8

-Kleedt u zich aan, mevrouw, zei hij zacht. Pakt u ook een koffer met ondergoed en toiletgerei. .. Misschien kunt u Lise beter roepen...
-Om er zeker van te zijn dat ik geen zelfmoord pleeg? ... Daar is geen enkel gevaar voor, weest u gerust, maar u mag wel op de bel drukken, daar rechts naast u ...
Hij wachtte tot het kamermeisje er was.
-Ga mevrouw helpen, Lise ...
Dan ging hij de kamer uit, liep de gang door met zijn hoofd naar de grond. Hij sloeg een verkeerde gang in, zag door de glazen deur Ferdinand en de dikke mevrouw Vauquin in de keuken. Ferdinand zat met zijn ellebogen op de tafel geleund, met een krant voor zich en een halfvolle fles rode wijn, waaruit hij zichzelf zojuist een glas had ingeschonken. Hij ging naar binnen.
Ze schrokken beiden op en Ferdinand sprong op van zijn stoel.
-Geef mij ook een glas, wil je?
-Ik heb die andere fles meegebracht, uit de kamer van meneer Tortu... ,
Wat kwam het er opaan? In de stemming waarin hij verkeerde, een oude Saint-Emilion of een gewone, goedkope rode wijn... Hij durfde niet te zeggen dat hij liever die goedkope rode had gehad.
Hij dronk langzaam, voor zich uit starend. Hij protesteerde niet toen de huisknecht zijn glas nogmaals volschonk.
-Waar zijn mijn mensen?
-Ergens bij de voordeur ... Ze wilden niet in de salon gaan zitten .. .
Ze bewaakten instinctief de uitgang.
-Lucas, ga terug naar de gang waar je even geleden geweest bent. Daar blijf je staan voor de deur van de kamer van mevrouw tot ik kom ... Hij ging zelf weer terug naar de keuken.
-Ferdinand, is de chauffeur thuis?
-Moet u hem hebben? Ik roep hem direct...
-Dat hoeft niet. Zeg hem dat hij de wagen voor de deur zet en wacht.. . Zijn er journalisten voor het huis?
-Ja, meneer .. .
-En fotografen? -Ja...
Hij klopte aan bij mr. Parendon. De advocaat was alleen. Hij zat met een stapel papieren voor zich, waarop hij aantekeningen maakte met een rood potlood. Hij keek Maigret aan, bleef onbeweeglijk zitten zonder iets te durven vragen. Zijn blauwe ogen achter de dikke glazen hadden een uitdrukking van grote zachtheid en tegelijkertijd van een droefheid als Maigret zelden ontmoet had.
Hij behoefde niets te zeggen. De advocaat had het al begrepen. In afwachting van de komst van de commissaris had hij zich aan zijn papieren vastgeklampt als aan een stuk drijfhout.
-Ik vermoed dat u de gelegenheid krijgt artikel 64 nog verder te bestuderen, meneer Parendon ...
-Heeft ze bekend?
-Nog niet.. .
-Denkt u dat ze zal bekennen?
-Er komt een moment, vannacht, over tien dagen of over een maand, dat ze door de knieen gaat, maar dat hoop ik niet mee te maken...
Het kleine mannetje haalde zijn zakdoek uit zijn zak en begon zijn brilleglazen op te poetsen alsof dat een uiterst belangrijke verrichting was. Het leek opeens of het blauw van zijn ogen smolt, zich oploste in het wit van het hoornvlies. Alleen zijn mond drukte zijn ontroering uit, een ontroering die iets kinderlijks had.
-Neemt u haar mee?
Zijn stem was nauwelijks hoorbaar.
-Om commentaar van journalisten te vermijden en om haar toch enigszins de schande te besparen, gaat ze met haar eigen wagen ... Ik zal de chauffeur instructies geven, zodat we tegelijk bij de Centrale Recherche aankomen ...
Parendon keek hem met dankbaarheid in zijn blik aan.
-Wilt u haar nog spreken? vroeg Maigret, al wist hij wel wat het antwoord zou zijn.
-Wat zou ik haar moeten zeggen?
-Ik weet het. U heeft gelijk. Zijn de kinderen thuis?
-Gus is op school... Ik weet niet of Bambi op haar kamer is of dat ze college heeft vanmiddag ...
Maigret dacht tegelijkertijd aan haar die op het punt stond te vertrekken en aan hen die achterbleven. Voor hen zou het leven, voor een zekere tijd althans, ook moeilijk zijn.
-Heeft ze niet over mij gesproken?
De advocaat vroeg dat schuchter, angstig bijna.
-Ze heeft heel veel over u gesproken ...
De commissaris begreep nu dat mevrouw Parendon de uitspraken, die haar man schenen te beschuldigen, niet in de boeken gevonden had. Het kwam allemaal uit haarzelf. Het was een soort projectie, projectie van haar eigen innerlijke onrust en onzekerheid op haar man. Hij keek op de pendule, legde uit:
-Ik geef haar even de tijd zich te kleden, haar koffer in te pakken ... Het kamermeisje helpt haar ...
... indien de verdachte in staat van verstandsverbijstering verkeerde of indien hij gedreven werd door een innerlijke drang waaraan ...
Mensen die hij gearresteerd had omdat het zijn beroep was, waren door de rechtbank vrijgesproken, anderen veroordeeld. Er waren er enkelen, vooral in de eerste tijd van zijn loopbaan, die de doodstraf gekregen hadden en twee daarvan hadden hem gevraagd op het laatste moment aanwezig te zijn. Hij had twee jaar medicijnen gestudeerd. Hij had het betreurd dat hij, gedwongen door de omstandigheden, zijn studie had moeten opgeven. Als hij door had kunnen gaan, zou hij zich dan niet gespecialiseerd hebben in de psychiatrie? Dan had hij moeten antwoorden op de vraag:
... indien de verdachte tijdens het plegen van zijn daad in staat. van verstandsverbijstering verkeerde of indien hij gedreven werd door . ..
Misschien betreurde hij het toch niet zo erg, dat hij zijn studie had moeten opgeven. Hij zou nu niet hoeven te beslissen. Parendon stond op, kwam met aarzelende, onhandige stappen naar hem toe, stak zijn kleine hand uit. -Ik...
Maar hij kon niet spreken. Ze keken elkaar alleen maar zwijgend aan en drukten elkaar de hand. Dan liep Maigret naar de deur, die hij achter zich sloot zonder om te kijken. Hij zag tot zijn verwondering Lucas bij Torrence in de vestibule staan, maar een blik van Lucas in de richting van de salon maakte hem duidelijk waarom de inspecteur zijn post in de gang verlaten had.
Mevrouw Parendon stond daar, midden in het grote vertrek, in een licht mantelpakje, met een witte hoed op en witte handschoenen aan. Achter haar stond Lise met een koffer in haar hand.
- Stappen jullie vast in de auto en wacht op mij...
Hij voelde zich zoiets als een ceremoniemeester en hij wist dat hij altijd met afschuw aan dit moment zou terugdenken.
Hij ging naar mevrouw Parendon toe, maakte een lichte buiging voor haar, maar zij sprak het eerst, met een rustige, natuurlijke stem.
-Ik ga met u mee ....
Lise stapte ook in de lift met de koffer. De chauffeur schoot toe om het portier te openen, keek verwonderd toen hij zag dat Maigret niet achter zijn meesteres instapte. Hij liep naar de achterkant van de wagen om de koffer in de bagageruimte te zetten,
-Rijd regelrecht naar de Quai des Orfevres no 36, onder de poort door en dan op de binnenplaats linksaf ...
-Jawel, commissaris ...
Maigret gaf de auto de tijd tussen de haag van journalisten en fotografen, die er niets van begrepen, door te rijden, ging dan, terwijl hij met vragen bestormd werd, naar Lucas en Torrence in de kleine zwarte auto van de Centrale Recherche.
-Gaat u tot een arrestatie over, commissaris?
-Ik weet het niet...
-Heeft u de schuldige ontdekt?
-Ik weet het niet, kinderen ...
Dat meende hij. De woorden van artikel 64 kwamen weer in hem op, een voor een, schrikwekkend in al hun vaagheid. De zon scheen nog steeds, de kastanjebomen werden nog steeds groener, en hij herkende weer de stille bewakers die om het paleis van de President rondliepen.