15
Kate deed alsof ze al haar aandacht bij het verkeer hield, maar dat viel niet mee. Sinds ze Tully na haar sollicitatiegesprek had opgepikt, was ze continu aan het woord. Steeds maar weer sprak ze over ‘hun’ oude jongemeisjesdroom. ‘We zijn er bijna, Kate. Zodra ik een baan als presentatrice heb, zorg ik ervoor dat ze jou als verslaggever inhuren.’
Kate wist dat ze Tully eindelijk uit de droom van een gezamenlijke carrière moest helpen. Ze was het zat om Tully alsmaar te volgen, en bovendien wilde ze haar baan helemaal niet opgeven. Ze had eindelijk een reden om te blijven waar ze was.
Johnny.
Hoe meelijwekkend was dat? Hij hield niet van haar, maar toch hoopte ze dat ze kans bij hem zou maken als Tully eenmaal weg was.
Het was belachelijk en gênant, maar haar dromen concentreerden zich meer op hem dan op radio en televisie. Niet dat ze dat ooit zou uitspreken. Van universitair geschoolde vrouwen van vijfentwintig werd verwacht dat ze van veel geld droomden, van hoge posities en dat ze aan het hoofd zouden komen te staan van bedrijven die destijds hadden geweigerd hun moeder in dienst te nemen. Echtgenoten moest je voor je dertigste vermijden. Trouwen en kinderen krijgen kon altijd nog, was het bekende devies. Je gaf jezelf niet op voor hén.
Maar stel dat je meer naar hén verlangde dan naar een succesvolle carrière? Daar werd nooit over gesproken. Kate wist dat Tully om zulke gedachten zou lachen, zou zeggen dat Kate in de jaren vijftig was blijven hangen. Zelfs haar moeder zou zeggen dat ze verkeerd bezig was en vervolgens dat beladen woord gebruiken: spijt.
‘Hé, je hebt de afslag gemist.’
‘O, sorry.’ Kate nam de afslag erna, sloeg daarna twee keer rechtsaf en kwam voor Chads huis tot stilstand. ‘Ik wacht hier wel. Ik moet The Talisman nog uitlezen.’
Tully duwde het portier niet meteen open. ‘Hij begrijpt wel waarom ik nog niet met hem kan trouwen. Hij weet hoeveel dit voor me betekent.’
‘Zeker weten,’ beaamde Kate.
‘Wens me succes.’
‘Dat doe ik toch altijd?’
Tully stapte uit en liep naar de voordeur.
Kate sloeg haar boek open en dook in het verhaal. Toen ze pas veel later weer opkeek, zag ze dat het was gaan regenen.
Tully had al terug moeten zijn om haar te vertellen dat ze naar huis kon omdat ze bij Chad bleef slapen. Kate klapte het boek dicht en stapte uit de auto. Terwijl ze over het betonnen tuinpad liep, bekroop haar het gevoel dat er iets mis was.
Ze klopte twee keer aan en duwde daarna de deur open.
In de lege woonkamer trof ze Tully huilend op haar knieën aan.
Tully overhandigde haar een vel papier dat nat was van de tranen. ‘Lees maar.’
Kate hurkte en keek naar het zwarte handschrift.
Lieve Tully,
Ik heb jou bij KLUE aanbevolen, dus ik weet alles over de baan waarover je me komt vertellen, en ik ben trots op je, lieverd. Ik wist dat je het kon.
Toen ik de baan bij Vanderbilt accepteerde, wist ik wat het voor ons betekende. Ik hoopte… maar ik wist het.
Je wilt veel van deze wereld, Tully. Ik wil alleen maar jou.
Geen perfecte combinatie, hè?
Maar vergeet nooit dat ik altijd van je zal blijven houden.
Zet de wereld in vuur en vlam.
Hij had de brief ondertekend met C.
‘Ik dacht dat hij van me hield,’ zei Tully toen Kate haar de brief teruggaf.
‘Zo klinkt het wel.’
Kate keek haar vriendin aan en hoorde de verre echo van alle keren dat Tully door haar moeder was verlaten. ‘Heb je ooit gezegd dat je van hem hield?’
‘Dat kon ik niet.’
‘Misschien hield je dan ook wel niet van hem.’
‘Of misschien wel,’ zei Tully met een zucht. ‘Het is alleen zo verdomd moeilijk om in te geloven.’
Dat was het fundamentele verschil tussen hen. Kate geloofde met heel haar hart in de liefde; helaas was ze verliefd geworden op een man die niet wist dat ze bestond. ‘Het enige wat nu belangrijk is, is je carrière. Je hebt nog genoeg tijd voor de liefde en het huwelijk.’
‘Ja, zodra ik het heb gemaakt.’
‘Precies.’
‘Dan zal er beslist iemand van me houden.’
‘De hele wereld zal van je houden.’
Maar later, lang nadat Tully ‘Hij kan barsten’ had gezegd en daarbij enigszins wanhopig had gelachen, spookten Tully’s laatste woorden nog steeds door haar hoofd, en ineens maakte ze zich zorgen.
Stel dat op een dag de hele wereld van Tully hield, en dat dat nog niet genoeg was?
Tully was vergeten hoe lang en eenzaam een nacht kon zijn. Jarenlang was Chad haar beschermheer geweest, haar veilige haven. Met hem had ze geleerd vredig ademend te slapen, terwijl ze alleen maar droomde over haar zonnige toekomst. En omdat hij van haar hield, sliep ze in haar eigen bed ook goed, getroost door de wetenschap dat ze zo naar hem toe kon gaan.
Ze sloeg het dekbed terug en stapte uit bed. Een snelle blik op de wekker op het nachtkastje leerde haar dat het even na twee uur ’s nachts was.
In de keuken zette ze de waterkoker aan en wachtte tot het water kookte.
Misschien had ze er fout aan gedaan. Misschien was de leegte die ze nu voelde wel liefde. Maar als ze van hem hield, wat moest ze dan? Moest ze hem naar Tennessee volgen, in een huis van de universiteit gaan wonen en Mrs. Wiley worden? Hoe werd ze dan ooit de volgende Jean Enersen of Jessica Savitch?
Ze pakte een grote KVTS-mok uit de kast en schonk haar thee in, waarna ze naar de woonkamer liep en op de bank ging zitten. Ze sloot haar ogen en probeerde haar hoofd leeg te maken.
‘Kun je niet slapen?’
Ze keek op en zag Kate in de deuropening staan. Ze droeg het flanellen nachthemd dat ze al jaren had. Tully had haar er altijd mee geplaagd door te zeggen dat ze daarin op een van de Waltons leek, maar vanavond deed de vertrouwdheid haar goed. Grappig dat een kledingstuk je herinnerde aan zoveel jaren samen – pyjamafeesten, oefenen met make-up en op zaterdagochtend met ontbijt op schoot naar tekenfilmpjes kijken. ‘Sorry als ik je heb gewekt.’
‘Je loopt als een olifant door het huis. Is er nog thee?’
‘Het water in de waterkoker is nog warm.’
Kate liep naar de keuken en kwam terug met een kop thee en een doos koekjes. Terwijl ze de doos tussen hen in zette, ging ze met haar gezicht naar Tully toe zitten en leunde tegen de armleuning van de bank. ‘Gaat het?’
‘Ik heb verrekte pijn in mijn schouder.’
‘Wanneer heb je je laatste pijnstiller gehad?’
‘Een tijd geleden.’
Kate zette haar kopje neer, liep naar de badkamer en kwam terug met een paracetamol en een glas water.
Tully nam de tablet van haar aan en spoelde hem weg.
‘Goed,’ zei Kate terwijl ze weer ging zitten. ‘Ga je me nu vertellen wat er echt aan de hand is?’
‘Nee.’
‘Kom op, Tully. Ik weet dat je aan Chad zit te denken en dat je je afvraagt of je de juiste beslissing hebt genomen.’
‘Dat is het probleem met hartsvriendinnen: ze weten te veel.’
‘Misschien.’
‘En wat weten jij en ik nou van de liefde?’
Kates gezicht nam die droevige, semi-veroordelende blik aan waar Tully zo’n hekel aan had. Het was bijna een arme-Tully-blik. ‘Ik weet hoe liefde voelt,’ zei ze rustig. ‘Misschien niet wat verliefd zijn is, of hoe het voelt als er iemand van je houdt, maar ik weet hoe het voelt om zelf van iemand te houden en hoeveel pijn dat kan doen. Als je echt van Chad hield, zou je het hebben geweten en zat je nu in Tennessee. Als ik van iemand hield, zou ik het tenminste weten.’
‘Alles is altijd zo zwart-wit bij jou. Hoe kan het toch dat jij altijd weet wat je wilt?’
‘Jij weet ook wat je wilt, Tully. Dat heb je altijd geweten.’
‘Dus ik kan niet verliefd worden? Is dat mijn prijs voor roem en succes? Altijd maar alleen zijn?’
‘Natuurlijk kun je verliefd worden. Je moet het jezelf alleen toestaan.’
De woorden hadden Tully moeten troosten; ze waren hoopvol bedoeld, dat wist ze, maar ze kon het optimisme niet voelen. Na Kates woorden voelde ze zich nog kouder en leger. ‘Er ontbreekt iets bij mij,’ verzuchtte ze kalm. ‘Mijn vader zag het als eerste, wie hij ook moge zijn. Hij zag het en sloeg op de vlucht. En dan heb ik het nog niet eens over mijn geliefde moeder. Ik ben… eenvoudig in de steek te laten. Waarom is dat?’
‘Er ontbreekt helemaal niets bij je, Tully. Juist het tegenovergestelde is waar: je bent méér dan de meeste mensen. Je bent heel, héél speciaal, en als Chad dat niet zag – of niet kon wachten totdat je klaar voor hem was – dan was hij niet de juiste man voor jou. Misschien is dat wel normaal met een oudere man: hij is klaar om te landen, terwijl jij net opstijgt.’
‘Dat is waar. Ik ben jong, dat was ik vergeten. Dat had hij moeten begrijpen, hij had op me moeten wachten. Ik bedoel, als hij echt van me hield, had hij me toch niet in de steek gelaten? Zou jij iemand van wie je houdt in de steek laten?’
‘Dat hangt ervan af.’
‘Waarvan?
‘Of ik dacht of hij ooit ook van mij zou gaan houden.’
‘Hoe lang zou je wachten?’
‘Heel lang.’
Tully voelde zich voor het eerst sinds ze Chads brief had gelezen beter. ‘Je hebt gelijk. Ik hield van hem, maar hij kennelijk niet van mij. In elk geval niet genoeg.’
Kate fronste haar wenkbrauwen. ‘Dat zei ik niet.’
‘Maar wel ongeveer. We zijn veel te jong om ons door liefde te laten binden. Hoe kon ik dat vergeten?’ Ze omhelsde Kate. ‘Wat had ik toch zonder jou gemoeten?’
Pas veel later, na een lange, slapeloze nacht, toen Tully in bed naar de zonsopgang lag te kijken, kwamen haar eigen woorden in alle heftigheid weer bij haar terug: eenvoudig in de steek te laten.