ORDERS VAN DE DOKTER
De Hardy’s waren verstandig genoeg om een eindje van de voetsporen af te blijven en ze in geen geval uit te wissen, maar zelfs op de plaats, waar ze nu stonden, konden ze al het een en ander opmaken uit de duidelijke sporen in de vochtige aarde.
'Iemand is van het gras naar het raam gelopen,’ zei Frank, ’en is heel dicht bij het raam blijven staan. Daarna liep hij over het grindpad voor het huis weg.’
’Hoe zie je, dat hij van het gras naar het raam gelopen is?’
’Omdat er alleen maar sporen van het raam af lopen en hij moet toch ook naar het raam toe gekomen zijn? Hij liep over het gras, maar daar zijn natuurlijk geen sporen terug te vinden.’
’Waarom liep hij naar het raam?’
'Om naar binnen te kijken of om het huis binnen te dringen.’
De jongens onderzochten het stuk muur tussen de grond en het raam. De eerste de beste kon op de vensterbank springen, want die was betrekkelijk laag. Ze vonden geen sporen op de muur en ook niet op de buitenste vensterbank, zodat ze niet konden uitmaken of er iemand naar binnen gegaan was of niet.
'Misschien zijn die voetsporen afkomstig van Sidney Pebbles,’ zei Joe.
’We kunnen ze in ieder geval meten,’ zei Frank.
Joe ging naar binnen en kwam terug met een duimstok, een groot vel papier en een potlood. De jongens zocht het duidelijkste spoor uit en namen de maten heel zorgvuldig op. Toen maakten ze een schets van de voet, die daar een spoor had gemaakt.
’Dat is een vrij kleine schoen,’ zei Frank verbaasd. ’Een zes, schat ik. En ik heb maat acht!’
’Dat betekent in ieder geval, dat de voetsporen niet van Sidney Pebbles kunnen zijn,’ zei Joe. ’Hij was een hoofd groter dan wij en ik geloof niet, dat zijn voet kleiner is dan de onze.’
'Van wie zijn ze dan wel? In ieder geval van iemand, die hier kwam, nadat de regen opgehouden had.’
’Ja, natuurlijk; anders zouden de sporen weggeregend zijn.’
De Hardy’s hoorden een claxon loeien en even later een rammelend geluid, waaruit ze konden opmaken, dat Chet Morton in aantocht was met zijn fantastische sportwagen. Chet kon alleen maar stoppen door de versnelling op achteruit te gooien. Telkens als hij dat deed, dreigde zijn wagen uit elkaar gerukt te worden. Chet zag zijn vrienden naast het huis. Daarom deed hij geen moeite om het hekje open te maken. Hij sprong over de omheining en kwam op hen toe.
’Nog nieuws?’ vroeg hij. ’Hebben jullie het lijk van Sidney Pebbles gevonden?’
Frank wees naar de voetsporen.
’Dit is het enige, wat we tot nog toe ontdekt hebben,’ antwoordde hij.
'Voetsporen? Prachtig!’ zei Chet. 'Voetsporen zijn mijn specialiteit. Hm!’ Hij bestudeerde de sporen met een ernstig gezicht. 'Heel duidelijk!’ vervolgde hij dan. 'Iemand sprong uit het raam en wilde naar de straat lopen. Hij veranderde van gedachten en ging naar de garage. Hebben jullie al gekeken of jullie motoren er nog staan?’
’Ik ben bang, dat je er naast bent, Chet,’ zei Frank grinnikend, ’Iemand, die uit het raam gesprongen zou zijn, zou tot aan zijn knieën in de modder gezakt zijn en als die iemand naar de garage gelopen is, liep hij achteruit — wat ik niet belief te geloven.’
Chet trok een lang gezicht.
’Ja — ik heb me vergist,’ zei hij, ’maar toch wed ik, dat hij een motorfiets gestolen heeft om te vluchten.’
Een blik in de garage bewees, dat de motoren van de Hardy’s nog keurig op hun plaats stonden.
’Als detective heb je nog heel wat te leren, Chet,’ zei Joe.
'Vergeet niet, dat ik nog niet op de hoogte ben van alle gebeurtenissen,’ verdedigde de dikke jongen zich. 'Vertel me eens wat er gebeurd is.’
Joe vertelde Chet wat hij zelf wist en toen het over tante Gertrudes vreemde droom ging, werd Chet plotseling erg opgewonden. 'Alsjeblieft!’ zei hij triomfantelijk. ’Verder hoeven jullie niet te zoeken!’
’Hoe bedoel je?’ vroeg Joe.
’Het was geen droom!’ verklaarde Chet. ’Ze zag werkelijk een Chinees. Hij kroop door het raam naar binnen en liep door de woonkamer om naar boven te gaan en de zakken van je vader leeg te roven. Hij rekende erop, dat de logeerkamer leeg zou zijn. Maar hij stootte op Pebbles. Sidney Pebbles viel de indringer aan, maar moest het onderspit delven. De Chinees nam het lijk van zijn slachtoffer mee en wierp het in de baai. Afgelopen met Sidney Pebbles! Jongens, wat een vreselijke misdaad!’
Chet was buitengewoon ernstig; hij scheen zelf te geloven, dat het precies gebeurd was, zoals hij vertelde.
'Bedoel je, dat twee mannen in de kamer naast de onze aan ’t vechten waren en dat de ene het lijk van de ander door het huis zeulde, zonder dat Joe en ik er iets van hoorden?’ vroeg Frank lachend.
'Precies!’ zei Chet. 'Ik weet, hoe vast jullie slapen. Jullie zouden nog niet wakker worden, als ze in jullie kamer een kanon afschoten.’
’Je kletst,’ zei Joe.
’Bevalt mijn verhaal je niet?’ vroeg Chet opgewekt. ’Goed, dan heb ik nog een andere verklaring voor je. Pebbles papte met jullie aan om hier binnen te komen. Hij stal de papieren, maar was bang, dat hij verdacht zou worden.’
'Geniaal!’ gromde Joe.
’Hij wist, dat hij verdacht zou worden en ging naar de zijkant van het huis om voetsporen achter te laten. Waarom? Om jullie te laten denken, dat een ander binnen geweest was; iemand, die niet wist, dat de voordeur open was. Toen hij tante Gertrude in de woonkamer zag liggen, vermomde hij zich als Chinees. Hij maakte haar wakker en ging pas op de vlucht, nadat zij hem gezien had. Dan zou zij immers beweren, dat de diefstal door een Chinees gepleegd werd.’
’Dat verhaal is nog dwazer dan dat andere,’ zei Frank.
’O, goed,’ zei Chet met een zucht. ’Als jullie het dan toch beter weten, moeten jullie de zaak zelf maar oplossen.’
Op dat moment hoorden de jongens binnen een kreet.
’Tante Gertrude,’ zei Frank. ’Ze roept ons.’
Ze renden naar boven en zagen op het eerste gezicht, dat hun goede tante er nog erger aan toe was. Ze had hoge koorts en lag heen en weer te woelen op haar bed.
’Willen jullie een dokter roepen, jongens?’ vroeg ze fluisterend, ’Ik voel me lang niet in orde.’
Frank rende naar beneden, belde dokter Bates op en vertelde hem, wat er aan de hand was.
’Ik kom direct,’ beloofde de dokter.
In afwachting van de komst van de dokter deden de jongens wat ze konden om hun tante te helpen, maar ze zagen wel, dat het alleen maar erger werd. Ze begon te ijlen en praatte steeds maar over de Chinees, die ze in haar droom gezien had.
’Wat een gemeen gezicht!’ herhaalde ze voortdurend.
’Het was geen droom!’ zei Chet Morton vol overtuiging. ’Tante Gertrude heeft werkelijk een Chinees gezien!’
’Ik snap er niets van,’ zei Frank.
Toen de dokter kwam, vertelden de jongens hem alles, wat er met tante Gertrude gebeurd was. Hoe ze op de boot in slaap was gevallen, dat ze midden in de nacht hier was aangekomen en op de divan in de woonkamer had geslapen.
’Er moet iets met haar gebeurd zijn,’ zei de dokter. ’Was ze goed gezond, toen ze van huis ging?’
’Als ze iets gevoeld had, zou ze thuisgebleven zijn in plaats van naar Bayport te komen,’ zei Joe.
Natuurlijk vertelden de jongens niets over Sidney Pebbles en de diefstal van de papieren van hun vader.
De dokter ging naar boven. Toen hij een paar minuten later beneden kwam, stond zijn gezicht ernstig.
’Is er iemand, die een motief gehad kan hebben, om jullie tante een verdovend middel toe te dienen?’ vroeg de dokter.
’Dat hebben we ons ook al afgevraagd,’ zei Frank bezorgd. ’We hadden ook al gedacht, dat ze verdoofd was, maar we begrijpen niet waarom. Ze zei, dat ze aan boord met verschillende mensen heeft gepraat en dat één man haar een glas water gegeven had.’
’Ik twijfel er niet aan,’ zei de dokter, ’dat ze een verdovend middel binnengekregen heeft. Ze is hard ziek en ik denk, dat haar toestand nog erger zal worden. Waar zijn meneer en mevrouw Hardy?’
’Op reis,’ zei Frank.
’Dan stel ik voor, dat jullie iemand laten komen om voor jullie tante te zorgen. Ik ken een dame, die graag zal komen tot jullie tante weer op de been is. Zal ik het aan haar vragen?’
’Graag, dokter, als u denkt dat het nodig is.’
’Het is nodig,’ antwoordde de dokter ernstig. Hij schreef een recept en zei: ’Haal dit onmiddellijk bij de apotheker. Dat zal wel helpen. Ik zal die verpleegster meteen waarschuwen en vanavond kom ik nog eens kijken.’
’Dank u, dokter,’ zei Frank.
De dokter greep zijn hoed.
’Ik snap er niets van,’ bromde hij. ’Wie heeft er nu belang bij een totaal onschuldige oude dame een verdovend middel toe te dienen?’
’Een dame, die alleen maar vrienden heeft en geen enkele vijand,’ zei Joe.
’Als ik jullie was, zou ik direct contact opnemen met meneer en mevrouw Hardy en hen verzoeken naar huis te komen.’
’We zullen het proberen,’ beloofden de jongens.
De dokter ging weg en Chet Morton barstte onmiddellijk los. ’Verdoofd!’ schreeuwde hij. ’Dat verklaart de hele zaak! Alles is zo helder als glas!’
’Heb je weer een nieuwe theorie?’ vroeg Frank.
'Ontvoerders,’ zei Chet. ’Ze hebben geprobeerd tante Gertrude te ontvoeren om een losprijs voor haar te krijgen.’
'Waarom hielden ze haar dan niet vast?’ vroeg Joe.
Daar had Chet niet aan gedacht, maar hij liet zich niet zo vlug overbluffen en zei:
’Dat is nu juist het geheim!’
’Je helpt ons geweldig,’ zei Frank. ’Als ze tante Gertrude een verdovend middel te slikken gaven om haar te kunnen ontvoeren, dan lijkt het me totaal krankzinnig, dat ze haar weer lieten lopen. Als de verpleegster een beetje vlug komt, zullen we er zelf maar op uit gaan, Chet, om een theorie te vinden, die meer steek houdt!’
’Waar hebben jullie nog andere theorieën voor nodig?’ vroeg Chet Morton verontwaardigd, ’Ik geef jullie de ene theorie na de andere op een presenteerblaadje en ze zijn allemaal goed. Als jullie mijn hulp niet willen, zeg het dan meteen! Ik wil mijn hersens liever niet inspannen, als mijn hulp toch niet op prijs gesteld wordt. Zeg — hebben jullie iets te eten in huis? Het is al meer dan een uur geleden, sinds ik wat gekregen heb.’
Hij ging zelf naar de keuken, quasi verontwaardigd, omdat de Hardy’s al zijn theorieën afgewezen hadden. Maar hij straalde weer, toen hij even later terugkwam met een halve cake.
’Ik kan altijd beter denken als ik eet,’ verklaarde hij. ’Wacht nog een minuut, dan zal ik jullie mijn nieuwste theorie voorleggen.’
Frank stond op.
’Kom,’ zei hij, ’we gaan die voetsporen nog eens bekijken.’