je hem de groeten van me doen? Zeg maar tegen hem dat ik voor jullie allebei bid.’
Zonder er verder over na te hoeven denken, sprak Ashley een gebed uit voor haar oudere broer, en ook voor Katy Hart en de acteur die in het middelpunt van de belangstelling stond.
Dayne Matthews.