5

‘Hè, doe het nou,’ zei Julianne, terwijl ze opstond om zich nog eens in te schenken uit het koffiezetapparaat in de docentenkamer van de universiteit. ‘Eén keertje maar.’

Marcello streek met een hand door zijn geföhnde haar en concentreerde zich weer op de werkstukken die hij zat na te kijken. Hij droeg een futloze bruine broek, een overhemd en een jasje, maar geen das. Dit was tenslotte de filmfaculteit. ‘Sorry, ik ben niet in de juiste stemming.’

‘Je hebt een verantwoordelijkheid tegenover je publiek.’

‘Jezus, laat me met rust.’

‘Toe nou. Alsjeblieft?’

‘Mijn instrument is er niet klaar voor.’

Ik stond bij het raam en bladerde in Variety, omdat ik mijn aandacht niet bij het showbusinesskatern van The Times kon houden, hoewel er op pagina drie een wervend stukje over They’re Watching stond. De productie was klaar en de verwachtingen waren hooggespannen.

‘Marcello,’ zei ik over mijn schouder, ‘doe het maar, anders houdt ze nooit op.’

Hij liet zijn papieren zakken en tikte ermee tegen zijn knie. ‘In een wereld van eindeloos gezeur is er één man die voor zichzelf opkomt.

De stem bij duizenden filmtrailers. Als Marcello zijn strot opentrok, voelde je dat tot in je botten. Julianne applaudisseerde met haar handen hoog in de lucht, als bewijs van haar enthousiasme. ‘Geweldig, echt waar.’

Als hij tentamens zit na te kijken, is er één man die je met rust moet laten.

‘Ja, ja. Goed hoor,’ zei Julianne gekwetst. Ze kwam bij me staan. Snel liet ik de Variety zakken voordat ze kon zien wat ik stond te lezen, en staarde weer uit het raam. Ik had ook werk na te kijken, maar na die dvd had ik moeite mijn aandacht erbij te houden. In de loop van de ochtend had ik mezelf erop betrapt dat ik naar bepaalde gezichten keek om te zien of ik een dreigement of verholen leedvermaak kon ontdekken. Julianne volgde mijn zorgelijke blik. ‘Waar kijk je naar?’

Studenten stroomden het gebouw uit, het grasveld op. ‘Het leven zelf,’ zei ik.

‘Je bent ook zo’n filosoof,’ zei Julianne. ‘Je moet wel leraar zijn.’

Het docentenkorps aan de filmfaculteit van Cal State Northridge kan globaal worden onderverdeeld in drie categorieën. Je hebt leraren die van hun vak houden en jonge mensen graag met alle facetten van het vak confronteren, blablabla. Ondanks zijn gecultiveerde cynisme behoort Marcello tot die categorie. Dan zijn er journalisten, zoals Julianne, die zwarte coltruien dragen en altijd haast hebben; op weg naar hun college of hun volgende recensie, artikel of boek over Zeffirelli. Ten slotte lopen er nog wat Oscarwinnaars rond, in de herfst van hun carrière, genietend van de luidruchtige bewondering van de strebers om hen heen. En ikzelf, dus.

Ik keek naar de studenten beneden, die over hun laptops zaten gebogen en druk met elkaar discussieerden. Ze hadden hun hele rampzalige leven nog voor zich.

Julianne liep weg van het raam en zei: ‘Ik wil een sigaret.’

In een tijd van longkanker moet één klootzak het voortouw nemen.

‘Ja, ja.’

Toen ze was vertrokken ging ik aan een tafeltje zitten met een stapel scripts van mijn studenten, maar ik merkte dat ik steeds opnieuw hetzelfde zinnetje las. Ik stond op, rekte me uit en liep naar het prikbord om de berichten te bekijken. Daar stond ik dan, terwijl ik de briefjes las en zachtjes voor me uit neuriede: Patrick Davis, de nonchalance in eigen persoon. Ik speelde toneel, besefte ik, nog meer voor mezelf dan voor Marcello, omdat ik niet wilde toegeven hoe geschrokken ik was van die dvd. Ik voelde me al zo lang verdoofd door doffe emoties – depressie, apathie, rancune – dat ik was vergeten hoe echte, scherpe pijn aanvoelde, onder die dikke eeltlaag. Ik had een nare tijd achter de rug, dat zeker, maar die dvd leek het sein tot een nieuwe golf van... ja, van wát?

Marcello trok een wenkbrauw op, zonder van zijn werk op te kijken. ‘Serieus,’ zei hij, ‘gaat het wel goed met je? Je lijkt gespannen. Meer dan anders, bedoel ik.’

Hij en ik hadden al snel vriendschap gesloten. We brachten samen veel tijd door in de docentenkamer. Hij was getuige geweest van heel wat gesprekken tussen mij en Julianne over mijn situatie, en ik stelde prijs op zijn scherpe, soms keiharde, maar altijd eerlijke commentaar. Toch aarzelde ik met mijn antwoord.

Julianne kwam weer binnen, opende geïrriteerd een raam en stak een sigaret op. ‘Er is een rondleiding voor ouders. Ik word zo moe van die kritische blikken.’

‘Patrick wilde ons net vertellen waarom hij zo afwezig is,’ zei Marcello.

‘Ach, het is niks. Heel stom. Ik heb een dvd gekregen, verborgen in de ochtendkrant. Daarom ben ik een beetje van slag.’

Marcello fronste en streek over zijn keurig getrimde baard. ‘Een dvd waarvan?’

‘Van mij.’

‘Terwijl je wat doet?’

‘Mijn tanden poetsen. In mijn onderbroek.’

‘Dat is écht gestoord,’ zei Julianne.

‘Het zal wel een practical joke zijn,’ zei ik. ‘Ik weet niet eens of het persoonlijk bedoeld is. Misschien sluipt er een puber door de buurt en was ik de enige die ging pissen zonder de zonwering te laten zakken.’

‘Heb je die dvd bij je?’ vroeg Julianne gretig en met grote ogen. ‘Laat eens kijken.’

Voorzichtig, vanwege de nieuwe korstjes op mijn knokkels, haalde ik het schijfje uit mijn tas en stak het in de speler van de tv in de docentenkamer.

Marcello legde een slanke vinger tegen zijn wang en keek. Aan het einde van de opname haalde hij zijn schouders op. ‘Een beetje spannend, maar niet sensationeel. Slechte kwaliteit. Digitaal?’

‘Ik neem het aan.’

‘Heb je ruzie met studenten?’

Dat was nog niet bij me opgekomen. ‘Niet dat ik me kan herinneren.’

‘Kijk eens of iemand voor zijn tentamens dreigt te zakken. Of misschien is er een collega die een wrok tegen je koestert.’

‘Na één maand al?’

‘Je hebt geen geweldig jaar,’ wees Julianne me terecht, ‘als het om... nou ja, als het om mensen gaat.’

Marcello maakte een gebaar om zich heen. ‘Een heel gebouw vol mensen die films maken, meestal van niet veel betere kwaliteit dan deze. Verdachten genoeg. Het is gewoon iemand die een vervelende grap heeft uitgehaald, geloof me nou.’ Hij was zijn belangstelling alweer verloren en boog zich over zijn papieren.

‘Ik weet het niet...’ Julianne stak een nieuwe sigaret op aan het puntje van de vorige. ‘Waarom zou je iemand laten weten dat je hem in de gaten houdt?’

‘Misschien gezakt voor de spionageschool,’ opperde ik.

Ze maakte een peinzend geluid, terwijl we weer naar de studenten keken die uit de deur beneden kwamen. Met zijn grote ramen, zuilengangen en hoge ijzeren dak maakte Manzanita Hall een merkwaardig kwetsbare indruk, als je bedacht dat het na de aardbeving van 1997 was gebouwd.

‘Marcello heeft gelijk. Waarschijnlijk is het iemand die vervelend doet. Dus wat geeft het? Zolang het niet verder gaat. Aan de andere kant...’ ze blies een straal rook door de kier van het raam, ‘zou het ook een bedekt dreigement kunnen zijn. Ik bedoel, jij bent filmdocent en scenarioschrijver...’

‘Hij wás scenarioschrijver,’ mompelde Marcello van boven zijn papieren.

‘Maakt niet uit. Maar de maker weet waarschijnlijk dat je alle klassieke thrillers van voor naar achter kent.’ Met haar pols een beetje schuin, haar hand op haar heup en de opbrandende sigaret tussen haar vingers leek ze zelf wel een cliché uit de film noir. ‘De opname als aanwijzing. Net als in Blowup, nietwaar?’

‘Of Blow Out,’ zei ik. ‘Of The Conversation. Behalve dat ik niet toevallig op die dvd ben gestuit maar dat hij me is toegestuurd.’

‘Maar toch. Ze moeten hebben geweten dat je het verband met die films zou leggen.’

‘Wat zit er dan achter?’

‘Misschien iets anders dan je zou verwachten.’

‘Wat dan?’

‘Dat ze een duister geheim bekend willen maken. Om jou angst aan te jagen. Uit wraak.’ Ze kauwde op haar lip en streek met een hand door haar lange, rode haar. Het viel me nu pas op hoe aantrekkelijk ze was. Dat zag ik niet zo snel. Vanaf het eerste moment hadden we een relatie gehad als broer en zus. Zelfs met haar zuidelijke, Italiaanse intuïtie had Ariana nooit een spoor van jaloezie getoond, en terecht.

‘Iemand van de studio kan je die dvd hebben gestuurd,’ ging Julianne verder.

‘De studio?’

‘Summit Pictures. Ze hebben je toch een proces aangedaan...?’

‘O ja,’ zei ik. ‘Het proces.’

‘Je hebt heel wat vijanden daar, niet alleen de directie, maar ook de juristen, de onderzoekers, de hele bende. Misschien probeert een van hen je onder druk te zetten. In elk geval staan ze niet aan jouw kant, dat is duidelijk.’

Ik dacht er een tijdje over na. Ik had een vriend bij Lot Security met wie ik misschien eens moest gaan praten. Per slot van rekening had de dvd verborgen gezeten in het showbusinesskatern van de krant. ‘Waarom Keith Conner niet?’

‘Dat is waar,’ zei ze. ‘Waarom niet? Hij is rijk en gestoord. Acteurs hebben altijd zeeën van tijd, en een rare hofhouding die alles voor ze doet.’

De bel klonk vanuit de bibliotheek, en Marcello vertrok, met een buiging naar ons bij de deur. Julianne trok wat sneller aan haar sigaret; het rood oplichtende puntje vrat zich een weg door de tabak. ‘En je hébt hem natuurlijk op zijn gezicht geslagen. Daar houden filmsterren niet van, schijnt het.’

‘Ik heb hem niet geslagen,’ zei ik vermoeid.

Ze zag dat ik naar haar rookwolk keek. Blijkbaar had ik een verlangende blik in mijn ogen, want ze stak me de sigaret toe, met de as omhoog, en vroeg: ‘Mis je het?’

‘Niet het roken zelf, maar wel het ritueel. Een sigaret uit het pakje tikken, mijn zilveren aansteker pakken, ’s ochtends een peuk roken in de auto, bij de koffie. Zo rustgevend. Iets waar je op kon rekenen. Het was er altijd.’

Ze drukte de sigaret uit tegen de rand van het kozijn, terwijl ze me nog altijd aankeek. Verwonderd. ‘Probeer je nog iets anders op te geven?’

‘Ja,’ zei ik. ‘Mijn vrouw.’

Dan sterft ze
titlepage.xhtml
dan_sterft_ze_split_000.xhtml
dan_sterft_ze_split_001.xhtml
dan_sterft_ze_split_002.xhtml
dan_sterft_ze_split_003.xhtml
dan_sterft_ze_split_004.xhtml
dan_sterft_ze_split_005.xhtml
dan_sterft_ze_split_006.xhtml
dan_sterft_ze_split_007.xhtml
dan_sterft_ze_split_008.xhtml
dan_sterft_ze_split_009.xhtml
dan_sterft_ze_split_010.xhtml
dan_sterft_ze_split_011.xhtml
dan_sterft_ze_split_012.xhtml
dan_sterft_ze_split_013.xhtml
dan_sterft_ze_split_014.xhtml
dan_sterft_ze_split_015.xhtml
dan_sterft_ze_split_016.xhtml
dan_sterft_ze_split_017.xhtml
dan_sterft_ze_split_018.xhtml
dan_sterft_ze_split_019.xhtml
dan_sterft_ze_split_020.xhtml
dan_sterft_ze_split_021.xhtml
dan_sterft_ze_split_022.xhtml
dan_sterft_ze_split_023.xhtml
dan_sterft_ze_split_024.xhtml
dan_sterft_ze_split_025.xhtml
dan_sterft_ze_split_026.xhtml
dan_sterft_ze_split_027.xhtml
dan_sterft_ze_split_028.xhtml
dan_sterft_ze_split_029.xhtml
dan_sterft_ze_split_030.xhtml
dan_sterft_ze_split_031.xhtml
dan_sterft_ze_split_032.xhtml
dan_sterft_ze_split_033.xhtml
dan_sterft_ze_split_034.xhtml
dan_sterft_ze_split_035.xhtml
dan_sterft_ze_split_036.xhtml
dan_sterft_ze_split_037.xhtml
dan_sterft_ze_split_038.xhtml
dan_sterft_ze_split_039.xhtml
dan_sterft_ze_split_040.xhtml
dan_sterft_ze_split_041.xhtml
dan_sterft_ze_split_042.xhtml
dan_sterft_ze_split_043.xhtml
dan_sterft_ze_split_044.xhtml
dan_sterft_ze_split_045.xhtml
dan_sterft_ze_split_046.xhtml
dan_sterft_ze_split_047.xhtml
dan_sterft_ze_split_048.xhtml
dan_sterft_ze_split_049.xhtml
dan_sterft_ze_split_050.xhtml
dan_sterft_ze_split_051.xhtml
dan_sterft_ze_split_052.xhtml
dan_sterft_ze_split_053.xhtml
dan_sterft_ze_split_054.xhtml
dan_sterft_ze_split_055.xhtml
dan_sterft_ze_split_056.xhtml
dan_sterft_ze_split_057.xhtml
dan_sterft_ze_split_058.xhtml
dan_sterft_ze_split_059.xhtml
dan_sterft_ze_split_060.xhtml
dan_sterft_ze_split_061.xhtml
dan_sterft_ze_split_062.xhtml
dan_sterft_ze_split_063.xhtml
dan_sterft_ze_split_064.xhtml
dan_sterft_ze_split_065.xhtml