Lapacho
Inleiding
Zuid-Amerika beschikt over grote, grotendeels onontgonnen reserves van natuurlijke hulpbronnen. De kruidengeneesmiddelen, in overvloed aanwezig op dit continent, zijn veelal nog onbekend in de rest van de wereld. De ontoegankelijkheid van de grote wouden in combinatie met een gebrek aan belangstelling hebben de geheimen van het gebied lange tijd in duisternis gehuld.
Pogingen om de beschikbaarheid van Zuid-Amerikaanse kruidengeneesmiddelen op de wereldmarkt te vergroten verlopen traag en moeizaam. Slechts met grote inspanning is het mogelijk alle voorwaarden te scheppen die nodig zijn om plantmateriaal succesvol te identificeren, te oogsten en te exporteren. Nergens worden deze problemen zichtbaarder dan bij het in de handel brengen van lapacho.
Lapacho (Tabebuia avellanedae en Tabebuia impetiginosa) is afkomstig uit de regenwouden en bergen van Paraguay, Argentinië en Brazilië. Hoewel de plant meer dan 100 jaar bekend is, is de export van medisch werkzame lapacho vaker mislukt dan geslaagd. Ondanks die moeilijkheden blijft de interesse in lapacho groot.
Er is inmiddels heel wat onderzoek gedaan naar en gepubliceerd over de antivirale en antikankereigenschappen en andere positieve gezondseffecten van het Zuid-Amerikaanse kruid lapacho. Het lijkt erop dat kanker, bijvoorbeeld leukemie, en candida en andere infecties effectief behandeld kunnen worden met deze plant.
Beschrijving van de plant
Lapacho is ook wel bekend onder de Portugese naam Pau D’arco en inheemse namen als Taheebo en Ipé Roxo. Het is een groenblijvende boom met rozekleurige bloemen en behoort tot de Bignonia-familie. Er zijn ongeveer 100 soorten lapacho bekend, waarvan er maar een paar zijn met geneeskrachtige eigenschappen. Het is extreem moeilijk de juiste soorten te vinden.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen lapacho colorado (rode lapacho – ipé roxo – draagt rode bloemen) en lapacho morado (paarse lapacho). De laatste groeit in een kouder klimaat, zoals in de Andes en in hoger gelegen gebieden in Paraguay. Van deze twee soorten wordt gesteld dat ze geneeskrachtige eigenschappen bezitten, waarvan de lapacho morado de beste zou zijn.
Het vinden van vakbekwame verzamelaars is een van de belangrijkste moeilijkheden bij het op de markt brengen van goede kwaliteit lapacho.
Bestanddelen
Het geneeskrachtige deel van de plant is de binnenkant van de schors, het zogenaamde floëem, het deel van de stengel of stam waardoor vloeistoffen worden getransporteerd die de plant met behulp van fotosynthese heeft aangemaakt. Het gebruik van de hele schors, inclusief het dode hout, vermindert de werking van de plant.
De meeste chemische analyses zijn uitgevoerd op hout uit het hart van de boom in plaats van op het floëem. Waarom dit is gebeurd is onduidelijk. Een reden zou kunnen zijn dat het hart voldoende van een aantal belangrijke stoffen bevat, vooral lapachol en tabebuïne, om aan de huidige onderzoekseisen te voldoen. Wanneer de activiteit van die bestanddelen grondig onderzocht is, zal de aandacht misschien meer uitgaan naar het floëem. Tot die tijd is het waarschijnlijk veilig om te veronderstellen dat de schors een vergelijkbaar aantal actieve bestanddelen bevat als het hart van de boom en een aantal andere, wat de schors meer populair heeft gemaakt onder de inheemse bevolking van Zuid-Amerika. Als we kijken naar de literatuur over fytotherapie over de gehele wereld, wordt traditioneel altijd de levende bast van een boom of struik gebruikt voor medicinale doeleinden, niet het hart. De reden hiervoor is eenvoudig: de voedings- en chemische stoffen, nodig voor het leven van de boom, worden in de grootste concentratie gevonden in de cambiumlaag en het floëem van de levende schors. De levensprocessen van een volgroeide boom vinden plaats in de smalle corridor tussen de buitenste schors en het hart van de boom. Als je de bast van een boom eraf trekt, zul je vochtige, zeer dunne weefsels aantreffen, die scheuren als je eraan trekt. Dit is de cambiumlaag. De functie van deze laag is het creëren van nieuwe weefsels, zoals floëem, door middel van celdeling. De jongste floëemcellen bevinden zich net buiten het cambium. Als er nieuwe floëem bij komt, gaan oudere cellen kapot, en worden in de bast gedrukt. Jonge, nieuwe cellen die aan de binnenkant van de cambiumlaag aangroeien heten xyleem. Nieuwer xyleem heet splint, ouder xyleem gaat kapot, en wordt in het hart van de boom gedrukt. De actieve weefsels van een boom zijn de dunne lagen vers xyleem en floëem aan elke zijde van het cambium. De buitenste bast en de kern zijn inactieve mate-rialen, die de boom alleen sterk maken.
Doordat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen oudere, minder actieve lagen van de boom en jongere, levende weefsels, krijgen we een drastische vermindering van werkzame stoffen en medicinale waarde. Helaas komt dit veel voor.
Hier volgen de stoffen die in lapacho voorkomen voor zover bekend in 1995.
Locatie |
|
|
|
Lapachol |
Kern, binnenbast |
Dehydrolapachon |
Kern, binnenbast |
|
|
α-Lapachon |
Kern |
β-Lapachon |
Kern |
Lapacholmethylether |
Kern |
Menachinon-1 |
Kern |
Deoxylapachol |
Kern |
1-Hydroxyanthrachinon |
Kern |
1-Methoxyanthrachinon |
Kern |
2-Methylanthrachinon |
Kern |
2-Hydroxymethylanthrachinon |
Kern |
2-Acetomethylanthrachinon |
Kern |
Anthrachinon-2-carboxylzuur |
Kern |
Lapachenol |
Kern |
|
|
2-Acetyl-furanonaftochinon |
Binnenbast |
2-Hydroxyethyl-furanonaftochinon |
Binnenbast |
8-Hydroxy-2-acetyl-furanonaftochinon |
Binnenbast |
8-Hydroxy-2-hydroxyethyl-furanonaftochinon |
Binnenbast |
2-Ethyl-furanonaftochinon |
Binnenbast |
2-lsopropyl-furanonaftochinon |
Binnenbast |
2,3-Dihydro-2-(2-methylethenyl)-furanonaftochinon |
Binnenbast |
Lapachol is slechts één van een aantal plantaardige substanties, bekend als naftochinonen (N-factoren), die in lapacho voorkomen. Anthrachinonen (of A-factoren), vormen een andere klasse van verbindingen. N-factoren komen in kruidentonics regelmatig voor; zelden komen zowel A- als N-factoren in eenzelfde soort voor. Verscheidene van de opvallende eigenschappen van lapacho zouden te danken kunnen zijn aan de synergie tussen A- en N-factoren.
De biologische activiteit van de chinonstructuur houdt verband met de eigenschap van chinonen om elektronen te accepteren en zo radicale anion- of di-anionstructuren te vormen, waardoor de productie van intracellulaire vrije radicalen en zuurstofradicalen in de mitochondriën en microsomen wordt gestimuleerd. In lapacho zijn ook quercitine, xyloïdon en andere flavonoïden aanwezig, en deze stoffen dragen ongetwijfeld bij tot de effectiviteit van de plant bij de behandeling van tumoren en infecties.
Folklore
De indianen in Brazilië, Noord-Argentinië, Paraguay, Bolivia en andere Latijns-Amerikaanse landen gebruiken lapacho al duizenden jaren voor medische doeleinden. Er zijn aanwijzingen dat het gebruik ervan zelfs kan worden teruggebracht tot de tijd van de Inca’s, nog voor de komst van de Spanjaarden, de Guaraní en de Tupi-Nambostammen, die grote hoeveelheden lapachothee gebruikten. Ook in de hoge Andes, de Callawaya, de Quechua en Aymara werd lapacho (taheebo) gebruikt voor de behandeling van verschillende klachten.
Lapacho wordt zowel in- als uitwendig toegepast voor de behandeling van koorts, infecties, verkoudheid, griep, syfilis, kanker, ademhalingsproblemen, huidzweren en verbrandingen, dysenterie, gastro-intestinale problemen van allerlei aard, artritis en prostatitis. Ook klachten als lupus, diabetes, ziekte van Hodgkin, osteomyelitis, de ziekte van Parkinson en psoriasis kunnen met lapacho worden behandeld.
Het is pijnstillend, het doodt bacteriën, stimuleert de aanmaak van urine, en werkt zelfs als tegengif. Het gebruik van lapacho toont in veel opzichten overeenkomsten met immunostimulerende middelen als echinacea op ons continent of ginseng in Azië. De werking van lapacho overtreft echter deze beide kruiden in de effectiviteit tegen kanker. De Guaraní, Tupi en andere stammen noemen de lapachoboom ‘Tajy’, wat zoveel betekent als ‘sterkte en kracht hebbend’, of ‘de goddelijke boom’.
Het gebruik van lapacho is niet alleen beperkt tot de Zuid-Amerikaanse landen. Een Joegoslavische wetenschapper, Voislav Todorovic, beweert dat hij bewijzen heeft gevonden dat de plant werd gebruikt door de Vikingen en de Russen. Hij beweert ook dat een Russische chemicus in de tweede helft van de 18e eeuw een tandpasta vervaardigde waarin lapacho was verwerkt, die uiterst effectief moet zijn geweest tegen tandbederf.
Vroeg wetenschappelijk onderzoek
Er wordt al heel lang onderzoek gedaan naar lapacho. E. Paterno isoleerde het actieve bestanddeel lapachol in 1884. In 1896 stelde S.C. Hooker de chemische structuur van lapachol vast en L.F. Fieser synthetiseerde het in 1927. Het is dus een vergissing dat lapacho een moderne ontdekking zou zijn.
Al in 1873 waren fysici zich bewust van de helende kracht van lapacho. Dr. Joaquin Almeida Pinto schreef dat jaar: ‘Pau D’arco: Medicinale eigenschappen: voorgeschreven als koortsremmer; de schors wordt gebruikt tegen zweren; ook gebruikt tegen geslachtsziekten en reumatische aandoeningen; uiterst geschikt voor de behandeling van huidziekten als eczeem, herpes en schurft.’ Een andere fysicus, dr. Walter Accorsi, schreef: ‘Lapacho elimineert pijn veroorzaakt door kanker, en het verveelvoudigt de aanmaak van rode bloedlichaampjes.’
Wetenschappelijk onderzoek naar lapacho werd uitgebreid gedaan door Theodoro Meyer in Argentinië. Hij heeft decennialang, met weinig succes, geprobeerd de medische wereld ervan te overtuigen dat lapacho van grote waarde is voor de behandeling van infecties en kanker. Data uit zijn laboratorium zijn verbluffend, gekeken naar de successen behaald door het gebruik van lapacho bij verschillende vormen van kanker. Veel van het werk van Meyer was primitief ten opzichte van de huidige onderzoeksmethoden. Meestal ontbraken adequate controle en statistische evaluatie. De omvang van zijn werk vormt echter een goed bewijs voor de effectiviteit van lapacho. Het Meyer-tijdperk eindigde met diens dood in 1972, de wetenschappelijke wereld, nog steeds niet overtuigd van het nut van het gebruik van lapacho als modern geneesmiddel, achter zich latend. Het belangrijkste dat Meyer vanuit wetenschappelijk oogpunt bereikt heeft is:
- Hij heeft lapacho wereldwijd onder de aandacht gebracht.
- Hij wist de plant buiten de jungle van de Amazone te brengen.
Onafhankelijk van Meyer hoorde een fysicus in Brazilië van de wonderbaarlijke geneeskrachtige werking van lapacho en gebruikte het om zijn broer te behandelen, die in het Santo André-ziekenhuis op sterven lag als gevolg van kanker. De broer knapte op, en de arts, dr. Orlando dei Santi, begon het kruid te gebruiken bij de behandeling van andere kankerpatiënten in het ziekenhuis. Er ontstond een team van artsen, die na een aantal maanden verschillende casussen rapporteerden. In alle casussen verdween de pijn en er werd soms complete genezing bereikt.
Als gevolg van het werk in het gemeentelijk ziekenhuis van Santo André is lapacho een standaardbehandeling van verschillende vormen van kanker en infectieziekten geworden.
Het moet worden opgemerkt dat na de eerste rapporten van de ‘miraculeuze’ genezingen in Brazilië, de internationale overheid een algehele zwijgplicht oplegde aan de artsen die in het ziekenhuis werkzaam waren. De stilte werd pas verbroken door Alec de Montmorency, die in 1981 een uitvoerige evaluatie publiceerde over het lopende klinische werk in Brazilië. Door dit verslag werd de interesse in de plant wereldwijd gewekt.
In 1968 behandelde dr. Prats Ruiz uit Concepción in Paraguay succesvol drie gevallen van leukemie in zijn privékliniek. De resultaten werden op grote schaal gepubliceerd en hebben bijgedragen tot de populariteit van lapacho onder de ‘beschaafde’ bewoners van de Zuid-Amerikaanse landen.
Sinds 1999 heeft de Food and Drug Administration (FDA) in de Verenigde staten van Amerika lapacho geregistreerd als dieetsupplement (DS), als kruid dat de symptomen en condities van kanker verlicht. Een DS, gedefinieerd door de Dietary Supplement Health and Education Act (DSHEA), is een product dat oraal wordt ingenomen en een specifiek ingrediënt bevat, bedoeld om een aanvulling te zijn op de voeding. Dit ingrediënt is een component van het dieetsupplement. Wat de samenstelling of presentatie van het DS ook is, de DSHEA plaatst het altijd in de algemene categorie voeding, geen medicijn, en eist dat elk supplement wordt gelabeld als dieetsupplement. Hierdoor is het toegestaan dat fabrikanten en verkopers op de verpakking zetten wat de invloed is van het specifieke ingrediënt op de structuren of functies in het menselijk lichaam. Zij zijn wel verplicht op de verpakking een disclaimer te plaatsen ‘dat het product niet gebruikt mag worden voor diagnose, als geneesmiddel of om ziekte te voorkomen’.
Lapacho heeft ook de status Generally Regarded as Safe (GRAS) door de FDA. Hoewel geïsoleerde componenten van lapacho toxisch zijn voor vitamine K, is er een synergetisch effect van de mix van componenten in lapachothee, wat dit effect weer opheft doordat er ook componenten zijn die juist pro vitamine K werken.
Bijwerkingen van medicijnen
Een algemeen element dat als een rode draad door zowel de heel vroege als de huidige empirische en klinische onderzoeksverslagen loopt, is de consequente opmerking dat lapacho bijwerkingen van orthodoxe medicatie tegengaat. Er is geen verklaring voor deze werking, maar het wordt zo vaak opgemerkt, dat er niet aan voorbij kan worden gegaan. Pijn, haaruitval en immunologische disfunctie zijn symptomen van bijwerkingen die lapacho tegengaat.
Biologische activiteit en gezondheidseffecten
Laxerende werking: Regelmatig gebruik van lapacho leidt tot regulering van de stoelgang. Dit effect is ongetwijfeld te danken aan de aanwezigheid van naftochinonen en anthrachinonen. Gebruikers van lapacho melden een aangename en gematigde versoepeling van de stoelgang, zonder vervelende bijwerkingen als diarree.
Antikankerwerking: Een groot deel van het onderzoek naar lapacho, zowel in de Verenigde Staten als in andere landen, is gewijd aan het kankervraagstuk. Uiteraard is dit van groot belang. Elke patiënt die zou kunnen profiteren van de positieve werking van lapacho op het verloop van kanker zou er gebruik van moeten kunnen maken. De afwezigheid van bijwerkingen maakt lapacho tot een ideale behandeling, en het kan ook naast standaardtherapieën toege-past worden. De gebruiker heeft niets te verliezen en veel te winnen bij verstandig gebruik van lapacho. Uiteraard moet elke behandeling van kanker onder toezicht staan van een gekwalificeerd arts.
Sommige bestanddelen of groepen van bestanddelen van lapacho blijken inderdaad in staat tumorgroei en levensvatbaarheid van tumoren te onderdrukken, zowel in experimenteel proefdieronderzoek als in een klinische setting met menselijke patiënten. Daarnaast zijn er tal van anekdotische gegevens voorhanden, in zodanige mate, dat het voorbijgaan aan lapacho zou neerkomen op het negeren van een mogelijke bron van hulp en gezondheid. Leukemie blijkt bijzonder gevoelig te zijn voor behandeling met lapacho en verschillende van de bestanddelen ervan. Sommige onderzoekers vinden dat lapacho een van de belangrijkste antikankermiddelen ter wereld is.
Een deel van de effectiviteit van lapacho zou voort kunnen komen uit het waargenomen vermogen de productie van rode bloedcellen in het beenmerg te stimuleren. De toegenomen productie van rode bloedcellen verbetert de zuurstofdraagkracht van het bloed. Dit draagt op zijn beurt bij tot de gezondheid van de weefsels in het hele lichaam. IJzer is ook van belang voor het zuurstoftransport door de rode bloedcellen. Dit zou de versterkende werking kunnen verklaren als lapacho wordt gecombineerd met het ijzerrijke yerba maté. In feite werden deze twee plantensoorten oorspronkelijk vaak gecombineerd.
Antioxidant: In-vitrostudies tonen een duidelijke remming van vrije radicalen en leukotriënen aan door bestanddelen van lapacho. Deze werking zou ten grondslag kunnen liggen aan de effectiviteit van lapacho tegen huidkanker en het is zeker een verklaring voor haar antiverouderingseffect. De moderne wetenschap heeft onlangs onthuld dat vrije radicalen een belangrijke oorzaak zijn van het ontstaan van vele slopende ziekten, van kanker tot artritis. Deze moleculen zijn ook sterk betrokken bij normale verouderingsprocessen. Het terugdringen van vrije radicalen staat enorm in de belangstelling in de mondiale gezondheidszorg. Antioxidanten of vrije-radicalenvangers ontpoppen zich als belangrijke middelen om ziekte te voorkomen. Onder de antioxidanten zijn er weinig met meer potentie dan lapacho of bestanddelen uit lapacho.
Pijnstillende werking: Lapacho wordt in klinieken in Zuid-Amerika toegepast als primair middel voor het verlichten van de pijn waarmee verschillende vormen van kanker gepaard gaan, vooral bij prostaat-, lever-en longkanker. Ook de pijn bij artritis neemt af door het gebruik van lapacho.
Antimicrobiële/antiparasitaire werking: Deze omvat inhibitie en vernietiging van Gram-positieve en zuurbestendige bacteriën (B. subtilis, M. pyogenes aureus, enz.), gisten, schimmels, virussen en verschillende soorten parasieten. Noemenswaardig is dat lapacho twee problematische virusfamilies bestrijdt: herpesvirussen en het hiv-virus. Samen zijn deze virussen verantwoordelijk voor een groot deel van de ellende van de mensheid. In de eerste decennia van deze eeuw ging de aandacht van het wetenschappelijk onderzoek vooral uit naar de werking van lapacho tegen malaria. In een in 1948 gepubliceerd, samenvattend artikel wordt gesteld dat vooral vanwege de N-factoren lapachol tot een van de meest veelbelovende antimalariastoffen behoort, tot dan toe bekend. De immuno stimulerende werking van lapacho is gedeeltelijk te danken aan de vrij krachtige, antimicrobiële effecten ervan.
Antischimmelwerking: Lapacho wordt vaak beschouwd als de eerste behandeling van candida of schimmelinfecties. Lapachol, N-factoren en xyloïdon lijken de primair werkzame stoffen te zijn. In het midden van de jaren zeventig is de lijst van N-factoren die werkzaam zijn tegen Candida albicans en andere schimmels uitgegroeid tot enkele tientallen.
Het zou misleidend zijn te stellen dat de N-factoren in lapacho een antimicrobiële en antischimmelwerking van zichzelf hebben. Studies hebben aangetoond dat de wijze waarop ze in de plant voorkomen in aanmerking moet worden genomen. We weten bijvoorbeeld dat de antischimmelwerking verloren gaat als de N-factoren te hecht gebonden zijn aan sterk in wateroplosbare of sterk vetoplosbare groepen. Het is niet helemaal duidelijk hoe de N-factoren in lapacho voorkomen.
Er wordt momenteel veel onderzoek gedaan naar Nfactoren, als gevolg van het vaker optreden van schimmelinfecties door het toegenomen gebruik van cytotoxische geneesmiddelen, corticosteroïden, antibiotica en immunosuppressiva.
Een interessante toepassing is gemeld voor teennagelschimmelinfectie. Deze aandoening kan goed behandeld worden door de voeten enige weken dagelijks in lapachothee te soppen.
Anti-inflammatoir: De anti-inflammatoire en gene-zende werking van lapacho werd aangetoond in een studie waarbij paarse lapacho werd voorgeschreven bij patiënten met cervicitis en cervicovaginitis. Deze aandoeningen konden verschillende oorzaken hebben: infecties (Candida albicans, Trichomonas vaginalis), chemische irritatie of mechanische irritatie. Lapacho-extract werd toegepast door middel van een intravaginaal gaaskompres, gedrenkt in het extract. Het kompres werd om de 24 uur vernieuwd. De behandeling bleek zeer effectief. Men kan zich afvragen wat er gebeurd zou zijn indien de kompresmethode gecombineerd was met de inname van sterke thee.
De anti-inflammatoire werking van lapacho kan ook worden waargenomen in de pijnstillende en koortsremmende werking bij artritis. Er zijn zelfs anekdotische verslagen van volledige genezing. Hoewel het nog niet is onderzocht in een wetenschappelijke setting, kan het vermeende vermogen van de plant om de symptomen van gewrichtsziekten te bestrijden, worden toegevoegd aan de groeiende lijst van voordelen die worden genoten door de dagelijkse inname van lapacho.
Andere positieve effecten: Er zijn nog verschillende minder uitgesproken werkingen van lapacho, die in individuele gevallen kunnen optreden: diuretisch, kalmerend, decongestief, hypotensief, om er enkele te noemen. Helaas kunnen we hier, vanwege ruimtelijke beperkingen, niet ingaan op alle voordelen van lapacho. De belangrijkste van de hierboven genoemde eigenschappen vereisen echter een nadere toelichting.
Antiviraal
Een van de krachtigste eigenschappen van lapacho is de werking tegen virussen. De virussen die door lapacho geïnactiveerd worden reiken van de simpele veroorzakers van verkoudheid tot de veroorzakers van aids. Het is aangetoond dat lapacho virussen kan remmen en doden. Zo kan lapacho de groei van verschillende gevaarlijke virussen remmen, waaronder bepaalde soorten herpesvirus hominis, het poliovirus, vesiculaire-stomatitisvirus, aviaire-myeloblastosisvirus, rauscho muriene leukemievirus en Rous sarcoma-virus. Verschillende andere virussen worden ook door lapacho geremd door de N- en Afactoren.
Een N-factor, béta-lapachon, remt de enzymen in de viruscellen die rechtstreeks van invloed zijn op de synthese van DNA en RNA. Het is ook een krachtige remmer van het enzym reverse transcriptase, betrokken bij de RNA/DNA-synthese. Wanneer deze processen eenmaal geremd worden, is het virus niet meer in staat het voortplantingsproces in de cel over te nemen en kan daardoor zichzelf niet voortplanten en andere cellen infecteren. Deze remmende werking is karakteristiek voor de meeste stoffen die worden onderzocht op activiteit tegen aids en het Epstein-Barr-virus. Het enzym in kwestie is de sleutel tot het optreden van retrovirussen. Deze virussen, ook wel bekend als ribodeoxyvirussen of oncornavirussen, zijn betrokken bij de ontwikkeling van verschillende vormen van kanker. Bèta-lapachon wordt verkregen door lapachol te behandelen met zwavelzuur. Uit onderzoek blijkt dat het een unieke werking heeft als reverse transcriptase-remmer.
Opmerking: Zwavelverbindingen in bepaalde planten, in het bijzonder in yerba maté, vertonen een katalytisch effect bij de transformatie van lapachol naar bèta-lapachon, en als gevolg daarvan verhoogt het de effectiviteit van lapacho. In dit licht is het interessant op te merken dat de inheemse bevolking van Zuid-Amerika yerba maté en lapacho al combineerden. Yerba maté vormt de basis voor lapachotherapie.
Antiparasitair
Bestanddelen van lapacho zijn uitvoerig onderzocht op hun werking tegen twee funeste parasieten: Schistosoma mansoni en Trypanosoma cruzi, beide verantwoordelijk voor ziekte en ellende in tropische landen. Lapacho bleek tegen beide effectief. Oraal ingenomen, wordt lapachol uiteindelijk door de talgklieren in de huid uitgescheiden, en vormt zo een barrière tegen de parasieten. De micro-organismen worden geïnactiveerd, kort nadat ze contact hebben gemaakt met de huid. Ondertussen vindt ditzelfde proces plaats binnen in het lichaam en ontstaat eenzelfde barrière op de slijmvliezen, waardoor het binnendringen van parasieten wordt voorkomen. Dit werkingsmechanisme is nog niet ontrafeld. Men gaat ervan uit dat het te maken heeft met de ontkoppeling van de cellulaire ademhaling (zie verderop de paragraaf Cellulaire mechanismen), de stimulering van de vetstofwisseling en de superoxideproductie en de remming van DNA/RNA-synthese.
Kanker
Lapacho is uitgebreid onderzocht op de werking tegen kanker. Zelfs het Nationaal Kanker Instituut heeft belangstelling getoond. Als gevolg van hun eigen typische manier van onderzoeken, hebben zij de bal net zo hard weer laten vallen voordat er successen bereikt waren. In hun onderzoeken beperkten zij zich door alleen te kijken naar lapachol. Zij vonden dat deze stof bijwerkingen had die niet opwogen tegen de potentiële therapeutische voordelen, en hebben het onderzoek stopgezet. Men kan gemakkelijk begrijpen dat de fout zit in het toepassen van geïsoleerde stoffen, in plaats van het hele kruid. Onderzoek naar lapacho als geheel leidt tot heel andere uitkomsten, zonder bijwerkingen.
Er werd een gigantische stap voorwaarts gezet toen in dieronderzoek in de Verenigde Staten lapacho effectief bleek tegen solide tumoren (Walker 256 carcinosarcoma en Ehrlich solide carcinoma) en Ehrlich ascites celtumoren. Er werd tevens weer een enorme stap terug gedaan toen lapachol klinisch toxisch bleek en men het onderzoek voortijdig afbrak.
Uit een interessante lijn van het onderzoek bleek dat lapachol effectiever is wanneer het oraal wordt ingenomen dan wanneer het in de darmen of spieren wordt geïnjecteerd. Deze resultaten zijn tegengesteld aan het onderzoek naar orthodoxe geneesmiddelen, die over het algemeen beter werken als ze geïnjecteerd worden. Wat is de betekenis van deze anomalie? Zou het zo kunnen zijn dat een natuurlijke wijze van toediening (dat wil zeggen oraal) meer geschikt is voor natuurlijke stoffen? Hoe verder verwijderd van hun natuurlijke staat, hoe meer actieve bestanddelen na injectie in de bloedbaan terechtkomen, maar hoe minder de natuurlijke processen in het lichaam ermee kunnen doen.
Gebruikmakend van het hout van de plant, hebben verschillende onderzoekers het effect bestudeerd van lapachol, alfa- en bèta-lapachon en xyloïdon bij experimenteel kankeronderzoek (Yoshida’s sarcoma en Walker 256 carcinosarcoma). Er werd 84% remming geobserveerd bij Yoshida’s sarcoma en er werd geen toxiciteit gevonden.
In een klinische studie werd door Zuid-Amerikaanse onderzoekers lapachol voorgeschreven aan patiënten met verschillende vormen van kanker, waaronder adenocarcinoma van de lever, longen en prostaat, en squameus carcinoma van het verhemelte en de baarmoederhals. Oraal ingenomen, resulteerde de substantie in een tijdelijke vermindering van alle klachten en in een significante vermindering van de pijn. De duur van de behandeling varieerde van 30 tot 720 dagen, met een gemiddelde van ongeveer twee maanden. Bij een patiënt met leverkanker bijvoorbeeld verminderde de geelzucht significant en werd een algemene verbetering waargenomen na acht dagen therapie. De resultaten kwamen overeen met die welke door dezelfde onderzoekers in de dierstudies werden verkregen. Men kan zich afvragen wat de werking van de gehele paarse lapacho in deze setting zou zijn geweest. Uit andere studies is gebleken dat het dan nog beter zou hebben gewerkt.
Een opmerking over misselijkheid: In de hierboven beschreven klinische studie was er uitval van patiënten uit het experiment als gevolg van misselijkheid. Dit is een gangbare reactie bij sommige, maar zeker niet alle mensen die de reinigende werking van lapacho (en andere heilzame kruiden) ervaren. Wanneer toxinen (en giftige medicijnen) en afvalstoffen aan de cellen worden onttrokken als gevolg van de werking van het kruid, ontstaat er een verhoogde concentratie in het bloed, de lymfknopen, de huid, de lever en de nieren, wachtend op het moment dat ze uit het lichaam kunnen worden uitgescheiden. Hierdoor kan ook een gevoel van misselijkheid ontstaan. Het lichaam kan zelfs proberen toxinen kwijt te raken door braken. Geen paniek. Deze voorbijgaande tekenen wijzen erop dat het kruid zijn werk doet. Het lichaam heeft maar drie fundamentele processen voor het afvoeren van afvalstoffen: (1) de stoelgang, (2) zweten en (3) urineren. Het gebruik van lapacho kan deze processen in de vroege stadia zodanig overbelasten, dat deze ongemakken kunnen voorkomen.
Cellulaire mechanismen
Elke cel in het lichaam heeft zuurstof en glucose nodig om energie te verkrijgen voor het in stand houden van levensonderhoudende functies. De zuurstof en glucose worden gebruikt in een tamelijk complex stofwisselingsproces in de kleine energie produce-rende structuren in de cel, mitochondriën genaamd. Dit proces vereist vele enzymen en co-enzymen. Zuurstof en glucose worden omgezet in voedingsstoffen, kooldioxide en water, die vervolgens weer aan het bloed worden afgegeven. De CO2 wordt uitgeademd door de longen (vandaar dat dit proces ook wel ‘respiratie’ wordt genoemd). Het overtollige water wordt uiteindelijk via de nieren uitgescheiden. Tijdens deze conversie komen verschillende vrije elektronen vrij, die onmiddellijk worden gebruikt in een ander proces, waarbij ATP (adenosinetrifosfaat) wordt geproduceerd. ATP is het molecuul dat elke cel nodig heeft om energie te verkrijgen. De twee processen – één voor het afbreken van glucose, één voor de synthese van ATP – zijn sterk aan elkaar gekoppeld. Mochten ze niet meer samengaan, dan krijgt de cel geen energie meer en gaat dood. Dit proces heet ontkoppeling van oxidatieve fosforilering.
Er bestaan vele stoffen die de oxidatieve fosforilering ontkoppelen. Vele daarvan lijken op de N-factoren in lapacho. Sterker nog, het is gebleken dat lapacho werkt als benzochinonen, dat wil zeggen dat het de mitochondriale oxidatieve fosforilering ontkoppelt in kankercellen, maar niet in cellen die gezond zijn. Dit selectieve doden (cytotoxiciteit) van tumorcellen maakt lapacho tot een waardevol middel bij de behandeling van kanker.
De wetenschap is geïnteresseerd in het punt waar een chemische stof inbreekt in het proces van cellulaire respiratie. De onderdelen van lapacho lijken op verschillende punten in dit proces in te breken, meestal door inhibitie van een enzym of co-enzym dat nodig is om een volgende stap in de keten correct te laten verlopen. Bijvoorbeeld, lapacho remt de juiste werking van ATPase, het enzym dat de laatste stap in de vorming van ATP katalyseert.
Tevens is aangetoond dat lapachol een andere stof remt die nodig is voor celdeling: uridinetrifosfaat. Dit molecuul is de belangrijkste bron van stoffen (pyrimidinenucleotiden) die nodig zijn bij de opbouw van DNA, RNA en de meeste andere belangrijke eiwitten in het lichaam.
Lapacho zou de synthese van pyrimidinen in kankercellen blokkeren (door de remming van het enzym dihydro-orotaat-dehydrogenase). Dit zou leiden tot een zekere celdood.
Er zijn ook aanwijzingen dat lapachol rechtstreeks interageert met de nucleïnezuren van de DNA-helix in kankercellen. Indien een dergelijke interactie plaatsvindt, zou DNA-replicatie onmogelijk zijn. Het resultaat is dan ook de uiteindelijke dood van de cel.
Tot slot is van een bestanddeel van lapacho, bèta-lapachon, aangetoond dat het maligne cellen verzwakt, zelfs zover dat het leidt tot de dood van die cellen. Bèta-lapachon stimuleert een proces dat bekendstaat als lipide-peroxidatie, waarbij giftige moleculen ontstaan.
Toxiciteit
Hoewel er geen twijfel over bestaat dat lapacho erg toxisch is voor vele soorten kankercellen, virussen, bacteriën, schimmels, parasieten en andere micro-organismen, lijkt de stof geen enkele toxiciteit te vertonen voor gezonde menselijke cellen. Bijwerkingen die kunnen optreden, meestal met geïsoleerde lapachobestanddelen, zijn beperkt tot het optreden van misselijkheid en een anticoagulerend effect bij heel hoge doseringen; dat laatste is een stimulatie van de darmen, waardoor diarree kan optreden. Zoals eerder gemeld, is misselijkheid te wijten aan een ontgiftend proces. De FDA gaf in 1981 haar goedkeuring aan lapacho.
Uit sommige onderzoeken is naar voren gekomen dat lapachol een anti-vitamine K-werking zou hebben. Andere bestanddelen zouden juist een pro-vitamine Kwerking hebben. Deze tegenstrijdige werkingen heffen elkaar op (behalve wanneer het een of het ander nodig is, zoals je bij een kruidentonic zou verwachten).
Misschien wel de belangrijkste studie over toxiciteit van lapachol bij dieren werd in 1970 gepubliceerd door onderzoekers van Chase & Pfizer Co., Inc.. Deze onderzoekers stelden vast dat alle tekenen van toxi-citeit van lapachol bij dieren van voorbijgaande aard waren. Na verloop van tijd namen tekenen van toxiciteit af en verdwenen zelfs binnen de beperkte periode van de studie. De belangrijkste bijwerkingen die zij observeerden waren een anti-vitamine-K-werking, bloedarmoede en een significante stijging van meta-bolische en eiwittoxinen in het bloed. De verminde-ring van deze symptomen tijdens de studie wijst erop dat lapacho een onmiddellijk ‘alternatief’ of ‘detoxificerend’ effect initieert in de cellen. Zo gauw de cellen zijn opgefrist, verdwijnen de symptomen van toxiciteit. Dit effect komt vrij vaak voor bij kruidentonics.
Hoeveel en wanneer
Lapacho kan tijdelijk preventief worden gebruikt gedurende de seizoenen van verkoudheid en griep of wanneer de kansen op infecties groot zijn. De ervaring heeft geleerd dat lapacho het beste kan worden ingenomen als thee, een of twee koppen per dag, ’s morgens en ’s avonds. Als het op deze manier wordt gebruikt, bevordert het de gezondheid en heeft het een positief effect bij onder andere artritis, pijn en candida.
Gedurende perioden van acute, actieve infectie moet lapacho verscheidene malen per dag in de vorm van thee gedronken worden.
Het is afhankelijk van de persoon in kwestie hoeveel lapacho optimaal is. Het is niet ongewoon dat iemand zich bewust wordt van zijn gezondheidsbehoeften wanneer hij overgaat tot een kruidenbehandeling. De beste manier om lapacho binnen te krijgen is als thee. Dat kan zowel in de vorm van theezakjes, als in de vorm van losse bast. Het probleem van losse bast is de filtering. Een goede methode is het gebruik van een Zuid-Amerikaanse bombilla, een metalen rietje met een filter aan het uiteinde. Er zijn ook lapachocapsules verkrijgbaar, maar deze zijn lang niet zo effectief als thee.
Yerba maté heeft een katalyserend effect op de werking van lapacho.
Vacuüm
Over de hele wereld bestaan planten met de verbazingwekkende eigenschappen ziekten te voorkomen of te genezen. Ze groeien en bloeien en slaan waardevolle geneeskrachtige voedingsstoffen in hun weefsels op. Het is de taak van de mens om deze stoffen te ontdekken en ze op de juiste manier te gebruiken, volgens de wetten en regels van de natuur. De zoektocht begint en eindigt niet in een onderzoekslaboratorium. Hij begint met het experimenteren door mensen die eenvoudig leven en dicht bij de natuur staan en geen andere bedoeling hebben dan gezond te leven en ziekte te voorkomen en te genezen. Hij eindigt wanneer de rest van de wereld deze kennis overneemt en die een plaats geeft in haar eigen gezondheidsprogramma.
Wetenschappelijk onderzoek resulteert in een opeenstapeling van interessante en soms bruikbare data en op zijn best opent het nieuwe wegen voor een effectieve toepassing van de kennis van onze voorouders. Op zijn slechtst stelt het de verkeerde vragen, verkrijgt het verkeerde antwoorden, wordt het te veel opgeblazen uit eigenbelang en komt het in de weg te staan van de zoektocht van de mensheid naar de helende gaven van de natuur.
Wetenschap en volkskunde hoeven niet te botsen. Wanneer ze dat wel deden, kwam dat meestal doordat de verkeerde vragen gesteld werden, de verkeerde antwoorden werden verkregen, het verkeerde materiaal onderzocht werd of de verkeerde mensen erbij betrokken waren. Lapacho bevindt zich momenteel in het middelpunt van een wereldwijde verwarring. Terwijl aan de ene kant van de wereld data verzameld worden die de werking van lapacho bevestigen, worden aan de andere kant deze bronnen van informatie voortdurend genegeerd.
Het winnen van data in een dergelijk vacuüm is teleurstellend voor de geest, en belemmert de voort-gang van de wetenschap.
Wij geven er de voorkeur aan te geloven dat lapacho te zijner tijd in het licht zal komen te staan, zelfs in de Amerikaanse laboratoria. Het zal haar rechtmatige plaats krijgen als een van de grote geneeskrachtige kruiden van de wereld. Tot het zover is, geven wij er de voorkeur aan te geloven dat miljoenen lapachogebruikers uiteindelijk zullen zegevieren.