Hoofdstuk 9
Carrie werd glimlachend wakker. Ze was warm en droog en ze wist dat Tem veilig naast haar lag. Ze voelde een warme hand op haar wang. Ze hield haar ogen dicht en draaide haar hoofd een beetje opzij, zodat de hand over haar mond lag.
'Carrie,' fluisterde Josh. Ze deed haar ogen open. Hij was al aangekleed en zat naast haar op de grond. Het was koud in de grot. Het was opgehouden met regenen, maar het was nog wel donker. Toen ze naar Josh lachte, trok hij plotseling zijn hand terug.
'Ik bijt niet hoor,' zei ze slaperig. 'Is alles goed?'
'Ik ga de mensen waarschuwen dat ze niet meer naar Tem hoeven te zoeken.'
Carrie was meteen wakker. 'Dat was ik helemaal vergeten. Denk je dat ze de hele nacht gezocht hebben?'
'Mijn broer kennende is hij pas naar het dorp gegaan toen de bui voorbij was. Hij is niet iemand die nat wil regenen alleen omdat er een kind vermist wordt.'
Carrie keek hem ongelovig aan.
'Als jij hier bij Tem blijft, ga ik iedereen waarschuwen.' Hij aarzelde even. 'Wil je dat doen?'
Ze lachte. 'Als ik een bevel redelijk vind, gehoorzaam ik altijd.'
Hij lachte even. 'Als een van jouw broers commando's geeft aan zijn matrozen en die matrozen gehoorzamen niet omdat ze het niet eens zijn met het commando, wat gebeurt er dan?'
Ze keek hem quasi onschuldig aan. 'Je denkt toch niet dat ik precies weet wat er zich allemaal op zo'n schip afspeelt? Ik denk dat ik diep geschokt zou zijn als ik zou horen wat die mannen allemaal uitspoken.'
Josh lachte weer naar haar. Carrie keek naar zijn lieve, warme gezicht en zijn mooie witte tanden. Ze voelde zich wat slapjes worden. Ze had nog nooit zo'n aantrekkelijke man gezien. Ze kwam wat overeind en steunde op haar ellebogen. 'Josh,' begon ze, 'denk je dat...'
Hij legde een vinger tegen haar lippen en ging toen plotseling staan, alsof hij zich gebrand had. 'Wacht hier en zorg dat Tem warm blijft.'
Ze knikte naar hem en daarna liep hij de grot uit.
Toen ze opstond en zich aankleedde, zag ze dat Josh het vuur weer had aangestoken. Hij had ook een pot thee gezet. Carrie schonk een mok thee in en glimlachte. Hij was dan misschien geen goede boer, hij kon wel heel goed voor mensen zorgen. En hij kon ook uitstekend paardrijden en klimmen. En hij wist ook wat liefde was.
'Ik wilde wel dat hij toegaf dat hij van mij houdt,' zei ze hardop tegen zichzelf. Ze liep naar de opening van de grot en keek naar de zon die aan het opkomen was.
Tegen de tijd dat Josh, Carrie, de kinderen en Choo-choo weer bij elkaar in het gezellige kleine huis zaten, was het al bijna middag. Mevrouw Emmerling was net vertrokken. Het huis was schoon, er lag een stapel boterhammen met ham klaar, er stond een pan bonensoep op het vuur en er stonden twee appeltaarten in de oven.
'Ik heb honger,' zei Tem.
Op weg naar huis had Josh zijn zoon stevig vastgehouden, alsof hij haast niet kon geloven dat hij hem weer veilig en wel terug had. Maar nu keek hij Tem ernstig aan. 'Wij moeten eens even met elkaar praten,' zei Josh. Tem trok een verbaasd gezicht.
Carrie ging met Dallas naar buiten terwijl Josh zijn zoontje 'onder handen' nam.
Ze gingen onder een boom zitten met een stapeltje boterhammen en twee bekers melk. Dallas speelde met Choo- choo. Carrie keek naar het huis. 'Denk je dat je vader... dat hij Tem, je weet wel?' vroeg ze aan Dallas.
'Dat hij hem een pak op zijn sodemieter geeft?' vroeg Dallas.
'Hoe kom je aan die uitdrukking?'
'Oom Hiram zegt altijd dat wij dat nodig hebben. Hij zegt dat papa ons af en toe een pak op onze sodemieter moet geven omdat dat goed voor ons zou zijn.'
'O ja?' Carrie klonk strijdlustig. 'En wat zegt je vader daarvan?'
'Papa zegt nooit veel tegen oom Hiram. Hij luistert wel, maar hij zegt haast nooit iets terug.' Ze voegde er fluisterend aan toe: 'Volgens mij vindt papa oom Hiram helemaal niet aardig.'
Carrie wilde zeggen dat Josh zijn eigen broer vast wel aardig zou vinden, maar ze kon het niet over haar lippen krijgen. Het leek haar zelf ook niet bepaald een prettige man. 'Denk je dat je vader Tem zal slaan?'
Dallas lachte sluw naar Carrie. 'Nee. Dat doet hij nooit. Hij praat alleen maar.'
Carrie lachte. Haar eigen vader had zijn kinderen ook nooit geslagen, hoewel de meeste mensen er net zo over dachten als oom Hiram en vonden dat zij en haar broers af en toe een flink pak slaag nodig hadden.
Na een tijdje kwam Josh eindelijk naar buiten met Tem achter zich aan. Josh zag er beroerd uit, maar Tem straalde van vrolijkheid. Carrie dacht dat het nu pas tot Josh door begon te dringen dat zijn zoon bijna omgekomen was. Tem scheen de nachtelijke gebeurtenissen alleen maar als een groot avontuur te beschouwen.
Ze liep naar Josh toe en stak haar arm door de zijne. Hij probeerde zich los te maken, maar ze hield hem stevig vast. 'Ik vind dat we vandaag maar eens vrij moeten nemen,' zei ze. 'Geen onkruid wieden en geen andere dingen die moeten gebeuren.'
Josh keek haar ironisch aan. 'Volgens mij vind jij dat elke dag een vrije dag moet zijn.'
'Dank je,' antwoordde ze. 'Dat beschouw ik als een compliment.'
De ironische blik verdween van zijn gezicht en hij begon vriendelijk k te glimlachen.' Oké, jij je zin. Geen onkruid vandaag.' Hij keek weer naar Carrie en zei toen plagerig: 'En geen afwas, geen gepoets en geboen. Voor één keer mag je doen wat je maar wilt. Wees maar eens een dagje lekker lui.'
Ze vond het niet leuk dat hij impliceerde dat ze nooit iets uitspookte. 'Ik ben helemaal niet lui,' zei ze gekwetst. Maar toen zag ze dat hij haar maar wat plaagde. Ze haalde uit om hem een klap te geven, maar hij ontweek haar en liep weg. Carrie rende achter hem aan maar kon hem niet te pakken krijgen. Toen ze elkaar vrolijk achternazaten, verscheen er een brede glimlach op het gezicht van Tem. Dallas lachte en klapte in haar handen en Choo-choo begon opgewonden te blaffen.
Carrie kon Josh niet te pakken krijgen. Ze rende op hem af, maar hij deed een stap terug en pakte haar stevig vast. Ze stond met haar rug naar hem toe en hij hield haar armen stevig vast.
'Ik ben niet lui,' zei Carrie, terwijl ze zich los probeerde te maken.
'Je bent de luiste vrouw die ik ooit heb meegemaakt,' zei Josh. Zonder na te denken beet hij haar in haar oorlel en kuste haar nek.
Carrie verzette zich niet meer en leunde tegen hem aan. Ze deed haar ogen dicht.
Op dat moment besloot Choo-choo, die niet begreep wat er gebeurde, zijn tanden in het been van Josh te zetten.
Josh gaf een schreeuw, liet Carrie los en rende achter de hond aan.
'Rennen, Choo-choo!' riep Carrie.
Josh pakte het hondje op en dreigde dat hij hem de nek om zou draaien. De twee kinderen bestormden hun vader en probeerden hem op de grond te krijgen. Josh liet de hond los, tilde beide kinderen op en draaide met ze in het rond. Choo-choo, die kennelijk dacht dat nu de twee kinderen werden aangevallen, liep blaffend op Josh af. Daarop begon Josh de hond weer achterna te zitten, met zijn kinderen nog in zijn armen.
Carrie begon de kinderen nu ook te helpen en met z'n vieren rolden ze over de grond. Josh schreeuwde dat ze te zwaar voor hem waren en dat hij platgedrukt werd. Dallas en Tem kregen de slappe lach en Carrie begon ook te giechelen. Josh rolde met de twee kinderen en Carrie in zijn armen over de grond, waarbij hij ervoor zorgde dat ze zich niet bezeerden.
Toen ze al rollend bij de rand van het bos waren aanbeland, ging Josh plat op zijn rug liggen en verklaarde dat hij uitgeput was en dat hij aan het doodgaan was.
Carrie, die half op Josh en half op het gras lag, zag meteen dat dit voor de kinderen een bekend spelletje was.
'Hoe kunnen we je beter maken?' vroegen ze tegelijk met opgewonden, vrolijke stemmetjes. Ze waren dolgelukkig dat hun vader weer zo vrolijk was.
'Kusjes,' zei Josh, en beide kinderen begonnen de gladgeschoren wangen van hun vader te bedekken met kusjes.
'Jij ook!' zei Dallas tegen Carrie.
Josh deed zijn ogen open. 'Ik denk niet dat...'
Maar hij maakte zijn zin niet af, omdat Carrie al boven op hem was gaan liggen en haar lippen op de zijne had gedrukt. Ze had niet veel ervaring met zoenen, maar Josh kennelijk wel. Hij legde zijn hand om haar nek en maakte haar op een verrukkelijke manier duidelijk dat ze haar mond open moest doen.
Carrie had nog nooit zoiets goddelijks gevoeld. Haar gebrek aan ervaring werd ruimschoots goedgemaakt door haar enthousiasme. Ze probeerde haar armen om hem heen te slaan, maar omdat hij op de grond lag, lukte dat niet. Maar Josh rolde haar op de grond en ging boven op haar liggen, zonder zijn mond van de hare te halen.
Ze sloeg haar armen om hem heen en kreunde toen ze zijn tong tegen haar tong voelde. Ze hield hem nog steviger vast.
Toen Josh zich losmaakte, maakte ze een protesterend geluid en deed toen haar ogen open. Hij keek naar de kinderen.
Tem en Dallas waren ieder aan een kant van Josh en Carrie gaan liggen. Ze keken onbeschaamd en nieuwsgierig toe.
Carrie voelde dat ze begon te blozen.
'Ik denk dat je het liefste door Carrie gezoend wordt,' zei Dallas ernstig, alsof ze een wetenschappelijke ontdekking had gedaan.
Josh antwoordde ad rem: 'Carrie had nog een beetje jam op haar mond en dat probeerde ik eraf te halen.'
'Op haar tong?' vroeg Tem geschokt.
Daarop begonnen Josh en Carrie, die elkaar nog steeds stevig vasthielden, te lachen.
'Ik snap trouwens niet waarom mensen meer dan één kind krijgen,' zei Josh terwijl hij opstond en Carrie een hand toestak om haar overeind te helpen. 'Na het eerste moet het toch tot ouders doordringen dat ze geen privé-leven meer hebben.'
'Daarom slapen de meeste echtparen ook samen in één kamer,' zei Carrie. 'Met de deur dicht.'
Josh grinnikte. 'Daar heb jij weer gelijk in. Nou, ik heb gehoord dat Carrie zo goed kon vissen. Een meisje dat goed kan vissen? Laat me niet lachen!'
Dat lieten Carrie en Dallas natuurlijk niet op zich zitten. Ze daagden Josh en Tem uit voor een viswedstrijdje: de jongens tegen de meisjes. Carrie ging haar hengels halen, maar Josh zei dat hij liever met zijn eigen hengel viste in plaats van met zo'n tuttige Engelse hengel. Tem kreunde toen Josh twee oude bamboestokken te voorschijn haalde.
'Daarmee kunnen we haar nooit verslaan!' klaagde hij.
'Dan spelen we wel vals,' fluisterde Josh.
Bij dat vooruitzicht knapte Tem weer op.
Ze pakten de spullen in en liepen met z'n vieren naar het riviertje. Carrie en Dallas haalden de ene na de andere vis uit het water, maar Tem en Josh hadden nog niets gevangen. Maar na een tijdje hadden de dames geen geluk meer. Er ging een uur voorbij zonder dat er ook maar één vis beet.
Ineens zag Dallas hoe dat kwam. Steeds wanneer er een vis in de buurt van de hengels van Carrie of Dallas kwam, leidde Josh de aandacht af en gooide Tem een steentje in het water.
Maar ze was slim genoeg om dat niet meteen rond te bazuinen. In plaats daarvan speelde ze het spelletje mee. Toen er een vis aan het aas van Carrie's hengel snuffelde, riep Dallas plotseling dat ze door een bij gestoken was. Terwijl Josh de zogenaamde steek onderzocht, haalde Carrie de vis op het droge. Na drie aanvallen van bijen en wespen begon Tem te klagen dat het met meisjes toch maar slecht vissen was, en realiseerde Josh zich dat hij bij de neus genomen werd door zijn vijfjarige dochter. Hij tilde haar op en draaide haar lachend in het rond. Carrie en Tem keken verbaasd toe. 'Zeker gek geworden,' verklaarde Tem en keek weer naar zijn dobber.
Aan het einde van de middag stonden de dames met twee vissen voor en riepen zichzelf tot winnaars uit. Josh en Tem hadden echter talloze smoezen en uitvluchten: ze hadden niet zulke goede hengels, Tem was nog erg moe van het avontuur van de vorige dag, Josh was moe omdat hij altijd zo hard moest werken, en bovendien was het geen goede tijd om te vissen. Ze gingen maar door. Dallas imiteerde Carrie door haar handen in haar zij te zetten en met een verveeld gezicht naar de smoezen te staan luisteren.
Toen Tem en Josh eindelijk door hun uitvluchten heen waren, zei Carrie: 'Dallie, schat, wat kunnen mannen toch slecht tegen hun verlies, vind je ook niet?'
Dallas knikte ernstig, pakte Carrie's hand en liep met haar naar het lunchpakket. Josh en Tem liepen mokkend achter hen aan: ze waren helemaal geen slechte verliezers, alleen... nou ja, gewoon...'
Carrie stond de verliezers toe om de lunch te serveren voor de winnaars en samen met Dallas vermaakte ze zich kostelijk door om allerlei dingen te vragen waar de jongens net niet bij konden. Waarna ze de jongens poeslief bedankten.
Na het eten haalde Carrie een boek te voorschijn dat pas was uitgegeven en dat ze in Maine had gekocht. Het was Alice in Wonderland van Lewis Carroll. Ze vroeg aan de kinderen of ze dat voor zou gaan lezen. Josh en de kinderen strekten zich lui uit op de deken en knikten.
Maar toen Carrie nog geen twee bladzijden gelezen had, begonnen Tem en Dallas onrustig te worden. Toen Carrie vroeg of ze misschien liever iets anders gingen doen, verklaarden ze dat ze niets liever wilden dan dat er aan hen voorgelezen zou worden. Carrie las dus verder, maar na een paar minuten zag ze dat Tem en Dallas elkaar veelbetekenend aankeken.
Carrie legde het boek neer. 'Wat is er toch met jullie?' vroeg ze. 'En nu wil ik de waarheid horen. Geen smoesjes.'
Ze zag aan het gezicht van Tem dat hij niet van plan was om te zeggen wat er aan de hand was. Ze keek naar Dallas.
'Papa kan veel beter voorlezen,' zei het meisje.
Carrie was verbaasd en ook een beetje beledigd. Ze had al vaak voorgelezen aan kinderen en zieke mensen en die hadden haar altijd verteld dat ze dat zo goed kon.
Ze gaf het boek aan Josh. 'Kijk eens,' zei ze op een enigszins sarcastische toon. 'Ik hoop dat je net zo goed voor kunt lezen als vissen.'
Met een zelfvoldane glimlach pakte hij het boek van haar aan. Na de eerste zin die hij las, wist Carrie dat zij wat betrof voorlezen niets was vergeleken bij hem. Hij las niet gewoon voor, hij bracht het verhaal tot leven. Je zag en hoorde Alice, en het leek bijna of je het witte konijn zo aan zou kunnen raken.
Carrie begreep niet hoe hij dat deed. Ze had wel eens mensen horen voorlezen die alles verschrikkelijk overdreven en bijvoorbeeld iedere figuur een ander stemmetje gaven. Doodmoe werd je daarvan. Maar Josh deed het veel subtieler. Zijn intonatie was verbluffend goed. Hij vergiste zich geen enkele keer. Hoewel het boek gloednieuw was, en hij het verhaal dus niet eerder gelezen kon hebben, leek het alsof hij het zelf geschreven had.
Carrie ging op haar rug op de deken liggen en sloot haar ogen. Ze liet zich meeslepen door het verhaal en het was net alsof ze de avonturen samen met Alice beleefde.
Toen Josh stopte, wilde ze hem vragen om verder te gaan. Ze deed haar ogen open en was verbaasd dat ze niet in de tuin van de Hartenkoningin was... Ze was ook erg verbaasd dat het al schemerig begon te worden en dat Josh bijna de hele middag had voorgelezen. Toch was hij helemaal niet schor.
'Dat was prachtig,' fluisterde Carrie. Ze draaide zich om en keek hem met glanzende ogen aan. 'Ik heb nog nooit iemand zo mooi horen voorlezen, Josh! Je bent...' 'Geweldig?' vroeg Tem gretig, alsof zijn leven ervan afhing. 'Vind je papa de geweldigste man die er bestaat?'
Carrie lachte. De avond ervoor had hij dezelfde vraag aan zijn vader gesteld, maar dan over haar. 'Bijna,' zei ze. 'In ieder geval kan hij wel het beste voorlezen.'
'Vroeger deed papa...'
'Dallas!' snauwde Josh.
Carrie keek beteuterd. Ineens was de sfeer weg. Hij herinnerde haar er weer aan dat ze er niet bij hoorde, dat ze een buitenstaander was.
Ze stond op en begon de spullen in te pakken.
Josh leek te begrijpen wat ze voelde. Hij legde zijn hand op haar pols. 'Carrie,' zei hij. 'Ik heb een goede reden voor...'
Ze onderbrak hem. 'Je hoeft mij helemaal niets uit te leggen.' Ze klonk kortaf. 'Ik hoor niet bij jullie, weet je nog wel? Over een paar dagen ben ik weer op weg naar mijn vader.' Ze schrok er zelf van. Ze kon nog maar drie dagen bij haar nieuwe gezinnetje zijn en dan zou ze weer naar Maine moeten reizen.
Toen Josh nog iets tegen haar wilde zeggen, draaide ze zich om.
Ze liepen met z'n vieren naar huis. De kinderen keuvelden wat over het vissen, maar het was niet meer zo gezellig als eerder op de middag, omdat Josh en Carrie zwegen.
Toen ze weer thuis waren, dekte Carrie de tafel en schepte de bonensoep op die mevrouw Emmerling gemaakt had. Ze aten er versgebakken brood bij.
'Gaan we morgen weer vissen?' vroeg Tem.
'Morgen is het zondag,' antwoordde Josh.
Tem keek beteuterd naar zijn bord soep en Dallas kreeg tranen in haar ogen.
Carrie begreep hier helemaal niets van. Ze voelde zich een beetje als Alice in Wonderland. 'Wat is daar zo erg aan? Vinden jullie het zo naar om naar de kerk te gaan?'
'We gaan helemaal niet naar de kerk,' zei Josh somber. Hij nam Dallas op schoot en droogde haar tranen.
Ineens had Carrie er genoeg van. Ze sloeg met haar vuist op tafel. 'Nou is het wel genoeg geweest! Ik heb meer dan genoeg van dat geheimzinnige gedoe van jullie! Waarom vinden jullie het zo erg dat het morgen zondag is?'
Tem keek haar aan. Hij stond ook op het punt te gaan huilen. 'Op zondag komt oom Hiram altijd hier eten en dat vinden wij niet leuk.'
'Maar het is toch niet zo erg als er iemand komt eten? En bovendien, als we niet chagrijnig willen worden, dan zorgen we er gewoon voor dat dat niet gebeurt!'
'Je snapt het niet,' zei Josh zacht. 'Dat kun je ook niet begrijpen omdat je sommige dingen niet weet. Ons bestaan als gezin hangt af van de goedheid van Hiram.' Josh had duidelijk moeite met de laatste woorden.
'Ik begrijp het,' zei Carrie. 'En meer dan dat ga je me zeker niet vertellen?' Ze wachtte even, maar Josh antwoordde niet. 'Oké, dan zal ik er ook niet naar vragen. Houdt je broer van lekker eten?'
Dallas begon te giechelen.
'Ja dus?'
Op dat moment stond Tem op, blies zijn wangen op, hield zijn armen naar voren om de omvang van een enorme buik aan te geven en begon te lopen op de typische manier waarop zeer dikke mensen dat doen. 'Wat moet dit voorstellen, broertje?' zei Tem met een lage stem. 'Hoort dit ook bij het eten? Misschien een paar wormen uit die armzalige groentetuin van je? Ha! Ha! Ha! Wat is er toch met jou? Kun jij dan ook helemaal niets voor elkaar krijgen? Neem een voorbeeld aan mij. Ik weet het verschil tussen goed en kwaad. Ik bepaal het verschil tussen goed en kwaad.'
Dallas zat te lachen en Josh glimlachte. Maar Carrie keek stomverbaasd naar Tem. Ze was ervan overtuigd dat deze parodie op een man die ze nog nooit ontmoet had, perfect was. Ze kon aan Tem precies zien hoe Hiram eruit moest zien, alsof Tem plotseling een baard gekregen had, een halve meter groter en honderd kilo zwaarder was geworden.
Ze keek naar Josh. 'Wat doet hij dat goed, vind je ook niet?'
Josh zette Dallas op de grond, keek naar Carrie met een gezicht van 'Wacht maar tot je dit ziet' en vroeg aan Dallas of ze een eendje na wilde doen.
Carrie keek nieuwsgierig naar Dallas, maar na een tijdje gierde ze het uit van het lachen. Ze deed het perfect: ze draaide haar hoofd naar achteren en streek haar veren glad, ze stapte parmantig in het rond en schudde zelfs haar denkbeeldige staart terwijl ze zogenaamd uit het water stapte.
Tem wilde niet voor zijn zusje onderdoen en begon een koe na te doen. Daarna imiteerde Dallas een kip. Tem probeerde de aandacht weer op zichzelf te vestigen door een hond na te doen die een ander hondje tegenkwam.
Plotseling ging Tem rechtop staan, trok zijn schouders naar achteren en keek Dallas ernstig aan. 'Ik lach toch niet, juffrouw Stinkendrijk,' zei hij met een lage stem. 'Wij zijn een serieus gezin.'
Carrie zag meteen dat hij zijn vader nadeed - hij imiteerde perfect de trotse houding van Josh en zijn strenge gezichtsuitdrukking.
Dallas ging voor haar broertje staan en knipperde koket met haar oogleden. Plotseling was ze van een klein meisje veranderd in een aantrekkelijke, flirtende vrouw. 'De afwas!' zei ze met een hoog stemmetje. 'Hierbij verklaar ik dat alles vies is! We laten het staan en als we terugkomen, heeft de Goede Fee de afwas gedaan!'
Carrie vreesde al dat Dallas haar aan het imiteren was, maar toen Josh vreselijk begon te lachen, wist ze het zeker.
Ze wierp hem een waarschuwende blik toe en keek toen weer naar de kinderen.
Ze stond werkelijk versteld. Tem en Josh gaven een complete parodie op de manier waarop zij en Josh met elkaar omgingen. Ze begonnen te bekvechten over de meest onnozele dingen. Het was zo grappig dat Josh en Carrie allebei de slappe lach kregen. Maar toen ze nadeden wat er gebeurde als Josh en Carrie elkaar aanraakten, begonnen Josh en Carrie zich wat ongemakkelijk te voelen.
'Je hebt mijn arm aangeraakt!' zei Tem. 'Ik houd het niet meer uit! Ik wil je vasthouden, ik wil je kussen!' Hij bracht zijn hand naar zijn voorhoofd en trok Dallas naar zich toe. 'Maar nee, ik kan het niet. Het kan niet!'
'O ja, raak me alsjeblieft aan, mijn grote knappe man! Alsjeblieft!' Dallas keek Tem smachtend aan.
'Wat een donderstenen, die kinderen van je,' zei Carrie.
'Ik dacht dat het onze kinderen waren!'
'Nee hoor, op dit moment vind ik het meer jouw kinderen.'
Josh grinnikte naar haar en klapte in zijn handen. 'Bedtijd, gespuis! Hoogste tijd. Weg wezen jullie!'
Ze renden naar de ladder, maar voordat ze naar boven gingen, namen ze eerst nog met veel buigingen hun verdiende applaus in ontvangst.
'Wat een bijzondere kinderen,' zei Carrie.
Josh liep naar het aanrecht. Hij rolde zijn mouwen op. 'Ik zal jou eens leren hoe je af moet wassen,' zei hij.
Carrie rilde bijna bij de gedachte. 'Het spijt me, maar vanavond kan dat niet. Ik moet even weg.'
'Je kunt nu toch niet meer weggaan?' protesteerde Josh flauwtjes. Hij wist inmiddels wel uit ervaring dat het toch niet veel zin had om tegen Carrie te zeggen wat ze wel en niet kon doen. 'Waar wil je dan heen?'
'Ik ga even naar het dorp om te regelen dat jouw broer morgen de heerlijkste maaltijd krijgt die hij ooit heeft gehad,' zei ze. 'En je hoeft me niet te vertellen dat dat niet kan. Je kunt geen bevelen geven aan iemand waar je niets over te zeggen hebt. Ik schijn hier toch een buitenstaander te zijn, want je vertelt me nooit iets, dus ik kan doen en laten wat ik wil.'
Ze trok haar korte wollen jas aan en ging weg.
Josh bleef even naar de deur staan kijken. Hij glimlachte. Ze was zeker niet iemand om zonder handschoenen aan te pakken. 'En wat zou ik haar graag aan willen raken,' zei hij hardop. Hij dacht aan de voorstelling die Tem en Dallas vanavond gegeven hadden. Hij glimlachte nog steeds. Het was lang geleden dat hij ze zo vrolijk en zo gelukkig had gezien. Dat was eigenlijk niet meer voorgekomen sinds hun moeder...
Hij gooide het kokende water in de afwasbak en dwong zichzelf aan iets anders te denken. Hij was niet van plan om aan hun moeder te denken...