FRANK
Juist nu het knetterdruk is, heb ik mijn agenda
thuis laten liggen.
'Wat moet jij nou op La Palma?' vraag ik als ik Olga achter de computer aantref en de site zie.
'Ik heb zin om er een weekje tussenuit te gaan, moet je zien wat goedkoop. Voor met z'n vieren, hoor.'
'Zo te zien valt er ook niet veel te beleven,' zeg ik zuchtend. 'Zeker een hele week op het strand liggen.'
'Het zou wel eens goed voor je zijn.'
Olga meent het echt.
Ik denk aan die keer dat ik met Hetty in Spanje was. De hele dag lag ze te bakken in de zon. Verschrikkelijk, het leek wel de intensive care, al die bedden met slapende lichamen erop. Ik kreeg al meteen de kriebels en na een week hadden we slaande ruzie. Ik ben toen alleen teruggegaan.
'Als ik op vakantie ga, wil ik wel wat zien.' En ik buig me over Olga heen en blader met de muis door de site. 'Moet je dit nou zien, hier kan je twee meter strand huren. En daar rijd je dan helemaal voor naar Spanje, om je daar te laten verbranden.'
'Veel mensen vinden dat heerlijk. Ida houdt er ook van.'
Voor ik het vergeet stop ik mijn agenda in mijn zak. 'Smaken verschillen.'
'Ik hoor het al, ik zet het wel uit mijn hoofd. Ik ben nou eenmaal getrouwd met een workaholic,' zegt Olga cynisch.
'Ja hoor, we zijn er weer. Alsof ik alleen maar werk.' Ik hoor Anne's stem in de gang en houd mijn mond.
'Het ging goed op school. Vandaag hebben we voor het eerst geoefend voor de musical. Iedereen vind dat ik het heel goed doe.' 'Ja, dat geloof ik best. Jij kan wel toneelspelen.'
'O ja,' zegt Olga als Anne naar haar kamer is vertrokken, 'ik heb van de week nog met Hugo over Ruben gepraat. Tenminste, hij vroeg naar hem. Hugo vindt het geen goed teken dat hij zich zo afsluit. Hij bood aan met hem te praten. Lief, vind je niet? Ik zal het Ruben voorleggen.'
'Waarom bespreek je dat met Hugo? Als je je ongerust maakt, moet je het met mij bespreken.'
'Hugo had altijd een goeie band met Ruben.'
'Op de basisschool, schat, die jongen is dertien. Hij zit nu op de middelbare school. Wat moet hij met Hugo? Wij zijn toch zijn ouders? Hij kan moeilijk zijn hele verdere leven steun zoeken bij Hugo. Nu heeft hij ons nodig, Olga. Als hij hulp nodig heeft, moeten wij er voor hem zijn.'
'Ik heb al met Ruben proberen te praten, Frank, maar hij zegt niks.'
'Misschien moet ik het dan eens proberen. Het is inderdaad raar dat hij niet meer naar de movie club gaat. Ik praat wel met 'm. Je bent toch niet echt ongerust?'
ik weet niet hoe het komt.' Olga schuift de muis nerveus heen en weer. 'Ik maak me gewoon zorgen. Het klopt niet, Frank, het is niet alleen de puberteit. Er is meer.'
'Het komt goed.'
'Blijf je lunchen?'
'Sorry, ik heb een bezichtiging.'
Een paar minuten later zit ik in de auto. Ik denk aan Ruben. Het is ook een rotleeftijd. Je lijkt zo groot, maar wat ben je nou nog helemaal? Een of andere meid zal hem wel hebben gedumpt.
Als hij op zijn vader lijkt, zal dat nog wel vaker gebeuren. Toen ik zo oud was als hij was ik ook nog niet aan meiden toe. Ik ging wel achter ze aan, maar meer omdat het erbij hoorde. Je moest hebben gezoend, anders was je een watje. Belachelijk, maar het was zo. Ik bakte er niks van.
Marianne Smit, ik herinner me haar nog goed. Ze was op me. We zijn naar de film gegaan. James Bond, mijn favoriet. Naast ons zat Jan Los met Elsbeth te zoenen. Ik zat zo in het verhaal dat ik Marianne helemaal was vergeten. Wat ze aan had, herinner ik me niet meer, maar de scene met die haaien staat nog altijd op mijn netvlies gebrand.
De courtage van de Tolweg staat op onze bedrijfsrekening. Victor heeft 'm gekocht. We kunnen weer even ademhalen.
Ik wacht op een telefoontje van Victor. Na een paar kunstgrepen heeft hij de gemeente toestemming gevraagd de boerderij van Bruinsma plat te gooien. Zodra hij uitsluitsel heeft, zal hij me bellen.
'En?' vraag ik als Huib binnenkomt. 'De Eikenlaan in de pocket?'
'Geen idee.' Huib loopt door naar het koffiezetapparaat. Die moet van binnen helemaal zwart zijn van de koffie. Hij tankt de hele dag door. 'Ze heeft er nog twee makelaars bij gehaald.'
'Flink hoog ingezet?'
'Daar ging het volgens haar niet om. Ze laat zich door haar gevoel leiden.'
'Nou, dan ben ik blij dat jij gegaan bent. Als ze een beetje gevoelig is voor aura's, ziet ze meteen wat een goedzak je bent.'
Lachend ga ik door met mijn werk, maar dan bedenk ik dat ik nog met Ruben zou praten. Olga zei vanochtend niet voor niets dat Ruben vanmiddag vrij was. We kunnen samen iets gaan doen.
'Ik ben even weg. Vaderlijke plichten.'
Als ik de woonkamer inloop, hangt Ruben voor de televisie.
'Het is prachtig weer,' zeg ik. 'Ik ga even naar de haven. Zin om mee te gaan?'
Ruben aarzelt, maar staat uiteindelijk toch op.
We zitten nog niet in de auto of hij zet een cd op en draait de volumeknop helemaal open. Mijn eerste reactie is de knop omdraaien, maar ik houd me in. Dan is er strijd, en dat is niet goed voor de sfeer.
Ik parkeer bij de haven, we hebben een prachtig uitzicht. Als ik de auto stilzet, gaat de muziek vanzelf uit.
'Weet je dat wij hier vroeger altijd heen gingen? Dat jij kapitein wilde worden?'
Ruben knikt, maar zegt geen woord.
'Weet je eigenlijk al wat je wil worden?'
'Nee.'
Ik dwing mezelf kalm te blijven. 'Dat hoeft ook niet,' zeg ik er snel achteraan. 'Je hebt nog tijd genoeg, toch?'
Ruben kijkt me alleen aan, hij heeft gelijk, ik draai eromheen, dat voelt hij.
'Top dat we nu samen zijn.' Ik leg een hand op zijn schouder. 'Mama en ik maken ons zorgen om je.'
'Dat hoeft niet,' zegt Ruben fel. Hij schrikt er blijkbaar zelf van want hij maakt meteen zijn excuses. 'Sorry, zo bedoel ik het niet.'
'Gaat het wel goed met je?'
Ruben draait zijn hoofd opzij. Jezus, was ik vroeger ook zo? Opeens heb ik begrip voor mijn ouders. We kunnen hier toch geen stommetje zitten spelen?
'Als er iets is, moet je het vertellen. Ik ben je vader, misschien kan ik je helpen.'
'Er is niks.'
Dat is het enige wat eruit komt. Ik geloof het niet. Voor het eerst voel ik ook dat het niet klopt.'Op school gaat het wel goed toch?'
Ruben slaat zijn ogen neer.
'Je haalt tenminste mooie cijfers.'
Het liefst zou ik starten en wegrijden, maar ik houd me in.
'Er kan natuurlijk van alles zijn,' zeg ik zo luchtig mogelijk.
Ik hoor Ruben zuchten.
'Je was altijd zo open, het lijkt wel of je je voor ons verstopt. Misschien heb ik het helemaal verkeerd, maar dat gevoel hebben mama en ik.'
Stilte.
'Doen we iets fout?' probeer ik nog.
Ruben schudt zijn hoofd.
Ik noem maar alles op wat ik ooit in een opvoedkundig blad heb gelezen. 'Misschien houden we je te klein, wil je meer vrijheid? Is dat het?'
'Nee,' zegt Ruben, zonder me aan te kijken. Hij speelt nerveus met de rits van zijn jas.
Doorgaan, zeg ik tegen mezelf. Je ziet dat er iets is, het moet eruit komen.
'Heb je liefdesverdriet? Dat is heel normaal hoor.'
'Ik ben helemaal niet verliefd,' zegt Ruben bijna beledigd.
Nu laat ik me niet meer in de maling nemen, ik moet het weten. Hij vindt me een ouwe lui, dat zie ik.
'Waarom trek je je dan zo terug?' doe ik nog een poging. 'Die movie club, bijvoorbeeld. Zoiets is toch leuk? Je houdt van films.'
'Ik heb hier geen zin in!' valt Ruben uit. 'Je vroeg of ik mee naar de haven ging. Als je alleen maar aan m'n kop wil zeuren, bekijk je het maar.' Hij doet het portier open en stapt uit.
'He, zo bedoel ik het niet! Wacht nou even.'
Maar Ruben is al weg.Er klopt echt geen ruk van. Wat is er met hem aan de hand? Ik zal Olga zeggen dat ik er geen zinnig woord uit kreeg. Misschien moet zij het nog eens proberen. En als dat ook niet lukt, moet die Hugo er maar aan te pas komen.
In de verte zie ik Ruben lopen. Moet je hem nou zien slenteren, die lekkere slungel van me. Ik houd van die knul, ik houd zo godvergeten veel van hem.
Ik start en ga stapvoets naast hem rijden.
'He, kanjer!' roep ik door het raampje. 'Stap in. We hebben het nergens meer over.'
'Goed dan.'
Nog geen tel later zit hij naast me. Dit keer druk ik zelf de cd-speler in.
'Joggen?' vraag ik als ik de auto voor de deur parkeer.
Ruben lacht. Voor het eerst vanmiddag lacht hij tegen me.
'He, je bent mijn vent.'
Ik sla een arm om hem heen en trek hem naar mij toe. Ik voel dat gespannen lijf, hij zit onder de stress, hij trilt. Ik houd mijn mond dicht, maar ik moet bijna janken.
'Je bent mijn kanjer.'
Ik pak zijn hand vast. Hoe lang is het geleden dat we samen zo zaten? En hij laat het toe, hij laat het allemaal toe. Ik lees het in zijn ogen, er is iets. Hij heeft een geheim.
Ik vloek als mijn mobiel gaat, maar misschien is het ook onze redding. We houden van elkaar, maar we kunnen even niets delen.
'He, Victor.'
'Lukt het jou nu naar cafe Zwart te komen?'
Hij vraagt het, maar het is niet de bedoeling dat ik nee zeg, dat hoor ik aan zijn stem.
'Geen probleem, ik kom eraan.'
'Niet joggen dus,' zegt Ruben als ik heb opgehangen.
'Nee, vent, maar dat halen we binnenkort in.'
'Dag, pa.'
Hij stapt uit. Ik kijk hoe hij naar binnen loopt. Zijn schouders hangen.
'Dag, boy van me,' zeg ik hardop.
Ik geef gas en rijd weg.
Onderweg naar cafe Zwart belt Huib.
'Waar zit je?'
'Ik ben op weg naar een bespreking.'
Hij vraagt niet verder. Hij hoeft ook niet te weten dat Vic- tor de bespreking is.
'Is er iets urgents?'
'Weet je waarom ze die boerderij van Bruinsma hebben verkloot?'
'Nee, nog niet over nagedacht.'
'Hij gaat plat, dat hoorde ik net van Blok. Er is een verzoek op het gemeentehuis binnengekomen om hem neer te halen.'
'Je meent het.'
'Besef je het wel? Dat ding stond op de nominatie tot monument verklaard te worden. Ze zijn het gewoon voor geweest, heel gewiekst.'
'Ja, nogal.'
Huib raakt er maar niet over uitgesproken. Intussen ben ik bij cafe Zwart aangekomen. De Jaguar van Victor staat er al.
'Ik spreek je later,' onderbreek ik Huib. Ik parkeer, stap uit en loop het cafe in.
Victor staat aan de bar. Hij heeft al een biertje voor mij besteld.
'Op onze deal.' Hij tikt tegen mijn glas. 'Volgens mijn jurist moeten ze toestemming geven, ze hebben geen poot om op te staan.' 'Weten ze dat het van jou is?'
'Surprise,' lacht Victor. 'Ik laat ze nog even vissen. Ik ben tevreden over onze samenwerking, Verstraten.'
Ik steek mijn duim op. 'Nu De Roerdomp nog.'
'Hoe gaan de zaken?' Ik hoor aan Victors toon dat er iets achter zit.
'Ach ja, we zijn er nog.'
'Hoe lang staan de meeste huizen nou te koop?'
'Gemiddeld vijf maanden.'
Ik ben benieuwd waar hij heen wil. Victor vraagt nooit iets voor niets.
'Dat lijkt me voor sommige mensen toch een crime. Je zal maar willen scheiden. Nou, dan duurt vijf maanden wel erg lang.'
'Is ook zo, het zijn niet de leukste klanten. Elke maand raken ze meer in de stress. En dan hebben wij het gedaan, dat snap je.'
'Als je bedenkt dat een op de drie huwelijken strandt, moeten er toch aardig wat van die gevallen zijn. Dat is een markt, kerel, je moet het aantrekkelijk voor die mensen maken. Vertel ze dat ze het dezelfde dag nog kunnen verkopen, maar dan voor minder natuurlijk.'
'Hoe wou je dat organiseren? Ik kan zoiets niet aan mijn compagnon verkopen.'
'Daar richten we een speciaal bv'tjc voor op. Jij zegt dat ze het onmiddellijk kunnen verkopen. Voor mijn part krijgen ze hun poen nog dezelfde dag. Ik koop het wel. En dan moet ik het binnen een half jaar kwijt zijn, want dan hoef ik de fiscus niet te betalen. Lukt dat, dan vang jij dubbele courtage. Maar alleen onder die voorwaarde natuurlijk, anders krijg je niks.'
Dit is een megadeal, de bedragen vliegen door mijn hoofd.
'Het blijft onder ons,' vervolgt Victor. 'Reken maar dat we gaan boeren. De een vertelt het tegen de ander.' 'Krijgen we daar geen gelazer mee?'
'Volkomen legaal, ik heb het uitgezocht. Je moet er maar op komen.' Victor trekt zijn ooglid met zijn vinger omlaag.
'Toevallig had ik vanochtend zo'n geval,' herinner ik me opeens. 'Ze wilden er zo snel mogelijk vanaf.'
'Aha, worden wij een koppel of niet?'
Ik denk aan mijn bankrekening, het geld van Olga, het faillissement dat elke dag op de loer ligt.
'Deal.'
'Dit moeten we niet vastleggen, Frank,' zegt Victor, 'dat is te gevaarlijk. Het is iets van goed vertrouwen.'
'No problem, zeg ik en geef hem een joviale klap op zijn schouder. 'Jij hebt meer ervaring met grote zaken dan ik.'
'Wat moet jij nou op La Palma?' vraag ik als ik Olga achter de computer aantref en de site zie.
'Ik heb zin om er een weekje tussenuit te gaan, moet je zien wat goedkoop. Voor met z'n vieren, hoor.'
'Zo te zien valt er ook niet veel te beleven,' zeg ik zuchtend. 'Zeker een hele week op het strand liggen.'
'Het zou wel eens goed voor je zijn.'
Olga meent het echt.
Ik denk aan die keer dat ik met Hetty in Spanje was. De hele dag lag ze te bakken in de zon. Verschrikkelijk, het leek wel de intensive care, al die bedden met slapende lichamen erop. Ik kreeg al meteen de kriebels en na een week hadden we slaande ruzie. Ik ben toen alleen teruggegaan.
'Als ik op vakantie ga, wil ik wel wat zien.' En ik buig me over Olga heen en blader met de muis door de site. 'Moet je dit nou zien, hier kan je twee meter strand huren. En daar rijd je dan helemaal voor naar Spanje, om je daar te laten verbranden.'
'Veel mensen vinden dat heerlijk. Ida houdt er ook van.'
Voor ik het vergeet stop ik mijn agenda in mijn zak. 'Smaken verschillen.'
'Ik hoor het al, ik zet het wel uit mijn hoofd. Ik ben nou eenmaal getrouwd met een workaholic,' zegt Olga cynisch.
'Ja hoor, we zijn er weer. Alsof ik alleen maar werk.' Ik hoor Anne's stem in de gang en houd mijn mond.
'Het ging goed op school. Vandaag hebben we voor het eerst geoefend voor de musical. Iedereen vind dat ik het heel goed doe.' 'Ja, dat geloof ik best. Jij kan wel toneelspelen.'
'O ja,' zegt Olga als Anne naar haar kamer is vertrokken, 'ik heb van de week nog met Hugo over Ruben gepraat. Tenminste, hij vroeg naar hem. Hugo vindt het geen goed teken dat hij zich zo afsluit. Hij bood aan met hem te praten. Lief, vind je niet? Ik zal het Ruben voorleggen.'
'Waarom bespreek je dat met Hugo? Als je je ongerust maakt, moet je het met mij bespreken.'
'Hugo had altijd een goeie band met Ruben.'
'Op de basisschool, schat, die jongen is dertien. Hij zit nu op de middelbare school. Wat moet hij met Hugo? Wij zijn toch zijn ouders? Hij kan moeilijk zijn hele verdere leven steun zoeken bij Hugo. Nu heeft hij ons nodig, Olga. Als hij hulp nodig heeft, moeten wij er voor hem zijn.'
'Ik heb al met Ruben proberen te praten, Frank, maar hij zegt niks.'
'Misschien moet ik het dan eens proberen. Het is inderdaad raar dat hij niet meer naar de movie club gaat. Ik praat wel met 'm. Je bent toch niet echt ongerust?'
ik weet niet hoe het komt.' Olga schuift de muis nerveus heen en weer. 'Ik maak me gewoon zorgen. Het klopt niet, Frank, het is niet alleen de puberteit. Er is meer.'
'Het komt goed.'
'Blijf je lunchen?'
'Sorry, ik heb een bezichtiging.'
Een paar minuten later zit ik in de auto. Ik denk aan Ruben. Het is ook een rotleeftijd. Je lijkt zo groot, maar wat ben je nou nog helemaal? Een of andere meid zal hem wel hebben gedumpt.
Als hij op zijn vader lijkt, zal dat nog wel vaker gebeuren. Toen ik zo oud was als hij was ik ook nog niet aan meiden toe. Ik ging wel achter ze aan, maar meer omdat het erbij hoorde. Je moest hebben gezoend, anders was je een watje. Belachelijk, maar het was zo. Ik bakte er niks van.
Marianne Smit, ik herinner me haar nog goed. Ze was op me. We zijn naar de film gegaan. James Bond, mijn favoriet. Naast ons zat Jan Los met Elsbeth te zoenen. Ik zat zo in het verhaal dat ik Marianne helemaal was vergeten. Wat ze aan had, herinner ik me niet meer, maar de scene met die haaien staat nog altijd op mijn netvlies gebrand.
De courtage van de Tolweg staat op onze bedrijfsrekening. Victor heeft 'm gekocht. We kunnen weer even ademhalen.
Ik wacht op een telefoontje van Victor. Na een paar kunstgrepen heeft hij de gemeente toestemming gevraagd de boerderij van Bruinsma plat te gooien. Zodra hij uitsluitsel heeft, zal hij me bellen.
'En?' vraag ik als Huib binnenkomt. 'De Eikenlaan in de pocket?'
'Geen idee.' Huib loopt door naar het koffiezetapparaat. Die moet van binnen helemaal zwart zijn van de koffie. Hij tankt de hele dag door. 'Ze heeft er nog twee makelaars bij gehaald.'
'Flink hoog ingezet?'
'Daar ging het volgens haar niet om. Ze laat zich door haar gevoel leiden.'
'Nou, dan ben ik blij dat jij gegaan bent. Als ze een beetje gevoelig is voor aura's, ziet ze meteen wat een goedzak je bent.'
Lachend ga ik door met mijn werk, maar dan bedenk ik dat ik nog met Ruben zou praten. Olga zei vanochtend niet voor niets dat Ruben vanmiddag vrij was. We kunnen samen iets gaan doen.
'Ik ben even weg. Vaderlijke plichten.'
Als ik de woonkamer inloop, hangt Ruben voor de televisie.
'Het is prachtig weer,' zeg ik. 'Ik ga even naar de haven. Zin om mee te gaan?'
Ruben aarzelt, maar staat uiteindelijk toch op.
We zitten nog niet in de auto of hij zet een cd op en draait de volumeknop helemaal open. Mijn eerste reactie is de knop omdraaien, maar ik houd me in. Dan is er strijd, en dat is niet goed voor de sfeer.
Ik parkeer bij de haven, we hebben een prachtig uitzicht. Als ik de auto stilzet, gaat de muziek vanzelf uit.
'Weet je dat wij hier vroeger altijd heen gingen? Dat jij kapitein wilde worden?'
Ruben knikt, maar zegt geen woord.
'Weet je eigenlijk al wat je wil worden?'
'Nee.'
Ik dwing mezelf kalm te blijven. 'Dat hoeft ook niet,' zeg ik er snel achteraan. 'Je hebt nog tijd genoeg, toch?'
Ruben kijkt me alleen aan, hij heeft gelijk, ik draai eromheen, dat voelt hij.
'Top dat we nu samen zijn.' Ik leg een hand op zijn schouder. 'Mama en ik maken ons zorgen om je.'
'Dat hoeft niet,' zegt Ruben fel. Hij schrikt er blijkbaar zelf van want hij maakt meteen zijn excuses. 'Sorry, zo bedoel ik het niet.'
'Gaat het wel goed met je?'
Ruben draait zijn hoofd opzij. Jezus, was ik vroeger ook zo? Opeens heb ik begrip voor mijn ouders. We kunnen hier toch geen stommetje zitten spelen?
'Als er iets is, moet je het vertellen. Ik ben je vader, misschien kan ik je helpen.'
'Er is niks.'
Dat is het enige wat eruit komt. Ik geloof het niet. Voor het eerst voel ik ook dat het niet klopt.'Op school gaat het wel goed toch?'
Ruben slaat zijn ogen neer.
'Je haalt tenminste mooie cijfers.'
Het liefst zou ik starten en wegrijden, maar ik houd me in.
'Er kan natuurlijk van alles zijn,' zeg ik zo luchtig mogelijk.
Ik hoor Ruben zuchten.
'Je was altijd zo open, het lijkt wel of je je voor ons verstopt. Misschien heb ik het helemaal verkeerd, maar dat gevoel hebben mama en ik.'
Stilte.
'Doen we iets fout?' probeer ik nog.
Ruben schudt zijn hoofd.
Ik noem maar alles op wat ik ooit in een opvoedkundig blad heb gelezen. 'Misschien houden we je te klein, wil je meer vrijheid? Is dat het?'
'Nee,' zegt Ruben, zonder me aan te kijken. Hij speelt nerveus met de rits van zijn jas.
Doorgaan, zeg ik tegen mezelf. Je ziet dat er iets is, het moet eruit komen.
'Heb je liefdesverdriet? Dat is heel normaal hoor.'
'Ik ben helemaal niet verliefd,' zegt Ruben bijna beledigd.
Nu laat ik me niet meer in de maling nemen, ik moet het weten. Hij vindt me een ouwe lui, dat zie ik.
'Waarom trek je je dan zo terug?' doe ik nog een poging. 'Die movie club, bijvoorbeeld. Zoiets is toch leuk? Je houdt van films.'
'Ik heb hier geen zin in!' valt Ruben uit. 'Je vroeg of ik mee naar de haven ging. Als je alleen maar aan m'n kop wil zeuren, bekijk je het maar.' Hij doet het portier open en stapt uit.
'He, zo bedoel ik het niet! Wacht nou even.'
Maar Ruben is al weg.Er klopt echt geen ruk van. Wat is er met hem aan de hand? Ik zal Olga zeggen dat ik er geen zinnig woord uit kreeg. Misschien moet zij het nog eens proberen. En als dat ook niet lukt, moet die Hugo er maar aan te pas komen.
In de verte zie ik Ruben lopen. Moet je hem nou zien slenteren, die lekkere slungel van me. Ik houd van die knul, ik houd zo godvergeten veel van hem.
Ik start en ga stapvoets naast hem rijden.
'He, kanjer!' roep ik door het raampje. 'Stap in. We hebben het nergens meer over.'
'Goed dan.'
Nog geen tel later zit hij naast me. Dit keer druk ik zelf de cd-speler in.
'Joggen?' vraag ik als ik de auto voor de deur parkeer.
Ruben lacht. Voor het eerst vanmiddag lacht hij tegen me.
'He, je bent mijn vent.'
Ik sla een arm om hem heen en trek hem naar mij toe. Ik voel dat gespannen lijf, hij zit onder de stress, hij trilt. Ik houd mijn mond dicht, maar ik moet bijna janken.
'Je bent mijn kanjer.'
Ik pak zijn hand vast. Hoe lang is het geleden dat we samen zo zaten? En hij laat het toe, hij laat het allemaal toe. Ik lees het in zijn ogen, er is iets. Hij heeft een geheim.
Ik vloek als mijn mobiel gaat, maar misschien is het ook onze redding. We houden van elkaar, maar we kunnen even niets delen.
'He, Victor.'
'Lukt het jou nu naar cafe Zwart te komen?'
Hij vraagt het, maar het is niet de bedoeling dat ik nee zeg, dat hoor ik aan zijn stem.
'Geen probleem, ik kom eraan.'
'Niet joggen dus,' zegt Ruben als ik heb opgehangen.
'Nee, vent, maar dat halen we binnenkort in.'
'Dag, pa.'
Hij stapt uit. Ik kijk hoe hij naar binnen loopt. Zijn schouders hangen.
'Dag, boy van me,' zeg ik hardop.
Ik geef gas en rijd weg.
Onderweg naar cafe Zwart belt Huib.
'Waar zit je?'
'Ik ben op weg naar een bespreking.'
Hij vraagt niet verder. Hij hoeft ook niet te weten dat Vic- tor de bespreking is.
'Is er iets urgents?'
'Weet je waarom ze die boerderij van Bruinsma hebben verkloot?'
'Nee, nog niet over nagedacht.'
'Hij gaat plat, dat hoorde ik net van Blok. Er is een verzoek op het gemeentehuis binnengekomen om hem neer te halen.'
'Je meent het.'
'Besef je het wel? Dat ding stond op de nominatie tot monument verklaard te worden. Ze zijn het gewoon voor geweest, heel gewiekst.'
'Ja, nogal.'
Huib raakt er maar niet over uitgesproken. Intussen ben ik bij cafe Zwart aangekomen. De Jaguar van Victor staat er al.
'Ik spreek je later,' onderbreek ik Huib. Ik parkeer, stap uit en loop het cafe in.
Victor staat aan de bar. Hij heeft al een biertje voor mij besteld.
'Op onze deal.' Hij tikt tegen mijn glas. 'Volgens mijn jurist moeten ze toestemming geven, ze hebben geen poot om op te staan.' 'Weten ze dat het van jou is?'
'Surprise,' lacht Victor. 'Ik laat ze nog even vissen. Ik ben tevreden over onze samenwerking, Verstraten.'
Ik steek mijn duim op. 'Nu De Roerdomp nog.'
'Hoe gaan de zaken?' Ik hoor aan Victors toon dat er iets achter zit.
'Ach ja, we zijn er nog.'
'Hoe lang staan de meeste huizen nou te koop?'
'Gemiddeld vijf maanden.'
Ik ben benieuwd waar hij heen wil. Victor vraagt nooit iets voor niets.
'Dat lijkt me voor sommige mensen toch een crime. Je zal maar willen scheiden. Nou, dan duurt vijf maanden wel erg lang.'
'Is ook zo, het zijn niet de leukste klanten. Elke maand raken ze meer in de stress. En dan hebben wij het gedaan, dat snap je.'
'Als je bedenkt dat een op de drie huwelijken strandt, moeten er toch aardig wat van die gevallen zijn. Dat is een markt, kerel, je moet het aantrekkelijk voor die mensen maken. Vertel ze dat ze het dezelfde dag nog kunnen verkopen, maar dan voor minder natuurlijk.'
'Hoe wou je dat organiseren? Ik kan zoiets niet aan mijn compagnon verkopen.'
'Daar richten we een speciaal bv'tjc voor op. Jij zegt dat ze het onmiddellijk kunnen verkopen. Voor mijn part krijgen ze hun poen nog dezelfde dag. Ik koop het wel. En dan moet ik het binnen een half jaar kwijt zijn, want dan hoef ik de fiscus niet te betalen. Lukt dat, dan vang jij dubbele courtage. Maar alleen onder die voorwaarde natuurlijk, anders krijg je niks.'
Dit is een megadeal, de bedragen vliegen door mijn hoofd.
'Het blijft onder ons,' vervolgt Victor. 'Reken maar dat we gaan boeren. De een vertelt het tegen de ander.' 'Krijgen we daar geen gelazer mee?'
'Volkomen legaal, ik heb het uitgezocht. Je moet er maar op komen.' Victor trekt zijn ooglid met zijn vinger omlaag.
'Toevallig had ik vanochtend zo'n geval,' herinner ik me opeens. 'Ze wilden er zo snel mogelijk vanaf.'
'Aha, worden wij een koppel of niet?'
Ik denk aan mijn bankrekening, het geld van Olga, het faillissement dat elke dag op de loer ligt.
'Deal.'
'Dit moeten we niet vastleggen, Frank,' zegt Victor, 'dat is te gevaarlijk. Het is iets van goed vertrouwen.'
'No problem, zeg ik en geef hem een joviale klap op zijn schouder. 'Jij hebt meer ervaring met grote zaken dan ik.'
VICTOR
Als ik na mijn afspraak met Frank wegrijd,
luister ik mijn voicemail af. Het gaat niet goed met de hoeksteen
van de samenleving: alweer een stel dat geinteresseerd is in snelle
verkoop. Het vijfde geval deze week. En het aantal makelaars dat
akkoord gaat, breidt zich ook met de dag uit. Nu heb ik Verstraten
ook in mijn zak. Hoe snel kan een zakenman binnenlopen?
Lachend sla ik rechtsaf.
En allemaal willen ze De Roerdomp verkopen. Best hoor, jongens, maar helaas gaat die niet van de hand. Volgende keer beter, zullen we maar zeggen.
Terwijl ik over de grote weg rijd, toets ik Lisa's nummer in. Ik heb haar twee maanden geleden ontmoet op een tennistoernooi en viel als een blok voor haar. Diezelfde avond lagen we samen bij haar thuis op de bank. Ik kon niet van haar afblijven. In de lift gleden mijn handen al onder haar rok. De vogels floten toen ik thuiskwam.
Dat kon ook alleen maar omdat Roos in Londen zat. Na die keer zien we elkaar regelmatig. Ze zegt steeds dat het de laatste keer is. Ze is gescheiden, ze wil geen getrouwde man. Ze is op zoek naar een serieuze relatie, maar zodra ik haar aanraak, gaat ze voor de bijl.
'Geen vent is te vertrouwen.' Een uitspraak van Roos. 'Als het maar bij een wip blijft.'
Op Lisa hoeft ze niet jaloers te zijn. Behalve dat ze gescheiden is weet ik niets van haar en zij niet van mij.
'Met Lisa,' klinkt het door mijn auto. Alleen haar sexy stem windt me al op.
'Dag schat, met Victor.'
'Waarom heb je zo lang niks laten horen?'
'Geloof me, ik had het zo druk, ik heb amper mijn bed gezien de laatste week. Heb je mijn sms'jes gekregen?'
'Jawel,' klinkt het afstandelijk.
'Kan ik langskomen?' vraag ik poeslief.
'Ik weet het niet, Victor. Misschien is het beter als we er een eind aan maken.'
Daar gaan we weer.
'Dan wil ik wel afscheid van je nemen,' probeer ik nog. 'Als je het goed vindt, kom ik nu naar je toe.'
'Dat moet je zelf weten.'
'In dat geval ben ik zo bij je.'
Ik stop voor een juwelierszaak en kijk in de vitrine.
'Kan ik u helpen?' Een vriendelijke dame van een jaar of zestig komt kordaat op me af gestapt.
'Ik zoek een armband voor mijn vriendin.'
'Kunt u haar een beetje beschrijven? Wat draagt ze zoal?'
Ik denk aan haar heerlijke kont. Als ik bij haar langsga, zitze altijd in haar duster op de bank. Binnen tien seconden is hij dan uit.
'Deze lijkt me wel geschikt.' Ik wijs een witgouden schakelarmband aan. 'Mag ik die van dichtbij bekijken?' Een paar seconden later ligt hij op mijn hand. 'Doet u deze maar.'
Lachend sla ik rechtsaf.
En allemaal willen ze De Roerdomp verkopen. Best hoor, jongens, maar helaas gaat die niet van de hand. Volgende keer beter, zullen we maar zeggen.
Terwijl ik over de grote weg rijd, toets ik Lisa's nummer in. Ik heb haar twee maanden geleden ontmoet op een tennistoernooi en viel als een blok voor haar. Diezelfde avond lagen we samen bij haar thuis op de bank. Ik kon niet van haar afblijven. In de lift gleden mijn handen al onder haar rok. De vogels floten toen ik thuiskwam.
Dat kon ook alleen maar omdat Roos in Londen zat. Na die keer zien we elkaar regelmatig. Ze zegt steeds dat het de laatste keer is. Ze is gescheiden, ze wil geen getrouwde man. Ze is op zoek naar een serieuze relatie, maar zodra ik haar aanraak, gaat ze voor de bijl.
'Geen vent is te vertrouwen.' Een uitspraak van Roos. 'Als het maar bij een wip blijft.'
Op Lisa hoeft ze niet jaloers te zijn. Behalve dat ze gescheiden is weet ik niets van haar en zij niet van mij.
'Met Lisa,' klinkt het door mijn auto. Alleen haar sexy stem windt me al op.
'Dag schat, met Victor.'
'Waarom heb je zo lang niks laten horen?'
'Geloof me, ik had het zo druk, ik heb amper mijn bed gezien de laatste week. Heb je mijn sms'jes gekregen?'
'Jawel,' klinkt het afstandelijk.
'Kan ik langskomen?' vraag ik poeslief.
'Ik weet het niet, Victor. Misschien is het beter als we er een eind aan maken.'
Daar gaan we weer.
'Dan wil ik wel afscheid van je nemen,' probeer ik nog. 'Als je het goed vindt, kom ik nu naar je toe.'
'Dat moet je zelf weten.'
'In dat geval ben ik zo bij je.'
Ik stop voor een juwelierszaak en kijk in de vitrine.
'Kan ik u helpen?' Een vriendelijke dame van een jaar of zestig komt kordaat op me af gestapt.
'Ik zoek een armband voor mijn vriendin.'
'Kunt u haar een beetje beschrijven? Wat draagt ze zoal?'
Ik denk aan haar heerlijke kont. Als ik bij haar langsga, zitze altijd in haar duster op de bank. Binnen tien seconden is hij dan uit.
'Deze lijkt me wel geschikt.' Ik wijs een witgouden schakelarmband aan. 'Mag ik die van dichtbij bekijken?' Een paar seconden later ligt hij op mijn hand. 'Doet u deze maar.'
FRANK
Dat is nou precies wat ik in mijn leven nodig
had, zo iemand als Victor van Putten. Wat een kanjer. Die gast is
echt een natuurtalent in het verdienen van geld. In gedachten zie
ik ons nieuwe kantoor al voor me. Midden in het centrum, met een
groot bord aan de gevel. Makelaardij Verstraten.
Huib weet van niets, good old Huib. Later zal hij me dankbaar zijn.
Terwijl ik door de stad rijd, laat ik mijn oog op mooie, opvallende panden vallen. Misschien krijg ik dan toch nog eens mijn droomhuis, met garage. Dan komt Olga's droom ook uit. Bestel je jacuzzi maar vast, schat.
Allemaal toekomstmuziek. Voor de kids zou het ook geweldig zijn. Die zijn in geen drie jaar op vakantie geweest. Al ons geld zit in de zaak. Niks duizenden kilometers rijden naar een of ander saai oord, we pakken een vliegtuig. Wat denken jullie? Thailand? Vietnam? Zeg het maar, pa betaalt wel.
Ik parkeer mijn grote vriend achter het marktplein. Sinds ik zaken doe met Victor is mijn BMW een soort tweede kantoor geworden. Ik kan toch moeilijk de familie Sweers bellen waar Huib bij is?
Ik haal mijn gsm uit de carkit en toets het nummer in.
'Rob Sweers.'
'Goedemorgen meneer Sweers, met Verstraten. Als het u uitkomt, zou ik graag een afspraak willen maken.'
'Vandaag bedoelt u?'
'Liefst wel. Over een uurtje, zou dat schikken?'
'Dat moet wel lukken. Heeft u Angela ook nodig?'
'Ja, uw ex-vrouw moet er ook bij zijn, dat is het beste.'
'Ik regel het.'
'Mooi, dan ziet u mij, tot straks.'
Een uur later rijd ik de Voorstraat in. Ik merk dat ik gespannen ben als ik uitstap, ik kijk zelfs om me heen. Wat een onzin. Ik gedraag me alsof ik een crimineel ben. Kom op Frank, het is voor het goede doel en uiteindelijk zijn die mensen er ook bij gebaat. Die moeten zo snel mogelijk van elkaar los, dat wil je toch in zo'n situatie? Je gaat niet voor niks scheiden.
Ik sta net voor het hek als mijn gsm gaat. 'Wat is er Huib, heb je me nodig?'
'Kom je nu naar kantoor?'
'Nee, ik loop net bij de tandarts binnen. Als het toch geen haast heeft, bel ik straks wel.'
Ik loop het pad op en bel aan. Rob Sweers doet open. Een fidele vent, ik mag hem wel. Zijn ex is ook aardig.
'Kom binnen,' zegt hij uitnodigend.
Angela komt de keuken uit. 'Koffie?'
'Graag.' Ik ga op de skaileren bank zitten. 'Zijn de kinderen naar school?'
Rob knikt. 'We hopen dat je een goed bericht voor ons hebt.'
'Ik ben bang dat ik jullie moet teleurstellen.' Ik roer in mijn koffie. 'Jullie huis staat nu drie weken te koop en de belangstelling is niet echt om over naar huis te schrijven. Waar dat aan ligt, weten we niet. Wij doen er alles aan, dus dat kan het niet zijn. Ik heb onderzoek gedaan naar gelijkwaardige panden in deze buurt. De meeste huizen - schrik niet - staan tussen de vier en zes maanden in de verkoop.'
'Dat trek ik niet, Verstraten. Ik zit nu in een huurhuis. Voor een korte periode kan dat wel, maar ik heb de hypotheek en de vaste lasten er ook nog bij.'
'Ik begrijp het,' zeg ik zo rustig mogelijk. 'Maar we kunnen de kopers niet van de straat plukken. Ik vertel dit omdat jullie je er toch op moeten voorbereiden dat het voorlopig niet verkocht wordt. Je weet het natuurlijk nooit. Voor hetzelfde geld loopt er straks iemand bij me binnen die het neemt.'
Ik zie wat een impact het bericht heeft. Angela bijt gestrest op haar nagels.
'Misschien moet je dan toch maar bij je moeder gaan wonen,' zegt ze tegen Rob.
'O, en dat maak jij uit. Ik wil hier ook wel bij de kids blijven, hoor, dan mag jij bij je moeder intrekken.'
ik merk dat het jullie echt spanning geeft,' zeg ik droogjes.
'Dat kun je wel stellen,' zegt Rob snuivend.
Stilte. Ik ga zo zitten dat ik ze allebei kan aankijken. 'Misschien dat er nog een andere oplossing is.'
'Je wilt zeker dat we zakken? Doe dat dan maar, we staan nu in de verkoop voor 190.000. Maak er 185.000 van.'
'Denk je dat het scheelt?' vraagt Angela.
'Het maakt altijd iets uit. Dus 185 is jullie bodem?'
'We willen er nog wel iets aan overhouden,' zegt Angela.
'Van mij mogen we ook naar 179.000, maar dan houdt het ook echt op,' zegt Rob beslist.'Luister,' zeg ik, terwijl Angela knikt. 'Jullie zijn bereid iets in te leveren. Ik ken iemand die het vandaag nog van jullie wil kopen. Het klinkt misschien raar, maar dan zijn jullie er vandaag nog vanaf.'
Ik zie aan hun gezichten dat ze interesse hebben.
'Maar dan moeten jullie nog wat verder zakken. Logisch natuurlijk, want hij neemt het risico.'
'Hoeveel?' vraagt Rob.
Vol spanning kijken ze me aan.
'Hij doet het voor 170.000. Zonder ontbindende voorwaarden.'
'Zo weinig? Dat doen we nooit,' zegt Rob fel.
'Geen sprake van,' zegt ook Angela.
'Denk er maar even over na,' zeg ik rustig. 'Hij legt het bedrag zo neer. Dat is heel wat waard hoor, tegenwoordig, met die drie dagen bedenktijd. Het lijkt weinig, maar als ik er een rekensommetje op loslaat scheelt het niet eens zo veel. Kijk maar eens wat zes maanden hypotheek kost. Ja, dat moet je ervan aftrekken. En je hebt je vrijheid terug, dat is natuurlijk onbetaalbaar. Geen slapeloze nachten meer. Jullie hebben een hypotheek van 150.000, de rest is eigen geld.'
'Maar dan houden we zowat niks over,' zegt Rob.
'Een beetje courtage eraf, dan heb je nog altijd 18.000 euro. Jullie gaan huren, dat betekent dat je geen geld hoeft te investeren in een nieuw huis. Ja, hooguit een likje verf. Maar zoals ik al zei, denk er rustig over na, maar niet te lang, want dan investeert hij zijn geld in een ander pand. Er is namelijk een stel in dezelfde situatie als jullie en ik vermoed dat die meteen zullen toehappen. Maar ik heb gezegd: "De familie Sweers gaat voor." Ik weet namelijk dat jullie nog moeilijker zitten.'
'170.000 dus,' zegt Rob zorgelijk. 'Dat scheelt 9.000 euro.'in het gunstigste geval. Laatst had ik ook zo'n gevalletje. Een echtpaar, ze gingen niet lager dan 165.000. Je gelooft het niet, ik heb gepraat als Brugman, maar een bod van 160.000 hebben ze afgewezen. Weet je waar hun huis uiteindelijk voor is gegaan? 156.000. Ze hadden vier meer kunnen vangen. Als je naar IKEA gaat kan je zowat je hele huis voor dat bedrag inrichten. Dat bedoel ik. Neem nou jullie geval. Stel dat er een half jaar voorbij is, want we hebben geen garantie natuurlijk. Na een half jaar komt er iemand. Dan wil je wel hoor, voor 175.000. Terwijl je het nu voor 170.000 kwijt kan. Probleem opgelost, want ik wed dat jij niet lekker slaapt, Rob. Heb ik gelijk of niet? Je nachtrust, dat is heel wat waard. Ik zou het wel weten, maar neem er de tijd voor.'
Ik sta op en loop de kamer uit. In de deuropening draai ik me om. 'Het bod staat twee dagen.'
Ze zijn zo in de war dat ze me vergeten uit te laten. Ik ben al bij de voordeur als Angela komt aangehold.
'Sorry.' Ze doet de deur voor me open.
'Je hoort van ons,' roept Rob vanuit de kamer.
Ik voel dat ik zweet als ik de deur achter me dichttrek.
Ik ben bijna bij kantoor als mijn gsm gaat. Rob.
'We doen het, maar alleen voor 175.000.'
ik doe mijn best voor jullie. Ik bel nu meteen.'
Ga maar tot 175.000 had Victor gezegd.
In de auto regel ik nog een paar bezichtigingen voor een ander pand. Na twintig minuten bel ik Rob terug.
ik heb er wel voor moeten praten, maar hij is bereid iets te zakken. 172.500 is zijn uiterste bod. Niet gek, lijkt mij. Om 2.500 laat je zo'n kans toch niet lopen?'
'Vooruit dan maar.'
'Mooi zo. 172.500 dan. Dat andere stel zal er niet blij mee zijn, maar dat los ik wel weer op. In elk geval, proficiat voor jullie beiden.'
Adviesprijs van Victor: 185.000 euro. Als het inderdaad binnen een half jaar voor die prijs wordt verkocht, vang ik 2300 euro. Voorlopig houd ik het nog even in de stille verkoop.
Op kantoor duik ik achter mijn pc en zoek de gegevens van het pand bij elkaar. Zo te zien zijn er vorige week nog kijkers geweest.
Huib is er niet, dus ik draai het nummer.
'Met Vogel.'
'Meneer Vogel, met Frank Verstraten van makelaardij Verstraten. U hebt vorige week een bezoek gebracht aan de Voorstraat. Ik wilde even zeggen dat de verkopers het pand in prijs hebben verlaagd.'
'We hebben er lang over gepraat, meneer Verstraten, maar we zijn tot de conclusie gekomen dat het niet is wat we zoeken. Er zijn nogal wat bezwaren. De lichtinval bijvoorbeeld is heel belangrijk voor mijn vrouw. Dat noorderlicht maakt donker en ze is nogal somber van aard. En we willen ook niet de hele dag met kunstlicht zitten. Zo zijn er nog wat puntjes. Om een lang verhaal kort te maken: wij zien ons daar niet wonen.'
'Dan moet u het ook niet doen. Ik zeg altijd: "Je moet verliefd op een huis zijn." We zoeken verder voor u, er komt echt wel wat. Zullen we dat afspreken?'
Ik ga het hele rijtje af. Het zijn er niet veel, maar niemand heeft belangstelling. Rustig blijven, wc hebben een half jaar vanaf de dag van de koop, dat moet lukken.
Nog geen drie minuten later gaat de telefoon.
'Met Albertien van Dam. Ik bel over het pand aan de Voorstraat. Is dat nog vrij?'
Zomaar, spontaan, informeert iemand naar de Voorstraat. Wat is het toch een krankzinnig vak.
'Ja mevrouw, dat pand is nog vrij, maar dat raken we zeker deze week nog kwijt. Ik heb zo veel bezichtigingen, dat wilt u niet weten. En er ligt al een bod. Weliswaar een beetje aan de krappe kant, maar toch. Zal ik u er toch tussen zetten voor een bezichtiging?'
'Heel graag. We zijn er al een paar keer langsgereden en we zijn echt enthousiast. Denkt u dat we een kans maken?'
'Het is een heel gewild object, mevrouw, dus wilt u kans maken, dan moet u wel hoog in de boom gaan zitten.'
'Als het ons bevalt hebben we er echt wel wat voor over. We zoeken al zo lang. "Dit is het," zei ik tegen mijn man. "Dit is precies wat we zoeken.'"
'Ik begrijp het. Een comfortabel pand in een veilige buurt, waar vind je dat nog? En dan ook nog eens voor dit bedrag. Mevrouw Van Dam, we maken een afspraak.'
Nadat ik heb opgelegd, bel ik meteen de notaris. Gelukkig heeft ze nog plek in haar agenda.
Zo Sweers, deze week moeten jullie er nog uit.
'Vertel het goede nieuws maar,' zegt Huib als ik fluitend mijn jas op de haak mik.
'De Voorstraat.'
'Verkocht?' Huib kijkt me peinzend aan. 'Zo, dat is snel. Dat had ik eerlijk gezegd niet verwacht. Voor hoeveel?'
'172.500 euro.' Ik zeg het zo nonchalant mogelijk.
'Krijg nou wat. Het stond toch in de verkoop voor 190.000? Of ben ik nou gek?' Huib kijkt het na.
'Ze moesten ervan af.' Ik wist niet dat ik zo goed kon liegen.
'Hier snap ik niks van,' zegt Huib. 'Ze wilden er 195.000 voor hebben. Ik heb blaren op mijn tong moeten lullen om ze zo ver te krijgen dat ze het voor 190.000 wilden aanbieden. En dan zakken ze nu in een keer 17.500? Je bent toch niet akkoord gegaan, mag ik hopen?''Het was al beslist. Ze hadden zelf iemand gevonden. Ik kon geen kant meer op. Het werd als een mededeling gebracht. Ze zaten klem. Hij kon z'n huur niet meer betalen. Angsthazerij. Hij sliep niet meer. Zo gaat dat.'
'Dan ga je het toch niet weggeven? Wie heeft het gekocht? Die persoon lacht in z'n vuistje. Daar had ik het zelf wel voor willen hebben.'
'Z'n naam weet ik niet, een of ander bv'tje.'
'Alweer een bv?' vraagt Huib. 'Bruinsma is ook al door een bv gekocht. Het is toch niet dezelfde? Een of andere speculant of zo? Weet jij veel, dat soort gasten ziet alleen maar dollartekens, die maken de mensen van alles wijs. Lijkenpikkers.'
'Ik handel dit wel af,' zeg ik als Huib maar weer eens koffie voor zichzelf inschenkt. 'Dat willen de verkopers graag.'
'Van mij mag je. Stelletje gekken. 172.500. Echt crazy. Maar goed, wij vangen tenminste 2 procent.'
Huib weet van niets, good old Huib. Later zal hij me dankbaar zijn.
Terwijl ik door de stad rijd, laat ik mijn oog op mooie, opvallende panden vallen. Misschien krijg ik dan toch nog eens mijn droomhuis, met garage. Dan komt Olga's droom ook uit. Bestel je jacuzzi maar vast, schat.
Allemaal toekomstmuziek. Voor de kids zou het ook geweldig zijn. Die zijn in geen drie jaar op vakantie geweest. Al ons geld zit in de zaak. Niks duizenden kilometers rijden naar een of ander saai oord, we pakken een vliegtuig. Wat denken jullie? Thailand? Vietnam? Zeg het maar, pa betaalt wel.
Ik parkeer mijn grote vriend achter het marktplein. Sinds ik zaken doe met Victor is mijn BMW een soort tweede kantoor geworden. Ik kan toch moeilijk de familie Sweers bellen waar Huib bij is?
Ik haal mijn gsm uit de carkit en toets het nummer in.
'Rob Sweers.'
'Goedemorgen meneer Sweers, met Verstraten. Als het u uitkomt, zou ik graag een afspraak willen maken.'
'Vandaag bedoelt u?'
'Liefst wel. Over een uurtje, zou dat schikken?'
'Dat moet wel lukken. Heeft u Angela ook nodig?'
'Ja, uw ex-vrouw moet er ook bij zijn, dat is het beste.'
'Ik regel het.'
'Mooi, dan ziet u mij, tot straks.'
Een uur later rijd ik de Voorstraat in. Ik merk dat ik gespannen ben als ik uitstap, ik kijk zelfs om me heen. Wat een onzin. Ik gedraag me alsof ik een crimineel ben. Kom op Frank, het is voor het goede doel en uiteindelijk zijn die mensen er ook bij gebaat. Die moeten zo snel mogelijk van elkaar los, dat wil je toch in zo'n situatie? Je gaat niet voor niks scheiden.
Ik sta net voor het hek als mijn gsm gaat. 'Wat is er Huib, heb je me nodig?'
'Kom je nu naar kantoor?'
'Nee, ik loop net bij de tandarts binnen. Als het toch geen haast heeft, bel ik straks wel.'
Ik loop het pad op en bel aan. Rob Sweers doet open. Een fidele vent, ik mag hem wel. Zijn ex is ook aardig.
'Kom binnen,' zegt hij uitnodigend.
Angela komt de keuken uit. 'Koffie?'
'Graag.' Ik ga op de skaileren bank zitten. 'Zijn de kinderen naar school?'
Rob knikt. 'We hopen dat je een goed bericht voor ons hebt.'
'Ik ben bang dat ik jullie moet teleurstellen.' Ik roer in mijn koffie. 'Jullie huis staat nu drie weken te koop en de belangstelling is niet echt om over naar huis te schrijven. Waar dat aan ligt, weten we niet. Wij doen er alles aan, dus dat kan het niet zijn. Ik heb onderzoek gedaan naar gelijkwaardige panden in deze buurt. De meeste huizen - schrik niet - staan tussen de vier en zes maanden in de verkoop.'
'Dat trek ik niet, Verstraten. Ik zit nu in een huurhuis. Voor een korte periode kan dat wel, maar ik heb de hypotheek en de vaste lasten er ook nog bij.'
'Ik begrijp het,' zeg ik zo rustig mogelijk. 'Maar we kunnen de kopers niet van de straat plukken. Ik vertel dit omdat jullie je er toch op moeten voorbereiden dat het voorlopig niet verkocht wordt. Je weet het natuurlijk nooit. Voor hetzelfde geld loopt er straks iemand bij me binnen die het neemt.'
Ik zie wat een impact het bericht heeft. Angela bijt gestrest op haar nagels.
'Misschien moet je dan toch maar bij je moeder gaan wonen,' zegt ze tegen Rob.
'O, en dat maak jij uit. Ik wil hier ook wel bij de kids blijven, hoor, dan mag jij bij je moeder intrekken.'
ik merk dat het jullie echt spanning geeft,' zeg ik droogjes.
'Dat kun je wel stellen,' zegt Rob snuivend.
Stilte. Ik ga zo zitten dat ik ze allebei kan aankijken. 'Misschien dat er nog een andere oplossing is.'
'Je wilt zeker dat we zakken? Doe dat dan maar, we staan nu in de verkoop voor 190.000. Maak er 185.000 van.'
'Denk je dat het scheelt?' vraagt Angela.
'Het maakt altijd iets uit. Dus 185 is jullie bodem?'
'We willen er nog wel iets aan overhouden,' zegt Angela.
'Van mij mogen we ook naar 179.000, maar dan houdt het ook echt op,' zegt Rob beslist.'Luister,' zeg ik, terwijl Angela knikt. 'Jullie zijn bereid iets in te leveren. Ik ken iemand die het vandaag nog van jullie wil kopen. Het klinkt misschien raar, maar dan zijn jullie er vandaag nog vanaf.'
Ik zie aan hun gezichten dat ze interesse hebben.
'Maar dan moeten jullie nog wat verder zakken. Logisch natuurlijk, want hij neemt het risico.'
'Hoeveel?' vraagt Rob.
Vol spanning kijken ze me aan.
'Hij doet het voor 170.000. Zonder ontbindende voorwaarden.'
'Zo weinig? Dat doen we nooit,' zegt Rob fel.
'Geen sprake van,' zegt ook Angela.
'Denk er maar even over na,' zeg ik rustig. 'Hij legt het bedrag zo neer. Dat is heel wat waard hoor, tegenwoordig, met die drie dagen bedenktijd. Het lijkt weinig, maar als ik er een rekensommetje op loslaat scheelt het niet eens zo veel. Kijk maar eens wat zes maanden hypotheek kost. Ja, dat moet je ervan aftrekken. En je hebt je vrijheid terug, dat is natuurlijk onbetaalbaar. Geen slapeloze nachten meer. Jullie hebben een hypotheek van 150.000, de rest is eigen geld.'
'Maar dan houden we zowat niks over,' zegt Rob.
'Een beetje courtage eraf, dan heb je nog altijd 18.000 euro. Jullie gaan huren, dat betekent dat je geen geld hoeft te investeren in een nieuw huis. Ja, hooguit een likje verf. Maar zoals ik al zei, denk er rustig over na, maar niet te lang, want dan investeert hij zijn geld in een ander pand. Er is namelijk een stel in dezelfde situatie als jullie en ik vermoed dat die meteen zullen toehappen. Maar ik heb gezegd: "De familie Sweers gaat voor." Ik weet namelijk dat jullie nog moeilijker zitten.'
'170.000 dus,' zegt Rob zorgelijk. 'Dat scheelt 9.000 euro.'in het gunstigste geval. Laatst had ik ook zo'n gevalletje. Een echtpaar, ze gingen niet lager dan 165.000. Je gelooft het niet, ik heb gepraat als Brugman, maar een bod van 160.000 hebben ze afgewezen. Weet je waar hun huis uiteindelijk voor is gegaan? 156.000. Ze hadden vier meer kunnen vangen. Als je naar IKEA gaat kan je zowat je hele huis voor dat bedrag inrichten. Dat bedoel ik. Neem nou jullie geval. Stel dat er een half jaar voorbij is, want we hebben geen garantie natuurlijk. Na een half jaar komt er iemand. Dan wil je wel hoor, voor 175.000. Terwijl je het nu voor 170.000 kwijt kan. Probleem opgelost, want ik wed dat jij niet lekker slaapt, Rob. Heb ik gelijk of niet? Je nachtrust, dat is heel wat waard. Ik zou het wel weten, maar neem er de tijd voor.'
Ik sta op en loop de kamer uit. In de deuropening draai ik me om. 'Het bod staat twee dagen.'
Ze zijn zo in de war dat ze me vergeten uit te laten. Ik ben al bij de voordeur als Angela komt aangehold.
'Sorry.' Ze doet de deur voor me open.
'Je hoort van ons,' roept Rob vanuit de kamer.
Ik voel dat ik zweet als ik de deur achter me dichttrek.
Ik ben bijna bij kantoor als mijn gsm gaat. Rob.
'We doen het, maar alleen voor 175.000.'
ik doe mijn best voor jullie. Ik bel nu meteen.'
Ga maar tot 175.000 had Victor gezegd.
In de auto regel ik nog een paar bezichtigingen voor een ander pand. Na twintig minuten bel ik Rob terug.
ik heb er wel voor moeten praten, maar hij is bereid iets te zakken. 172.500 is zijn uiterste bod. Niet gek, lijkt mij. Om 2.500 laat je zo'n kans toch niet lopen?'
'Vooruit dan maar.'
'Mooi zo. 172.500 dan. Dat andere stel zal er niet blij mee zijn, maar dat los ik wel weer op. In elk geval, proficiat voor jullie beiden.'
Adviesprijs van Victor: 185.000 euro. Als het inderdaad binnen een half jaar voor die prijs wordt verkocht, vang ik 2300 euro. Voorlopig houd ik het nog even in de stille verkoop.
Op kantoor duik ik achter mijn pc en zoek de gegevens van het pand bij elkaar. Zo te zien zijn er vorige week nog kijkers geweest.
Huib is er niet, dus ik draai het nummer.
'Met Vogel.'
'Meneer Vogel, met Frank Verstraten van makelaardij Verstraten. U hebt vorige week een bezoek gebracht aan de Voorstraat. Ik wilde even zeggen dat de verkopers het pand in prijs hebben verlaagd.'
'We hebben er lang over gepraat, meneer Verstraten, maar we zijn tot de conclusie gekomen dat het niet is wat we zoeken. Er zijn nogal wat bezwaren. De lichtinval bijvoorbeeld is heel belangrijk voor mijn vrouw. Dat noorderlicht maakt donker en ze is nogal somber van aard. En we willen ook niet de hele dag met kunstlicht zitten. Zo zijn er nog wat puntjes. Om een lang verhaal kort te maken: wij zien ons daar niet wonen.'
'Dan moet u het ook niet doen. Ik zeg altijd: "Je moet verliefd op een huis zijn." We zoeken verder voor u, er komt echt wel wat. Zullen we dat afspreken?'
Ik ga het hele rijtje af. Het zijn er niet veel, maar niemand heeft belangstelling. Rustig blijven, wc hebben een half jaar vanaf de dag van de koop, dat moet lukken.
Nog geen drie minuten later gaat de telefoon.
'Met Albertien van Dam. Ik bel over het pand aan de Voorstraat. Is dat nog vrij?'
Zomaar, spontaan, informeert iemand naar de Voorstraat. Wat is het toch een krankzinnig vak.
'Ja mevrouw, dat pand is nog vrij, maar dat raken we zeker deze week nog kwijt. Ik heb zo veel bezichtigingen, dat wilt u niet weten. En er ligt al een bod. Weliswaar een beetje aan de krappe kant, maar toch. Zal ik u er toch tussen zetten voor een bezichtiging?'
'Heel graag. We zijn er al een paar keer langsgereden en we zijn echt enthousiast. Denkt u dat we een kans maken?'
'Het is een heel gewild object, mevrouw, dus wilt u kans maken, dan moet u wel hoog in de boom gaan zitten.'
'Als het ons bevalt hebben we er echt wel wat voor over. We zoeken al zo lang. "Dit is het," zei ik tegen mijn man. "Dit is precies wat we zoeken.'"
'Ik begrijp het. Een comfortabel pand in een veilige buurt, waar vind je dat nog? En dan ook nog eens voor dit bedrag. Mevrouw Van Dam, we maken een afspraak.'
Nadat ik heb opgelegd, bel ik meteen de notaris. Gelukkig heeft ze nog plek in haar agenda.
Zo Sweers, deze week moeten jullie er nog uit.
'Vertel het goede nieuws maar,' zegt Huib als ik fluitend mijn jas op de haak mik.
'De Voorstraat.'
'Verkocht?' Huib kijkt me peinzend aan. 'Zo, dat is snel. Dat had ik eerlijk gezegd niet verwacht. Voor hoeveel?'
'172.500 euro.' Ik zeg het zo nonchalant mogelijk.
'Krijg nou wat. Het stond toch in de verkoop voor 190.000? Of ben ik nou gek?' Huib kijkt het na.
'Ze moesten ervan af.' Ik wist niet dat ik zo goed kon liegen.
'Hier snap ik niks van,' zegt Huib. 'Ze wilden er 195.000 voor hebben. Ik heb blaren op mijn tong moeten lullen om ze zo ver te krijgen dat ze het voor 190.000 wilden aanbieden. En dan zakken ze nu in een keer 17.500? Je bent toch niet akkoord gegaan, mag ik hopen?''Het was al beslist. Ze hadden zelf iemand gevonden. Ik kon geen kant meer op. Het werd als een mededeling gebracht. Ze zaten klem. Hij kon z'n huur niet meer betalen. Angsthazerij. Hij sliep niet meer. Zo gaat dat.'
'Dan ga je het toch niet weggeven? Wie heeft het gekocht? Die persoon lacht in z'n vuistje. Daar had ik het zelf wel voor willen hebben.'
'Z'n naam weet ik niet, een of ander bv'tje.'
'Alweer een bv?' vraagt Huib. 'Bruinsma is ook al door een bv gekocht. Het is toch niet dezelfde? Een of andere speculant of zo? Weet jij veel, dat soort gasten ziet alleen maar dollartekens, die maken de mensen van alles wijs. Lijkenpikkers.'
'Ik handel dit wel af,' zeg ik als Huib maar weer eens koffie voor zichzelf inschenkt. 'Dat willen de verkopers graag.'
'Van mij mag je. Stelletje gekken. 172.500. Echt crazy. Maar goed, wij vangen tenminste 2 procent.'
VICTOR
'Je bent er weer!' roep ik als ik de voordeur
opendoe.
Vanmiddag is Roos teruggekomen uit New York. Mijn moeder heb ik al gesproken. Ze heeft genoten. Roos is zeker boodschappen gaan doen, denk ik, als ik geen reactie krijg. Maar als ik de kamer binnenga, zit ze op de bank, weggedoken achter een tijdschrift.
'Zo meisje, heb je genoten?' Ik wil haar kussen, maar ze draait haar gezicht weg. 'Dat kan ik beter aan jou vragen.'
Ze haalt een papiertje uit haar zak en houdt het omhoog. Ik zie het in een oogopslag, het is de bon van de juwelierswinkel. Wat een klojo ben ik toch.
Roos leest demonstratief voor wat erop staat. 'Een wit gouden armband, 300 euro. Dat is nog eens charmant,' klinkt het zuur.
Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan. Je bent te nonchalant geworden, Van Putten.
Ik weet nog hoe zorgvuldig ik was toen ik voor het eerst vreemdging. Bianca heette ze. Ik wiste altijd alle sms'jes en haar mobiele nummer had ik onder de naam Kees opgeslagen.
Daarvoor ben ik Roos jaren trouw geweest, maar onze seksuele relatie stelde steeds minder voor. De eerste keer was een hele stap, en ik voelde me toen nog schuldig, maar dat is nu verleden tijd. Ik vind dat ik er recht op heb.
'En, was ze er blij mee?' Roos kijkt me vernietigend aan.
'Sorry Roos, het stelde niks voor.'
'En daar besteedt jij zo veel geld aan, aan zomaar een wip? Dat maak je mij niet wijs. Donder alsjeblieft op, ga maar naar dat wijf toe.'
Ik ken Roos' driftbuien, die kun je beter voorkomen.
ik ben stom geweest, het spijt me. Wat kan ik nog meer zeggen?'
'Wegwezen. Wat denk je nou!' schreeuwt Roos. 'Dat ik hier zomaar overheen stap?'
'Roos, er is niets gebeurd.'
'Je gaat haar maar vertellen dat het is afgelopen. Voorlopig slaap je maar in een hotel, meneer Van Putten, ik wil je hier niet hebben.'
Ik plof neer in een van de fauteuils in mijn hotelkamer, pak de afstandsbediening en zap, maar er is niets op de tv. Het Parkhotel, mijn toevluchtsoord in crisissituaties. Het is de tweede dag dat ik hier zit. Wat een bullshit.Ik zet de tv uit en overweeg een bezoekje aan de bar, als de telefoon gaat. Ik krijg de receptie aan de lijn. Er wacht een vrouw op me in de lounge.
Roos is zo ver, denk ik. Ze wil dat ik thuiskom.
'Laat haar maar naar mijn kamer komen.'
Ren paar minuten later wordt er op mijn deur geklopt. Als ik opendoe zie ik Joyce staan.
'Dag schat, dat had je zeker niet verwacht!'
Ze slaat een arm om me heen en kust me heftig op mijn mond. Ik sta nog met de deurklink in mijn hand als ze me loslaat en regelrecht naar de telefoon loopt.
'Mag ik champagne voor kamer it6?'
Ze legt neer en geeft me een knipoog. Dan kijkt ze om zich heen. 'Niet gek hier.'
'Ik hou van luxe.'
Joyce loopt heupwiegend op haar hoge hakken naar me toe en drukt haar borsten tegen me aan. Ik voel dat ze er zin in heeft. Nu slaat de paniek toe. Hoe kan ik dat mens lozen?
Alsof ik bij haar op visite ben, houdt ze de deur open als er vervolgens wordt aangebeld. Als de kamerjongen weg is, schenkt ze twee glazen in. Hitsig tikt ze tegen mijn glas.
'Op ons feestje.'
Ik zie hoe ze haar glas naar haar mond brengt, met ingestudeerde charme. Alles aan haar is gemaakt: haar blik, haar houding, maar misschien maakt dat haar ook wel zo aantrekkelijk. Ze staat op en doet de deur van de badkamer open.
'Ah, een jacuzzi! Verrukkelijk.'
Ik voel dat ik op moet schieten, anders staat ze over een minuut naakt voor me. Als ik hier op in ga en die vent van haar komt erachter, dan licht hij nog deze week mijn hele bedrijf door.
'Joyce.' Ik probeer zo rustig mogelijk te blijven.
'Yes, darling.'
Ze komt naar me toe, pakt mijn hand en legt hem op haar borst.
'Ik weet niet hoe ik het moet zeggen, maar je komt nogal ongelegen. Ik eh... wacht op een vriendin. Ze kan hier ieder moment aankloppen.'
Nu komt Lisa dus toch nog van pas.
'Een wat?' De verleidelijke blik verandert op slag.
'Een vriendin. Ja eh... sorry, anders was het natuurlijk geweldig geweest, maar...'
'Je hebt een vriendin?' Ze ziet eruit als een valse kat die ineens kan gaan krabben. 'Jij denkt dat je mij kan wegsturen?' Ze kijkt me minachtend aan en begint sarcastisch te lachen.
'Joyce, sorry, het komt ongelukkig uit.'
Mijn excuus maakt geen enkele indruk.
'En toen, in je auto? Had je toen ook al een vriendin?'
Haar blik, ik heb haar tot op het bot gekrenkt, dat is duidelijk. Ik heb spijt als haren op mijn hoofd dat ik me ooit met haar heb ingelaten.
'We waren dronken, Joyce. Eerlijk gezegd herinner ik me er niet veel meer van.'
'Smeerlap! Dus je herinnert je dat niet meer?'
Ze smijt de champagne in mijn gezicht. Ik lees de haat in haar ogen. Er verschijnt een vals lachje om haar mond. 'Dit moment zal je je in ieder geval wel altijd blijven herinneren,' zegt ze dreigend, 'daar zal ik persoonlijk voor zorgen.'
Ze draait zich om, pakt haar tas en met opgeheven hoofd loopt ze mijn kamer uit.
Ik heb nog steeds niets van Roos gehoord. Na het incident met Joyce heb ik haar nog een sms'je gestuurd. Als ik aan het eind van de dag nog geen bericht heb gehad, ga ik toch maar gewoon naar huis. Als ze me niet wil zien, gaat ze zelf maar ergens anders heen. Het is ook mijn huis.
Ik parkeer mijn auto voor de kantine van de tennisbaan. Een groepje vrouwen en mannen hangt aan de bar.
'Dat had ik nou nooit van Victor gedacht,' hoor ik Con- stance zeggen als ik de deur openzwaai.
'Zo zie je maar,' zegt Annelou, 'je weet het nooit.'
Als Gerbrand kucht, valt het stil.
'Zo, schoonheid.' Ik sla mijn arm om Constance heen. 'Wat had jij nooit gedacht?'
'Dat ga ik niet zeggen, hoor,' zegt ze grinnikend. 'Vraag dat maar aan Joyce.'
Aha, het komt uit die hoek. Madame heeft revanche genomen en een roddel over mij verspreid.
'Heeft ze soms verteld dat ik haar heb verkracht?'
Nu begint iedereen te lachen.
'Nee, niet bepaald. Want dan zal je toch een stijve moeten meebrengen.'
'Er is een baan vrij!' roept Alex.
De bargasten drinken hun wijntje op en lopen weg.
'Als ik jou was, zou ik maar eens op internet kijken,' zegt Verweij grinnikend. 'Er bestaan tegenwoordig heel goede medicijnen voor.'
Plankgas scheur ik over de snelweg. In mijn hoofd hoor ik ze nog grinniken. Een uur later sta ik voor de deur van mijn ouderlijk huis.
'Jongen, kom binnen.'
Mijn moeder ziet het aan me, maar vraagt niets. Ze moet het vroeger ook aan me gezien hebben: we hebben er nooit over gepraat. Ze verzorgde me altijd als ik weer eens met een kapotgeslagen lip thuiskwam. Mijn vader deed ook altijd of hij van niets wist, maar ik hoorde hem wel de rest van de avond vloeken.
Ik ga de kamer in. Vanuit mijn vaders stoel kijk ik naar de binnentuin. Mijn moeder geeft me de krant en verdwijnt naar de keuken. Na een tijdje ruik ik de vertrouwde zoete geur van appeltaart.
Ik krijg een sms'je van Roos. ik wil met je praten.'
Ik weet niet wat ze allemaal in haar hoofd haalt. Ze zal het er wel met haar vriendinnen over hebben gehad. Waarschijnlijk hebben ze haar opgejut. Misschien dreigt ze wel bij me weg te gaan.
De appeltaart heeft zelden zo lekker gesmaakt.
Als ik een uur later aan kom rijden zie ik nog net Lars met zijn vrienden vertrekken. Dat doet hij goed, hij heeft zijn eigen leven. Het zal ook wel moeten, want veel tijd hebben we niet voor hem. Roos is niet bepaald ruim bedeeld met moederhormonen en ik verdrink in het werk.
Mijn ouders hadden altijd tijd voor mij. In de enkele boter ben ik gebakken, maar wat heeft het me opgeleverd?
Met Lars gaat het goed, hij geniet. Van zijn grootouders krijgt hij meer dan genoeg aandacht. Wat zijn ze trots op hem. Vandaag zag ik het weer. Overal door het huis hangen foto's van hun kleinzoon.
Ik doe de voordeur open en haal diep adem. Ik ben benieuwd wat me boven het hoofd hangt. Roos zit op de bank met een glas wijn.
'Je had me een sms gestuurd.'
Ik verwacht dat Roos me de huid vol scheldt, maar haar ogen staan zacht.
'Als je toch niet buiten de deur kan neuken, doe het dan alleen met mij. Dan hoef je ook geen sieraden te kopen om het goed te maken,' zegt ze wrang. Ze schenkt een whisky voor me in.
'Op ons dan maar.'
Ik tik tegen haar glas.Joyce, stuk secreet, daar ga je.
Ik sla mijn glas in een keer achterover.
Vanmiddag is Roos teruggekomen uit New York. Mijn moeder heb ik al gesproken. Ze heeft genoten. Roos is zeker boodschappen gaan doen, denk ik, als ik geen reactie krijg. Maar als ik de kamer binnenga, zit ze op de bank, weggedoken achter een tijdschrift.
'Zo meisje, heb je genoten?' Ik wil haar kussen, maar ze draait haar gezicht weg. 'Dat kan ik beter aan jou vragen.'
Ze haalt een papiertje uit haar zak en houdt het omhoog. Ik zie het in een oogopslag, het is de bon van de juwelierswinkel. Wat een klojo ben ik toch.
Roos leest demonstratief voor wat erop staat. 'Een wit gouden armband, 300 euro. Dat is nog eens charmant,' klinkt het zuur.
Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan. Je bent te nonchalant geworden, Van Putten.
Ik weet nog hoe zorgvuldig ik was toen ik voor het eerst vreemdging. Bianca heette ze. Ik wiste altijd alle sms'jes en haar mobiele nummer had ik onder de naam Kees opgeslagen.
Daarvoor ben ik Roos jaren trouw geweest, maar onze seksuele relatie stelde steeds minder voor. De eerste keer was een hele stap, en ik voelde me toen nog schuldig, maar dat is nu verleden tijd. Ik vind dat ik er recht op heb.
'En, was ze er blij mee?' Roos kijkt me vernietigend aan.
'Sorry Roos, het stelde niks voor.'
'En daar besteedt jij zo veel geld aan, aan zomaar een wip? Dat maak je mij niet wijs. Donder alsjeblieft op, ga maar naar dat wijf toe.'
Ik ken Roos' driftbuien, die kun je beter voorkomen.
ik ben stom geweest, het spijt me. Wat kan ik nog meer zeggen?'
'Wegwezen. Wat denk je nou!' schreeuwt Roos. 'Dat ik hier zomaar overheen stap?'
'Roos, er is niets gebeurd.'
'Je gaat haar maar vertellen dat het is afgelopen. Voorlopig slaap je maar in een hotel, meneer Van Putten, ik wil je hier niet hebben.'
Ik plof neer in een van de fauteuils in mijn hotelkamer, pak de afstandsbediening en zap, maar er is niets op de tv. Het Parkhotel, mijn toevluchtsoord in crisissituaties. Het is de tweede dag dat ik hier zit. Wat een bullshit.Ik zet de tv uit en overweeg een bezoekje aan de bar, als de telefoon gaat. Ik krijg de receptie aan de lijn. Er wacht een vrouw op me in de lounge.
Roos is zo ver, denk ik. Ze wil dat ik thuiskom.
'Laat haar maar naar mijn kamer komen.'
Ren paar minuten later wordt er op mijn deur geklopt. Als ik opendoe zie ik Joyce staan.
'Dag schat, dat had je zeker niet verwacht!'
Ze slaat een arm om me heen en kust me heftig op mijn mond. Ik sta nog met de deurklink in mijn hand als ze me loslaat en regelrecht naar de telefoon loopt.
'Mag ik champagne voor kamer it6?'
Ze legt neer en geeft me een knipoog. Dan kijkt ze om zich heen. 'Niet gek hier.'
'Ik hou van luxe.'
Joyce loopt heupwiegend op haar hoge hakken naar me toe en drukt haar borsten tegen me aan. Ik voel dat ze er zin in heeft. Nu slaat de paniek toe. Hoe kan ik dat mens lozen?
Alsof ik bij haar op visite ben, houdt ze de deur open als er vervolgens wordt aangebeld. Als de kamerjongen weg is, schenkt ze twee glazen in. Hitsig tikt ze tegen mijn glas.
'Op ons feestje.'
Ik zie hoe ze haar glas naar haar mond brengt, met ingestudeerde charme. Alles aan haar is gemaakt: haar blik, haar houding, maar misschien maakt dat haar ook wel zo aantrekkelijk. Ze staat op en doet de deur van de badkamer open.
'Ah, een jacuzzi! Verrukkelijk.'
Ik voel dat ik op moet schieten, anders staat ze over een minuut naakt voor me. Als ik hier op in ga en die vent van haar komt erachter, dan licht hij nog deze week mijn hele bedrijf door.
'Joyce.' Ik probeer zo rustig mogelijk te blijven.
'Yes, darling.'
Ze komt naar me toe, pakt mijn hand en legt hem op haar borst.
'Ik weet niet hoe ik het moet zeggen, maar je komt nogal ongelegen. Ik eh... wacht op een vriendin. Ze kan hier ieder moment aankloppen.'
Nu komt Lisa dus toch nog van pas.
'Een wat?' De verleidelijke blik verandert op slag.
'Een vriendin. Ja eh... sorry, anders was het natuurlijk geweldig geweest, maar...'
'Je hebt een vriendin?' Ze ziet eruit als een valse kat die ineens kan gaan krabben. 'Jij denkt dat je mij kan wegsturen?' Ze kijkt me minachtend aan en begint sarcastisch te lachen.
'Joyce, sorry, het komt ongelukkig uit.'
Mijn excuus maakt geen enkele indruk.
'En toen, in je auto? Had je toen ook al een vriendin?'
Haar blik, ik heb haar tot op het bot gekrenkt, dat is duidelijk. Ik heb spijt als haren op mijn hoofd dat ik me ooit met haar heb ingelaten.
'We waren dronken, Joyce. Eerlijk gezegd herinner ik me er niet veel meer van.'
'Smeerlap! Dus je herinnert je dat niet meer?'
Ze smijt de champagne in mijn gezicht. Ik lees de haat in haar ogen. Er verschijnt een vals lachje om haar mond. 'Dit moment zal je je in ieder geval wel altijd blijven herinneren,' zegt ze dreigend, 'daar zal ik persoonlijk voor zorgen.'
Ze draait zich om, pakt haar tas en met opgeheven hoofd loopt ze mijn kamer uit.
Ik heb nog steeds niets van Roos gehoord. Na het incident met Joyce heb ik haar nog een sms'je gestuurd. Als ik aan het eind van de dag nog geen bericht heb gehad, ga ik toch maar gewoon naar huis. Als ze me niet wil zien, gaat ze zelf maar ergens anders heen. Het is ook mijn huis.
Ik parkeer mijn auto voor de kantine van de tennisbaan. Een groepje vrouwen en mannen hangt aan de bar.
'Dat had ik nou nooit van Victor gedacht,' hoor ik Con- stance zeggen als ik de deur openzwaai.
'Zo zie je maar,' zegt Annelou, 'je weet het nooit.'
Als Gerbrand kucht, valt het stil.
'Zo, schoonheid.' Ik sla mijn arm om Constance heen. 'Wat had jij nooit gedacht?'
'Dat ga ik niet zeggen, hoor,' zegt ze grinnikend. 'Vraag dat maar aan Joyce.'
Aha, het komt uit die hoek. Madame heeft revanche genomen en een roddel over mij verspreid.
'Heeft ze soms verteld dat ik haar heb verkracht?'
Nu begint iedereen te lachen.
'Nee, niet bepaald. Want dan zal je toch een stijve moeten meebrengen.'
'Er is een baan vrij!' roept Alex.
De bargasten drinken hun wijntje op en lopen weg.
'Als ik jou was, zou ik maar eens op internet kijken,' zegt Verweij grinnikend. 'Er bestaan tegenwoordig heel goede medicijnen voor.'
Plankgas scheur ik over de snelweg. In mijn hoofd hoor ik ze nog grinniken. Een uur later sta ik voor de deur van mijn ouderlijk huis.
'Jongen, kom binnen.'
Mijn moeder ziet het aan me, maar vraagt niets. Ze moet het vroeger ook aan me gezien hebben: we hebben er nooit over gepraat. Ze verzorgde me altijd als ik weer eens met een kapotgeslagen lip thuiskwam. Mijn vader deed ook altijd of hij van niets wist, maar ik hoorde hem wel de rest van de avond vloeken.
Ik ga de kamer in. Vanuit mijn vaders stoel kijk ik naar de binnentuin. Mijn moeder geeft me de krant en verdwijnt naar de keuken. Na een tijdje ruik ik de vertrouwde zoete geur van appeltaart.
Ik krijg een sms'je van Roos. ik wil met je praten.'
Ik weet niet wat ze allemaal in haar hoofd haalt. Ze zal het er wel met haar vriendinnen over hebben gehad. Waarschijnlijk hebben ze haar opgejut. Misschien dreigt ze wel bij me weg te gaan.
De appeltaart heeft zelden zo lekker gesmaakt.
Als ik een uur later aan kom rijden zie ik nog net Lars met zijn vrienden vertrekken. Dat doet hij goed, hij heeft zijn eigen leven. Het zal ook wel moeten, want veel tijd hebben we niet voor hem. Roos is niet bepaald ruim bedeeld met moederhormonen en ik verdrink in het werk.
Mijn ouders hadden altijd tijd voor mij. In de enkele boter ben ik gebakken, maar wat heeft het me opgeleverd?
Met Lars gaat het goed, hij geniet. Van zijn grootouders krijgt hij meer dan genoeg aandacht. Wat zijn ze trots op hem. Vandaag zag ik het weer. Overal door het huis hangen foto's van hun kleinzoon.
Ik doe de voordeur open en haal diep adem. Ik ben benieuwd wat me boven het hoofd hangt. Roos zit op de bank met een glas wijn.
'Je had me een sms gestuurd.'
Ik verwacht dat Roos me de huid vol scheldt, maar haar ogen staan zacht.
'Als je toch niet buiten de deur kan neuken, doe het dan alleen met mij. Dan hoef je ook geen sieraden te kopen om het goed te maken,' zegt ze wrang. Ze schenkt een whisky voor me in.
'Op ons dan maar.'
Ik tik tegen haar glas.Joyce, stuk secreet, daar ga je.
Ik sla mijn glas in een keer achterover.
OLGA
Op de klok in de stationshal zie ik dat het vier
uur is. Dat is toch niet te geloven! Ik heb er ruim een uur over
gedaan om van de studio naar huis te komen. Dertig kilometer is het
maar, normaal gesproken dertig minuten rijden. Gelukkig is mijn
auto morgen weer uit de garage. Ik miste mijn trein ook nog.
Antonio weer, hij hield me maar aan de praat. Volgens Vivian was
het opzet. Misschien heeft ze wel gelijk.
'Ik breng je wel even thuis,' zei hij stralend.
No way. Ik zag het al voor me, en dan zeker de hele weg aan me zitten. En ik maar zeggen dat ik daar geen zin in heb.
Als ik het station uit loop, hoor ik getoeter.
'He, Olga!'
Ik bloos als ik Hugo zie.
'Wil je een lift?'
'Graag!' Ik stap naast hem in de auto.
'Moet je naar huis?'
Als ik knik, zie ik dat hij bij de splitsing niet weet welke kant hij op moet. Hugo, die zich altijd zo goed kan orienteren.
'Je moet me even helpen,' zegt hij met een rood hoofd. 'Links of rechts?'
Het is belachelijk, maar ik weet het ook even niet meer. 'Sorry,' zeg ik als hij links voorsorteert, 'we moeten hier naar rechts.'
'Ach natuurlijk,' zegt Hugo beschaamd.
We moeten alle twee lachen, om alles wat we zeggen moeten we lachen. Als we voor het stoplicht staan, legt Hugo zijn tot arm over de rug van mijn stoel. Zijn hand raakt mijn hals.
'Heb je Ruben nog voorgesteld met mij te praten?'
'Nee, maar dat ga ik wel doen.'
'Misschien moet je het helemaal niet vragen. Dan wordt het zo serieus voor die jongen. Het is beter als het spontaan ontstaat. Is hij thuis?' vraagt Hugo als hij me voor de deur afzet. 'Dan doe ik het nu wel even.'
Ik stap de auto uit en loop het grindpad op. Hugo loopt achter me. Ik ben me bewust van elke stap. Ik zie Rubens fiets niet staan. Dan is hij er dus niet, maar ik zeg niets, op een of andere manier wil ik dat Hugo mee naar binnen gaat. Als ik mijn tas opendoe om mijn sleutel te pakken kan ik 'm niet vinden. Hugo kijkt mee over mijn schouder.
'Is dat 'm niet?' Hij wijst lachend naar mijn sleutelbos.
inderdaad.' Ik sta ook een beetje dom te grinniken. 'Kom binnen.' Op het moment dat ik dat zeg, zie ik dat Rubens jas niet aan de kapstok hangt. 'Ik kijk even boven.'
Terwijl Hugo in de gang wacht, ren ik de trap op. Ik weet eigenlijk al dat hij niet thuis is, maar ik klop toch. Als ik geen antwoord krijg, doe ik de deur open.
'Hij is er niet,' zeg ik als ik beneden kom. 'Je mag wel even wachten. Wil je iets drinken?'
'Nee, dank je.' Maar Hugo gaat ook niet weg. En ik maak geen aanstalten om de deur voor hem open te doen. We staan maar zo'n beetje in de gang.
'Lief dat je me naar huis hebt gebracht.'
Hugo pakt mijn hand en geeft er een kus op. Dat doet An- tonio zo vaak, en dan schiet ik meestal in de lach, maar nu gloei ik. Het heeft iets heel vanzelfsprekends dat hij mijn hand vast heeft.
Ik weet wat er gaat gebeuren als ik 'm niet terugtrek, maar ik doe het niet. Mijn bloed kolkt door mijn lichaam.
'Olga,' fluistert Hugo. Hij pakt me vast en kust me.We kijken elkaar aan.
'Sorry.' Zijn grote stoere lichaam ziet er zo zacht uit.
'Het is niet jouw schuld.' Ik streel zijn vingers.
'Soms is het niet te vermijden,' zegt Hugo. 'Ik denk de laatste tijd zo veel aan je, er is iets tussen ons.'
Ik laat onmiddellijk zijn hand los. 'Het is niet verstandig, misschien moeten we elkaar even niet zien.'
'Soms helpt dat.' Hugo pakt de deurkruk. 'Dan ga ik maar.'
Ik sta nog in de deuropening als hij aan het eind van het pad is. Hij kijkt om en zwaait naar me. Ik voel me opgewonden, net een puber.
Dit moet Ida weten. Ze lacht zich vast slap. Ida vindt me altijd zo braaf. Zelf heeft ze een paar keer een affaire gehad met iemand op haar werk. Het was het eerste wat ze zei toen ze Antonio zag. 'Wat een lekker ding. Als ik jou was zou ik het wel weten.'
Ik pak mijn gsm en bel haar op.
'Hi!' roept ze. 'Mag ik je zo terugbellen? Ik sta bij de kassa.'
Als ik een sleutel in het slot hoor steken, loop ik de gang in. Daar zal je Ruben hebben. Maar nee, het blijkt Frank te zijn. Hij had geen kwartier eerder thuis moeten komen.
'Dag schat.' Hij kust me. 'Zijn de kinderen er niet?'
'Nee.'
'Dus we zijn met z'n tweetjes. Bof ik even dat ik mijn papieren vanochtend ben vergeten.'
Hij trekt me naar zich toe en duwt me zachtjes tegen de muur, op precies dezelfde plek waar Hugo me zojuist kuste. Ik voel Franks handen over mijn lichaam gaan, maar in mijn gedachten zijn het Hugo's handen. Opgewonden maak ik Franks riem los.
Frank is al weer weg als Ida terugbelt.
'Wat heb je voor spannends'?
Ik neem mijn mobiel mee naar de keuken, want de kinderen zijn boven. 'Ik heb met Hugo gezoend,' zeg ik zachtjes.
'Alleen gezoend?'
'Ja, wat denk jij nou? Hij ging net op tijd weg, want een kwartier later kwam Frank thuis.'
'Dat vind ik dus juist zo spannend, als ik weet dat Ramon er ieder moment aan kan komen. Dat had ik ook met Vol- kert, die bijlesleraar van Jeroen, weet je nog? Er broeide al heel lang iets tussen ons en op een dag liet ik hem uit en toen zoenden we in het halletje, terwijl Ramon in de kamer zat. Dat heb ik je toch wel verteld?'
Ik herinner me vaag iets, maar voor het eerst ben ik echt geinteresseerd. Ik wil weten hoe het precies is gegaan, maar de bel gaat en ik hang op.
Als ik de deur opendoe, staat Daan voor me.
'Ha die Daan,' zeg ik verrast, 'dat is lang geleden. Kom binnen.' Ik voel hoe blij ik ben. 'Ruben is boven.'
Daan loopt de trap op. Komt hij alleen iets halen? Vol spanning kijk ik naar boven, maar zo te zien blijft hij.
Eerlijk gezegd was ik nooit zo dol op Daan, hij maakte op mij altijd een stiekeme indruk. Maar nu maakt het me niks uit hoe hij is. Ik kan mijn geluk niet op en bel Frank.
'Dag schat. Je wilt me zeker bedanken voor de lekkere vrijpartij en een nieuwe afspraak maken? Wat mij betreft kan het nu meteen. Bel even naar het boekingsbureau, ze vinden vast nog wel een gaatje.'
'Macho! Weet je wie hier is?'
'Geen idee.'
'Daan.'
Frank is al net zo blij als ik. 'Zie je nou wel, die twee hebben ruzie gehad. Nu weten we waar hij mee zat.'Als ik heb opgehangen, belt Frank terug. 'Schat, laat dat gesprek met die Hugo maar zitten, of heb je het Ruben al gevraagd?'
'Nee, nog niet. En wat mij betreft is het ook niet meer nodig. Wie weet komt het vanzelf goed.'
Het is al bijna etenstijd als Ruben en Daan beneden komen. Ik zeg expres niets als Daan weer vertrokken is.
'O ja,' zegt Ruben als ik hem de theepot in zijn handen duw. 'Zaterdagavond ga ik met Daan naar de film.' 'Dat is gezellig,' zeg ik zonder te laten merken hoe blij ik ben. 'Is die loser weg?' vraagt Anne als ze beneden komt. Voordat Ruben iets kan zeggen, val ik uit. 'Wat is dat voor onaardigs over de vriend van je broer. Zoiets zeg je toch niet? Bied je excuus aan.' Ik hoor het zelf, dit gaat veel te ver. 'Laat maar,' snauwt Ruben, 'ik hoef geen excuus van zo'n stomme bitch.'
'Ik ben geen bitch!' Anne geeft Ruben een klap. Ruben slaat terug.
'Ophouden!' roep ik. 'Alle twee ophouden. Nu! Weten jullie wat we doen? We gaan tapas eten.'
Ze kijken me stomverbaasd aan. Dit slaat echt nergens op. Hoe gek kan een moeder doen? 'Nou? Gaan we naar de tapasbar?' 'Yes!' roepen ze in koor.
'Ik breng je wel even thuis,' zei hij stralend.
No way. Ik zag het al voor me, en dan zeker de hele weg aan me zitten. En ik maar zeggen dat ik daar geen zin in heb.
Als ik het station uit loop, hoor ik getoeter.
'He, Olga!'
Ik bloos als ik Hugo zie.
'Wil je een lift?'
'Graag!' Ik stap naast hem in de auto.
'Moet je naar huis?'
Als ik knik, zie ik dat hij bij de splitsing niet weet welke kant hij op moet. Hugo, die zich altijd zo goed kan orienteren.
'Je moet me even helpen,' zegt hij met een rood hoofd. 'Links of rechts?'
Het is belachelijk, maar ik weet het ook even niet meer. 'Sorry,' zeg ik als hij links voorsorteert, 'we moeten hier naar rechts.'
'Ach natuurlijk,' zegt Hugo beschaamd.
We moeten alle twee lachen, om alles wat we zeggen moeten we lachen. Als we voor het stoplicht staan, legt Hugo zijn tot arm over de rug van mijn stoel. Zijn hand raakt mijn hals.
'Heb je Ruben nog voorgesteld met mij te praten?'
'Nee, maar dat ga ik wel doen.'
'Misschien moet je het helemaal niet vragen. Dan wordt het zo serieus voor die jongen. Het is beter als het spontaan ontstaat. Is hij thuis?' vraagt Hugo als hij me voor de deur afzet. 'Dan doe ik het nu wel even.'
Ik stap de auto uit en loop het grindpad op. Hugo loopt achter me. Ik ben me bewust van elke stap. Ik zie Rubens fiets niet staan. Dan is hij er dus niet, maar ik zeg niets, op een of andere manier wil ik dat Hugo mee naar binnen gaat. Als ik mijn tas opendoe om mijn sleutel te pakken kan ik 'm niet vinden. Hugo kijkt mee over mijn schouder.
'Is dat 'm niet?' Hij wijst lachend naar mijn sleutelbos.
inderdaad.' Ik sta ook een beetje dom te grinniken. 'Kom binnen.' Op het moment dat ik dat zeg, zie ik dat Rubens jas niet aan de kapstok hangt. 'Ik kijk even boven.'
Terwijl Hugo in de gang wacht, ren ik de trap op. Ik weet eigenlijk al dat hij niet thuis is, maar ik klop toch. Als ik geen antwoord krijg, doe ik de deur open.
'Hij is er niet,' zeg ik als ik beneden kom. 'Je mag wel even wachten. Wil je iets drinken?'
'Nee, dank je.' Maar Hugo gaat ook niet weg. En ik maak geen aanstalten om de deur voor hem open te doen. We staan maar zo'n beetje in de gang.
'Lief dat je me naar huis hebt gebracht.'
Hugo pakt mijn hand en geeft er een kus op. Dat doet An- tonio zo vaak, en dan schiet ik meestal in de lach, maar nu gloei ik. Het heeft iets heel vanzelfsprekends dat hij mijn hand vast heeft.
Ik weet wat er gaat gebeuren als ik 'm niet terugtrek, maar ik doe het niet. Mijn bloed kolkt door mijn lichaam.
'Olga,' fluistert Hugo. Hij pakt me vast en kust me.We kijken elkaar aan.
'Sorry.' Zijn grote stoere lichaam ziet er zo zacht uit.
'Het is niet jouw schuld.' Ik streel zijn vingers.
'Soms is het niet te vermijden,' zegt Hugo. 'Ik denk de laatste tijd zo veel aan je, er is iets tussen ons.'
Ik laat onmiddellijk zijn hand los. 'Het is niet verstandig, misschien moeten we elkaar even niet zien.'
'Soms helpt dat.' Hugo pakt de deurkruk. 'Dan ga ik maar.'
Ik sta nog in de deuropening als hij aan het eind van het pad is. Hij kijkt om en zwaait naar me. Ik voel me opgewonden, net een puber.
Dit moet Ida weten. Ze lacht zich vast slap. Ida vindt me altijd zo braaf. Zelf heeft ze een paar keer een affaire gehad met iemand op haar werk. Het was het eerste wat ze zei toen ze Antonio zag. 'Wat een lekker ding. Als ik jou was zou ik het wel weten.'
Ik pak mijn gsm en bel haar op.
'Hi!' roept ze. 'Mag ik je zo terugbellen? Ik sta bij de kassa.'
Als ik een sleutel in het slot hoor steken, loop ik de gang in. Daar zal je Ruben hebben. Maar nee, het blijkt Frank te zijn. Hij had geen kwartier eerder thuis moeten komen.
'Dag schat.' Hij kust me. 'Zijn de kinderen er niet?'
'Nee.'
'Dus we zijn met z'n tweetjes. Bof ik even dat ik mijn papieren vanochtend ben vergeten.'
Hij trekt me naar zich toe en duwt me zachtjes tegen de muur, op precies dezelfde plek waar Hugo me zojuist kuste. Ik voel Franks handen over mijn lichaam gaan, maar in mijn gedachten zijn het Hugo's handen. Opgewonden maak ik Franks riem los.
Frank is al weer weg als Ida terugbelt.
'Wat heb je voor spannends'?
Ik neem mijn mobiel mee naar de keuken, want de kinderen zijn boven. 'Ik heb met Hugo gezoend,' zeg ik zachtjes.
'Alleen gezoend?'
'Ja, wat denk jij nou? Hij ging net op tijd weg, want een kwartier later kwam Frank thuis.'
'Dat vind ik dus juist zo spannend, als ik weet dat Ramon er ieder moment aan kan komen. Dat had ik ook met Vol- kert, die bijlesleraar van Jeroen, weet je nog? Er broeide al heel lang iets tussen ons en op een dag liet ik hem uit en toen zoenden we in het halletje, terwijl Ramon in de kamer zat. Dat heb ik je toch wel verteld?'
Ik herinner me vaag iets, maar voor het eerst ben ik echt geinteresseerd. Ik wil weten hoe het precies is gegaan, maar de bel gaat en ik hang op.
Als ik de deur opendoe, staat Daan voor me.
'Ha die Daan,' zeg ik verrast, 'dat is lang geleden. Kom binnen.' Ik voel hoe blij ik ben. 'Ruben is boven.'
Daan loopt de trap op. Komt hij alleen iets halen? Vol spanning kijk ik naar boven, maar zo te zien blijft hij.
Eerlijk gezegd was ik nooit zo dol op Daan, hij maakte op mij altijd een stiekeme indruk. Maar nu maakt het me niks uit hoe hij is. Ik kan mijn geluk niet op en bel Frank.
'Dag schat. Je wilt me zeker bedanken voor de lekkere vrijpartij en een nieuwe afspraak maken? Wat mij betreft kan het nu meteen. Bel even naar het boekingsbureau, ze vinden vast nog wel een gaatje.'
'Macho! Weet je wie hier is?'
'Geen idee.'
'Daan.'
Frank is al net zo blij als ik. 'Zie je nou wel, die twee hebben ruzie gehad. Nu weten we waar hij mee zat.'Als ik heb opgehangen, belt Frank terug. 'Schat, laat dat gesprek met die Hugo maar zitten, of heb je het Ruben al gevraagd?'
'Nee, nog niet. En wat mij betreft is het ook niet meer nodig. Wie weet komt het vanzelf goed.'
Het is al bijna etenstijd als Ruben en Daan beneden komen. Ik zeg expres niets als Daan weer vertrokken is.
'O ja,' zegt Ruben als ik hem de theepot in zijn handen duw. 'Zaterdagavond ga ik met Daan naar de film.' 'Dat is gezellig,' zeg ik zonder te laten merken hoe blij ik ben. 'Is die loser weg?' vraagt Anne als ze beneden komt. Voordat Ruben iets kan zeggen, val ik uit. 'Wat is dat voor onaardigs over de vriend van je broer. Zoiets zeg je toch niet? Bied je excuus aan.' Ik hoor het zelf, dit gaat veel te ver. 'Laat maar,' snauwt Ruben, 'ik hoef geen excuus van zo'n stomme bitch.'
'Ik ben geen bitch!' Anne geeft Ruben een klap. Ruben slaat terug.
'Ophouden!' roep ik. 'Alle twee ophouden. Nu! Weten jullie wat we doen? We gaan tapas eten.'
Ze kijken me stomverbaasd aan. Dit slaat echt nergens op. Hoe gek kan een moeder doen? 'Nou? Gaan we naar de tapasbar?' 'Yes!' roepen ze in koor.
VICTOR
Lachend leg ik mijn tennisracket in de
kofferbak. Vanmiddag waren alle wedstrijden voor mij. Niet gek, ik
heb ze he-
lemaal ingemaakt: twee gasten, minstens tien jaar jonger dan ik.
Ik rijd nog even langs cafe Zwart. Karei wil me per se ontmoeten. Het is dat het zo'n goede architect is, anders vloog hij eruit. Al dat gezeik van hem.
Als ik aan kom rijden zie ik zijn Citroen staan.
'Je mag wel eens een echte auto kopen,' zeg ik als ik hem de hand schud. 'Wat heb je op je lever?'
'Er zijn een paar punten die ik met je wil doorspreken,' zegt Karei. 'Ik sprak je aannemer. Volgens hem beginnen ze morgen met de sloop. Dat kan toch niet?'
'De vergunning verwacht ik ieder moment,' zeg ik. 'Ik denk dat de heren van mening zijn dat de boerderij in deze staat niet onder de monumentenzorg valt.'
'Ze hebben de tekeningen nu al nodig, want ze gaan meteen bouwen. Maar je hebt nog helemaal geen vergunning?'
'Daar hoef jij je geen zorgen om te maken. Dat komt goed. Connecties, meneer. Zorg jij er nou maar voor dat de tekeningen klaar zijn. De rest is mijn business. Ja, daar kijk je van op zeker? Je moet werken man, en niet zo veel lullen.'
'Klopt het dat er in elke kamer een jacuzzi komt?'
'Ik dacht dat ik dat al had gezegd.'
'Victor, je loopt een risico, een heel groot risico. Wat ben je van plan?'
'Hoezo een risico? Mag ik jacuzzi's in mijn huis laten plaatsen, of niet? Al wil ik er honderd.'
'Je weet best wat ik bedoel,' zegt Karei pissig. 'Je krijgt er gelazer mee. Iedereen krijg je tegen je en uiteindelijk kan je de boel afbreken.'
'Luister, mannetje. Jij zorgt gewoon voor die tekeningen en voor de rest hou je je erbuiten. Geen moralistisch geneuzel. Het komt helemaal goed. Neem nog maar een biertje van me.'
Ik wenk de ober, zeg dat hij het op mijn rekening moet zetten en loop weg.
Ik zit nog niet in de auto of mijn mobiel gaat.
Op het display zie ik dat het Frank is.
'Victor...' klinkt het vaag. De rest hoor ik niet eens.
'Wacht even, Frank, ik versta niets van wat je zegt. Ik bel je in de loop van de dag wel terug.'
Geirriteerd zet ik mijn mobiel uit. Dat is nou al de zoveelste keer, het geluid valt elke keer weg. Als ik iets haat, is het wel als een apparaat niet werkt.
Ik was op weg naar kantoor, maar ik sla linksaf het centrum in. Ik heb mazzel, voor de BelCompany is nog een plek vrij. Na een kwartier loop ik weer naar buiten, met een nieuwe mobiel.
ik kan niet zo gauw zien wat ermee is,' zei de verkoper, 'het enige wat ik kan doen is hem opsturen.'
Daar heb ik allemaal geen geduld voor. Ik heb een nieuwe gekocht en de simkaart overgezet.
'Victor!' hoor ik als ik bij mijn auto sta.
'Ah, Nicole. Alles goed?'
'Prima. En met jou?'
'Nu ik jou tegenkom zeker. Dat ik daar het centrum voor in moet. Is het een idee om weer eens een barbecue te organiseren met de buurtbewoners, dan zie ik mijn buurvrouw ook nog eens.'
'Jij bent ook nooit thuis. Ik ben al twee keer met Natascha bij je geweest. Ze is zo blij met Henry Tol. Het is heel inspirerend voor haar om les van hem krijgen. Ze is je echt heel dankbaar. Trouwens, ik moet zeggen dat ik ook onder de indruk ben van het gebaar. Dit noem ik nou burenliefde.'
'Talent moet je koesteren, Nicole. Maar jij mag me ook wel bedanken. Of krijg ik dan ruzie met die kunstenaar van je?'
'Hoe weet jij dat?' Ik heb Nicole nog nooit zo rood zien worden. 'Je wil zeker niet zeggen hoe je het weet.'
'Maak je geen zorgen,' zeg ik lachend. 'Ik hou mijn mond. Zeg maar tegen Natascha dat ze het aan haar talent en aan haar moeder te danken heeft. Ik heb een zwak voor mooie buurvrouwen.'
'Dat jij erachter bent gekomen dat ik iets met Tom heb. Je bent nog scherper dan de politie. Ze hadden jou moeten inhuren voor dat onderzoek, dan hadden ze die crimineel die dit mijn kind heeft aangedaan allang te pakken.'
Waarom zegt ze dit?
lemaal ingemaakt: twee gasten, minstens tien jaar jonger dan ik.
Ik rijd nog even langs cafe Zwart. Karei wil me per se ontmoeten. Het is dat het zo'n goede architect is, anders vloog hij eruit. Al dat gezeik van hem.
Als ik aan kom rijden zie ik zijn Citroen staan.
'Je mag wel eens een echte auto kopen,' zeg ik als ik hem de hand schud. 'Wat heb je op je lever?'
'Er zijn een paar punten die ik met je wil doorspreken,' zegt Karei. 'Ik sprak je aannemer. Volgens hem beginnen ze morgen met de sloop. Dat kan toch niet?'
'De vergunning verwacht ik ieder moment,' zeg ik. 'Ik denk dat de heren van mening zijn dat de boerderij in deze staat niet onder de monumentenzorg valt.'
'Ze hebben de tekeningen nu al nodig, want ze gaan meteen bouwen. Maar je hebt nog helemaal geen vergunning?'
'Daar hoef jij je geen zorgen om te maken. Dat komt goed. Connecties, meneer. Zorg jij er nou maar voor dat de tekeningen klaar zijn. De rest is mijn business. Ja, daar kijk je van op zeker? Je moet werken man, en niet zo veel lullen.'
'Klopt het dat er in elke kamer een jacuzzi komt?'
'Ik dacht dat ik dat al had gezegd.'
'Victor, je loopt een risico, een heel groot risico. Wat ben je van plan?'
'Hoezo een risico? Mag ik jacuzzi's in mijn huis laten plaatsen, of niet? Al wil ik er honderd.'
'Je weet best wat ik bedoel,' zegt Karei pissig. 'Je krijgt er gelazer mee. Iedereen krijg je tegen je en uiteindelijk kan je de boel afbreken.'
'Luister, mannetje. Jij zorgt gewoon voor die tekeningen en voor de rest hou je je erbuiten. Geen moralistisch geneuzel. Het komt helemaal goed. Neem nog maar een biertje van me.'
Ik wenk de ober, zeg dat hij het op mijn rekening moet zetten en loop weg.
Ik zit nog niet in de auto of mijn mobiel gaat.
Op het display zie ik dat het Frank is.
'Victor...' klinkt het vaag. De rest hoor ik niet eens.
'Wacht even, Frank, ik versta niets van wat je zegt. Ik bel je in de loop van de dag wel terug.'
Geirriteerd zet ik mijn mobiel uit. Dat is nou al de zoveelste keer, het geluid valt elke keer weg. Als ik iets haat, is het wel als een apparaat niet werkt.
Ik was op weg naar kantoor, maar ik sla linksaf het centrum in. Ik heb mazzel, voor de BelCompany is nog een plek vrij. Na een kwartier loop ik weer naar buiten, met een nieuwe mobiel.
ik kan niet zo gauw zien wat ermee is,' zei de verkoper, 'het enige wat ik kan doen is hem opsturen.'
Daar heb ik allemaal geen geduld voor. Ik heb een nieuwe gekocht en de simkaart overgezet.
'Victor!' hoor ik als ik bij mijn auto sta.
'Ah, Nicole. Alles goed?'
'Prima. En met jou?'
'Nu ik jou tegenkom zeker. Dat ik daar het centrum voor in moet. Is het een idee om weer eens een barbecue te organiseren met de buurtbewoners, dan zie ik mijn buurvrouw ook nog eens.'
'Jij bent ook nooit thuis. Ik ben al twee keer met Natascha bij je geweest. Ze is zo blij met Henry Tol. Het is heel inspirerend voor haar om les van hem krijgen. Ze is je echt heel dankbaar. Trouwens, ik moet zeggen dat ik ook onder de indruk ben van het gebaar. Dit noem ik nou burenliefde.'
'Talent moet je koesteren, Nicole. Maar jij mag me ook wel bedanken. Of krijg ik dan ruzie met die kunstenaar van je?'
'Hoe weet jij dat?' Ik heb Nicole nog nooit zo rood zien worden. 'Je wil zeker niet zeggen hoe je het weet.'
'Maak je geen zorgen,' zeg ik lachend. 'Ik hou mijn mond. Zeg maar tegen Natascha dat ze het aan haar talent en aan haar moeder te danken heeft. Ik heb een zwak voor mooie buurvrouwen.'
'Dat jij erachter bent gekomen dat ik iets met Tom heb. Je bent nog scherper dan de politie. Ze hadden jou moeten inhuren voor dat onderzoek, dan hadden ze die crimineel die dit mijn kind heeft aangedaan allang te pakken.'
Waarom zegt ze dit?