OLGA

Ik ben zo blij dat ik naar de musical ben gegaan. Iedereen vertelde me al dat Anne het zo goed doet. Ze voelt zich echt een vedette.
Kijk hoe ze daar staat, ons kind. Antonio heeft het al eens gezegd: 'Dat wordt een ster.' Nu heb ik het zelf ook gezien, het zit er gewoon in.
Ze heeft het er ook steeds over, al vanaf dat ze vier jaar oud was: ze wil filmster worden. We hebben het eigenlijk altijd een beetje in het midden gelaten, ze was nog zo jong, kinderen veranderen nog zo, maar misschien wordt het nu tijd om er iets mee te doen. Volgens Antonio zijn er tegenwoordig heel leuke jeugdtheaterscholen. Ik zal het er met Frank over hebben.
Hij is vanochtend met Ruben naar de dokter geweest. De dokter heeft hem onderzocht en daarna heeft hij Frank apart genomen.
'Die jongen mankeert niks, meneer Verstraten, ik denk dat hij schoolziek is.'
Toen ze thuiskwamen maakte Ruben een enorme scene. Hij wilde niet naar school, hij had hoofdpijn. Het is maar goed dat Frank erbij was, want hij heeft hem naar school gestuurd. Dat had ik nooit over mijn hart kunnen verkrijgen.
Nee, he? denk ik als Nicole de lerarenkamer uitkomt. Ik heb net een goed humeur. Maar ik zal toch langs haar moeten.
'Je ziet er nog aardig opgewekt uit,' zegt Nicole. 'Hoe is dat mogelijk!'
Ik ben niet van plan me op mijn kop te laten zitten. 'Wat jij allemaal in je hoofd haalt over Hugo en mij...'
Nicole valt me in de rede. 'Dat heb je als je verliefd bent, maar niet de hele wereld draait om Hugo, schat. Ik had het over je zoon, Ruben, weet je nog? Of ben je soms vergeten dat je een zoon hebt? Al wil niemand iets met hem te maken hebben en al roddelt de hele wereld over hem, het blijft toch je kind.'
'Waar heb je het over?'
'Klik superdudes maar eens aan: superdudes.nl/crunche.'
Ik sta daar, in de hal, en ik voel dat er iets is, iets heel ergs. Ik aarzel geen seconde en ren de school uit.
Superdudes, daar hadden ze het op de ouderavond over. Op die site zetten jongens zichzelf neer. Wat heeft hij wel niet over zichzelf verteld dat Nicole zo reageert? Thuis tik ik met mijn jas nog aan de site in. Ik slaak een gil. Mijn jongen... is dat mijn jongen?
Ik begin te rillen. Ik haal met trillende vingers mijn mobiel uit mijn zak en toets het nummer van Frank in. 'Met mij. Je moet naar huis komen.' Mijn stem trilt. Ik duizel. Wat hij zegt, hoor ik niet eens. 'Je moet nu komen, Frank.'

FRANK

Ik weet het voor negenennegentig procent zeker: Victor zit achter die bv van de Zandstraat. Daar ben ik mooi klaar mee.
Ik heb er de halve nacht over liggen piekeren, maar het besluit is genomen: ik stap eruit. Ik wil De Roerdomp dolgraag verkopen, maar dit wordt me te link.
Nadat ik Ruben naar school heb gestuurd, rijd ik naar Vic- tors kantoor.
'Wat zie jij eruit!' zegt hij als ik hem de hand schud. 'Ben je ongesteld of zo?'
Mijn hoofd staat totaal niet naar grappen. Ik vertel Victor over de Zandstraat. Ik verwacht dat hij schrikt omdat ik erachter ben gekomen, maar hij geeft geen krimp.
'Het is precies hetzelfde procede,' zeg ik terwijl ik met mijn vlakke hand op tafel sla. 'Je snapt dat ik me genaaid voel.'
Victor blijft doodkalm. 'Dat zou ik maar niet doen. Je
moet de gast die erachter zit dankbaar zijn. Ik heb het idee juist van hem geleend. Als hij het niet had verzonnen, liep mijn bv niet vol en had jij geen dubbele courtages.'
Ik kijk hem aan. Bedondert hij me nou of niet?
Victor lacht. 'Jij dacht dat het idee van mij kwam. Nee boy, daar ligt mijn talent niet. Ik ben geen Willy Wortel. Ik laat anderen het denkwerk doen.'
Op dat moment belt Olga. Had ik dat kloteding maar uitgezet. Wat moet ik nou? Ik kan toch niet tegen Victor zeggen dat ik naar huis moet?
Olga is er dus achter gekomen dat ik achter die sloop zit, dat is wel duidelijk. Woedend is ze, haar stem trilde helemaal. Dat wordt een hele toestand thuis.
Victor praat door over zijn talent en hoe hij het elke keer weer weet te fiksen om ideeen op te pikken, maar ik kan me niet meer concentreren. Ze heeft gezegd dat ik onmiddellijk naar huis moet komen. Ik ken haar, ik zal het moeten oplossen, anders gooit ze me er nog uit.
'Mijn vrouw belde net, ik moet naar huis.'
Ik verwacht dat Victor me uitlacht, maar hij kijkt me aan. 'Paniek dus. Een of andere uitslag van het ziekenhuis?'
'Zoiets,' antwoord ik zo rustig mogelijk.
'Nee, dan moet je gaan. Sodeju, ik weet er alles van. Waar zit het?'
Jezus, nou gaat het er al over dat Olga kanker heeft.
'Baarmoeder.'
Ik moet toch wat zeggen.
'Bij Roos is drie jaar geleden ook een stukje uit haar baarmoeder weggehaald. Ze moet onder controle blijven, maar ze heeft nooit meer last gehad.'
'Bedankt voor je opbeurende woorden. Ik bel je snel.'
'Sterkte.'Ik loop Victors kantoor uit en stap in de auto. Dat wordt dus een fikse ruzie. Het kan niet anders: ze weet dat ik erachter zit, maar van wie in godsnaam?
Ik minder vaart als ik langs een bloemenkraam kom, maar met bloemen maak ik dit niet goed. Wat een gelazer, en net tijdens een belangrijke bespreking met Victor.
Ik heb niet gezegd dat ik eruit stap, en ik weet ook niet meer of ik dat wel wil. Als hij gelijk heeft, is er niets aan de hand. Dat had ik zeker willen weten, verdomme.
Ben ik geen ei dat ik naar huis ga? Olga belt en ik vlieg. 'Je moet nu komen!' Ineens krijg ik de pest in. Oke, ik zit achter die sloop, so what? Wil ze gras eten of zo? Ik ben nog altijd degene die de meeste poen moet inbrengen. Mag ik dat dan wel op mijn manier doen?
'Frank!' Olga komt naar me toe gerend.
Ik zie haar gezicht, haar ogen, het verdriet. Dit heeft niets met die kloterenovatie te maken. Ineens word ik bang. 'Ruben?' vraag ik angstig.
Ze knikt, pakt mijn hand en neemt me mee naar de kamer. Ik kijk naar de site die aanstaat. 'Godverdomme!' schreeuw ik. is hij nou helemaal besodemieterd? Dus dat is er met hem aan de hand: hij is homo. Dat hij een flikker is kan me niet schelen, maar dat hij dit in het openbaar doet...'
'Het is verschrikkelijk wat er is gebeurd, Frank. Zie je zijn gezicht?'
Ik kijk maar naar die pik die hij in zijn mond heeft. 'Wat is dit in godsnaam? Hij provoceert ons, hij provoceert iedereen.'
'Het is nog erger dan ik dacht, Frank. Ik wist dat er iets met hem aan de hand was, het klopte niet. De angst in zijn ogen.'
'Onze zoon pijpt een gozer. Wat hebben we fout gedaan?'
'Wat zal hij bang zijn geweest,' zegt Olga half huilend. 'Ze hebben hem gedwongen. En hij heeft ons niks verteld. Hoe lang is dit al aan de gang?'
'Hou eens op!'
Ik schreeuw nooit tegen Olga, maar ineens kan ik er niet meer tegen. 'Waarom moet je hem toch altijd verdedigen?'
'Onze jongen wordt kapotgemaakt, Frank. Je zoon wordt kapotgemaakt en wij weten van niks. Vanaf het moment dat we op het politiebureau zaten heb ik het gevoeld. Ik wist dat er iets was.'
'Er is zeker iets,' zeg ik. 'Dat profiel kan de politie zo uit de lucht laten halen, maar wat denk je van die rotfoto's, Olga, die kunnen intussen allang van de site zijn geplukt en op een andere site zijn gezet, of ze zijn doorgestuurd. Voor de rest van zijn leven staat hij zo op internet, onze zoon, de halve gare!'
'Dit wil ik niet horen!' schreeuwt Olga. 'Het is al zo erg. Besef je wel wat hij doormaakt?'
'Nee, nou moet ik nog medelijden met hem hebben ook, zeker. Hij zet niet alleen zichzelf te kakken, maar ons ook. Hij moet naar huis komen, onmiddellijk, en dat profiel moet uit de lucht!'

PETER

Ik weet het meteen als ik Verstraten aan de lijn krijg: Ruben heeft het verteld. Mijn handen trillen, maar ik houd me zo rustig mogelijk. 'Dag meneer Verstraten, hoe is het met Ruben?' ik wil De Vries spreken. Onmiddellijk!' Hij schreeuwt in mijn oor.'Ik zal even voor u kijken of ik hem te pakken kan krijgen.'
'Natuurlijk krijg je hem te pakken,' buldert het. 'Het kan me niet schelen waar je hem vandaan plukt, maar ik moet hem spreken, nu!'
'Het komt voor elkaar, meneer.' Ik zet hem in de wacht. Mijn hart bonkt in mijn keel en het zweet staat in mijn handen.
'Met Peter, meneer Verstraten, de vader van Ruben uit TB wil u spreken. Het is nogal dringend.'
'Verbind maar door.'
Ik zie het aan de telefoon, ze zijn in gesprek. Wat weet Verstraten allemaal? Als Lars maar niet denkt dat ik hem heb verlinkt.
Het duurt minstens tien minuten voordat er wordt opgehangen. Ik verwacht dat De Vries naar beneden komt stormen, maar het blijft stil. Ik hoor helemaal niets, dat maakt het nog enger. Na een minuut of vijf zie ik Baars de kamer van De Vries ingaan. Wat wordt er besproken?
Na een kwartier word ik gebeld, of ik boven wil komen. Als ik de deur opendoe zit Meier er ook, de klassenleraar van tb.
'Ga zitten.' De Vries schuift een stoel naar voren. 'Is Ruben Verstraten vandaag op school geweest?'
'Bij mijn weten niet.'
Het is net een nachtmerrie. De Vries en Baars horen me uit. Heb ik er ooit iets van gemerkt dat Ruben wordt gepest? Hier ben ik zo bang voor geweest. Hoe vaak heb ik de laatste tijd niet voor me gezien dat ik zou gaan janken en alles eruit zou gooien?
Maar ik speel mijn rol. Er komt een ongekende kracht in me los, het is erop of eronder. Als ik uiteindelijk het profiel te zien krijg sidder ik, maar de drie anderen ook.
Ik beantwoord elke vraag. Ik heb geen idee wie hier achter zit. Zijn het wel jongens van onze school? Dan had ik toch iets moeten merken. Ze geloven me, ze geloven me op mijn woord.
Ik ben alweer aan het werk als ik een lijstje op mijn bureau zie liggen. Dat is ook zo, daar had Baars het vanochtend over. Het zijn leerlingen die aan het basketbalweekend willen meedoen en van wie de ouders nog geen toestemming hebben gegeven. Of ik ze even wil nabellen.
Olaf van Wijnen staat er ook bij. De andere twee bel ik nu wel, maar Olaf niet. Het is wel genoeg geweest voor vandaag, ik zie het niet zitten om Nicole nu ook nog eens aan de lijn te krijgen. Dat komt wel op een ander moment.
Ik zoek haar mobiele nummer op en sla het op in mijn mobiel.
'Nog niks bekend over Ruben?' Verhagen steekt zijn hoofd om de deur van mijn kantoor.
'Nee, niet dat ik weet.'
'Het is niet te hopen dat die jongen zich iets aandoet.'
Verhagen loopt door. Zijn woorden blijven in mijn hoofd doordreunen. Stel je voor dat Ruben zich voor de trein gooit...

FRANK

Ik ben helemaal stuk, een paar vuile klootzakken hebben mijn zoon te grazen genomen. Ik bekijk de foto op het profiel. In mijn gedachten zie ik voor me wat er is gebeurd. Ik knijp mijn ogen dicht van afgrijzen. Het doet pijn, wat doet dit godvergeten pijn. 'Komt Ruben naar huis?' vraagt Olga.'Hij is niet op school. Hij is er helemaal niet geweest.'
'Wat? Maar waar is hij dan nu?'
'Geen idee. Ze weten ook niet wie er achter zitten.'
'Wat ga je doen?' vraagt Olga als ik mijn jas aantrek.
'Naar de politie. Ik moet dit aangeven, schat. Dat profiel moet uit de lucht.'
'Wacht even, misschien is Ruben boven en zit hij al de hele tijd op zijn kamer.'
In paniek komt Olga weer beneden. 'Hij is er niet. En we kunnen hem ook niet bellen, want zijn mobiel ligt op zijn bureau. Frank, waar is hij heen? Daarom wilde hij niet naar school en wij hebben hem gedwongen.'
Woedend kom ik het politiebureau uit. Een uur heb ik daar zitten wachten, voor niets.
'Meneer, het spijt ons, maar we zijn vandaag onderbezet. En deze dame was voor. Er is bij haar ingebroken.'
Ze moest precies vertellen hoe het was gegaan en wat er allemaal weg was. Alsof ze die spullen ooit terugvinden. En ik stond daar maar. In die tijd hadden ze de foto's allang van de site kunnen halen.
Eindelijk was ik aan de beurt, maar toen bleek dat het een zaak voor de digitale recherche is. Als ze dat nou meteen hadden gezegd. Weer wachten op de rechercheur. Hij nam het heel ernstig op, maar hij kon nog niet zeggen waar het vergrijp had plaatsgevonden.
'Meneer Verstraten, dat zoeken wc uit.'
Dat lijkt me toch wel het minste wat ze kunnen doen.
'En?' vraagt Olga als ik thuiskom.
'Ze gaan er achteraan. De digitale recherche stelt zich in verbinding met de beheerders van de site.'
'Heb je verteld dat Ruben is weggelopen?' 'Alsof we daar iets mee opschieten. Ik ben allang blij als dat profiel uit de lucht is. Stelletje goochemerds. Pas geleden heeft hij nog op het bureau gezeten. "Hij heeft bekend, mevrouw." Weet je het nog? Natuurlijk heeft hij bekend. Hij was doodsbang voor dat schorem.'
'Ik moet naar mijn werk.' Olga kijkt me paniekerig aan. 'Ook dat nog. Ik was het bijna vergeten. Maar ik ga niet, ik zie mezelf daar echt niet werken vandaag. Ik bel wel een invaller. Als Ruben thuiskomt moet ik er voor hem zijn.'
Olga pakt haar mobiel en belt een paar mensen. Na wat pogingen geeft ze het op. 'Niemand kan. Wat moet ik nou?'
'Eh... wat?'
'Wc hebben die soap vanmiddag, dat kan Vivian nooit alleen aan, zeker nu niet.'
'Ga jij maar werken. Ik vang die jongen wel op.'
Ik kijk naar de site. Waarom staat die vuiligheid er nog op? Die foto had allang weg moeten zijn. Waar wachten ze op? Tot iedereen het heeft gezien? Ik trek de stekker uit het stopcontact. Ik heb zin om de hele tent in elkaar te rammen.
'Denk je echt dat ik kan gaan?'
'Natuurlijk.'
'Zodra je iets weet moet je me bellen.'
Ik knik.
'Daar is Anne al,' zegt Olga als ze de achterdeur hoort. 'Maak jij een broodje voor haar?'
Met een stralend gezicht komt Anne binnen. 'Ik heb een verrassing voor jullie. Ga zitten: jullie zijn het publiek en hier is het toneel.'
'Ik moet weg, schat.' Olga holt de deur uit.
'Dan ben jij het publiek, pap.'
Anne duwt me op de bank. Voor ik er erg in heb, zit ik naar een voorstelling van mijn dochter te kijken.OLGA
Terwijl ik naar de studio rijd, kijk ik of ik Ruben ergens zie. Als hij maar geen domme dingen doet. Stel je voor dat hij zichzelf iets aandoet. Ik zet mijn auto aan de kant en bel Frank.
'Ik ben zo bang. Moeten we niet toch de politie inschakelen?'
'Je denkt toch niet dat de politie daar nu al achter aan gaat? Ze zullen vast zeggen dat hij spijbelt. Misschien komen ze in actie als hij er vanavond nog niet is.'
'Ik heb geen rust hier, kan jij hem niet zoeken?'
'Ik wil het best doen, maar het is wat overtrokken.'
'Bel me zodra je iets weet.'
Als ik mijn mobiel uitdruk voel ik me nog veel ellendiger. Hoe kan het dat we er niets van hebben gemerkt? Nicole heeft gelijk: ik haat dat mens, maar ze heeft gelijk. Ik heb het veel te druk met andere dingen. Stressen om de boodschappen te doen, het huis redelijk netjes te houden, de kinderen aandacht te geven, het lukt allemaal maar net. Als ik vaker thuis was geweest, had Ruben het misschien wel verteld. Nu durft hij me niet lastig te vallen. Misschien heb ik de laatste tijd ook wel te vaak gezegd hoe druk ik ben.
Ineens denk ik aan die wond op zijn wang. Hij was zogenaamd gevallen met de fiets, maar die jongens hebben hem vast opgewacht en hem geslagen.
Ik rijd de parkeergarage in. Voor het eerst haat ik mijn baan.
'Wat is er met jou?' vraagt Vivian bezorgd.
'Nu even niet.'Ik weet zeker dat ik instort als ik het vertel. Ik kijk op mijn mobiel. Soms heb ik geen bereik hier beneden. Ik sms Frank, dat hij ook het nummer van de studio kan draaien als ik mobiel niet bereikbaar ben.
Antonio ziet ook meteen dat er iets is. Iedereen merkt het, maar ze houden hun mond. Ik wacht tot de grootste drukte voorbij is. Als Vivian koffie voor ons haalt, sluit ik de deur en bel Ida.
Zodra ik Ida's stem hoor gooi ik het eruit.
'Ze hebben Ruben verkracht.'
'Olga wat afschuwelijk! Waar is hij?'
'Dat weet ik nou juist niet. Frank is hem aan het zoeken. Hij heeft gespijbeld van school. We zagen een foto op super- dudes.nl.'
ik kom naar je toe.'
'Ik ben op mijn werk.'
'Jij bent toch gek ook. Wie gaat er nou werken als er zoiets aan de hand is? Je plichtsbesef gaat wel heel ver, schat.'
Ida heeft gelijk, maar juist in zo'n crisissituatie heb ik houvast nodig.
'Moet ik iets doen?' vraagt Ida.
'Nee, ik wilde alleen dat je het weet.' Ik hang op.
Nu kan ik het Vivian ook vertellen.
Het loopt al tegen het eind van de middag en ik heb nog steeds niets van Frank gehoord. Ik heb al drie keer zijn voice- mail ingesproken. Waarom belt hij niet terug?
'Ga jij maar,' zegt Vivian. 'Ik red het verder wel alleen. Sterkte. Laat je me even weten als Ruben weer terecht is?'
Ik loop de studio uit en stap in mijn auto. De hele dag heb ik naar dit moment uitgekeken, maar nu durf ik ineens niet meer. Ik ben bang voor wat ik aantref als ik straks thuiskom. Ik moet er niet aan denken dat de politie me opwacht om te vertellen dat ze Ruben uit het water hebben gedregd.
Voor de zoveelste keer spreek ik Franks voicemail in. 'Waar zit je? Ik ben ongerust.'
Na een paar minuten gaat eindelijk de telefoon.
'Waarom laat je niks horen,' zeg ik kwaad. 'Je snapt toch wel dat ik me zorgen maak?'
'Ik heb geen nieuws,' zegt Frank. 'Wat wil je nou? Ik ben overal aan het zoeken. De politie belde nog. Het profiel is eraf. Het is via een anoniem hotmailadres gedaan. Het is op een van de computers van het Rijnland Lyceum aangemaakt.'
Precies wat ik al dacht. Ik stel ze aansprakelijk. Het is de verantwoordelijkheid van de school. Houdt er niemand toezicht daar? En zo'n klassendocent dan? Ze hebben elke week studiebegeleiding. Nou, dat kunnen ze ook wel afschaffen.
Hij is dus nog niet terecht, dat is het enige wat ik denk als ik naar huis rijd. Even overweeg ik mijn auto in het centrum te parkeren en te gaan zoeken, maar ik besluit eerst Anne op te wachten. Ze komt toch te weten wat er met Ruben is gebeurd, dan heb ik liever dat ze het van mij hoort.
Trillend parkeer ik mijn auto voor haar school.
Hoe vertel je dit aan een kind van elf?

FRANK

Ik rijd over de Bosweg als mijn mobiel gaat. Het is Victor. Alsof mijn hoofd daar nu naar staat. 'Heb jij die kopers nog gesproken?'
Nee. Ik heb wel wat anders aan mijn kop, lui! Een paar klootzakken hebben mijn zoon te grazen genomen. Hij durft niet eens meer naar huis. Sommige dingen zijn nog belangrijker dan geld.'Ja,' lieg ik. 'Ze denken erover na.'
'Mooi zo,' zegt Victor tevreden.
Opzouten, denk ik als ik mijn mobiel opberg. Ik rijd mijn auto het pad op. Op de parkeerplaats voor de boswachterij stop ik. Ik vraag me af waarom ik hier ga zoeken, maar hij moet toch ergens uithangen?
'Je weet het wel, lui,' zeg ik tegen mezelf. Je wilt bij het meer kijken. Je knijpt hem net zo erg als Olga. Stel je voor dat hij zich heeft verzopen, mijn jongen. Dan heb ik hem zelf de dood in gejaagd, ik moest hem zo nodig naar school sturen.
Ik kan voorbijgangers vragen of ze hem hebben gezien, maar ik durf het niet. Zo meteen zeggen ze: 'Ja, een uur geleden, meneer.' Dan is mijn zoon hier niet heen gegaan om naar de ondergaande zon te kijken.
Ik denk weer aan de keer deze week toen hij uit mijn auto stapte. Ruben, klootzak, ik houd van je. Laat ik je hier niet dood aantreffen.
Het is half vijf als ik de sleutel in het slot hoor steken. Het zal Olga wel zijn die terugkomt van haar werk, of Anne, maar toch ren ik de gang in.
'Ruben!'
Ik ben zo blij dat ik hem zie, zo godvergeten blij.
'Waar kom jij vandaan?' vraag ik terwijl ik hem omhels.
'Van school,' zegt Ruben gespeeld verbaasd.
Ik kijk mijn zoon aan. 'Je liegt. Je liegt midden in mijn gezicht, maar dat mag. We weten het. We weten wat ze met je hebben geflikt.'
Ruben wordt spierwit. Ging hij maar tegen me tekeer: dat ik een waardeloze vader ben, omdat ik hem tegen zijn zin naar school heb getrapt. Schold hij me maar uit, omdat ik niets in de gaten heb gehad en alleen maar aan mijn toko denk. Vertelde hij maar hoe erg hij heeft geleden, weken, misschien wel maanden, maar hij staat daar maar en zwijgt.
Olga heeft vast zijn fiets al zien staan, ze stormt naar binnen.
'Je bent er, lieve schat. Ik was zo ongerust, lieverd, je bent veilig thuis,' zegt ze met een snik en ze drukt Ruben ook tegen zich aan. 'Het komt goed, we helpen je, we gaan het samen oplossen, maak je maar niet ongerust. Ik vind het zo erg voor je wat er is gebeurd.'
'Laten we naar de woonkamer gaan,' stel ik voor.
Olga gaat naast Ruben op de bank zitten met haar arm om hem heen. Tot nu toe heeft hij nog niets gezegd.
ik heb het vanmiddag aangegeven, en de rector weet het ook,' begin ik. 'Die klootzakken worden aangepakt, ze worden van school getrapt, dat snap je, dus voor hen hoef je niet meer bang te zijn. De Vries wil het zo snel mogelijk regelen, het liefst vandaag nog. Het wachten is op jou, kerel, jij zal moeten zeggen wie het zijn.'
Ik kijk Ruben aan. Er zit geen leven in z'n ogen, zijn blik is gesloten.
'Nee!' roept hij. 'Dat doe ik niet. Ik vertel het niet, nooit van mijn leven.'
'Natuurlijk vertel je het wel, dat schorem moet gestraft worden.'
'En toch vertel ik het niet,' zegt Ruben beslist.
'Ik moet het weten, je moeder moet het weten en de politie moet het weten.'
'Nee!'
Ik zie dat er iets in hem breekt.
'Van mij krijg je niets te horen.' Hij staat jankend op en holt de trap op.
'Niet weglopen nou!'
Ik wil hem achterna gaan, maar Olga houdt me tegen.
'Hou op! Je hoort het toch! Hij wil het niet vertellen, je moet hem eindelijk eens respecteren. Vanochtend heb je hem ook tegen zijn zin naar school gestuurd.'
'Dus jij wilt dat dat geteisem vrijuit gaat?'
'Ik wil dat je hem met rust laat,' zegt Olga fel. 'Het gaat nu om Ruben. Straks loopt hij echt weg. Wil je dat soms? Hij moet zich hier veilig voelen. We moeten nu achter hem staan, we zijn al de fout in gegaan.'
'Dit zijn geen normale jongens die een pesterijtje uithalen, Olga, het zijn een stelletje criminelen. Nu ze met Ruben klaar zijn, pakken ze de volgende. Dat soort hoort in de bajes. De politie gaat hem ondervragen, dat hebben ze gezegd, dan komt het er toch uit.'
'De politie gaat helemaal niks. Ruben is getraumatiseerd, hij heeft rust nodig.'
Olga loopt de keuken in om het eten op te scheppen. Ik kijk toe hoe ze de tafel dekt, ik moet me beheersen om het kleed niet uit haar handen te rukken. Ik ben zo opgefokt dat ik niet eens heb gemerkt dat Anne thuis is gekomen.
is Ruben er al?'
'Ja,' hoor ik Olga zeggen. 'Hij is boven, maar laat hem maar even. Hij moet tot rust komen.'
Anne begint te huilen, ik vind het zo zielig voor hem...'
'Ja, meisje, jij bent er ook verdrietig van, dat zijn we allemaal.' Olga trekt haar naar zich toe. 'Het is ook heel erg wat er is gebeurd, lieverd.'
'Ik haat ze!' snikt Anne. ik haat die jongens. Heeft de politie ze al gepakt?'
'Nee schat. We weten nog niet wie het zijn. Ruben wil het niet vertellen, hij is bang voor ze.'
'Hij moet het wel zeggen,' snikt Anne. 'Dit is veel enger, zo meteen doen ze het weer.'
Dat bedoel ik nou, als een kind van elf jaar dat kan bedenken, waarom snapt Olga het dan niet?

PETER

Ik had het kunnen weten. Zodra ik thuiskom, begint Ria erover.
'Wat een verschrikkelijk verhaal van Ruben. Weet je dat ik er de hele middag misselijk van ben geweest? Ruben, zo'n bijzondere jongen. Ik heb hem nog in de klas gehad. Wat zal het erg zijn voor Frank en Olga. Hun kind. Moet je je voorstellen dat Berend zoiets overkomt. En hoe denk je dat dit voor Anne is? Die zal het intussen ook wel weten. Ik denk dat ik morgen maar een extra kringgesprek inlas.'
'Ja, het is gruwelijk,' beaam ik.
'Dat zoiets kan gebeuren,' gaat Ria door. 'Heeft niemand iets gemerkt?'
Het kost me moeite haar niet de waarheid te vertellen.
'Nee,' lieg ik.
'Als ik er al zo veel last van heb, hoe moet het dan voor jou zijn? Het is op jouw school gebeurd, daar moet je toch niet aan denken?'
Ik knik. iedereen was in paniek. Wat wil je? Die jongen was opeens verdwenen. Ze zijn allemaal bang dat hij zich iets heeft aangedaan.'
'Hij is terug,' zegt Ria. 'Ik hoorde van Hugo dat hij terug is. Aan het eind van de middag kwam hij thuis. Gelukkig maar, dan kunnen ze tenminste de daders pakken. Bij ons op school wordt ook gepest, maar dit gaat echt te ver.'
'Weten ze al wie het zijn?' vraag ik angstig.
'Dat lijkt me toch wel. Wat denk je, dat vertelt die jongen natuurlijk.'
Mijn buik. Ik sta op en ren naar de wc. Ik red het nog net, ik loop helemaal leeg. Terwijl ik op de wc zit denk ik wat ik kan doen, maar ik ben machteloos. Even overweeg ik Lars te bellen, maar ik kan me beter stil houden. Ik ga terug naar de kamer, ik voel me net een veroordeelde die wacht op zijn vonnis.
'Hugo zou vanavond bij Olga en Frank langs gaan,' zegt Ria zappend. 'Hij zal me wel bellen als hij meer weet.'
Ik zit verkrampt voor de tv, het zweet loopt over mijn rug. Elke keer als de telefoon gaat, duik ik in elkaar.
Ria legt haar hand op mijn dijbeen. 'Je trekt het je te veel aan, lieverd. Je voelt je toch niet verantwoordelijk? Dit had jij niet kunnen voorkomen. Lieve schat, je bent altijd zo begaan met die leerlingen en dan gebeurt dit. Ik snap het wel, dat is ook verschrikkelijk, maar iedereen begrijpt dat jij hier geen schuld aan hebt. Zal ik je even masseren?'
Ze gaat achter me staan en legt haar handen in mijn nek.
'Probeer maar te ontspannen. Ze krijgen hun straf, echt waar. Dat wordt een zaak, zoiets zoeken ze tot de bodem uit, tot ze precies weten wie er allemaal achter zitten.'
Mijn spieren verstijven, het zijn net kabels.
'Alles komt altijd uit,' zegt Ria terwijl ze haar handen in mijn nek drukt. 'Maak je maar geen zorgen.'
Ik voel een zure golf omhoogkomen en ik kots voluit over het vloerkleed.