Hoofdstuk 15

Manon filosofeert, en Henri Delauze voelt zich diep ongelukkig.
In haar kleding zowel als in haar opmaak had Manon die zaterdagavond het juiste midden weten te bewaren. Enerzijds maakte ze geenszins de indruk van een doorgewinterde cocotte van lichte zeden, anderzijds evenmin die van een argeloos meisje van tegenovergestelde en dus vermoedelijk zware zeden. Hetgeen echter weer niet wegnam, dat ze er verleidelijk uitzag zoals ze die roemruchte avond tegen een uur of elf in de bar van Harry Pileer verschenen was. Een zwarte avondjapon - zeer strak van lijn en uiteraard diep gedecolleteerd. Een produkt van de Haute Couture? - men was geneigd het te denken; doch in feite was het juweel ontsproten aan Manon's eigen artistieke fantasie en lenige tovervingers. Delauze, die zich voor de feestelijke gelegenheid in smoking had gestoken, vond haar zo ongeveer om te roven. Maar Manonnette wist dan ook heus wel dat zwart haar zo verduveld goed kleedde. Het speet Delauze uitbundig dat hij uit hoofde van dienst op een afstand had te blijven. Overigens had hij uit de categorische instructie van Silvere menen te moeten opmaken... Enfin, hij achtte het raadzaam niet op buurmans weide te grazen, en zeker niet waar die buurman de hoofdinspecteur was. Verder wist hij van diverse collega's, die een daverend echec geincasseerd hadden, dat Manonnette nogal ongenaakbaar was. Reden misschien waarom ze hoger in aanzien stond dan toeschietelijker collega'tjes.
Manon zat op een hoge kruk aan de bar, een dure cocktail voor zich; een arm op het tasje met de mitrailleur en de stethoscoop, een waardevolle medaille aan haar jarretelle gehaakt. Ook die bergplaats was een vinding van Manon's vernuft.
Zo oppervlakkig gezien was ze ijzig kalm - meer dan schijn was dat echter niet. Haar zenuwen stonden gespannen als harpsnaren, haar hart rikketikte alsof ze een stevige griep te pakken had. Nu ze het hele geval nogeens naging, vond ze de instructies van Silvere nogal vaag. Vertrouwde hij soms op haar eigen doorzicht en ondernemingslust? Inderdaad, meer dan zij vermoedde. Maar de Algerijn...
Half twaalf, kwart voor twaalf. Eindelijk middernacht. Geen spoor echter van iemand die er op leek. En feitelijk vond Manon het een hele geruststelling. Ze ontmoette hem liever in de Frivolites - in verband met de aanwijzingen van Inspecteur Carlier.
'Toch wel chic van 'm om me die tip te geven, ' vond ze. Waar zou hij op het ogenblik uithangen? En Silvere... ? Hij was nerveus geweest die middag in Versailles. Hypernerveus. Ze zou blij zijn als ze hem behouden en wel terugzag. Waarom feitelijk, Manon... ?
Maar dat was een weg waar de nuchtere Manon een hoge prikkeldraadversperring had opgesteld. Waarom zou je je illusies in je hoofd halen? Hij vond haar aardig - natuurlijk! Beschouwde haar wis en zeker als een goed kameraad en als een bruikbare kracht in de strijd. Waarschijnlijk zou hij haar wel eens uitnodigen om samen uit te gaan. Kameraadschappelijk. Een goed toneelstuk, een goed concert, dan misschien een souper in een of ander restaurant a la mode, om haar na afloop van het feest met de auto thuis te brengen. 'Welterusten, Manon, en bedankt voor je charmante gezelschap!' - Oh, in alles natuurlijk de perfecte gentleman. Maar hogere verwachtingen van haar kant? Och kom! Iemand zoals hij! Hij behoefde slechts met een vinger te wenken en hij had er evenveel als hij verkoos. Die verblindende Amerikaanse bijvoorbeeld, waarmee men hem toevallig een paar keer gezien had. Een vrouw als een diva uit een Amerikaanse operette - en rijk, bulkend rijk. Wat was zij, Manon, daarnaast? Kleine midinette, die een harde dobber had om op de been te blijven, iedere maand haar koude kamertje in een goedkoop hotelletje, in de buurt van de Place Voltaire, te betalen, voldoende over te houden voor de dagelijkse metro-rit heen en terug - en er toch steeds aardig uit te zien. Het was natuurlijk een heel aardig sprookje, dat van de Prins en het Herderinnetje, maar... Maar Manon wist tegelijkertijd, dat ze heel eenvoudig zat te dazen, dat ze zich zo echt prettig zat te kwellen met tragische beschouwingen over haar arme ik-heidje... die echter kant noch wal raakten, omdat ze in zijn geval precies niet opgingen. 't Kon hem wat schelen of het meisje, waarin hij zijn vrouw zag, een rijke pipa had, of dat ze taai werken moest om er te komen. En waarschijnlijk was dat laatste hem zelfs heel wat liever. En wat haar zelf betrof, ging dat drama'tje ook niet op - want ze kende haar waarde, in al haar natuurlijke eenvoud. Maar ze wist ook, dat het haar keuze zo radicaal beperkte. Was het een kwestie van keuze? Tot op zekere hoogte, ja. Negen-en-negentig procent misschien; maar een procent voorzienigheid - al dan niet met een hoofdletter. En op dat ene procent kwam het tenslotte aan.
Voor een meisje zoals zij waren er apen en halfapen bij dozijnen, bij grossen te krijgen. Maar een man die je kon respecteren, waartegen je kon opzien - als je 't zo noemen wilde; een man dus waarvan je hield. Niet omdat je zo zalig verliefd op hem was, dat ging gauw genoeg over. Nee, een man waarin je zoveel zag en waarin je zoveel vertrouwen stelde dat je je eens en voorgoed aan zijn leiding waagde over te geven. En die niet met griezelig verdraaide ogen om je heen zou kruipen als een verliefde hond... om tenslotte een trap te incasseren en dan al of niet poetisch aan het janken te slaan. Maar, zag hij iets meer in haar dan juist een girlfriend, en zag zij in hem meer dan... 'Manon, je bent een oud wijf, ' zei Manon. En de wijzers van de klok stonden op 24. 05. 'Barman!' zei Manon met een aplomb dat geen geroutineerde haar had kunnen verbeteren. Ze rekende af en verliet de bar. Een taxi naar de Rue Fontaine, naar Frivolites.
'Bliksems, ' zei Delauze, 'wat een vrouw!'
Hij was er gepatenteerd van overtuigd, dat de chef van de Frivolites Manon nooit eerder gezien had en zij hem evenmin. En toch, nauwelijks stond ze in het aardige moderne zaaltje en kreeg ze de chef in het oog, of ze schreed met al de gratie en charme van haar twintig jaar op hem toe. 'Hallo, Jules, mon vieux, ca va bien?'
Ze schoof glimlachend haar arm door die van haar beduusde cavalier, die goedschiks kwaadschiks haar leiding aanvaardde. En terwijl Manon demonstratief glimlachte en druk doorbabbelde, de ander eenvoudig de kans niet liet er een woord tussen te krijgen, voerde ze hem naar een hoek van de zaal waar niemand hen kon afluisteren. Eenmaal zover, gaf ze opheldering. En het noemen van de naam Carlier werkte als een patente sleutel in een soepel slot.
'Ah, ' zei Jules Fondary, 'Inspecteur Carlier, de Schaduw? Een van m'n beste vrienden. Volkomen tot uw dienst, Mademoiselle... ?'
'Manon, ' zei Manon.
'Volkomen tot uw dienst, Mademoiselle Manon. Dus u werkt voor de Surete? Ik wist niet dat ze er tegenwoordig vrouwelijke detectives op na hielden. '
Manon knikte, en glimlachte met al de pracht van haar donkere ogen en rode mond en blanke, tanden. 'Jawel. Onder persoonlijke leiding van Hoofdinspecteur Silvere. '
'Silvere? Ah, dat is het toppunt. Silvere en Carlier hielden mij indertijd van een grote stommiteit terug. Silvere liet mij eenvoudig in een cel stoppen. Ik ben hem er nog altijd dankbaar voor... Mademoiselle Manon, wat kan ik voor u doen?' 'Dit, ' zei Manon, en verklaarde precies hoe haar opdracht luidde.
'Ah!' zei Jules, 'die Algerijn ken ik. Ongunstig heer. En wat die Amerikaanse betreft... ' 'Amerikaanse... ?' vroeg Manon.
'Amerikaanse. Ik dacht eerst dat ze de vriendin was van die Algerijn, maar ik heb gemerkt dat 't niet het geval is. Integendeel. Een zeer opvallende vrouw overigens. Je kent dat, die Amerikaanse - een tikje Zweeds bloed. Om er je ziel en zaligheid voor te verkopen. Maar daar ben ik te oud voor, Mademoiselle Manon. ' Manon knipoogde. 'Komen ze hier geregeld?' 'Nogal. '
'He, ' zei Manon. 'Als ik het goed heb... ' En het was de Algerijn en het was de Amerikaanse - feitelijk was het vooral de Amerikaanse; die Algerijn kwam eerst na mensenleeftijden leegte. Manon bekeek haar kritisch en kwam tot de slotsom dat Jules zich in zeer gematigde termen had uitgedrukt.
'Luister eens, mon cher Jules, ' zei ze gehaast. 'Ik dien te weten wat die twee te verhandelen hebben. ' Mon cher Jules streek zich eens over zijn witte haar. 'Let op, ' zei hij. 'Over een kwartiertje of zo, als de revue weer begint, trekken ze zich terug - voor een bespreking. Ik zou u' - hij aarzelde even - 'in de salon er naast kunnen laten. Maar het is de vraag of u er iets horen kunt. '
'Dat denk ik wel, ' zei Meinon. "t Beste is misschien dat je me er nu direct heen brengt, dat valt minder op. '
Muziek en zang, die uit de zaal zwak tot haar doordrongen, leerden Manon dat de revue inmiddels hervat was. Zij had de deur op slot gedraaid, een zakdoekje over het sleutelgat gehangen en een stoel vlak bij de wand gezet. Zeer benieuwd naar de uitwerking van het 'recept' dat collega Carlier haar verschaft had. En aangezien ze wist dat de Schaduw geen idioot was, dat hij zijn meest eclatante successen in dergelijke milieus behaald had, vermoedde ze zo dat diens recepten... Het openen en sluiten van een deur. Gerucht van stemmen in de kamer naast haar. Met toch altijd nog even bibberende vingers stak Manon de glanzende nikkelen pijpjes in haar oren, drukte de schelp behoedzaam tegen de muur - en constateerde, dat de muren heel dun of de recepten van Carlier heel nuttig waren...
De blonde Amerikaanse - Manon hoorde dat ze Eva heette --
begon met op te spelen. Dat is te zeggen, de Algerijn de mantel uit te vegen. En Manon vond dat ze een stem had waarop je jaloers kon zijn. De Algerijn kreeg een uitbrander omdat hij er niet in geslaagd was te ontdekken of 'die Arbroath' iets had losgelaten; en zo ja, hoeveel. Waarop de Algerijn protesteerde, doch zeer gematigd en onderdanig. Manon kon zich het gebaar voorstellen waarmee de Amerikaanse hem verzocht zijn mond te houden.
'En verder dient er een meisje gevonden te worden om die Arbroath te vervangen... ' 'Bij die Lord?' vroeg de Algerijn verbaasd. 'Natuurlijk niet, you fooi! Op Villa Beau Soleil. Om op de kid te passen. Ik heb er verder geen tijd voor, al is de kid ook nog zo aardig. Je kent de order. Maar spaar jij je asjeblieft de moeite naar een nurse op zoek te gaan. Ik zoek ditmaal liever zelf iets. Waar bet vrouwelijke - eh - aandeelhouders betreft, Bobby, heb je een damned slechte hand... ' 'Oh, ja? Die Arbroath heeft ons anders damned goede diensten bewezen.
Manon had zich de naam Villa Beau Soleil diep in het geheugen gebrand. Maar hoe kwam je er achter waar dat ergens was...
'Nog op Beau Soleil geweest, Eva?' vroeg de Algerijn even later.
'Nee, vanavond niet. Maar ik ga er straks naar toe.. Manon nam zich stellig voor dat ze niet alleen zou gaan... 'De directeur gesproken?'
Manon, die nu met gesloten ogen en nauwelijks ademend zat te luisteren, vond dat ze wel in de N. V. -toon bleven met hun 'Directeur'. Maar er was nog geen antwoord gegeven op die laatste vraag, en Manon meende zich te kunnen voorstellen op welke manier de mooie Eva de Algerijn op dit ogenblik zat aan te kijken.
'Oh, pardon... ' zei deze onderdanig.
'Vuiligheidjes in de zin, Algelijntje? Je wordt de laatste tijd zo impertinent. '
'Ik begin er genoeg van te krijgen, ' zei de ander, ietwat driftig. 'Het wordt te gevaarlijk met die Speciale Brigade. Ze zitten overal, het wemelt van spionnen. En zodra ze maar een schijn van verdenking... en minder dan dat tegen je koesteren, ben je genept. En bovendien ken ik die Silvere. Hij zou zelfs een vrouw zoals jij radbraken, Eva, als hij wist dat jij hem vertellen kon waar ze de kid gebracht hebben. En ze staan voor niets. Hou je ervan overtuigd. Ze zijn vlugger met hun pistolen dan jij denkt. Bovendien moet er nu voldoende in kas zijn... '
'Als jij niet zo weergaas handig was in het verschaffen van zekere hints, my boy, zou je waarschijnlijk allang ergens liggen waar de kogels van die Speciale Brigade je verder geen kwaad meer kunnen. '
'Soms, ' zei de Algerijn, er onmiddellijk overheen, 'voel ik lust m'n pistool te trekken. Om jouw vervloekte trots te breken, Eva... Maar... '
'Maar... ?'- en de klank van ironie ontging Manon niet. 'Maar ik houd van je, Eva. Ik houd van je. Ik zou... ik zou bereid zijn voor je te sterven... ' 'Wel, waarom doe je 't dan niet... ?'
Een onverstaanbaar, maar woedend gemompel. 'Ik zou me koest houden, ' hervatte Eva. 'De verdeling van het dividend komt wel. Alles op z'n tijd. Eerst dient deze affaire achter de rug te zijn. Tot zolang... En overigens hebben we wel wat anders aan ons hoofd. We hebben een pracht kans verspeeld. De Banque de France stond op de nominatie uitgeplunderd te worden. De directeur heeft echter op het laatste ogenblik strikte tegenorders gegeven - in verband juist met die speciale politie-organisatie. ' - Manon hoorde met verbazing dat er een klank van geestdrift in de muzikale stem van Eva begon te komen. - 'Hij is groots, Bobby. Hij is een wonder, een genie. Voor mij... voor mij is hij een halve godheid.
'Kan me niet schelen, ' zei de Algerijn onverschillig. 'Genie of geen genie, zolang hij maar dokt, is 't mij best... ' Er volgde een langdurige stilte, slechts verbroken door langzaam op en neer gaande schreden, waarvan het gerucht echter maar zwak tot Manon kon doordringen. Eindelijk weer de stem van Eva - en haar opmerking deed Manon beseffen dat het onderhoud zo goed als afgelopen was. En tevens, dat, wilde zij haar inderhaast beraamde plan een kans geven, het tijd werd zich elders op te stellen. Ze hoorde Eva zeggen: 'En voor vanavond is dat alles. De directeur heeft voorlopig alle actie stop laten zetten. Ik heb nog geen uur geleden de nieuwe orders uitgegeven. Alleen dien ik iemand te vinden die dat baantje bij de kid van Crainford op zich kan nemen. Die advertentie gezien? His Lordship biedt PS 5000. - tegen uitlevering. '
'Ja, ' zei de Algerijn, 'maar dat is niet genoeg. De procuratiehouder vertelde mij dat er PS 7500. - gevraagd was. ' Opnieuw een stilte. Eva raadpleegde haar horloge, zoals Manon hoorde, toen:
'Halfeen. Ik moet weg. Eerst om zo'n soort van nurse op te duiken - dan naar Villa Beau Soleil waar ik vannacht blijf. ' 'Je kunt beneden eens rondkijken, er zit nogal eens van dat heel en half hongerige goedje. '
'Ik zal Jules eens vragen. ' - Manon schrok, voelde zich echter onmiddellijk weer gerustgesteld. - 'Jules is een nette kerel. Als hij wist dat wij commissarissen zijn van de N. V. Mateor... ' Manon het de rest voor wat het was. Zij had Eva horen opstaan en vermoedde dat de conferentie ten einde spoedde. Ze borg haar stethoscoop in haar tasje, sloop op haar tenen naar de deur en verliet zo zacht mogelijk de salon. Een ogenblik later verscheen ze weer in de zaal. Met drie woorden legde ze Jules liet geval uit en zette zich dan alleen aan een tafeltje. De dikke buitenlandse provinciaal naast haar spande zich zonder dralen ernstig in zich daverend belachelijk te maken. Manon vond het best, zolang hij het niet in zijn hoofd haalde aan haar tafel te komen zitten. Er flitsten nijdige blikken over haar heen - van de diverse Lotty's en Minny's en Miepsy's en Katy's die een nieuwe en gevaarlijke concurrente in de frisse Manon zagen.
En Delauze, die met een vrij opzichtige 'Platinette' danste, kreeg opmerkingen te horen, die, als je ze in hun tegendeel omzette, iets getuigden voor de charme van Manonnette.
'Ja, die daar, ' zei Jules, nogal onverschillig, 'een groentje dat ik toevallig ken. Ik vind haar nogal aardig en heb een ogenblikje met haar zitten te babbelen, 't Gewone liedje. Je kent dat, Eva. Baantje kwijt... hemel en hel bewogen om iets anders te vinden. De spaarduitjes op. Nog te fatsoenlijk om... enfin, je weet wel. En hopend zolang als entraineuse aan de kost te komen tot ze iets anders gevonden hebben. Arme bliksem... Als je iets voor d'r doen kunt. Zonde en jammer zo'n kind... '
Eva knikte peinzend.
'Ze ziet er in ieder geval niet uit als een doorgekookte, ' zei zij, terwijl ze Manon op een afstand gadesloeg. 'Kan ik haar aanklampen?'
'Gerust, ' zei Jules, en hij was tevreden over zijn met toewijding gespeelde komedie. Hij ging nog een stap verder en stelde de ene aan de ander voor.
En Manon speelde de rol die zij tevoren had ingestudeerd. Ja, ze zat aan de grond, heel erg aan de grond. Getuigschriften? Ja - en klinkende, maar niet bij zich. Of ze met kinderen om kon gaan? Dol op kinderen. Mevrouw moest haar getuigschriften maar eens lezen. Of ze Engels sprak? Nee, loog Manon. Deed er ook niet toe.
Kortom, na een kwartier waren ze het eens, en in dat kwartier had de Amerikaanse haar verteld, dat zij, Manon, wel in een ietwat vreemde omgeving zou komen. Want zij, Eva, was van haar man gescheiden en die man had al herhaaldelijk geprobeerd het kind te ontvoeren. Vandaar dat de villa bewaakt werd...
'Ja, ' zei Manon, 'dat lees je zo vaak in de krant, he Mevrouw... '
Waarop Mevrouw antwoordde dat dat inderdaad het geval was, maar dat haar nurse plotseling ernstig ziek geworden was - een blindedarmontsteking - en of Miss Manon er iets tegen had onmiddellijk in dienst te treden, want zonder kindermeisje zat je zo onthand.
'Oh, met genoegen, ' verklaarde Manon. 'Als ik even m'n spulletjes bij elkaar kan zoeken... Ik woon in de buurt van de Place Voltaire. '
Delauze die er niet in was geslaagd zich tijdig van de nogal aanhankelijke 'Platinette' te ontdoen, zat zich af te vragen of hij de Surete de consumptie-nota, die astronomische allures dreigde te gaan aannemen, in rekening kon brengen - toen hij...
'Garcon, de rekening... onmiddellijk!'
Want Manon was opgestaan en liep nu met Eva naar de vestiaire. Het heel klamme zweet brak de goede Delauze uit. Zijn opdracht! Hij mocht Manon onder geen beding alleen laten gaan, en Manon -- wist hij - mocht onder geen beding alleen met... Maar die mooie Amerikaanse was nu niet precies een Algerijn van verdacht allooi.
Datzelfde had Manon inmiddels met de haar eigen dosis casuistiek eveneens overwogen. Het verbod luidde, dat je niet met een Algerijn mee mocht gaan. Hetgeen ze trouwens ook in geen geval gewaagd zou hebben. Maar die American Girl... daar was met geen woord over gerept. En de wet nam je nu eenmaal naar de letter of naar de zin... naar gelang het je het beste en het voordeligste uitkwam. Weshalve Manon, tasje met pistool heel stevig onder de arm, besloot, maar eens te gaan zien waar Villa Beau Soleil lag. 'Daarvoor ben je toch tenslotte detective, wat! Een dure zwarte Graham - een wagen die een handjevol slordige grijpstuivers gekost moest hebben - stond in de Rue Fontaine. De Amerikaanse stapte in. Manon volgde. En de wagen was reeds een eindweegs de Rue Notre Dame de Lorette in, eer Delauze er in slaagde een taxi te bemachtigen. En tenslotte was het eigenlijk helemaal geen solide taxi ook.
Rue de la Roquette - een pover hotelletje. Een vrij schrille tegenstelling met de dure Graham die voor de deur stond te ronken. Manon in haar kamertje onder de pannen, een ruimte van twee bij drie meter, met uitzicht op een goor binnenplaatsje en het ondergoed van de buren. Avondjapon en zilveren schoentjes uit, een stemmige kantoorjurk aan. Een koffertje met het strikt noodzakelijke. Dan rikketikte ze de stenen trap weer af en stapte in de Graham.
Over de Boulevard Voltaire, de Place de la Republique, de grote boulevards, de Champs Elysees met hun zeeen van licht, Etoile, Avenue de Neuilly - eindelijk buiten de stad... Tot zover kon de taxi het wel bijhouden, maar eenmaal op de straatweg, waar de Amerikaanse het hele leger P. K. 's losliet... En naarmate het rode achterlicht kleiner werd, het telkens langer duurde eer Delauze na een bocht weer een glimp van de Graham kon opvangen, scheen de boord van zijn krakend overhemd nauwer, de temperatuur in de taxi met gierende sprongen hoger te worden. Delauze voelde zich verre van gelukkig. De taxichauffeur moest het ontgelden - maar de chauffeur zei, dat dat geen rijden was en dat ouwe taxi's er niet op berekend waren om achter gloednieuwe Grahams aan te jakkeren en dat hij 't eenvoudig vertikte de machine te pletter te jagen. Kortom, de chauffeur scheen van plan in staking te gaan. Misschien woonde Delauze nog niet lang genoeg in Parijs om enige ervaring omtrent het genus Parijse taxichauffeur rijk te zijn, of misschien was hij te ver over zijn zenuwen heen - en vermoedelijk was het een combinatie van beide; maar hij beging de dwaasheid om nevens zijn politiepenning een pistool in het geding te brengen. Met als gevolg, dat de chauffeur de wagen langs de rand van de weg plantte, de armen over elkaar sloeg en Delauze uitnodigde de executie maar te willen voltrekken...
'... enne de meter draait toch door, en de fooi stuur je maar aan de bourgeoise. '
En zo stond de zaak, en zo bleef de zaak staan tot Delauze op een gelukkiger gedachte kwam; tot hij begon over een knap ding van een jaar of twintig dat regelrecht d'r ongeluk tegemoet reed en in ontzettend gevaar verkeerde... En de chauffeur die zelf knappe dochters van die leeftijd had: 'Oh, had dat dadelijk gezegd, jeune homme, inplaats van kinderachtige geintjes uit te halen. Nu zullen we nog eens zien wat we kunnen. '
Maar het vrolijk intermezzo had minstens vijf minuten geduurd, de Graham had niet stilgestaan - aangenomen dat de wagen om en bij de 90 km reed, dan bedroeg de voorsprong dus ongeveer zeven en een halve kilometer, ongerekend de voorsprong die hij reeds had...
Manon koesterde bewondering voor de manier waarop Eva met de zware wagen omsprong. Alleen begreep ze niet, waarom de Amerikaanse zo'n tomeloze haast had... Maar Eva had opgemerkt, dat de taxi, die op de hoek van de Place Voltaire gewacht had, op de Avenue de Neuilly nog steeds achter haar zat. Het vervulde haar met alleszins begrijpelijke onrust. Ze besloot meteen zich in de Frivolites niet meer te zullen laten zien. Verraad in het spel? Een moment ging haar altijd gerede achterdocht de kant van Manon uit. Doch de zet van Manon, zich eerst naar haar hotelletje te laten rijden, was verre van dwaas geweest. Ze had er de indruk mee versterkt dat ze 'echt' was... Een indruk, die ze zorgvuldig onderhield door met haar vernuftige en rijke fantasie te vertellen over 'mevrouwen' die ze nooit gezien en 'diensten' die ze nooit had waargenomen. Eva bleek echter weinig spraakzaam meer. Ze joeg haar wagen over de donkere straatweg als een zwarte bolide met star vlammende ogen. Tot even voorbij de zijweg naar Orgeval. Daar begon ze vaart te minderen. Het licht van de autolampen gleed over een muur, een hoge muur - de muur, die Carher luchtballon-aspiraties had ingeblazen, de muur van Villa Beau Soleil...
En de poort van die villa stond wagenwijd open, en voor die poort stond een soort gemotoriseerde janplezier - zonder plezier overigens. Op het brugje tussen de straatweg en de poort stonden twee agenten van de Speciale Brigade; zwarte stormhelm op, karabijn aan de voet. Verder leek het of er in de tuin vuurwerk afgestoken werd. Een vuurwerk met scherpe, ratelende knallen...
Manon wilde juist de opmerking maken dat het eerst overmorgen het feest van de Catherinettes was, toen de Graham als het ware een sprong nam. De wagen gierde naar rechts. De motor loeide. Met een schok, die Manon van haar plaats deed vliegen, schoot hij de weg weer op. Eva vloekte - een pracht van een Yankee-verwensing.
Maar Manon had de helft van de in gulden letters op de zuilen naast de poort aangebrachte benaming kunnen lezen: Soleil. En ze twijfelde er niet aan of het was een Beau Soleil. Ze twijfelde er evenmin aan, of die 'Schone Zon' was door 'Onze Mannen' stormenderhand genomen...
En een indrukwekkende reeks dilemma's rees voor haar op. De stoet begon met: dat zij begreep, dat Eva begreep dat Manon begreep dat Eva begreep dat Manon begreep dat het verhaaltje van de boze echtgenoot, die Eva's kindertjes wilde roven, onder dankzegging voor de bewezen diensten naar het fabeltjes-archief diende te worden verwezen. 'Hemel... !' zei Manon, kwasi ontsteld. 'Wat is dat? Was dat Villa Beau Soleil niet?' 'Nee, ' zei Eva, 'dat is veel verder weg... '
'Oh, ' zei Manon; en overpeinsde, dat haar nu verschillende wegen openstonden. Ze kon bijvoorbeeld haar neus gaan zitten poederen - niet om die neus, hoe aardig ook, maar om na de poeder een pistool te trekken, Eva daarmee in de slanke lendenen te porren en haar te dwingen de wagen te keren. Vervolgens in triomf terug naar Villa Beau Soleil, waar Silvere haar dan wel verder in behandeling zou nemen. Natuurlijk ware dat allemaal heel fantastisch geweest, en het idee bekoorde Manon ten zeerste... maar het leek haar min of meer het slachten van een kip met gouden eieren. Want er was een andere en vermoedelijk vruchtbaarder mogelijkheid. Je kon immers doen of Villa Beau Soleil je lak-lak Het en verder kalm aan de eenmaal begonnen kous verder breien en zien waar je tenslotte belandde. Misschien ging de Graham regelrecht naar het hoofdkantoor van de N. V. Mateor. Stel je voor, dat zij, Manon, tenslotte de sleutel leverde... Zij besloot, de bekende kat uit de bekende boom te kijken en zich te laten brengen waar het Eva mocht behagen heen te gaan...
Een eenzaam huis - ver buiten Parijs. Aan de eenzame oever van de Seine. Ergens waar de rivier een zakvormige bocht maakt - tussen Poissy en Meulan...
Maar Manon nam zich vast voor, terwijl ze met Eva in een smaakvol ingericht vertrek een koud souper zat te gebruiken, dat ze Silvere op deze of gene manier bericht zou doen toekomen dat ze het best maakte en dat hij niet ongerust behoefde te zijn.
'Die goeierd... '
Ze wist heel precies, dat hij in de gloeiende spinazie zou zitten als ze morgenochtend, zondag, niet kwam opdagen. Waarom... ?
'Manon, voor de tweede maal op een avond ben je een oud wijf, ' zei Manon. 'Dat gaat heus te ver, kind..