21

Annabel staat als verdoofd in de coffeeshop. De woorden van de barman gonzen door haar hoofd. Bjorn zit met Clement in de auto. Waar zijn ze heen? Wat voeren ze uit? Alle kleur trekt uit haar gezicht weg. Ze voelt zich misselijk en heeft het ge- voel alsof alles om haar heen draait. Zo meteen valt ze nog flauw!

Lucas ziet het en pakt Annabel vast. 'Kom mee.' Hij slaat een arm om haar heen en leidt haar naar buiten. 'Gaat het weer een beetje?' vraagt hij als ze buiten staan. Annabel haalt haar schouders op. Alles is zo vreemd. Wie had nou gedacht dat ze hier ooit zou staan, voor de coffeeshop, op zoek naar haar eigen broer? Ze kijkt naar Lucas. Hij was Bjorns beste vriend. De jongens waren altijd samen. Hoe vaak is Lucas niet bij hen thuis geweest? Hij ging ook met hen mee op vakantie. Vroeger was ze zelfs stiekem verliefd op hem. Ze weet nog hoe blij ze was als ze met de jongens mee naar het zwembad mocht. En soms ging ze kijken als ze moesten ten- nissen. Maar nu sport Bjorn helemaal niet meer. Hij zit maar duf voor zich uit te staren in de coffeeshop. Daarom gaat hij natuurlijk ook niet naar school. Hij is veel te duf om te leren. 'Mijn ouders moeten het weten,' zegt ze. 'Ik moet het ze ver- tellen. Bjorn is in gevaar.'

'Dat denk ik ook,' zegt Lucas. 'Misschien kunnen ze nu nog ingrijpen.'

'Weet je dat ik het bijna niet durf,' zegt Annabel. 'Het zal zo'n klap voor hen zijn. Mijn ouders kennen het verhaal van Cle- ment. "Wat erg voor die ouders," zeggen ze altijd. En nu ge- beurt hetzelfde met Bjorn. Ze hebben niks door, echt niet.' 'Zal ik met je meegaan?' vraagt Lucas. 'Ik kan ze vertellen hoe het allemaal is gegaan. Misschien helpt dat.'

'Hartstikke lief van je,' zegt Annabel. 'Dan gaan we maar.' Als ze de hoek om rijden, horen ze een jongen van school roe- pen. 'He, Lucas! Zonder Bjorn? Dat kan toch niet?' Erg genoeg wel, denkt Annabel. Als een zombie fietst ze naast Lucas door het centrum. Ze ziet steeds de gezichten van haar ouders voor zich. Ze is zo in gedachten dat ze niet oplet waar ze rijdt. Ineens knalt ze met haar voorwiel tegen de stoep- rand. Ze wankelt even en dan valt ze. Als ze rechtop gaat zit- ten, moet ze huilen. Het is ook zo erg! Wat zullen haar ouders zeggen?

Lucas hurkt naast haar. 'Ik ben toch bij je?' zegt hij. 'Je hoeft het niet alleen te doen.'

Annabel veegt haar tranen weg. Als Lucas er niet was, had ze echt niet meer geweten wat ze moest beginnen. Ze denkt aan de ouders van Clement. Die konden het ook niet aan. Later hoorde ze dat ze elke dag ruzie om Clement hadden. Toen het helemaal misging met hem, liep de spanning zo hoog op dat zijn ouders uit elkaar zijn gegaan. Stel je voor dat het met haar ouders ook zo gaat... Dat ze het niet aankunnen en gaan scheiden?