Hoofdstuk 14

 

Ik lag op het bed waar ik was neergegooid en luisterde naar de stemmen. Eén van de stemmen kende ik. Ik had hem slechts één keer eerder gehoord, in een flat in Los Angeles, maar na een poosje kon ik hem plaatsen als die van Jake, de visiteur en lijfwacht van Frank Warfel.

De stem zei: 'Alstublieft, meneer. Een .38, een portefeuille met visitekaartjes van meneer Matthew Helm, een doorslag van een huurcontract voor een auto, uitgeschreven in Albuquerque in New Mexico, en een gebruikt TWA-ticket enkele reis van Albuquerque naar Los Angeles.'

De tweede stem was me onbekend. Het was niet de stem van Frank Warfel. Hij klonk hoger en schriller, enigszins kribbig: 'New Mexico. Hij schijnt de laatste weken heel wat afgereden te hebben. Kan dat een aanknopingspunt betekenen? Is Frankie de laatste tijd in het oosten geweest?'

'Nee, maar zijn vriendin misschien, dat meisje Blaine,' zei Jake. 'De afgelopen twee maanden heeft Frankie haar drie keer een chauffeur geleend en ze is weggeweest in die kleine Pontiac van haar. We hebben ze niet kunnen volgen. Die Willy Hansen is een zak in het verkeer, of doet alsof, maar op een open weg houdt niemand hem bij. Maar ze waren steeds op weg naar het oosten als de jongens ze kwijtraakten.'

'Maar Frankie ging die kant daarstraks niet uit en jullie zijn hem kwijtgeraakt.' De stem van de onbekende man klonk scherp en sarcastisch.

Jake sprak verontschuldigend. 'God, meneer Tillery, het is een grote oceaan en in die mist een boot bijhouden ... Er stond trouwens een zware deining, niet erg voor een zo grote boot als de Fleetwind, maar de jongens in hun kleine motorboot kregen de klappen.'

'Breng ze mijn medeleven vooral over,' zei de man die Tillery werd genoemd, 'en ontsla ze dan en huur een paar echte zeelui. En een paar echte chauffeurs.' Er volgde een korte stilte. 'Ik dacht dat je me had verteld dat de Fleetwind voor reparaties op de helling lag.'

'Dat had ik Frankie horen zeggen. Er was iets met een nieuw onderdeel voor de generator of zo. Daarom waren de jongens er niet op voorbereid dat...'

'Met andere woorden, Frankie heeft jullie voor schut gezet.'

'Misschien, meneer Tillery,' zei Jake koppig, 'maar we zijn erachter gekomen waar hij heen is en wanneer hij terugkomt. Hij is van plan vanavond in Bernardo zijn eerste lading drugs op te pikken. Morgenavond is hij terug, alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Als hij met rust gelaten wordt, zal hij de lading over een dag of twee aan land brengen. Als de politie aan boord komt, pompt hij het spul door het toilet. Ik moet er niet aan denken, als je weet wat het spul waard is.'

'Ik moet er niet aan denken dat hij ermee gesnapt wordt, en zo denken de directeuren van de firma er ook over. We moeten ervoor zorgen dat dat niet gebeurt.' Tillery zweeg even; toen vroeg hij: 'Heb je nog meer op die man gevonden?'

'De gewone sleutels en kleingeld en lucifers en zo. O, en een flink zakmes, dat hij niet gebruikt om er zijn nagels mee schoon te maken.'

'Je zegt dat hij een regeringsman is. Hoe weet je dat? Hij heeft geen legitimatie bij zich.'

'Frankie had zijn telefoon in het motel laten afluisteren. De jongens hoorden dat hij Washington belde, zijn baas. Frankie scheen tegeloven dat het de CIAof zo was.'

'De idioot!' Tillery klonk nu bepaald knorrig. 'Het is niet genoeg dat hij de firma betrekt bij een waanzinnige smokkel in drugs; hij haalt er ook nog een buitenlandse spionne bij -en helpt haar een Amerikaanse agente te vermoorden. Hebben we nog niet genoeg rotzooi met de regering zonder de spionagediensten op onze nek te krijgen? Verdomme, Jake, ik wou dat je me eerder had gewaarschuwd!'

Jake was nog steeds in het defensief. 'Ik heb gebeld zodra ik iets definitiefs wist, meneer Tillery. Ik had u al voor die drugs gewaarschuwd, en ik heb u verteld dat het meisje waarmee hij rondhing niet precies het Hollywoodfiguurtje was waarvoor ze zich uitgaf, met de revolver die ze bij zich droeg en de contacten waar ze vaak heenging.'

'Maar je hebt geen van haar contacten kunnen identificeren, wel?'

'God, dat vrouwtje ... was beroeps, meneer Tillery; en u zei dat we moesten oppassen dat zij of Frankie niet gewaarschuwd werden. We hebben haar één keer met een man gezien, een Chinees, een grote, dikke kerel met een snorretje ...'

Dat was de boeiendste informatie die ik had gehoord sinds ik aan de Westkust was. Hef gooide al mijn voormalige ideeën over de opdracht zo grondig overhoop dat ik, toen ik probeerde ze op een rij te zetten, iets miste van wat Jake zei.

'... nee, meneer, we hebben hem niet kunnen identificeren,' besloot hij. 'God, wie gaat er nou in dat deel van San Francisco achter een Chinees aan? Dan kun je net zo goed een nikker in Harlem gaan schaduwen.'

'Een zwarte man, Jake, toe. We mogen tegenwoordig geen vooroordelen laten blijken. En hoe zit het met onze gast hier? Weet je zeker dat hij op de moord was afgekomen?'

'Ja, meneer. Toen hij in Los Angeles aankwam is hij regelrecht naar het ziekenhuis gegaan. Het schijnt dat die vrouw van zijn regeringsbureau was. Hij was erop uitgestuurd om uit te vissen wie de vrouw had vermoord en met de dader af te rekenen. Het was een contract. De jongens hebben gehoord dat hij door de telefoon zijn orders kreeg. Frankie en zijn vriendin schrokken ervan, ik denk dat ze zoiets niet van de regering verwacht hadden, Frankie tenminste niet. Ze hebben een beetje komedie gespeeld om onze vriend hier om de tuin te leiden en ze hebben Brown de Beuker als zondebok gebruikt, maar die knaap van de regering was te goochem om ...'

Roberta Prince's zwoele stem onderbrak hem beledigd: 'Frankie's ex-vriendin zul je bedoelen! Ik ben nu Frankie's vriendin, en God helpe me als hij erachter komt dat ik hem verraden heb.'

'Schat, jij bent alleen maar camouflage,' zei Jake bot. 'Ik heb ze horen praten. Die andere meid was van plan te vertrekken, nog voor de schoten waren gevallen. Ze had ergens anders belangrijk werk ...'

'Ben je niet te weten gekomen waar, Jake?' Dit was Tillery. 'Dat zou ons op het spoor kunnen brengen.'

'Wat voor spoor? We weten dat het lab ergens in dat caravandorp is, dat Bernardo aan de kust. We weten dat Frankie erheen op weg is met zijn boot om een lading ...'

'Wat ik wil weten is waar hij ons, behalve de drugs, nog verder ingehaald heeft!'

'Daar weet ik niets van, meneer Tillery,' zei Jake. 'Ik weet alleen maar dat Frankie dit meisje hier uit haar nachtclubnummer heeft gehaald om net te doen of hij genoeg had van die andere en haar de deur uitgezet had. Dan zouden er geen vragen gesteld worden als ze opeens verdwenen was.'

'Nou, bedankt voor het compliment!' zei Roberta scherp. 'Maar toch, als hij wist waar ik was en wat ik aan het doen was, zou hij me vermoorden!'

Tillery zei: 'Er is u bescherming en voldoende geld aangeboden, juffrouw Prince. Als u blijft meewerken, krijgt u het allebei.' Er volgde een korte stilte, toen zei hij: 'Van wat je me verteld heb, begrijp ik dat onze gast zo juist zijn regeringscontract is nagekomen, Jake.'

'Ja, meneer,' zei Jake. 'We hebben hem steeds in de gaten gehouden, nadat hij contact had gehad met die vrouwelijke smeris in die garage bij Los Angeles waar haar auto gemaakt werd. We hebben gezien dat hij het lichaam van Blaine in zee heeft gegooid.'

'Maar waarom,' vroeg Tillery, 'zou juffrouw Beverly Blaine geprobeerd hebben het vertrouwen van die regeringsman te winnen nadat het oorspronkelijk spelletje dat Warfel en zij hadden opgezet om hem voor de gek te houden was mislukt? Waarom bleef ze achter en voerde ze die komedie voor hem op? Ze heeft Frankie zelfs zijn kanonniers achter de Beuker laten aansturen om het te laten lijken alsof ze echt in gevaar was'. Waarom?' Jake gaf geen antwoord, en na een ogenblik vervolgde Tillery peinzend: 'Ze deden het met z'n drieën. Warfel en het meisje, die contacten van de firma gebruikten om een grote zaak op te zetten - misschien volgens instructies van de dikke Chinees die jij gezien hebt - met Hansen voor de spierkracht en om de auto te besturen. Maar waar waren ze verdomme mee bezig, behalve met drugs, Jake?'

'Het spijt me, meneer Tillery. Ik heb niets gehoord. Frankie had altijd wat anders voor me te doen als ze serieus gingen praten.'

'Warfel vaart met zijn boot naar het zuiden in de richting van de Bahia California,' zei Tillery op dezelfde peinzende toon. 'Hansen rijdt naar het zuiden in een jeep. Het meisje rijdt naar het zuiden in haar sportwagen - maar die laat ze met behulp van Hansen opzettelijk verongelukken en ze blijft achter om zich te laten redden door deze employé van Uncle Sam. Waarom? Het lijkt wel of ze bang waren voor meneer Helm en hem door iemand in het oog wilden laten houden, terwijl de anderen de operatie uitvoerden. Wat op zijn beurt een aanwijzing is dat onze zo erg bewusteloze vriend iets moet weten van wat ze van plan zijn, genoeg om ze ongerust te maken. Wat denkt u ervan, meneer Helm?' Hij lachte kort. 'Kom op, meneer Helm, ik heb u daar laten liggen om te luisteren, wat me allerlei uitleg bespaart, maar u hebt nu lang genoeg geslapen.'

Ik deed gehoorzaam mijn ogen open. Tillery was een vrij kleine man met een rond hoofd op een rond lijf. Hij droeg een sporthemd, een sportjasje en een bruine strohoed met een smalle rand. Hij zag eruit als een roze, mollige cherubijn, afgezien van zijn ogen, die klein en vals waren.

Ik keek naar de drie mensen in de kamer, en toen naar de vierde, wiens aanwezigheid ik tot nu toe zelfs niet vermoed had, omdat hij geen geluid gemaakt had. Hij stond bij de deur, een stevige man met donker haar en een vlezig, donker gezicht. Hij droeg een conservatief pak, een gabardinejas en een kleine vilthoed en zijn ogen gingen schuil achter een zonnebril. Ik zag onmiddellijk dat dit een ander en harder soort roofvogel was dan de roze Tillery.

Ik begreep instinctief dat deze man de 'firma' vertegenwoordigde waarover Tillery het had gehad, de reusachtige onderwereldorganisatie waartoe Frank Warfel ook behoorde en die hij nu overstuur scheen te hebben gemaakt door zijn bijverdienste. Blijkbaar was het Tillery's taak om een einde aan de onrust te maken en waarschijnlijk ook aan de man die er de oorzaak van was geweest, maar er was een vertegenwoordiger uit het oosten gestuurd als waarnemer namens de raad van bestuur, om ervoor te zorgen dat de belangen van de firma goed werden behartigd.

'Meneer Helm.' Tillery's stem trok mijn aandacht af van de zwijgende figuur in de hoek. 'Mijn verontschuldigingen voor de gewelddadige begroeting, meneer Helm, maar we wisten dat u gewapend was en we wisten niet hoe u zou reageren. Ik zal u uw eigendommen teruggeven. Stop de revolver en de patronen die ik er uitgehaald heb alstublieft in verschillende zakken. U kunt hem weer laden als u hier weggaat.'

'En wanneer zal dat zijn, meneer Tillery?' vroeg ik.

'Dat hangt van u af, meneer Helm,' zei hij zuur. 'U hoeft maar één vraag te beantwoorden en u kunt vertrekken. Zoals u hebt gehoord weten we alles van Warfels heroïnehandeltje. Dat kunnen wij afhandelen. Maar de firma waarvoor ik werk - u kent hem misschien onder andere namen - kan zich niet veroorloven in verraad gemengd te worden. Wat wij willen weten is gewoon: in wat voor soort internationaal spelletje is Frankie door dat roodharige vrouwtje gesleept, meneer Helm?'

'Ik weet het niet,' zei ik.

'Sla hem, Jake.'

De stem van het mollige mannetje veranderde niet toen hij het zei. Jake sleurde me van het bed, gaf me een slag in de maag, en ik viel ademloos terug op het bed.

'Ik moet u eraan herinneren, meneer Helm,' zei Tillery vriendelijk, 'dat u hier geen privileges hebt als Amerikaans agent, integendeel. U bent nu niet in de Verenigde Staten. U bent een Yankee-spion die een brutale moord op Mexicaans grondgebied heeft gepleegd ...'

Ik zei: 'Jezus, ik heb haar niet vermoord. Ik had het misschien zullen doen, maar ze heeft me de moeite bespaard. Ze was beroeps en ze was een moordenares. Misschien had ze de instructie zich niet levend te laten pakken, dat gebeurt vaak. Zodra ze wist dat ik haar doorhad, heeft ze een zelfmoordpil ingenomen. Ik heb me alleen maar van het lijk ontdaan.'

'Toch geloof ik niet dat u graag zou zien dat uw activiteiten onder de aandacht van de Mexicaanse autoriteiten worden gebracht. Ik zal u iets anders vragen: wat heeft u onlangs in New Mexico gedaan waar zo veel autorijden aan te pas kwam?'

'Ik heb er gevist,' zei ik naar waarheid.

Ik wist dat hij me niet zou geloven, maar op dat moment kon ik geen leugen bedenken die hij wel zou geloven. De waarheid was makkelijker.

'U hebt gevist, meneer Helm?' Tillery's stem klonk sceptisch.

'Ik had verlof,' zei ik. 'Ik heb vroeger in Santa Fé gewoond. Ik heb er bij vrienden gelogeerd en gevist.'

'En u hebt vijftienhonderd kilometer gereden ...'

'Het Navajomeer en de San Juanrivier liggen in het noorden van de staat; het Elephant Buttereservoir ligt een stuk naar het zuiden. Dan heb je het Conchosmeer en het Miamimeer, en de Chamarivier en de Rio Grande en het Stonemeer in het Jicarilla Apachereservaat. Kijk maar op de kaart. Je kunt heel wat kilometers in New Mexico afleggen als je een paar weken gaat vissen.'

Tillery glimlachte dun. 'Vast en zeker, meneer Helm. Maar ik heb zo'n idee dat u een voorbereidend onderzoek in de buurt van Albuquerque hebt uitgevoerd dat u later naar Los Angeles en Frank Warfel of Beverly Blaine heeft geleid.'

Ik zei: 'Ik had verlof. Ze belden me op en zeiden dat een van onze mensen in Los Angeles was neergeschoten en of ik maar wilde gaan kijken.'

En u had natuurlijk nog nooit van Frank Warfel gehoord en dus kunt u ons niet vertellen wat hij en roodkopje aan het doen waren, afgezien van de drugs.' Tillery's stem klonk zuur.

'Zo is het.'

'Sla hem, Jake.'

Jake trok me weer overeind en gaf me nog een mep.

Rustig zei Tillery: 'U moet bepaalde informatie hebben. Anders klopt het niet. Blaine was kennelijk van mening dat u gevaarlijk voor haar en Frankie en hun missie was, waarom zou ze anders het risico genomen hebben zich weer in uw buurt te laten zien, als een onschuldig slachtoffer van bendewraak? Op zijn minst moet ze achtergebleven zijn om erachter te komen hoeveel u wist, wat erop wijst dat u iets moet weten, genoeg om ze bang te maken. Wat is het, meneer Helm?'

Ik zei naar waarheid: 'Als ik informatie heb die gevaarlijk voor hen is, heb ik er geen idee van wat het kan zijn.'

'Sla hem, Jake.'

We speelden nog een poosje variaties op dit thema. Het ging een beetje hard toe, maar ik kon het alleen maar nemen. Zolang ze me niet wilden doden, moest ik het accepteren, omdat ik de aandacht van de Mexicaanse politie niet wilde trekken.

'Hou op!'

Het was Roberta Prince, die abrupt opstond uit de stoel waarin ze naar de show had zitten kijken. Ze rende door de kamer en greep Jakes arm. 'Schei uit, schei uit,' riep ze. 'Meneer Tillery, u zei dat er geen geweld zou worden gebruikt als ik hem hier kreeg. U hebt beloofd ...'

Jake schudde haar af. Toen ze weer naar voren rende, greep Tillery haar. Ze vocht met plotselinge, hysterische wanhoop, schopte hem en krabde hem met haar lange zilveren nagels. Hij vloekte, liet haar los en sloeg een hand voor zijn gezicht.

Toen stapte de forse, zwijgende man met de zonnebril naar voren, greep haar bij de arm en sloeg haar met zijn open hand tegen de muur. Hij sloeg haar links en rechts, tot ze door haar knieën zakte en snikkend op de grond viel. De forse man keek even naar haar en wreef zich afwezig in de handen.

'Tillery.'

'Ja,' zei Tillery snel, 'ja, meneer Sapio.'

'Hier schieten we niets mee op. We gaan weg.'

'Ja, meneer Sapio. Kom op, Jake. Meneer Sapio zegt dat we weggaan.'

Toen ze naar de deur liepen keek Roberta Prince snel op en streek het verwarde lichte haar uit haar ogen. Ze huilde niet meer.

'En ik dan?' fluisterde ze. 'Meneer Tillery, de bescherming dan die u me beloofd hebt? En mijn geld?'

Tillery draaide zich om. Hij keek naar de met bloed bevlekte zakdoek die hij tegen zijn geschramde gezicht had gehouden, en hij keek naar het knielende meisje.

Slet! zei hij met zijn schrille stem. 'Vieze, valse zwerfster! Ik hoop dat Frankie een hoop lol met je heeft eer hij je magere nek breekt! Ik wou dat ik het kon zien.'

Terwijl de deur achter hen dichtging, begon Roberta weer te huilen, zacht en hopeloos.