17
Een agent bracht me naar de eerste verdieping, waar Sally Richards aan een bureau zat, turend naar haar computerscherm. Ik liep naar haar toe en zette een grootverpakking zoetjes naast een foto van haarzelf met een peuter op de arm.
Ze keek even naar mijn presentje en knikte geamuseerd. ‘Geweldig. Daar kom ik morgen de lunch wel mee door.’
‘Is dit een slecht moment?’
‘Een beetje.’ Ze knikte naar de monitor. ‘Een Japanner die een levende slang door zijn neusgat trekt op YouTube.’ Ze schoof haar stoel naar achteren en sloeg haar armen over elkaar. ‘Is er weer een dvd bezorgd?’
‘Nee. Heb je nog iets van de vorige kunnen redden?’
‘Compleet gewist. Hoewel onze techneut zag dat er ooit iets op had gestaan. Hij zei dat de bestanden waren verwijderd door een programmaatje dat zichzelf vernietigt. Hij was het nooit eerder tegengekomen.’
Ik dacht een tijdje na over dat onheilspellende nieuws. ‘Vingerafdrukken?’
‘Alleen de jouwe, en die van je vrouw. Jullie staan in de database voor vrijwilligerswerk, toen jullie nog studeerden.’
Ik knikte.
‘Maar de disks vertonen wel sporen van latex handschoenen; een paar vegen, dat is alles.’
Ik haalde het dvd-doosje uit mijn achterzak. ‘Hier heb je Keith Conners vingerafdrukken.’
‘Wat zouden die opbrengen op eBay?’
‘Ik hoopte dat je misschien een deel van een vingerafdruk had gevonden, om dat met deze te vergelijken.’
‘O, je denkt met ons mee? Rustig aan, Kojak.’
Maar ik hield vol. ‘Zelfs als Keith iemand had ingehuurd om die dvd’s te bezorgen of bij mij in te breken, had hij op een bepaald moment misschien de schijfjes aangeraakt. Hij is geen groot licht.’
‘Meen je dat nou?’ Ze volgde mijn blik naar de foto van haar met de peuter. ‘Kunstmatige inseminatie, nu je ernaar vraagt. Het wonder van het leven... praat me er niet van. De misselijkheid alleen al.’ Ze floot. ‘Als ik het nog eens deed, zou ik een kind uit China hebben geadopteerd, zoals iedere zichzelf respecterende dochter van Sappho.’ Met wat stemverheffing vervolgde ze: ‘Nee, dan Terence! Terence heeft vier jongens. Vier! Stel je voor.’ Valentine bleef boven aan de trap staan, wierp ons een droevige, vermoeide blik toe, en verdween door de gang. ‘Hij is zo blij met mij als partner,’ zei Sally. ‘Iedereen is jaloers op hem.’
‘O, ik dacht dat het zijn stralende glimlach was.’
‘Zit,’ zei ze.
Gehoorzaam liet ik me op de eenvoudige houten stoel voor het bureau zakken. Op haar vloeiblad lag een lijstje met dingen die ze nog moest doen. Rattenbestrijding bellen. Wasdroger in de aanbieding. Oppas voor dienst van dinsdagavond. Dat inkijkje in het mechaniek van haar dagelijks bestaan raakte iets bij mij. Misschien sloot het aan bij de banale zaken die ik op mijn eigen lijstje had afgestreept terwijl ik vanbinnen doodging.
Ik staarde naar de vloer. ‘Heb je weleens het gevoel dat je vastzit?’
‘Zoals in dat nummer van U2? Dat hoort bij het volwassen leven, neem ik aan.’
‘Ja, maar je hoopt altijd dat jij de dans ontspringt.’
Ze trok een grimas. ‘De enige verrassingen zijn dat je niet Indisch moet eten op een lege maag en dat tuinmeubels schrikbarend duur zijn.’
‘Zo gaan die dingen. Ach, het geeft ook niet. Als je maar tevreden bent met je leven.’ Haastig ontweek ik haar blik. Ik had al meer laten doorschemeren dan ik wilde. ‘Helemaal geen vingerafdrukken? Misschien had je de camera en het statief moeten controleren.’
Ze merkte dat ik me ongemakkelijk voelde en er te snel overheen praatte. ‘Vast. We zouden ook een aflevering van csi bij jou thuis kunnen opnemen en er een paar fbi-profilers bij halen.’
‘Oké,’ zei ik. ‘Jullie hebben beperkte middelen. Voorlopig is het niet meer dan een misselijke grap met een camcorder.’
‘Dat niet alleen, Davis, maar de vent droeg latex handschoenen. Het doosje, de envelop en de schijfjes zijn brandschoon. Als we jouw versie geloven, hebben die dvd’s zichzelf gewist, als een technische truc in een James Bond-film. Dan moet er iemand achter zitten die er heel veel werk in heeft gestoken. Die zal heus niet met zijn blote duim op de opnameknop drukken.’ Ze schonk water uit een flesje in een mok, haalde een paar roze zakjes uit de doos met zoetjes en leegde ze in het water. ‘Ik mag het je eigenlijk niet vertellen, maar goed, je hebt een cadeautje voor me meegebracht...’ Ze roerde met een potlood. ‘Zijn er nog andere agenten bij jullie langs geweest?’
‘Dat is een vraag, Sally, geen vertrouwelijke mededeling.’
‘Je meent het.’
‘Waarom vraag je dat, van die andere agenten?’
Ze nam een slok en leunde naar achteren in haar overbelaste kleine stoel. ‘Die voetafdruk bleek...’
‘Wacht even. Wélke voetafdruk?’
‘In de modder bij de lekkende sprinkler in jullie voortuin. We vonden hem toen we met je buurman gingen praten.’ Ze trok een la open en gooide een dossier voor me neer. Een stapeltje foto’s viel eruit. Een redelijke afdruk van de dikke zool van een werkschoen, met de neus naar de straat gericht. Achtergelaten, vermoedde ik, toen de indringer ervandoor ging. Op een paar foto’s werd de afdruk verlicht door een kleine zaklantaarn, net als die van Sally, die ernaast in het gras lag om het profiel onder een scherpe hoek te beschijnen.
‘Wanneer heb je die gemaakt?’ vroeg ik.
‘Niet ik. Valentine heeft de afdruk gefotografeerd toen ik terugging om met jullie te praten.’
Ik dacht aan Valentine die in de Crown Vic had gezeten, en Sally met haar thee, toen ze mijn aandacht opeiste om me bij het raam aan de voorkant vandaan te houden.
‘Het is een mooi driedimensionaal spoor,’ zei ze. ‘Duidelijk afgesleten aan de buitenkant, bij de bal van de voet. Een steentje diep in het profiel van de hak. Zie je?’
‘Hebben jullie een gipsafdruk gemaakt?’
‘Zoals ik al zei, Kojak, we kunnen geen kapitalen besteden omdat iemand jou een griezelige homevideo heeft gestuurd.’
‘Goed. Dus we moeten eerst in ons bed worden vermoord voordat jullie eindelijk met een busje komen.’
Ze trok een wenkbrauw op. ‘Om te beginnen word jij niet in je bed vermoord, maar op de bank. En inderdaad, dan sturen we een busje.’
Ik bladerde de foto’s door. Eentje was recht van boven genomen, met Valentines portofoon naast de afdruk. ‘Is dat om de schaal aan te duiden?’
‘Nee, als sfeertekening. Ja natuurlijk, voor de schaal. Het is een Danner-schoen, maat zesenveertig, merk Acadia, uniform model, twintig centimeter hoog bij de enkel. Ze zitten heel prettig en je kunt ze verzolen. Smerissen dragen ze graag, maar ze zijn twee keer zo duur als Hi-Tecs of Rocky’s, dus je ziet ze niet zo vaak. Het is echt een patrouilleschoen, voor straatagenten of een arrestatieteam. Rechercheurs dragen gewone, slechtzittende schoenen.’ Kreunend legde ze haar afgetrapte loafer op de rand van het bureau. ‘Payless, meer kan een alleenstaande moeder niet betalen.’
‘Dus het is een politieschoen?’
‘Nou, iedereen kan ze bestellen, net als vuurwapens. En we weten allemaal hoe dol sommige gestoorde types op politiespullen zijn.’
‘Vooral als ze al bij de politie werken.’
‘Kijk maar niet naar mij. Ik wilde astronaut worden.’
Mijn blik gleed door het wachtlokaal, naar de schoenen van de agenten. Allemaal zwart, maar verschillende merken. ‘Wat voor maat heeft Valentine?’
Ze tuitte geërgerd haar lippen. ‘Geen zesenveertig. En hij had dienst met mij toen die video van jou werd gemaakt. Verzin iets beters, inspecteur Clouseau.’
‘Nou, in elk geval zijn er geen agenten bij ons aan de deur geweest, voor zover wij weten. Ooit.’
‘Zoals gezegd, het zou een agent kunnen zijn met politieschoenen of een gek, met politieschoenen.’ Ze stond op en trok haar jasje aan om een eind te maken aan het gesprek. ‘Als je iets nuttigs wilt doen, ga dan na wie er reden heeft om een wrok te koesteren tegen jou of die charmante vrouw van je.’
‘Daar heb ik al over nagedacht,’ zei ik. ‘Waar moet ik verder nog zoeken?’
‘Er liggen stenen genoeg,’ zei ze. ‘Maar meestal kijken we er niet onder.’