Hoofdstuk 5
De volgende ochtend was Carrie voor dag en dauw uit bed - tenminste, dat dacht ze. Meestal werd ze tamelijk vroeg wakker, maar ze was er erg goed in om zich dan nog eens lekker om te draaien en verder te slapen. Toen ze wakker werd, wist ze eerst niet waar ze was. Haar ogen waren opgezwollen omdat ze zichzelf in slaap had gehuild, en ze had een beetje hoofdpijn.
Met tegenzin stapte ze uit het warme bed, deed de deur open en liep de zitkamer in, als je dat hok tenminste zo kon noemen. Ze glimlachte toen ze zag dat de kamer leeg was. Mooi, dacht ze, dan ben ik in ieder geval het eerst op. Toen zag ze dat er op de tafel een briefje lag. Het kon toch niet zo zijn dat ze al waren opgestaan en vertrokken? Het was nog maar net licht.
Ze negeerde het briefje en ging weer naar de slaapkamer. Ze probeerde niet te letten op de ongezelligheid van het hok. Tegen een van de muren stond een bureautje, dat meer leek op wat in elkaar getimmerd brandhout, en daarop lag een zakhorloge. Ze kneep haar ogen halfdicht tegen het felle ochtendlicht en keek op het horloge. Acht uur. Zo vroeg was ze haar hele leven nog niet opgestaan. Zelfs toen ze naar school ging, hoefde ze nooit vroeg uit bed te komen, omdat haar leraar pas om elf uur met haar lessen begon.
Ze liep gapend terug naar de kamer en pakte het briefje van de tafel. Onmiddellijk waande ze zich weer in Maine, in de tijd dat ze uren achter elkaar de brief van Josh had bestudeerd.
Ze ging zitten, met Choo-choo op haar schoot, en begon te lezen.
Beste juffrouw Montgomery,
Ik heb vannacht niet veel geslapen, omdat ik steeds moest denken aan onze gesprekken - als je ze tenminste zo kunt noemen. Wat er ook gebeurd is, ik geloof nu wel dat u het goed bedoelt. Misschien hebt u wel gelijk als u zegt dat de kinderen meer nodig hebben dan schone kleren en warm eten. Maar u kunt zeggen wat u wilt, dat hebben ze óók nodig.
U hebt me tweemaal gevraagd om u de kans te geven te laten zien dat u niet bent zoals u lijkt. Ik heb besloten u die kans te geven. U hebt bewezen dat u op een moederlijke manier met mijn kinderen om kunt gaan - aan het ontbijt konden ze hun ogen haast niet van de slaapkamerdeur afhouden. Ik moet toegeven dat u werkelijk om mijn kinderen lijkt te geven, maar ik vraag me nog steeds af of u het werk aankunt dat u hier moet doen.
Ik heb een lijst gemaakt van dingen die u deze week zult moeten doen. Als u dat lukt, wil ik erover denken of u hier kunt blijven als moeder van mijn kinderen.
Hoogachtend
Joshua T. Greene
Nadat ze de brief had gelezen, pakte Carrie de lijst met karweitjes. Haar mond viel open van verbazing toen ze zag hoe lang de lijst was. Vijf vrouwen zouden dat nog niet in zes weken af kunnen krijgen.
Ze leunde achterover in haar stoel en keek weer naar de brief. 'Dus je wilt erover denken of ik een moeder van je kinderen mag zijn?' zei ze tegen de lege kamer. 'Niet je vrouw, maar een moeder.' Ze gooide de brief en de lijst op de tafel en kriebelde op Choo-choo's hoofd. 'Repelsteeltje. Daar lijkt dit op. Koning Joshua geeft me een lijst karweitjes, net als de koning in het sprookje aan het meisje een kamer vol stro geeft om er goud van te spinnen. Als ze die onmogelijke taak kan volbrengen, mag ze met de koning trouwen. En als ik dit allemaal kan, krijg ik de kinderen van de koning.'
Ze keek om zich heen. In het daglicht zag het er allemaal nog troostelozer uit dan de vorige avond. 'Ik vraag me af wat ze als ontbijt hebben gekregen. Bonen?' Carrie rilde en stond toen op. Ze zette Choo-choo op de grond. 'Zullen wij maar eens naar ons eigen Repelsteeltje op zoek gaan?' zei ze tegen het hondje. 'Iemand die ons kan helpen om de taken uit te voeren die de koning ons heeft opgedragen?'
Een uur later reed mevrouw Carrie Greene, geboren Montgomery op het oude werkpaard van Josh het dorpje Eternity binnen. Ze droeg de mooiste rij uitrusting die ooit ten westen van de Mississippi was gesignaleerd. Het hele dorp leek tot stilstand te komen. Iedereen hield op met wat hij of zij aan het doen was en keek naar het plaatje dat daar het dorp in gereden kwam. Haar rijkleren waren donkerrood, en afgezet met zwart fluweel. Ze droeg een modieus hoedje met een voile; niemand had ooit zoiets gezien.
'Goedemorgen,' zei Carrie tegen iedereen die ze tegenkwam. 'Goedemorgen.'
De mensen staarden haar aan en knikten naar haar. Ze waren te verbaasd om te bewegen of om antwoord te geven.
Carrie liet het paard stoppen voor de winkel. De winkelier stond bewegingloos op de stoep met zijn bezem in de hand naar haar te kijken. Ze knikte naar hem, wenste hem goedemorgen en liep de koele, donkere winkel in.
Toen de winkelier weer wat tot zichzelf gekomen was, zette hij zijn bezem tegen de muur, streek zijn schort glad en liep achter haar aan.
Carrie was op een stoel gaan zitten en deed haar rijhandschoenen uit.
'Wat kan ik voor u doen, juffrouw eh...'
'Mevrouw Greene,' zei ze zelfbewust. 'Mevrouw Joshua Greene.'
'Ik wist niet dat Josh getrouwd was. Hiram heeft me daar helemaal niets over verteld.'
Dat was de tweede keer dat Carrie die naam hoorde. Ze had geen idee wie die man was, maar dat liet ze natuurlijk niet merken. 'Het was nogal plotseling,' zei ze een beetje verlegen, alsof het hun was overkomen omdat ze plotseling verliefd op elkaar geworden waren.
'Juist,' zei de man. 'Wat kan ik voor u doen?'
Inmiddels was ongeveer een kwart van de dorpsbevolking zachtjes de winkel binnengekomen. Ze moesten kennelijk allemaal plotseling ook iets kopen, en stonden haar aan te staren alsof ze een circusattractie was.
'Ik wil graag een paar dingen kopen,' zei Carrie.
Carrie wist dat Josh dacht dat ze helemaal niets kon, omdat ze geen borden af kon wassen of blikken open kon maken, maar er was iets dat ze beter kon dan wie dan ook. Ze wist hoe ze dingen kon kopen. De kunst om dingen tegen een redelijke prijs aan te schaffen, wordt sterk ondergewaardeerd. Er zijn veel vermogende mensen die hun geld besteden aan waardeloze investeringen: ze huren incompetent personeel en als ze kunst kopen, vallen ze voor namaak.
Maar Carrie wist hoe ze met geld om moest gaan. Ze wist hoe ze waar voor haar geld moest krijgen. In haar geboorteplaats zei men wel eens voor de grap dat je beter voor een van de andere Montgomery's kon werken, omdat je voor Carrie altijd twee keer zoveel moest doen. Ze kon je met haar grote blauwe ogen zo smekend aankijken dat je drie keer zo goed je best deed.
'Ik vraag me af of ik in dit leuke dorpje iemand kan vinden die me kan helpen,' zei ze op een onschuldig toontje. 'Mijn man heeft me gevraagd een paar dingen voor hem te doen, en ik weet niet waar ik moet beginnen.'
Ze hield de lijst omhoog die Josh haar gegeven had. De winkelier bekeek de lijst, floot tussen zijn tanden, en gaf die aan de man die achter hem stond. Die bekeek de lijst ook, en gaf haar weer door.
'Arme meid,' zei een van de vrouwen die de lijst gelezen had. 'Ik weet niet wat Josh in zijn hoofd heeft, maar dit is verschrikkelijk.'
Carrie zuchtte. 'We zijn nog maar net getrouwd en ik kan nog haast niets. Ik weet niet eens hoe ik een blik open moet maken.'
'Dat zou ik haar best eens willen uitleggen,' zei een man, die meteen daarop een por in zijn ribben kreeg van zijn vrouw.
'Maar hoewel ik al die dingen misschien niet zelf kan doen, kan ik misschien wel iemand vinden die me zou willen helpen.'
Hoewel de mensen erg met haar meevoelden, was er niemand die naar voren kwam en aanbood om het dak van dat krot van Josh te repareren. Medeleven op afstand hadden ze wel, maar het moest niet te ver gaan.
Toen haalde Carrie haar goedgevulde portemonnee te voorschijn. 'Mijn vader heeft me wat geld gegeven voordat ik wegging, dus misschien kan ik iemand inhuren om me te helpen.' Ze deed de portemonnee open en haalde er wat gouden muntstukken uit. 'Ik heb alleen maar gouden muntstukken, maar dat is misschien geen bezwaar?'
Toen ze dat gezegd had, kwam iedereen in de winkel op Carrie af. Het was een complete chaos. De mensen struikelden over elkaar, stompten om zich heen en boden allemaal hun diensten aan.
Carrie ging aan de slag. Met haar zoetgevooisde stem begon ze bevelen uit de delen. Eerst huurde ze zes vrouwen in om het huis van Josh schoon te maken. Toen onderhandelde ze met twee vrouwen over de ruil van het vieze en kapotte servies van Josh tegen drie rozenstruikjes die voor het huis van de beide vrouwen stonden. Het verplanten van de struiken was erbij inbegrepen.
Vervolgens kocht ze van alle vrouwen in het dorp (die inmiddels ook allemaal in de winkel waren) potten met ingemaakte levensmiddelen en verse groenten. Met een zekere mevrouw Emmerling sprak ze af dat die elke dag voor het hele gezin zou koken en de maaltijd aan de deur af zou leveren. Ze betaalde een voorschot van een maand.
Toen ze klaar was met de vrouwen, waren de mannen aan de beurt. Ze regelde dat het dak van het huis en het schuurtje ernaast gerepareerd zouden worden en vroeg een timmerman om de voordeur te komen repareren. Toen ze vroeg of iemand zijn veranda wilde verkopen, en om het huis van Josh wilde bevestigen, ontstond er een ware veiling. Uiteindelijk koos Carrie voor een veranda met witte palen, en regelde ook nog dat het hele huis geverfd zou worden.
'Wanneer moet het klaar zijn?' vroeg iemand.
Carrie glimlachte vriendelijk. 'Voor elk karwei dat vanavond klaar is, betaal ik twaalf procent extra.'
Toen ze dat gezegd had, probeerden twintig mensen tegelijk de winkeldeur uit te komen.
'Zo,' zei Carrie tegen de winkelier. 'Nu wil ik wel wat boodschappen doen.'
Ze bestelde een paar blikken van alles wat de winkelier in voorraad had. En ze kocht ham, meel, spek, en verder alles wat een huisvrouw volgens de vrouw van de winkelier in voorraad moest hebben. Zelfverzekerd glimlachend kocht ze een blikopener, hoewel ze geen flauw idee had hoe ze die moest gebruiken. Ze kocht een klein fornuis, waarop, volgens de winkelier, iedereen kon koken. Verder kocht ze vitrage en een paar ruiten en regelde dat iemand de ruiten in de sponningen zou zetten.
Inmiddels waren er weer allerlei mensen in de winkel gekomen die van alles te koop aanboden. Eternity was een arm dorpje, en de inwoners grepen elke gelegenheid aan om iets bij te verdienen. Carrie kocht een paar vloerkleden, nog een paar rozenstruiken, een eiken keukenkast, vier stoelen die bij elkaar pasten (hiervoor ruilde ze de stoelen van Josh in), dekens, kussens en lakens. Van een weduwe kocht ze servies en bestek (helaas geen echt zilver) en ze huurde iemand in om elke week de was te komen doen.
Van mensen die uit het dorp vertrokken en net met een verhuiswagen langskwamen, kocht ze allerlei huisraad, zoals een grote badkuip.
Om twee uur vertrok ze weer uit het inmiddels vrijwel verlaten dorpje. Bijna iedereen was in het huis van Josh aan het werk. Twee jongens vroegen aan haar of ze nog iets voor haar konden doen, en ze vroeg of ze in de bergen een paar jonge boompjes wilden halen en die voor het huis wilden planten.
Om drie uur was ze weer thuis. In en rond het huis was het een chaos. Iedereen liep elkaar in de weg. Twee vrouwen waren bezig om de rozenstruikjes te planten, maar op dezelfde plaats waren twee mannen bezig het huis te verven. Een van de vrouwen die het huis aan het schoonmaken waren, pikte een ladder van de mannen die het dak aan het repareren waren, en die ladder werd vervolgens weer door de schilders in beslag genomen. Iedereen was gehaast en chagrijnig en probeerde het werk voor zonsondergang af te krijgen.
Carrie hing wat rond, at een paar boterhammen en voerde Choo-choo allerlei lekkere hapjes. Ze betaalde de mensen die hun werk af hadden. Ze hoefde zich geen zorgen te maken over de kwaliteit van het werk, want als iets niet goed of maar half was gedaan, hoorde ze dat wel van een van de anderen.
Tegen de tijd dat de zon onderging, en omdat het zomer was gebeurde dat gelukkig pas laat, was het huis onherkenbaar veranderd. Uit de gerepareerde schoorsteen kringelde wat rook, en behalve de verflucht rook ze de geur van gebraden vlees.
Toen de laatste vrouw doodmoe wegging, met haar verdiende geld in de hand, was het al bijna donker. Josh en de kinderen waren gelukkig nog in geen velden of wegen te bekennen. Carrie ging naar binnen. Ze had verschrikkelijk veel behoefte aan een lang, warm bad. Dat had ze na al dat werk ook wel verdiend, vond ze. Ze had geregeld dat er een paar emmers heet water naast het bad gezet zouden worden, zodat ze zich alleen nog maar uit hoefde te kleden - en dat was op zichzelf al een heel werk, omdat ze zoveel knoopjes los moest maken.
Ze liep glimlachend terug naar het huis. Ze kon haast niet wachten tot Josh thuis zou komen en haar zijn excuses aan zou bieden.