OLGA

'Dit was het jongens.' Met een verhit hoofd stop ik mijn make-upspullen in mijn koffer. 'Ik merk het wel,' zeg ik lachend, 'als jullie de volgende keer allemaal hebben afgehaakt, vonden jullie het dus niks.'
'Geen sprake van!' roept Nina, de moeder van Simone. 'Ik vind dat je het heel goed doet.'
De andere ouders vallen haar bij. 'Echt hartstikke leuk. Wat we allemaal hebben geleerd, in een keer!'
Ik zucht opgelucht. 'Jullie moesten eens weten hoe doodeng ik het vond.'
Toen Hugo me vroeg of ik een schminkcursus voor de ouders wilde geven, schrok ik me dood. Ik heb nog nooit les gegeven. Maar hij drong maar aan. De school bestaat tien jaar, het leek hem zo'n leuk idee.
'Je bent er helemaal geknipt voor,' zegt Susan.
En dat komt uit jouw mond, bedenk ik. Susan heeft in geen jaar tegen me gepraat. Anne was vroeger bevriend met haar dochter Eva, die twee waren echt onafscheidelijk. Of Eva logeerde in het weekend bij ons of Anne bij Eva. Tot Simone op school kwam.Anne liet Eva in de steek en Susan was woedend. Ik vond het ook niet aardig, maar ik kon Anne toch niet verplichten met Eva om te gaan? Achteraf hoorde ik allemaal verhalen op het schoolplein. Dat ik het beter zou vinden dat ze met Simone omging, omdat haar vader advocaat is. Alsof ik daar iets om geef, ik wist het niet eens. Frank was woest. Als ik hem zijn gang had laten gaan, was hij zo op dat mens afgestapt.
'En jij, Tom? Durf jij de volgende keer nog? Ik was zo verrast toen ik hoorde dat je meedeed. Ik verwachtte alleen maar vrouwen.'
'Voor mij is dit nou ontspanning.' Tom strijkt verlegen door zijn zwarte krullen. 'En ik heb meteen een verrassing voor Floortjes partijtje, dan kan ik alle kinderen schminken. Als gescheiden vader moet je wat extra's te bieden hebben.'
'Deze tijd is oke, he?' vraag ik aan de groep. 'Dus dat houden we zo.'
Hugo steekt zijn hoofd om de deur. 'Een wijntje, jongens?'
Met z'n allen lopen we door de gang. Wat is het toch een heerlijk schooltje, zo lekker rommelig. De kinderen krijgen echt alle vrijheid.
Ruben was hier ook happy, hij heeft twee jaar les van Hugo gehad. Hugo was dol op Ruben. 'Een artistieke, gevoelige jongen,' noemde hij Ruben. Nog altijd vraagt hij naar Ruben als ik hem zie.
Als het aan Frank had gelegen, hadden de kinderen op De Rietzanger gezeten. Hij wilde per se dat ze tussen de middag naar huis konden. En dan moest ik ze natuurlijk opvangen. We hebben er fikse ruzies om gehad. Frank had echt traditionele ideeen toen ik hem leerde kennen. Wat ik niet heb moe- ten bevechten! Achteraf ben ik er blij mee.
Hugo heeft de wijn al ingeschonken. Uit andere lokalen komen ook ouders. Er is van alles te doen.
'Het lustrum wordt wel groots gevierd, vind je niet?' Bea komt bij me staan. Ik heb haar heel lang niet meer gesproken. Ruben zat bij haar zoon in de klas, in de tijd dat ze in scheiding lag. Ik kreeg haar bijna elke dag huilend aan de lijn, uren heb ik naar haar geluisterd. Ze heeft zelfs wel eens met de kinderen bij ons gelogeerd. Toen was het echt crisis. Nu gaat het weer goed met haar, ze woont samen met een vriendin.
'We moeten weer eens iets afspreken,' zegt Bea en ze tikt tegen mijn glas.
Ik ga er niet op in. We hebben al een paar keer iets afgesproken en ze belt altijd op het laatste moment af.
'Nee, ik niet meer.' Als Tom wil inschenken, houd ik mijn hand boven mijn glas. 'Ik moet zo werken.' Ik ken mezelf: voordat ik toch door de knieen ga, verdwijn ik.
Als ik thuiskom, zit Anne achter de computer te msn'en. Ik kijk over haar schouder mee. Simone is ook ingelogd. Als ik zie dat ze met haar vriendinnen chat, vind ik het best. Op school is er een ouderavond aan besteed, hoe we de kinderen met internet moeten laten omgaan. En dat je de computer het beste in de woonkamer kan zetten, dan zie je wat ze doen.
Ruben chat nooit, die is helemaal weg van games. Voor hem ben ik ook niet bang, hij heeft sinds kort een eigen laptop. Maar Anne moet je echt in de gaten houden, die houdt van spanning. Stel je voor dat ze met een of andere viespeuk gaat chatten...
Ik hoor Ruben thuiskomen. Hij is vandaag voor het eerst met z'n nieuwe jas naar school gegaan. Ik ben benieuwd wat ze ervan vonden. Loopt hij nou meteen naar boven? Ja hoor, op de trap klinken zijn voetstappen.
'He!' roep ik, 'zeggen we tegenwoordig niet meer gedag als we thuiskomen?'
Als ik op de gang ben, is hij al boven. Op de trap zie ik een spoor van bloed. Ik loop naar boven en doe Rubens kamer open.
Ik schrik me dood als ik hem zie. Zijn hele wang ligt open en zijn lip is stuk. 'Jongen, wat is er gebeurd?'
'Niks aan de hand, ik ben alleen gevallen.' Hij staat voor de wastafel.
'Dat gaat zo niet, dat moet goed verzorgd worden.' Ik haal de verbanddoos uit de badkamer en probeer de wonden met lauw water te deppen. Het moet pijn doen, maar hij geeft geen kik. 'Jongen wat zie je eruit! Dat moet een hele smak zijn geweest. Hoe kan dat nou gebeuren?'
'Er zat een gat in de weg,' mompelt Ruben, 'ik sloeg over de kop.'
Anne is Rubens kamer binnengelopen en schrikt ook als ze het ziet. 'Wat erg! Doet het geen pijn?'
'Rot op!' schreeuwt Ruben. 'Mijn kamer uit! Je hoort me toch!'
Anne is al weg.
'Nou, nou, Anne bedoelt het alleen maar lief.'
Ruben reageert telkens zo fel op Anne. Volgens Frank ligt dat aan zijn leeftijd, in deze fase kunnen jongens hun jongere zus niet verdragen. 'Het gaat wel weer over,' zei hij.
Ik ben zeker een kwartier met Ruben bezig. Zijn gezicht ziet er afschuwelijk uit. Ik kijk naar de kapotte lip. Het hoeft volgens mij niet gehecht te worden. 'Heb je ook hoofdpijn? Als dat zo is moet je het zeggen. Ik wil niet dat je met een hersenschudding doorloopt.'
'Ik heb geen hoofdpijn,' antwoordt Ruben geirriteerd.
'Waar is Ruben gevallen?' vraagt Anne ais ik weer beneden ben.
'Dat heb ik niet gevraagd.' Ik realiseer me dat hij het ook niet heeft verteld. 'Het zal wel op weg van school naar huis zijn gebeurd. O nee, hij kwam helemaal niet van school. Hij was naar vioolles.'
Ik vraag me ineens af of hij wel naar vioolles is geweest. Ik heb geen viool gezien toen hij thuiskwam. Ik kijk bij de kapstok, maar daar ligt hij ook niet.'Ruben,' vraag ik als ik zijn kamerdeur opendoe, 'heb je je viool wel bij je?'
'Die ben ik vergeten,' zegt hij met zijn ogen op het beeldscherm van zijn laptop gericht. 'Hij ligt nog bij George. Ik was al bijna thuis toen ik het merkte.'
'Je kan je viool daar toch niet laten liggen?'
ik haal 'm van de week wel op.'
'Gaat het een beetje?'
Als Ruben knikt, geef ik hem een kus en ga naar beneden.
'En jij niet de hele tijd msn'en,' zeg ik tegen Anne. 'Je moet zo stoppen.'
Anne knikt braaf, maar ik weet wel beter. Die meiden kunnen echt uren doorgaan. Ze hebben elkaar de hele dag gezien en ze zijn nog niet thuis of het begint weer.
Ik pak mijn autosleutels en vertrek.
Ik denk er pas aan als ik de brug over ga. In de straat hierachter woont George. Zal ik Rubens viool ophalen? Dan heeft hij hem tenminste weer. Een paar minuten later parkeer ik voor George's huis. Als ik voor de deur sta hoor ik vioolmuziek. Hij heeft dus les. Kan ik hem wel storen? Ik aarzel even, maar bel toch aan.
'Ha, Olga,' zegt George verrast. 'Er is toch niks aan de hand met Ruben?'
'Hij heeft zijn viool bij jou laten liggen.'
'Nee, hoor,' zegt George beslist. 'Hij had 'm bij zich toen hij wegging, ik weet het zeker.'
'Hij kwam anders zonder viool thuis.'
'Ik wil nog wel even voor je kijken.' George loopt naar binnen. Zonder viool komt hij terug. 'Hij heeft 'm echt meegenomen. Wat vervelend nou.'
'Ga jij maar door met lesgeven. Je hoort het nog wel.'
Met een onbehaaglijk gevoel stap ik in de auto. Zou Ruben zijn viool onderweg zijn verloren? Het kan ook dat hij kapotgegaan is bij die val. Dat kan hij dan toch gewoon vertellen? Alsof wij zo streng zijn.
Het zit me helemaal niet lekker. Waarom liegt Ruben tegen mij?
'Schrik jij dan helemaal niet?' vraag ik als ik het 's avonds aan Frank vertel. 'Hij liegt tegen me, Frank, onze zoon liegt.'
' Je neemt het te zwaar op,' antwoordt Frank luchtig. 'Die jongen zit op de middelbare school, hij heeft zijn eigen leven, zijn eigen geheimen. Misschien heeft hij zijn viool wel uitgeleend aan een meisje, weten wij veel.'
'Dat kan hij dan toch wel zeggen? Dat bedoel ik nou, hij is niet eerlijk.'
'Dacht je dat ik vroeger alles aan mijn moeder vertelde? Nou, er is heel wat voorgevallen dat ze nooit heeft geweten.'
'Misschien heb je wel gelijk,' zeg ik stoer. 'Ik neem het ook te serieus op. Je zal zien dat zijn viool straks ineens weer op zijn kamer ligt.'

PETER

'Fijn dat je zo lekker vroeg bent, mam,' hoor ik Ria zeggen als mijn schoonmoeder 's morgens voor onze neus staat.
'Ga je nu al naar je werk?' Ik kijk Ria verbaasd aan. Meestal ben ik de eerste die weg moet.
ik heb Hugo beloofd te helpen met de voorbereidingen. Ik zie je vanmiddag. Margje komt ook. Hugo vertelde dat ze je vorige keer heeft gemist.' 'Ja, wij kunnen altijd wel gezellig praten,' zeg ik lachend. Ik zwaai Ria uit, die met de auto wegrijdt.
'Jullie blijven maar lekker borrelen,' zegt Laura als ik mijn jas aantrek. 'Het maakt me niks uit. Pa komt hier toch heen. Wij vermaken ons wel met de kleine. Ga maar genieten.'
'Doen we,' antwoord ik schijnheilig. Ik weet nu al dat ik er niet zal zijn. Als ik op de fiets zit voel ik me schuldig. Wat moet ik nu weer verzinnen? De vorige keer was ik echt van plan te gaan. Ik zag er zo tegenop, maar ik vond dat ik het niet kon maken tegenover Ria. Toen ik aan kwam rijden, zag ik Nico- le van Wijnen uit de auto stappen. Ik kan het niet, dacht ik.
Ik kan je niet ontmoeten.
'Jij hebt vanmiddag een feestje,' zegt De Vries tijdens de koffiepauze.
Ik sta perplex. Van wie weet hij dat nou weer? Nog een geluk dat hij erover begint. Ik wilde tegen Ria zeggen dat ik niet weg kan vanwege een computerstoring, maar dat is me nu te link.
Om drie uur loop ik de kamer van De Vries in.
'Ik ga even een luchtje scheppen.'
Hij trekt zijn wenkbrauwen op. 'Heb je weer migraine?'
'Ik voel dat het op komt zetten. Frisse lucht wil nog wel eens helpen.'
'Ik hoop het voor je, het komt nu net slecht uit.'
Hij weet het dus nog van de borrel.
'Niks aan te doen, als het toch doorzet ga ik naar huis.'
'Sterkte.'
Ik draai me om en loop de school uit. Straks bel ik Ria. Ik vind het zo erg dat ik haar weer moet teleurstellen. Hoe moet dit? Er komt nog veel meer waar ze me bij wil hebben. De afscheidsavond bijvoorbeeld.
Als ik door het park loop, zie ik Lars met Stefan en Roy bij het fietspad staan. Is dat Ruben die ze te pakken hebben? Ze sleuren hem de bosjes in. Stomverbaasd sta ik toe te kijken, ik hoor gekreun uit de bosjes komen. Ik ren erop af en kijk door de struiken. Vol afgrijzen zie ik hoe Lars Ruben met zijn hoofd in de sloot duwt. Hij loopt helemaal blauw aan. En om het nog erger te maken, speelt Stefan er viool bij.
'He, zijn jullie gek geworden!' roep ik. 'Ophouden!'
Lars kijkt me uitdagend aan, maar er gebeurt niets.
'Ophouden verdomme!' schreeuw ik. 'Zo meteen stikt ie.'
Tergend langzaam trekt hij Ruben omhoog, die hoestend en kokhalzend bovenkomt.
'Wat moeten jullie met die viool?' vraag ik nijdig. 'Dat ding is van Ruben, geef terug.'
Ik krijg geen antwoord. Op hun gezichten ligt een grijns. 'Vinden jullie het niet een beetje kinderachtig?'
'Het is wel lachen,' zegt er eentje.
Wat een stelletje. Ik kijk naar Ruben, die hoestend overeind komt.
'Neem je viool maar gauw mee jongen, en ga naar huis.'
'Ga je ons verraden?' vraagt Stefan als Ruben weg is.
Lars kijkt me uitdagend aan. 'Dat durft hij niet.'
Klootzak, denk ik, maar ik reageer niet. Denk jij maar dat het me om mijn baantje te doen is.

FRANK

Ik parkeer mijn auto voor het pand in de Rijnstraat. Over een kwartier heb ik een bezichtiging. Ik kan het huis wel uittekenen, zo vaak ben ik er geweest. Het staat al bijna een jaar te koop, het heeft al bij drie andere makelaars gestaan. Ze hebben het zogenaamd gerenoveerd: 'Alles is opnieuw
opgebouwd, meneer Verstraten.' Ja, maar wel met een indeling die totaal onlogisch is en met inferieure materialen. En ze willen er nog anderhalve ton voor hebben ook, geen gek die daar in trapt natuurlijk. Als het nou nog een leuke buurt was, maar je kijkt uit op eengezinswoningen uit de jaren vijftig en er rijdt veel verkeer door de straat.
In zo'n soort buurt woonde Olga toen ik haar leerde kennen, maar ze had van haar huis wel haar eigen paleisje gemaakt. Het stond vol met aparte spullen van de rommelmarkt. Kasten, tafeltjes, spiegels. En ze had het geschilderd in allerlei kleuren. Als je binnen was vergat je de buurt helemaal. We hebben er nog een jaar met z'n tweetjes gewoond, heel romantisch. Als het aan Olga had gelegen, waren we daar niet weg gegaan. Maar ik vond het geen plek voor kinderen. Kinderen moeten buiten kunnen spelen en ik vind het belangrijk dat ze een eigen kamer hebben. Toen dacht ik nog dat we vier koters zouden krijgen, want een groot gezin was altijd mijn wens.
ik wil er nog wel twee,' zei Olga toen Anne was geboren, 'maar dan moet jij huisman worden.'
Ik haal de sleutel uit mijn zak en doe de deur open. Als ik in de deuropening sta, komt er een Opel Kadett aanrijden. Dat moeten de potentiele kopers zijn, ik zie dat ze naar de huisnummers kijken. Als ze uitstappen weet ik het zeker: een vrouw van een jaar of veertig behangen met nepgoud loopt aan de arm van haar man mijn kant op. Hij heeft een grove schakelarmband om zijn pols en aan elke hand een paar ringen. Die gaan hier niet wonen.
Ik leid ze toch maar even rond. Wat ik al dacht, ze willen niet eens boven kijken. Ze zoeken een huis, geen caravan. Ik opper dat smaken verschillen, en dat het huis al een paar keer bijna is verkocht. Als ze weg zijn, loop ik de woonkamer in. Hier kan ik mooi even bellen. Vanochtend kreeg ik een telefoontje van Victor. Ik heb 'm weggedrukt. Wat moest ik zeggen? Ik schuif het maar voor me uit. Dat uitgerekend ik die prachtige boerderij naar de klote moet helpen. Ik, met mijn passie voor oude huizen. Alles op nul dan maar. Ik weet precies wie ik voor dit soort klussen moet bellen.
'Met Rademakers.'
'Rinus, met Frank Verstraten. Ik heb een klus voor je. Het gaat om de boerderij van Bruinsma. Mijn opdrachtgever wil hem platgooien.'
'Dat monument?'
'Ho ho, nog niet dus. Dat moeten we juist voor zijn. Daar heb ik jou voor nodig. Een kwestie van de ornamenten verwijderen.'
'Daar komt meer bij kijken, Verstraten. Kunststof kozijnen, authentieke voordeur vervangen...'
'Ik hoor het al, ik kan het aan je overlaten.'
'Wie gaat hem platgooien?'
'Geen vragen, kerel. Neem je de klus aan of niet? De tijd dringt. Het pand staat al op de lijst.'
'Eind volgende week, is dat wat?'
'Ik wist wel dat ik op je kon rekenen.' Jezus, wat een mazzel! Nu kan ik Victor bellen.
'Heb je dat gezien?' vraagt Huib als ik terug ben van de bezichtiging. 'Bruinsma is zijn huis uit.'
'O, dat is me nog niet eens opgevallen.'
Ik duik achter mijn laptop om mijn gezicht te verbergen. Het is de eerste keer dat ik niet straight tegen Huib ben. Ik heb hem wel verteld dat we De Roerdomp in de verkoop krijgen.
'Rijd er maar eens langs, dat ding staat leeg. Zou het verkocht zijn?'
'Dat lijkt me toch wel. Bruinsma gaat er niet zomaar uit.' 'Onderhands dan?' oppert Huib. 'Het heeft nooit in het systeem gestaan. Wie zou het hebben gekocht?'
'Is dat belangrijk?'
'Ik ben wel benieuwd. Dat ga ik even uitzoeken.'
'Heb je niks beters te doen? De Rijnstraat bijvoorbeeld, dat ding raken we nooit kwijt. Wat denk je van een advertentie?'
Huib is al in gesprek. Ik baal ervan dat ik me zo ongemakkelijk voel, maar ik heb geen keus. Huib is er ook niet bij gebaat als we op de fles gaan.
'Het is verkocht,' hoor ik Huib even later zeggen, 'aan een of ander bv'tje.'
Dat is handig: zodra het plat mag, koopt Victor het van zichzelf terug. Wat een goochemerd is het toch.
'We merken het wel als de kopers er intrekken,' zeg ik quasi- onverschillig.
Ik maak de post open. Alweer een aanmaning. Drie maanden huurachterstand. Ik leg het op de tafel van Huib neer.
'Niet best.' Huib schudt zijn hoofd. 'Ik ben normaal heel optimistisch, maar dit gaat mis. Ze zitten ons op de nek.'
'We hadden die klote Snaarmanlaan moeten verkopen.'
'Jij had het laatst over De Roerdomp, is het zeker dat we die in de verkoop krijgen?'
'Honderd procent. Maar voor we geld vangen, zijn we zeker drie maanden verder. Jezus, Huib, hoe moet dit?'
Huib staat op en loopt naar het keukentje. 'Misschien kan ik iets ritselen,' zegt hij als hij met een beker koffie terugkomt. ik kan mijn hypotheek verhogen.'
'Meen je dat?'
ik heb nog 10.000 euro ruimte. Maar ik moet wel zeker weten dat we De Roerdomp binnen krijgen. En zodra het is verkocht moet die poen terug.'
Huib gaat zijn hypotheek verhogen voor mijn toko. Ik ben er stil van.
'Luister Frank, wij zijn niet alleen zakenpartners, maar ook vrienden. Wij kunnen elkaar vertrouwen, dat is me heel wat waard.'
Ik rijd naar Zwart, waar we hebben afgesproken. Voor de zekerheid check ik nog even de aannemer, ze kunnen morgen beginnen. Ik zit er al twintig minuten wanneer Victor eindelijk arriveert.
'Zo, waarom heb je voor mij geen koffie besteld?'
Wat een patser, zelfs geen excuus dat hij veel te laat is.
Ik vertel dat het allemaal gaat lukken, en dat ik zekerheid wil over de verkoop van De Roerdomp.
Die tronie waarmee hij het papier uit zijn zak haalt! Victor weet er altijd voor te zorgen dat ik me een klein kind voel. Ik lees de overeenkomst door, alles staat zwart op wit. Zodra De Roerdomp wordt verkocht, krijg ik de courtage.
'Je mag het nou wel verkopen,' zegt Victor grijnzend, 'maar kun je het ook? Ik heb net je portefeuille bekeken. Je hebt aardig wat in de verkoop staan. Hoe krijg je het voor elkaar dat alles zo lang te koop staat? Ik dacht toch dat de markt weer was aangetrokken. Dat is niet goed voor je naam, vriend.'
'Je bedoelt de Rijnstraat. Dat kreng heeft al bij drie makelaars in de verkoop gestaan. Ken jij de eigenaar? Niet mee te praten. Hij wil geen euro zakken en...'
'Bespaar me je geleuter. De Tolweg dan, waarom is dat pand nog niet weg?'
'Ga maar eens even binnen kijken,' zeg ik geagiteerd. 'Een woning boven een winkel. Mensen willen dat niet meer. Die woning moet helemaal worden opgeknapt. Het pand kunnen ze beter opvreten, want ze komen er nooit vanaf.'
'Splitsen man,' zegt Victor op een toon alsof ik dat allang zelf had kunnen bedenken.
'Wat bedoel je nou eigenlijk? Dat de kopers door de winkel van hun buren naar buiten moeten?'
'Nooit van een ingang buitenom gehoord? Trap dicht, huisje renoveren en in de verkoop. Die winkel alleen ben je zo kwijt. Wedden dat je er fors aan verdient?'
'Een superidee,' zeg ik terwijl ik mijn hand op zijn schouder leg, 'maar die poen heb ik niet.'
Victor bestelt twee bier, ongevraagd.
'He, het wordt tijd dat jij een compagnon krijgt.'
'Heb ik.'
'Een met een flinke buffer, bedoel ik.' Hij neemt een slok van zijn bier. 'Ik wil wel met je dansen.'
'Je bedoelt dat jij het wilt kopen?'
ik geloof er wel in. En dan heb jij dubbele courtage. Niet gek, toch? Als dit soort pandjes een succes wordt, kun je ze altijd naar mij doorspelen. Deal?'
'Top!' zeg ik. 'Doen we.'
We drinken nog drie bier, en dan gaan we. Ik voel het, ik voel het aan alles. Nu worden we pas echte spelers op de markt. Makelaardij Verstraten wordt groot!
Ik leg de aannemer net neer als ik Huib voor ons kantoor zie parkeren. Zodra hij binnen is, maak ik het gebaar wat we altijd maken als er iets is verkocht. Huib doet hetzelfde: hij steekt beide duimen omhoog.
'Ik heb de Geuzenkade verkocht,' zegt hij. 'Ze zijn superenthousiast. Over een kwartier komen ze het voorlopig koopcontract tekenen.'
'Super!' roep ik. 'Wat een dag! Ik heb de Tolweg verkocht.'
ineens?'
'Ja!' 'Dat is niet gek,' zegt Huib tevreden. 'Het zijn kleine bedragen, maar als het zo een tijdje doorgaat, komen we langzaam uit de misere.'
'Aan de Tolweg gaan we nog meer verdienen. Victor van Putten heeft het gekocht. Hij gaat het pand splitsen en dan krijgen we en het huis en het winkelpand in onze portefeuille. De zaken gaan goed, Huib.'
'Dan vangen we dus weer courtage.'
'Ja, dubbel dus.'
'Oke.' Huib checkt zijn e-mail, alsof er niets aan de hand is. Wat een droge is het toch.
'Realiseer je je wel wat er binnenkomt?' vraag ik.
'Ik denk niet dat wc het moeten doen, Frank,' zegt Huib voorzichtig. 'Het lijkt mij niet verstandig om ons met Victor in te laten.'
'Hoezo? Omdat het een klootzak is? We hoeven toch niet met hem naar bed?'
'Ik heb geen goed gevoel bij die gast.' Huib loopt het keukentje in. 'Koffie?'
Als ik knik, zegt hij: 'Hij is me veel te glad.'
'Huib, je snapt het niet. Wij lopen geen enkel risico. Het is zijn investering. Reken even na. Hij koopt het voor de vraagprijs. Stel dat we er vijftigduizend euro op doen als het is gesplitst. Kosten eraf. We houden zo een aantal duizendjes over.'
'Het lijkt allemaal heel aantrekkelijk, Frank.' Huib zet koffie neer. 'Maar volgens mij moeten we het niet doen. We zijn niet voor niets voor onszelf begonnen. We wilden onze vrijheid terug, weet je nog? Niet meer afhankelijk zijn van de grillen van een ander, of het nou Victor is of weet ik veel wie. We hebben zijn centen niet nodig. Ik verhoog mijn hypotheek, dan hebben we een langere adem.'
Hij meent het, ik zie dat hij het meent. Het is echt volstrekte waanzin. Ik wil hem niet voor zijn hoofd stoten, maar de toko is wel van mij. Hij mag er dan voor een derde in zitten, ik ben altijd nog verantwoordelijk.
'Ik vind het een superaanbod, Huib. Ik vind dat we het moeten pakken.'
'Natuurlijk, dat is jouw goed recht,' zegt Huib rustig.
We horen de bel. Huib staat op.
'Daar zijn de kopers van de Geuzenkade.' Hij loopt naar de deur, in het voorbijgaan pakt hij mijn arm. 'Als je het toch wil doen, ga je gang, even goeie vrienden. Alleen sta ik er niet achter.'

NICOLE

Als Sjoerd een of ander saai feest van zijn werk heeft, moet ik altijd mee. 'Je bent mijn vrouw,' zegt hij dan. We zijn nog niet binnen of hij raakt met een of andere bobo in gesprek. Meestal droom ik dan uit verveling een beetje weg. In gedachten zie ik het voor me: stiekem een visitekaartje toegestopt krijgen van een of ander supersexy ding. Contact opnemen en daten, opgehaald worden door zijn chauffeur, elkaar ontmoeten in de chique lounge van een vijfsterrenhotel. Ons voor laten gaan naar de suite. Een hemelbed, champagne en half beneveld de schade inhalen van onze al jaren uitgebluste seksuele relatie.
En nu lig ik hier, in de armen van Tom. Niks suite: een matras op de grond en goedkope rose van Appie in plaats van champagne. Geen wilde seks maar zacht.
Tom legt zijn hoofd op mijn arm. 'Je hebt me betoverd. Ik had me nog zo voorgenomen om alleen iets te drinken.'
Het is geen smoes, hij meent het. Daarom heeft hij het contact de laatste keer verbroken. Toen ik het sms'je kreeg wist ik al dat ik hem in bed zou krijgen. Zeker alleen iets drinken met zo'n lekker ding, drinken kan ik thuis ook, ik zal daar gek zijn.
Ik speel met zijn borsthaar. Veel moeite heb ik niet hoeven doen. Toen ik binnenkwam met mijn lage truitje zag ik hem smelten. Ik was helemaal in the mood.
Voor ik wegging had ik nog gechat met een of andere lngrid. Ik vertelde haar over mijn date en toen hebben we trucs uitgewisseld. Zij heeft ook een lover naast haar relatie. Net als ik wil ze niet weg bij haar man. Waarom zou ze? Ze heeft me verteld hoe ze woont, in een soort paleis, met uitzicht op zee. Dat ruil je toch niet in? Na een tijdje kom je toch weer in dezelfde sleur terecht.
Het is zo heerlijk nooit geldproblemen te hebben. Ze hebben ook nog een huis op Mallorca. Ze is schrijfster, een heel goed excuus om zich af en toe even terug te trekken. 'Dag schat, veel inspiratie,' en dan samen met haar lover in hetzelfde vliegtuig. Dat doet ze al twee jaar en haar man heeft niks in de gaten.
Ik kus Toms tepel. Het was heerlijk om met hem te vrijen, maar dit kan ik niet altijd doen. I Iet loopt veel te veel in de gaten. En een tweede huis zit er voor mij niet in. Sjoerd ziet me aankomen.
Ik zie dat Tom ligt na te genieten van onze vrijpartij.
'Smaakt het naar meer?' vraag ik ondeugend. Ik strijk met mijn vinger over zijn buik.
'Ik ben dol op je, Nicole, maar je kent mijn voorwaarden. Ik ben niet iemand om erbij te hangen, ik wil dat we echt voor elkaar gaan. Ik wil samen bouwen.'
Ik denk aan Ingrid, die tegen me zei: 'Laat hem maar in de waan. Hij hoeft niet te weten dat je bij Sjoerd blijft. Mannen zijn week. Eerst zorgen dat hij verslaafd aan je raakt, en dan net zo lang masseren tot je hem hebt waar je hem hebben wilt.'
'Geef me de tijd, liefje. Sjoerd en ik zijn al zeventien jaar bij elkaar, dat geef je niet zomaar op.'
'Jullie relatie stelt niks voor.' Tom gaat rechtop zitten. 'Je bent niet gelukkig, Nicole.'
Met jou als lover erbij wel, bedenk ik. Mijn leven zou heel anders worden als we af en toe een weekje samen konden zijn. Ineens denk ik aan Sjoerd. Laatst zei hij het nog toen ik klaagde dat ik zo eenzaam was: 'Waarom doe je geen cursus?' En toen kwam hij weer met een brochure van openbaar kunstbezit aan. Als ik iets haat zijn het musea. Ik vind er niks aan, al die schilderijen op een rij.
Ik richt me op en kus zijn buik. 'Het gaat goed komen tussen ons, je moet geduld hebben.'

OLGA

Ik rijd mijn auto de parkeergarage van de studio uit. Met volle vaart ga ik de hoek om, ik schep bijna een fietser. Ik maak een verontschuldigend gebaar. Het is niets voor mij, ik ben altijd zo'n rustige bestuurder, vooral vergeleken met Frank. Het is echt niet prettig om naast Frank in de auto te zitten. Hij jakkert altijd alsof de duivel hem op de hielen zit.
Ik neem gas terug. Het is ook zo hectisch in de studio. En met Vivian is het ook niet relaxed, die zit echt in de problemen. Ik vind het zo zielig voor haar. Volgens mij komt het niet meer goed.
Gisteravond belde ze me toen ik al in bed lag, natuurlijk mag dat, maar ik trek het me toch aan. Voordat ik dan weer slaap, ben ik twee uur verder.
Deze week heb ik zowat elke dag dubbel moeten draaien. Een maand geleden was er veel te weinig werk, en nu kunnen we het amper aan. En dan heb ik ook nog de cursus op Anne's school. Eigenlijk kan ik die er nu niet bij hebben.
Antonio merkte ook al dat ik geprikkeld was. is er iets, schatje?' vroeg hij.
Normaal moet ik altijd lachen om dat geslijm van hem, maar nu kon ik wel gillen. Vivian zag het ook. Volgens haar was ik helemaal rood toen hij weg was.
Twintig minuten later parkeer ik mijn auto voor de AH. Ik ben niet van plan veel in te slaan, maar we zullen vanavond toch iets moeten eten. Een beetje verdwaasd sta ik op de groenteafdeling. Ik heb geen idee wat ik vanavond moet maken. Ongemerkt gaan mijn ogen naar het schap met kant- en-klaarmaaltijden. Ik heb me voorgenomen vandaag zelf te koken, maar ik moet wel om zeven uur weg.
In mijn gedachten hoor ik de stem van mijn moeder. Ze vertelt altijd vol trots dat ze ons vroeger nooit een avond blikgroente heeft voorgezet, ik heb altijd voor jullie gekookt.' Als ze belt vraagt ze het steevast: 'Wat eten jullie vanavond?'
Mam, ik kan je weer geruststellen. Zalm, sperziebonen en aardappels. En ik haal vier maaltijden uit het schap.
De kinderen vinden die kant-en-klare happen heerlijk. Laatst had ik een groentetaart gemaakt, ik was er uren mee bezig. Nou, ik had echt eer van mijn werk, wat een gezeur aan tafel. Als ik ze dit voorzet hoor ik niks. Meneer Heijn, ik ben u zeer dankbaar.
Ik wil net met mijn karretje wegrijden als ik Ida voor hetzelfde schap zie staan. Typisch Ida, ze heeft niets in de gaten.
'Mevrouw,' zeg ik, 'u maakt het zichzelf wel erg gemakkelijk, vindt u niet?'
Ida kijkt verontwaardigd op. 'Nee, jij! Gek!' Ze valt me lachend om de hals en kijkt in mijn karretje. 'O, jij hebt zalm ingeslagen, dat hebben wij gisteren gegeten. Ik weet van gekkigheid echt niet wat ik moet kiezen. Deze week hebben we alle combinaties al gehad. Zullen we zo een wijntje aan de overkant drinken?'
'Nee, ik kan niet. Verplichtingen.'
'Dat is waar ook,' zegt Ida. 'Je geeft tegenwoordig een cursus. Weet je wie ook komt? Nicole.'
'Nee. Krijg ik die bitch er ook bij?'
'Ik snap ook niet waarom ze nu opeens mee wil doen. Volgens mij heeft ze niks met schminken. Zit Tom toevallig in je groep?'
'Ja, hoezo?'
'Ah, dan is dat het. Haar kans.'
'Dat krijg je ervan als je huisvrouw bent,' lach ik. 'Dan zoek je spanning.'
'Herinner je je dat schoolreisje nog? Tom hing de hele dag om haar heen. Je voelde je gewoon te veel als je bij ze ging zitten.' Ida trekt haar karretje iets naar zich toe zodat ze het pad niet verspert.
'Nee, het ergste was met het toneelstuk in groep een. Doornroosje, weet je nog? Tom was prins. Jullie zeiden allemaal dat ik Doornroosje moest spelen. Ze wilde me bijna wurgen. Zij was Doornroosje.'
'En maar zieken tegen ons dat we onze kinderen verwaarlozen.'
'Hou op. Ik was echt hartstikke bang voor d'r. Ze woonde vlak bij de naschoolse opvang. Elke keer als ik Ruben ophaalde, kwam zij toevallig ook net langs en dan jankte hij.'
'En weet je nog die keer dat Anne met de avondvierdaagse haar been had gebroken?'
'Dat sloeg echt alles. Ik wist niet hoe snel ik ernaar toe moest komen en toen begon zij ook nog eens. Ik had mee moeten lopen. Dat zei ik toch ook niet toen Natascha dat afschuwelijke ongeluk kreeg? Jij had mee moeten fietsen? Het kwam niet eens bij me op. Ik kan me zo over dat mens opwinden.'
'Laat haar maar lekker, zij zet vanavond geen kant-en- klaarmaaltijd op tafel,' lacht Ida. 'Ze is aan het koken. Nou, wij niet hoor. Dat heeft meneer Heijn voor ons gedaan. Even in de magnetron en daardoor kunnen wij nu gezellig een wijntje drinken.'
'Nou ja, eentje dan,' zeg ik, 'dat kan wel.'
We rijden onze karretjes naar de kassa.
We hebben natuurlijk toch weer net iets langer geborreld dan we van plan waren, maar het maakt me niets uit. Ik voel me een stuk meer relaxed. Het is zo heerlijk om met Ida te zijn, ik zou niet weten wat ik zonder haar moest. Dat heb ik vanaf het begin tegen Frank gezegd: ik wil ook nog tijd voor mijn vriendinnen hebben.'
Frank zelf heeft alleen maar vrienden in het vak, dat is niets voor mij. Bij hen gaat het altijd alleen maar over huizen.
Ik heb de sleutel nog niet in het slot gedaan of de deur zwaait open. Anne kijkt me stralend aan. 'Mam, ik heb de hoofdrol in onze musical!'
'Kind toch, wat geweldig!'
'Ze moet met Bas zoenen,' lacht Simone. 'Ze zijn verliefd.'
'Weet je, mam,' zegt Anne. 'We hebben allemaal kostuums nodig en die gaan de ouders thuis maken. Wil jij dat ook doen?'
Ik kijk naar Anne. Ik zou het graag doen, maar nu, met die drukte, het gaat me gewoon niet lukken. Ik voel nu al een schuldgevoel opkomen. Om een of andere reden vind ik dat ik alles voor mijn kinderen moet doen. Daar heeft Frank nounooit last van. Als iets niet kan dan houdt het op, daar zit hij niet mee. Met die instelling kan je ook wel vier kinderen hebben. Ik zou gek worden.
'Doe je het, mam? Simone's moeder doet het ook.'
'Ik zal erover nadenken, goed?'
Aan de kapstok hangt Rubens jas. Ik loop naar boven. Als ik zijn kamer opendoe, is hij bezig muziek te downloaden.
'Hi jochie, ik ben thuis.'
Ruben knikt.
'We eten vroeg, want ik moet naar Anne's school. Maar jij hebt movie club, dus dat komt wel goed uit.'
'Nee, eh... ik ga niet meer.'
'Waarom niet?'
'Gewoon, ik vind er niks aan.'
'We hebben voor het hele jaar betaald, dat is toch zonde? Je bent pas twee keer geweest. Kijk het nog even aan.'
ik wil gewoon niet meer.'
'We hebben dertig euro betaald, Ruben, daar denk je wel makkelijk over. Voor dat geld wordt hard gewerkt.'
'Als je het zo erg vindt, betaal ik het wel terug.'
Ik zie tranen in Rubens ogen.
'Zo bedoel ik het niet, maar het is toch leuk. Je bent al zo veel thuis.' Ik heb meteen spijt. Waar bemoei ik me mee? Ik kijk in zijn kamer rond. Op bed ligt zijn viool. Die heeft hij dus terug.
ik ben bezig, ma,' zegt Ruben zuchtend.
Aan tafel kijk ik maar naar Ruben. Hij eet zo weinig, het valt me de laatste tijd steeds vaker op.
Ik weet van Ida dat Paul ook een tijdje niet at. Hij had liefdesverdriet. Als onze jongen dat ook heeft, zit het hem wel hoog want hij vertelt er niets over. Misschien moet ik er toch maar eens zelf over beginnen. Hij moet zich toch kunnen uiten?
'Ben je nu alweer klaar?' vraag ik als hij zijn mes en vork heeft neergelegd. 'Je hebt haast niks gegeten, dat is toch niet goed, je zit in de groei.'
Frank stoot me onder tafel aan. Hij heeft gelijk, ik moet Ruben zijn gang laten gaan.
'Vind je dat ik een tut ben?' vraag ik hem als we na het eten samen in de keuken staan.
'Ja.' Frank trekt me naar zich toe. 'Maar wel een lekkere tut.' Hij zoent me, langzaam gaan zijn handen naar mijn borsten. Ik ken Frank. Zo meteen gaan we vrijen.
'Niet waar de kinderen bij zijn, Frank.'
'Kinderen?' Frank kijkt gespeeld onderzoekend rond. 'Ik zie niemand.'
ik moet trouwens weg.'
Ik geef hem een kus en vertrek.
Vanmiddag zag ik er nog tegenop om de cursus te geven, maar het is echt heel leuk. Het ontspant me, omdat het totaal iets anders is. Niemand heeft stress voor een optreden, het is alleen fun. Het is jammer dat Ida er niet bij kan zijn, ze zou het heel leuk vinden om iedereen weer te zien. We lachen ook veel over vroeger, toen onze kinderen nog klein waren. Frank en ik zijn een van de weinigen die nog bij elkaar zijn.
Ik voel me ineens zo degelijk, vooral als ik Nicole zie. Ida had het helemaal bij het rechte eind, ze is hier echt voor Tom. Nou ja, wat maakt het mij uit wat die twee hebben.
'We maken het niet te laat,' zeg ik. 'Jullie hebben heel goed gewerkt.'
'Dus de juf is tevreden?' vraagt Susan.
'Heel tevreden.'
Ik geef iedereen wat creme en een tissue om de schmink eraf te halen.
Nicole doet het bij Tom, dat had ik wel verwacht.Ik heb me voorgenomen vanavond wel na te blijven. Volgende week is het weer aan het eind van de middag en dan moet ik door naar mijn werk.
ik hoor alleen maar positieve geluiden,' zegt Hugo als ik de lerarenkamer binnenloop. Hij schenkt een wijntje voor me in.
'Het verbaast mijzelf ook. Ik had nooit gedacht dat het me zou lukken.' Als hij het glas aanreikt, raken onze vingers elkaar. Ik voel het door mijn hele lichaam.
'Dat jij die cursus geeft,' zegt Nicole als Hugo weg is, 'dat kon ik niet geloven.'
'Waarom niet?'
'Je werkt al de hele dag. Wil je dan nooit bij je kinderen zijn?'
Vroeger kreeg ik daar altijd een schuldgevoel van. Ik ben wel eens jankend de auto ingestapt en heb echt op het punt gestaan mijn ontslag te nemen. Maar nu voel ik me sterker.
'Voor mij blijft het onbegrijpelijk,' vervolgt ze. 'Het zal wel ouderwets zijn, maar ik wijd me nou eenmaal helemaal aan mijn gezin.'
Ja, dat hebben we gezien, denk ik, maar ik wil geen ruzie.
'Het gaat prima met mijn kinderen. Ze zijn namelijk heel zelfstandig.' Zo, die kan ze in d'r zak steken.
'Pubers hebben je nodig, Olga. Anne kan zich misschien wel redden, maar Ruben...'
'Over Ruben hoef je je geen zorgen te maken.' Ik draai me om.
'Nou, zulke goeie berichten hoor ik niet over Ruben,' hoor ik haar zeggen.
Ik kijk haar aan. Ineens weet ik wat ze bedoelt. Het gaat over die affaire met die iPod. Olaf zit bij Ruben op school, ze zal het wel van hem hebben gehoord. Alsof mijn kind zou pikken omdat ik werk.
'Je moet het zelf weten, maar als het mijn zoon was...'
Dat hooghartige lachje van haar. Het is maar goed dat Frank er niet bij is, want dan kreeg ze de wijn in haar gezicht. Ik wil iets terugzeggen, maar ze loopt al weg.
Ze heeft het toch weer voor elkaar.
Hugo merkt het en komt naast me staan. 'We zijn er heel blij mee dat je dit doet, dat weet je toch? Helaas kunnen we je niet betalen.'
'Dat hoeft niet, Hugo.'
'Je bent echt een heel bijzondere vrouw.'
Antonio maakt elke dag complimentjes, maar uit Hugo's mond klinkt het anders.
'Dank je.' Ik bloos en kijk naar zijn overhemd. Het zit net iets te strak, de knoopjes wijken een beetje.
'Hoe is het met Ruben?'
'Hij heeft het niet gemakkelijk. Frank denkt dat hij liefdesverdriet heeft. Niet eten, weet je wel, en hij sluit zich een beetje op. Vanavond heeft hij eigenlijk movie club, maar hij wil er niet heen. Ik kan hem toch niet dwingen?'
'En zijn vrienden gaan wel?'
'Weet je, Hugo, hij gaat met Daan om, maar die hebben we al een tijdje niet gezien.'
'Dat klinkt niet goed. Ruben is een jongen die zich snel terugtrekt, hij is supergevoelig. Hij is niet de popie jopie van de klas, maar een paar vriendjes had hij altijd wel.'
Ik zie de bezorgdheid op Hugo's gezicht.
'Mag ik even storen,' interrumpeert Bea. 'Het was super, Olga. Tot volgende week.'
Tom en Nicole gaan er samen vandoor. Ik zie dat Hugo het ook opmerkt, maar discreet als hij is zegt hij er niets over.
'Wij drinken nog een wijntje,' zegt Hugo vrolijk, 'toch?' Hij schenkt me nog een keer in. 'Ik heb altijd een goed contact met Ruben gehad, zal ik eens met hem praten?'
'Lief van je.' 'Stel het maar aan hem voor.'
'Doe ik.' Ik tik met mijn glas tegen zijn glas. 'Op alle kinderen.'
'En op alle moeders.' Hugo geeft me een knipoog.

PETER

Dit weekend gaan John en ik aan de serre beginnen. Met de aanhanger van John achter mijn auto rijd ik naar de Praxis. Anderhalf uur later ligt ons terras vol bouwmaterialen.
Natuurlijk hadden ze weer een paar dingen niet, dus ik rijd naar het centrum. Als ik mijn auto voor de ijzerwinkel parkeer, zie ik aan de overkant Ruben Verstraten en Daan de muziekwinkel uitkomen. Een pak van mijn hart. Zolang hij nog kan lachen valt het wel mee, maar het gesar moet nu wel afgelopen zijn.
Op de terugweg kom ik langs de discotheek en zie ik Vic- tors auto staan. Ik was toch al van plan hem aan te spreken over Lars, dus laat ik het nu maar doen, want als ik eenmaal met de serre ben begonnen, komt het er niet meer van.
Victor staat bij de bar.
'Dat is een verrassing,' zegt hij en hij maakt een uitnodigend gebaar.
Ik vertel hem waar ik voor kom en wat ik heb gezien. Victor laat me niet eens uitpraten.
'Zal ik jou eens wat vertellen?' begint hij. 'Vroeger ben ik ook gepest. Ik weet nog precies hoe ze heetten: Gijs van Dijk en Emiel Leegwater. Wat hebben die jongens me getreiterd.' Hij stroopt zijn linkermouw op. 'Brandende sigaretten hebben ze in mijn arm uitgedrukt.' Hij laat drie littekens zien. 'Ja, dat had je niet gedacht, he? Elke nacht lag ik te grienen in mijn bed. Maar achteraf was 't het beste wat me is overkomen. Ik heb van die etters geleerd, Peter, en ik heb mezelf radicaal veranderd. Dat heeft me geen windeieren gelegd, wat jij? Biertje?'
'Nee, dank je. Misschien is het in jouw geval goed gegaan,' zeg ik voorzichtig, 'maar hoeveel kinderen houden er niet wat aan over?'
'Klopt, hier staat er een.' Victor legt zijn hand op mijn schouder. 'Twee goedlopende disco's en een aardige bankrekening, Petertje.'
'Toch wil ik je vragen er met Lars over te praten. Dit gaat mis, Victor. Ik kan dit niet toestaan. De volgende keer moet ik het bij de directie melden.'
'Sinds wanneer ben jij zo principieel?'
Dat sarcastische lachje om zijn mond, het snijdt door mijn ziel. Hij geeft me nog een knipoog ook. Ik sta daar, als een klein kind, schaakmat.
Als ik 's morgens de lijst binnenkrijg, zie ik dat Lars weer eens absent vermeld staat, zonder verder bericht. En dat mag ik oplossen. De halve nacht heb ik liggen draaien in mijn bed. Telkens zag ik dat lachje van Victor voor me. Voorlopig ben ik nog niet van Lars af. Als ik zijn schoolprestaties zo bekijk, blijft hij nog zitten ook.
Vlak voor de zoemer van het tweede uur stapt hij de hal in. Baars, de conrector, komt er meteen aan.
'Waar kom jij vandaan?'
'Van de dokter,' hoor ik Lars zeggen.
'Heb je een briefje?'
'Mijn vader zou bellen.' Hij wijst in mijn richting.
Baars komt naar mij toe gelopen. 'Peter, heb jij iets over Lars van Putten doorgekregen?'
'Sorry, het is me helemaal ontschoten, zijn vader heeft gebeld. Lars moest naar de dokter.'
Lars steekt zijn duim naar me op, waar Baars bij staat! Dat doet dat rotjong expres. Ik kijk naar Baars, maar hij heeft het gelukkig niet gezien.
In de pauze loop ik net een lokaal uit als ik Lars en zijn vrienden de toiletruimte in zie schieten. Die gaan vast stiekem roken, wat zijn het toch een klieren. Laatst heb ik ze daar ook betrapt. Waar zijn ze nou weer op uit? Ik stuif ernaar toe, maar de deur wordt dichtgehouden.
Dat vind ik nou echt hondsbrutaal. Als ik ze er straks met hun haren bijsleep omdat het toilet blauw van de rook staat, weten ze zogenaamd van niets. Ze denken dat ze slim zijn door die deur dicht te houden, maar ik zal ze op heterdaad betrappen.
Ik doe de bezemkast open die aan het toilet grenst. Ze zijn zeker vergeten dat daar een raampje zit. Ik blijf doodstil tegen het muurtje staan. Steek maar een sigaret op, jongens, doe maar lekker. Ik schat hoe lang ze nodig hebben en kijk naar binnen. De rillingen schieten door mijn lijf.
Het is niet te geloven, dit is echt niet te geloven. Stefan maakt zijn pik stijf. Ze hebben Ruben op zijn knieen gedwongen. Stefan duwt zijn stijve in Rubens mond. Terwijl ik geschokt voor het raam sta, laat Roy de deur los en springt naar voren om foto's te maken. Lars staat er nog bij te grinniken ook.
Nu slaat de paniek toe. Wat sta ik hier nou? Ik moet weg. Ik heb dit niet gezien. Niemand mag weten dat ik het heb gezien.
Ik schiet het eerste het beste lokaal in. Lars en zijn vrienden lopen lachend de wc uit. Daarna gaat de deur weer open. Dat moet Ruben zijn. Ik wend snel mijn gezicht af.
Als ik alleen in mijn kantoortje ben, realiseer ik me pas goed wat er is gebeurd. Ze hebben Ruben gewoon verkracht, hij heeft misschien wel een trauma voor de rest van zijn leven.
Ik had moeten ingrijpen, dat geteisem een trap voor hun sodemieter geven en ze uit moeten leveren aan de rector. Ik kan het nu nog melden, maar ik heb geen keus.
'Peter!' Een groepje jongens en meiden komt mijn kantoor binnengestormd. 'Heb je de schoolkrant gezien?' Ze houden hem voor mijn neus. 'De uitslag van onze enquete staat erin. De drie popies van de school. Weet je wie er bovenaan staat? Jij! De Lange van Duits staat tweede en Margo Klein van gym is derde. We hebben volgende week een klassenfeest en dan nodigen we de drie winnaars uit.'
In andere omstandigheden had ik het geweldig gevonden, meer dan achthonderd leerlingen die mij hebben gekozen! Maar nu kan ik het helemaal niet aan. Weten jullie wel wat een klootzak ik ben? Dat is het enige wat ik denk.
'Je komt wel, hoor!'
Ik knik en weet met moeite een lach op mijn gezicht te krijgen. 'Naar de les, jongens,' zeg ik als de zoemer gaat. 'Anders komen jullie te laat.'
Ik wil aan het werk gaan als Ruben in de deuropening staat. Wat ziet hij eruit! Ik durf hem niet aan te kijken.
ik kom me afmelden,' zegt hij met een van pijn vertrokken gezicht. 'Ik heb hoofdpijn.'
Meestal krijgen ze een paracetamolletje van me, maar ik weet donders goed dat een tabletje in dit geval niet helpt. Hoe moet hij dit verwerken in z'n eentje? Met zijn ouders praat hij er vast niet over, anders had ik ze na dat akkefietje bij de movie club wel aan de lijn gehad. En zoiets vertel je ook niet aan je vrienden. Die jongen leeft met een geheim, en ik weet het.