Hoofdstuk 13
‘Faith, je bent hier voor het eerst, dus waarom begin jij niet, lieverd?’ zei Cathy Kennedy, voorzitter van de Vrouwenbijbelstudieclub.
‘Ik dacht dat ik aan de beurt was,’ zei Carol Robinson, een van de power walkers die Faith een paar dagen geleden onderweg naar de stad bijna had overreden. Echt hoor, die zes personen liepen zij aan zij alsof ze in het ziekenhuis wílden eindigen.
‘Ach, Faith is nieuw, laat haar toch de beurt hebben.’
Faith glimlachte. Cathy was absoluut een kandidate voor papa. Gisteravond had ‘Luipaardprint Lorena’ weer meegegeten, en Honor, die een wijnproeverij in de Red Salamander had, had Faith met een urgent telefoontje gesommeerd te komen. En ja hoor, Lorena had quasi-onschuldig het bureau in de studeerkamer doorzocht, terwijl papa de krant zat te lezen en dus niets had gemerkt. Toen Faith had gevraagd of ze iets zocht en of ze haar misschien kon helpen, had Lorena gezegd dat ze de laatste keer dat ze er was een oorbel was kwijtgeraakt. ‘Die vrouw gaat je vader compleet leegplunderen,’ had Mrs. Johnson gemopperd, terwijl ze een pan met een klap neerzette om haar woorden kracht bij te zetten, toen Faith de keuken binnenkwam.
Dus, ja. Waar kon je nu beter een leuke vrouw vinden dan bij een Bijbelstudieclub? Van de Schietavond voor Singles was nog maar één van de drie kandidaten over. Nummer een hield niet van kinderen, nummer twee scheen een gokprobleem te hebben en nummer drie, die nogal uit de buurt woonde, moest nog gescreend worden.
‘We zijn gebleven bij, even kijken, Exodus, hoofdstuk vier, vers vijfentwintig. Ga je gang, Faith,’ zei Mrs. Kennedy.
‘Dank u, Mrs. Kennedy,’ zei Faith, een blik op haar bijbel werpend. ‘Eh… oké. Daar gaan we dan. “Toen pakte Sippora een scherpe steen en sneed de voorhuid van haar zoon ermee af.”’ Gossiemijne, moest dit nou? ‘Ze wierp het aan zijn voeten, en zeide: “Gij zijt mijn bloedbruidegom.” Was dit hoofdstuk de bedoeling?’ Ontzet keek ze om zich heen naar de andere vrouwen.
‘Perfect!’ zei Cathy. ‘Laten we erover discussiëren.’
‘Huilde de baby?’ vroeg Carol. ‘Je snijdt zijn voorhuidje af met een steen en gooit het op de grond. Ik wil weten wat de baby dan doet.’
‘Het hoeft niet per se een baby geweest te zijn,’ merkte Lena Smits op. ‘Soms waren de jongens vijftien of zestien als dit gebeurde.’
‘Dat betwijfel ik,’ zei Mrs. Corners. ‘Mijn kleinzoon wil niet eens dat zijn moeder hem een knuffel geeft. Laat staan dat hij iemand zal toestaan hem met een scherpe steen te besnijden.’
‘Dat betwijfel ik ook,’ zei Faith, bijna kokhalzend. God zag vast hoe onzelfzuchtig ze was met haar koppelpogingen van senioren en Bijbelstudie in één. Hij zou haar niet alleen belonen met een aangename stiefmoeder, maar ook met een fijne echtgenoot en diverse schattige baby’s. En snel een beetje, Grote Man, dacht ze.
Over trouwen gesproken… De laatste keer dat Faith in de kelder van de Trinity Lutheran had gezeten, had ze een trouwjurk aan gehad.
Ach wat. Gedane zaken namen geen keer. Zonde van al die champagne, dat wel. Ze was hier niet om haar onderbroken trouwdag te herleven, ze was hier om vrouwen op te pikken.
Cathy Kennedy, zeker. Ze was allang weduwe. Janet Borjeson was ook single, hoewel Honor afkeurend had gesnoven toen Faith haar had genoemd. Maar toch. Ze schreef hun namen op in de marge van het boek Exodus.
‘Wat vind jij ervan, lieverd?’ vroeg Goggy.
Faith schrok op. ‘Eh… van de besnijdenis?’ Echt. Wat was er mis met ‘Laat de kinderen tot Mij komen’?
Goggy fronste. ‘Nee, lieverd. Barb overweegt een borstverkleining. Ze heeft al jaren rugpijn.’ Barb knikte instemmend.
Eerst voorhuidjes, nu tieten. ‘Ik zeg: doen. Je schijnt er echt van op te knappen.’
‘Precies,’ zei Barb. ‘Dank je, Faith. Je bent een schat, wist je dat?’ Ze glimlachte. ‘Weet je, mijn kleinzoon is single, lieverd. Zal ik hem je nummer geven?’
Faith onderdrukte een huivering. Barbs kleinzoon had haar naar binnen gebracht, een vleesgeworden cliché van de seriemoordenaar… schuifelende tred, dunnend haar en die enge starre blik van Mark Zuckerberg. ‘Lief van u, maar nee. Ik, eh… Nee, dank u.’
‘Ze is nog steeds niet over Jeremy Lyon heen,’ verklaarde Carol Robinson.
‘Welnee,’ zei Faith. ‘We zijn goede vrienden.’
‘Hoe kon je ook over hem heen komen?’ zei Cathy. ‘Dat allemaal en ook nog dokter. Wist je dat hij me werkelijk aan het lachen heeft gemaakt tijdens mijn jaarlijkse je-weet-wel?’
Het onderwerp ging van Jeremy’s zachte handen over op de nieuwe sportschoenen die Carol met zeventig procent korting had gekocht in een outletwinkel.
Na een uur of zo gebabbeld te hebben over ondankbare kleinkinderen, kunstknieën, maar niet over Mozes in de woestijn, was het uit met de Bijbelles. ‘Dit moet toch vreselijke herinneringen terugbrengen, niet?’ zei Carol. ‘Precies op deze plek heeft Jeremy het met je uitgemaakt, toch?’
‘Inderdaad, Mrs. Robinson. Fijn dat u erover begint.’ Ze hield haar blik op Cathy gericht in de hoop achteloos papa te kunnen noemen. ‘Arm schaap! Het moet verschrikkelijk geweest zijn! Had je werkelijk geen idee?’
‘Nee. Wat een verrassing, hè? Zullen we het over Sippora hebben? Een boeiende vrouw.’
Maar Carol liet zich niet ontmoedigen. ‘Ik begrijp dat je geen zin hebt om met Bobby McIntosh te daten, maar je bent wel op zoek naar een man, toch? Dat vertelde je grootmoeder.’
‘Nee, nee. Niet echt. Nou ja… soort van, maar, nee.’ Faith wierp haar oma een boze blik toe, maar Goggy was te druk aan het babbelen over de fijne smaak van Norine Pletts’ citroenboterkoek, en vond dat zulk fijn gebak alleen afkomstig kon zijn van Lorelei’s Sunrise Bakery. Glimlachend hulde Norine zich echter in een raadselachtig stilzwijgen. En verdorie! Cathy Kennedy liep net de deur uit.
‘De zoon van mijn zwager is single. Wil je zijn telefoonnummer? Zal ik hem voor je bellen? Hij heeft wel een klierprobleem, dus hij zweet overvloedig, maar hij is heel aardig. Ik zal zeggen dat je hem belt. Mooi! Oké. Toedeloe.’
‘Hoeft niet, Mrs. –’ Maar Carol was hem al op een efficiënte power walking-manier gesmeerd.
Faith liep op Goggy af, die nog steeds Norine het vuur na aan de schenen legde over haar baktechnieken. ‘Als je geen bakpoeder hebt gebruikt, Norine, hoe kunnen ze dan zo luchtig zijn? Vertel het maar.’
‘Familierecept,’ zei Norine, naar Faith glimlachend.
‘Goggy? Ik ga zo de auto uitpakken, oké? Ik zie je wel als je hier klaar bent. Neem gerust de tijd.’
Haar oma’s gezicht kreeg een tragische uitdrukking terwijl ze zich tot haar mede-lutheranen wendde. ‘O ja, dat is waar ook. Ze laat míj in de steek, moeten jullie weten. Ze gaat… verhuizen. Ze had bij ons kunnen blijven, maar nee hoor, die jongelui moeten allemaal zo nodig een eigen huis hebben.’ Ze zuchtte treurig, waarmee ze een Grieks koor van afkeurend gemompel ontketende.
‘Tot ziens, dames! Bedankt dat ik erbij mocht zijn.’ De afkeuring maakte plaats voor knuffels, klopjes, waarschuwingen om vooral uit te kijken bij het oversteken en haar deur goed af te sluiten voordat ze naar bed ging, zodat haar keel niet doorgesneden zou worden.
Ze vertrok uit de kelder van de kerk en moest buiten met haar ogen knipperen tegen de felle zon.
Het was een van die perfecte middagen van eind september, helder en koel, de lucht bezwangerd van de geur van verkleurende bladeren en pompoenensoep uit de kleine lunchroom aan het plein. Een sliert kleuters, die allemaal een touw vasthielden, stak de straat over. Het was woensdag, en ’s woensdags was het over het algemeen rustig. Een paar mensen slenterden op straat of stonden voor de etalage van Presque Antiques en Unique Boutique.
Twee dagen geleden had Faith Honor gevraagd of ze een appartement kende dat te huur was. Vijf tellen later had Honor Sharon Wiles aan de telefoon. Er was niet alleen een appartement beschikbaar, het was het modelappartement, het enige in het gebouw dat nog niet verhuurd was maar wel gemeubileerd was. Wanneer wilde Faith erin trekken? Faith moest het Honor nageven; ze wist alles en kende iedereen.
Achter in de auto lagen twee koffers, een paar dozen met keukenspulletjes waarvan Goggy nadrukkelijk had gezegd dat ze niet zonder kon, en Blue, die met een smerige tennisbal in zijn bek netjes zat, zijn kop schuin, alsof hij via telepathie haar wilde bewegen de bal te gooien.
‘Dag, lieve pup van me!’ zei Faith. ‘Hou je zoveel van je bal? Is hij lekker slijmerig?’ Kwispelend zat Blue aangenaam te puffen. Sharon Wiles was niet bepaald enthousiast over Blue, maar ze kon niet ontkennen dat hij prachtig was, welgemanierd en ja, in principe een hulphond. Om die reden mocht hij immers ook in restaurants!
Faith tilde een doos uit de auto en liep naar het Opera House; de hond liep mee in haar kielzog. Haar nieuwe woning was heel prettig gesitueerd, niet direct aan het plein en recht tegenover Lorelei’s Sunrise Bakery. Verder was er een nieuwe chocolatier die Faith heel graag wilde subsidiëren. Maar eerst zou ze het zich gezellig maken, het bed verschonen, koffie zetten en haar kleren uitpakken. Goggy zou ook langskomen, ze wilde er zeker van zijn dat het appartement dan redelijk schoon was.
Heel even stelde Faith zich voor dat haar moeder haar hielp verhuizen. In Faiths hoofd was Connie Holland heel mooi ouder geworden: ze zou jeans dragen, een T-shirt en gymschoenen van Converse. Lachend zouden ze het appartement herinrichten, iets wat mama heerlijk vond om te doen. Ze zouden koekjes halen bij Lorelei en gezellig met elkaar kletsen, misschien over Jeremy. Faith had zich wel duizend keer afgevraagd of mama het geweten zou hebben.
En dat alles zou misschien mogelijk geweest zijn, hielp Faith zichzelf herinneren, als het niet anders was gelopen door haar.
‘Kom, Blue.’ Faith deed de deur open en ging, gevolgd door haar hond met de bal in zijn bek, de brede trap op naar de tweede etage. Haar appartement, nummer 3A, keek uit op Lorelei’s bakkerij. Wat een genot! Ze zou wakker worden met de geur van versgebakken brood. Ze zette de doos weg en frommelde in haar zak naar de sleutels.
De deur van 3C ging open, en daar stond Levi Cooper in vol ornaat. In zijn voorhoofd verscheen een rimpel. ‘Wat doe jij hier?’ vroeg hij.
Blue sprong op Bromsnor af en liet de bal vallen. Toen Levi de bedoeling niet begreep, pakte de hond de bal weer op en liet hem opnieuw vallen, herhaaldelijk, zonder zich er iets van aan te trekken dat Levi naar Faith loerde als een python naar een muis. Dat nanoseconde durende klikje tussen hen op de schietbaan was duidelijk een hersenspinsel van haar geweest.
‘Levi. Wat een verrassing! Zijn we buren?’ Faith hield haar toon luchtig en opgewekt, maar er kroop een blos tintelend vanaf haar borst omhoog. Toegegeven, de huisvestingsmogelijkheden waren beperkt, en het Opera House was het enige flatgebouw in de stad, dus kom op zeg.
‘Kom je hier dan wonen?’ vroeg Levi.
‘Heb je het door? Verbijsterend! Je mag nooit meer raden! Hier, hou even vast.’ Ze wachtte zijn reactie niet af, maar reikte hem de doos gewoon aan.
‘Dus je komt hier wonen.’
‘Jeetje, je lijkt wel paranormaal begaafd. Spannend, hoor. Maar frons niet zo. Voor je het weet heb je een botoxbehandeling nodig.’ Blue liet nog steeds de bal vallen en raapte hem weer op in een poging de domme man een hint te geven. Faith had de deur nu opengemaakt en vroeg de doos weer terug. ‘Tot kijk, buurman.’ Ze ging het gezellige kleine appartementje in, zette de doos neer en keek vervolgens door het deurspionnetje. Hij was weg.
Levi Cooper woonde dus op nummer 3C. Geen probleem. Vrij land en zo. Ze zouden elkaar waarschijnlijk nooit zien. Ook prima. Oké, ze zouden elkaar zo nu en dan zien.
Ze wist niet zeker hoe ze zich daaronder voelde.
Blue snuffelde in alle hoeken. De hond had gelijk. Dit was hun nieuwe huis, in ieder geval een tijdje. Sharon had haar een maandcontract gegeven, want een beetje opbrengst was altijd beter dan geen opbrengst.
En het appartement was schitterend. De originele smalle berkenhouten vloerdelen lagen er nog, die na honderdvijftig jaar behoorlijk uitgesleten waren maar nu hoogglanzend gepolijst waren. Het feitelijke theatergedeelte van het operahuis was op de vierde verdieping. Faith stelde zich voor dat de tweede verdieping een werkplaats was geweest voor het bouwen van decors of opslag van kostuums en dergelijke. Vanaf de ramen aan de voorzijde kon ze niet alleen de verrukkelijke geuren van de bakkerij opsnuiven, maar ving ze ook een glimp op van Keuka en had ze een fraai uitzicht op het plein.
De keuken had granieten aanrechtbladen, een kookeiland en een ingebouwd wijnrek. Er was een piepklein studeerkamertje waar ze haar computer kon neerzetten en eventuele partners kon stalken voor haar vader én voor haarzelf. En waar ze kon werken natuurlijk. Naast de schuur en de binnenplaats van de bibliotheek lagen er een ontwerpverzoek van een andere wijngaard aan de andere kant van het meer en van twee privéwoningen.
De deur ging open. Goggy kwam binnen met een kleine doos in haar hand, gevolgd door Levi met twee grotere. ‘Kijk eens wie ik gevonden heb,’ kirde Goggy. ‘Levi Cooper, onze politiechef!’
‘Ik weet wie hij is, Goggy,’ zei Faith. ‘Dank je, Levi.’
‘Graag gedaan.’ Hij zette de twee dozen op de tafel. ‘Kan ik nog iets voor jullie doen, ladies?’
‘Je was geweldig!’ zei Goggy. ‘Was hij niet geweldig, Faith?’
‘Ge-wel-dig.’
‘Dan wens ik jullie een fijne dag.’ Hij glimlachte naar Goggy. Natuurlijk niet naar haar. Daarna vertrok hij.
‘Fijn dat je me helpt,’ zei Faith, de bejaarde dame omhelzend.
‘O, lieverd, ik vind het zo heerlijk om nódig te zijn,’ zei haar oma. Op haar zachte, gerimpelde wangen verscheen een aandoenlijke roze blos. ‘Dank je dat je me hebt gevraagd. Ik heb nooit een meisje gehad, weet je.’
‘Dat weet ik.’ Faiths glimlach werd breder. Goggy vermeldde vaak overbekende feiten alsof ze die voor de eerste keer openbaarde. ‘Dus jij en Pops redden het wel zonder mij?’
Goggy draaide de warmwaterkraan open en maakte een sopje voor de vaat. Ze geloofde niet in afwasmachines. ‘Ja hoor,’ antwoordde ze. ‘Het was fijn om iemand te hebben die de sleur voor ons doorbrak.’
Schuldgevoel maakte een radslag door Faiths hart. ‘Ik zal iedere dag even aanwippen,’ zei ze.
‘Welnee, dat hoeft niet. Ik begrijp het toch,’ zei Goggy. Ze deed de eerste doos open en begon glazen in het hete sop te doen. ‘Ik benijd je. Ik zou er niets op tegen hebben om zo’n gezellig appartementje te hebben en er alleen te wonen. Om opnieuw te beginnen.’
Faith keek haar verbaasd aan. Niet iets wat je verwachtte van een vierentachtig jaar oude vrouw. Of misschien juist wel?
‘Hoe is het om zo lang getrouwd te zijn?’ vroeg Faith, terwijl ze een andere doos openmaakte.
‘O, ik weet niet,’ antwoordde Goggy. ‘Soms heb ik het gevoel dat je grootvader geen idee heeft wie ik ben. Ik weet zeker dat hij denkt alles geleerd te hebben wat er te leren viel in de eerste week na ons trouwen, en dat er sindsdien niets nieuws is geweest. Maar dat is er wel! Soms wil ik hem iets vertellen over een boek dat ik heb gelezen of iets wat iemand in de kerk heeft gezegd, maar hij luistert nauwelijks.’
Faith maakte een meelevend geluid. ‘Je was ook zo jong toen je trouwde,’ zei ze. Haar grootouders kenden elkaar pas een maand toen ze trouwden. In die tijd ging dat zo.
‘Vertel mij wat!’ zei Goggy.
‘Het was zeker liefde op het eerste gezicht.’
Goggy snoof geringschattend. ‘Nauwelijks, lieverd. Hij had land, wij hadden een beetje geld, hij kwam net uit dienst, en onze families keurden het goed.’
‘Hield je van hem?’
Goggy’s gezicht werd hard. ‘Wat is liefde nu helemaal?’ Ze waste een glas zo hard dat Faith voor de toekomst ervan vreesde.
‘Wil je misschien even gaan zitten, Goggy?’ vroeg Faith. ‘Laten we een bakkie doen en even gezellig babbelen.’
Haar oma keek haar aan met een zachte uitdrukking in haar ogen. ‘Goed idee, lieverd. Niemand vindt dat ik veel te melden heb tegenwoordig. Alleen jij.’
Faith zette koffie, dankbaar voor haar snelle koffiezetapparaat. Ze zette een kopje voor Goggy neer en ging naast haar oma zitten.
‘Ik was verloofd met een jongen die in de oorlog is gesneuveld,’ zei Goggy. Faith verslikte zich van verbazing. Goggy klopte haar afwezig op haar rug. ‘Hij heette Peter. Peter Horton.’
Goggy vertelde dat Peter een buurjongen was, de zoon van de melkboer. Zijn moeder was Brits, wat hem een heel bijzonder aanzien gaf. Ze hadden verkering. Maar Peter zou gaan vechten in de oorlog. ‘Want dat was wat de mensen in die tijd deden, Faith, of je nu rijk was of arm. Zelfs Hollywoodacteurs werden soldaat.’ Als hij terug was, zouden ze trouwen.
Hij sneuvelde in Frankrijk, en Goggy was daarna soort van onverschillig geworden. John Holland, waarom niet? Ze wilde kinderen, en in die tijd was er voor vrouwen weinig keus. ‘Maar ik denk nog steeds aan hem, Faith,’ zei Goggy nu. Haar stem klonk kalm en vriendelijk. ‘Soms, wanneer ik de was doe of naar boven ga, vraag ik me af of hij me nog zou herkennen. Ik vraag me dan af of we gelukkig zouden zijn geweest. Ik denk het wel. Hij zou me bloemen gegeven hebben die hij zelf in een weide had geplukt, gedichten voor me geschreven hebben en in de kerk stiekem met me hebben geflirt.’
‘Een kanjer, zo te horen,’ zei Faith, een traantje wegpinkend met een servet. Haar hart bloedde nu ze wist dat een smoorverliefde Goggy ooit zo aandoenlijk het hof was gemaakt.
‘Dat was hij ook.’ Goggy zei een poosje niets. ‘Je opa deed nooit echt zijn best. Ik was een uitgemaakte zaak.’ Met haar blik op Faith gericht pakte Goggy haar hand en gaf er een kneepje in. ‘Dus in zekere zin begrijp ik hoe jij je moet voelen over Jeremy. Je trouwde niet met de liefde van je leven, en je zult degene met wie je trouwt altijd met hem blijven vergelijken.’
‘Nou, dat hoop ik dus niet,’ zei Faith. ‘Maar, Goggy, het spijt me vreselijk. Het is zo’n verdrietig verhaal. Waarom heb je het me nooit eerder verteld?’
‘Dat weet ik niet,’ antwoordde ze. ‘Wie wil er nou luisteren naar de verhalen van een oude vrouw?’ Met een zucht stond Goggy verrassend energiek uit haar stoel op. ‘Kom, we gaan schoonmaken. Oppervlakkig bekeken lijkt dit huis best schoon, maar die kastjes bevatten misschien horden bacteriën.’
Om drie uur ’s nachts werd Faith wakker met een idee. Het eerste evenement in de schuur op Blue Heron zou een huwelijksfeest voor haar grootouders zijn. Ze zou de plek op tijd klaar kunnen hebben, of tenminste grotendeels, en dan zou ze een groots feest voor hen organiseren. Wie weet zouden Goggy en Pops zich dan een paar mooie momenten herinneren. Een beetje liefde. Je kon toch niet zesenhalf decennium met elkaar getrouwd zijn zonder van je huwelijkspartner te houden?
Arme Goggy. Hoe moeilijk moest het voor haar zijn geweest dat zo’n idyllische liefde had plaatsgemaakt voor een ‘nuttige verbintenis’ met Pops, terwijl ze zich bleef afvragen hoe het leven eruit had gezien als Peter van de oorlog was teruggekeerd. Ook papa had zoiets meegemaakt, ook zijn leven was zo anders gelopen dan hij het zich had voorgesteld.
Ze wou maar dat ze Jeremy kon bellen om zijn vriendelijke stem te horen. Misschien had haar oma gelijk… Ze zou nooit iemand vinden die zich kon meten met haar eerste liefde. Net zoals Goggy. Net zoals papa.
Gatver. Ze was een beetje aan het huilen.
Zacht snurkend kwispelde Blue in zijn slaap. Het aangenaam ongewone maanlicht verdeelde haar kamer in koele witte plakken. Uit de keuken kwam het geluid van de koelkast die aansloeg. Verder was het stil.
Ze kon net zo goed opstaan en het productieschema voor de schuur bekijken. Ze liep blootsvoets naar haar kantoortje, plichtmatig gevolgd door Blue met de bal in zijn bek. Toen zij aan haar bureau ging zitten, plofte hij aan haar voeten neer alsof ze hier al jaren woonden in plaats van uren. Faith wreef haar voet door zijn dikke vacht heen, waarvoor ze door het beestje met een zacht gebrom werd beloond. Met een hond kon je nooit echt eenzaam zijn, zoveel was zeker.
Nadat ze haar computer had aangezet, merkte ze iets op: het appartement rook naar chocolade. Helemaal niet verkeerd, maar wel een beetje vreemd.
Was de bakkerij al open? Nee. Daar brandde nog geen licht.
Ze liep naar de deur en deed hem open op een kier. Het was donker in de gang, maar onder de deur van 3C kwam licht door, en hier was de chocoladegeur sterker. Ook Blue stak likkebaardend zijn kop door de deuropening.
Levi was aan het bakken.
Aan het bakken om zeventien minuten over drie ’s nachts?