2
De trein staat nog niet stil of Annabel springt eruit en rent naar haar ouders, die op het perron staan te wachten. 'Heerlijk dat je er weer bent,' zegt haar moeder. Annabel heeft zich steeds flink gehouden, maar nu haar moe- der haar tegen zich aan drukt, moet ze huilen. 'Ik baal er zo van dat Kars zo ver weg is...'
'Meisje toch, dat went wel.' Haar moeder streelt haar gezicht. 'Je hebt nog geluk gehad.'
Dat klopt. Annabels ouders waren op vakantie in Spanje. Eigenlijk zouden ze haar drie weken geleden op de terugweg hebben opgepikt van Timboektoe, maar gelukkig mocht ze wat langer blijven.
Het was omdat Justin, Romeo en Stef ook langer mochten blijven, anders hadden haar ouders het nooit goedgevonden. 'Ik vind het maar niks,' zegt haar vader als ze door de sta- tionshal lopen. 'Wat moet je nou met een jongen in Frankrijk? Je bent nog veel te jong om op iemand te wachten.' 'Jij snapt ook niks, he?' zegt Annabel.
Haar vader wil ertegen ingaan, maar haar moeder geeft hem een teken dat hij zijn mond moet houden. 'Waar is Bjorn?' vraagt Annabel.
'We hebben je broer deze vakantie niet veel gezien,' ant- woordt haar moeder. 'Laat hem maar lekker genieten. Maan- dag moet hij weer naar school en dan houdt het lekkere le- ventje op.'
Voor het station neemt Annabel afscheid van de jongens. 'Tot maandag.' Ze balen allemaal dat school dan weer begint. 'Eerst nog een heerlijk weekend achter de Nederlandse chi- ca's aan,' zegt Romeo. Hij stapt lachend bij zijn vader in de auto.
Zodra Annabel thuis is, verdwijnt ze achter de computer en ze opent het msn-menu.
Gelukkig, denkt ze. Kars is online. Ik mis je, tikt ze in.
Die avond zitten Sharon en Annabel in De Papegaai. Ze vin- den het heerlijk om weer samen in hun stamkroeg te zijn. 'Vertel dan!' Annabel kan niet wachten. Sharon kijkt haar vriendin geheimzinnig aan. 'Hij is zo su- per... Hij is amazingl Maar...' Sharon aarzelt even voor ze verder gaat. 'Hij heeft ook een slechte kant: hij is jaloers.' Zal ze Annabel vertellen wat er gebeurde toen ze Mark uit haar klas tegenkwamen? Michael werd kwaad omdat ze zogenaamd te lang met Mark praatte.
Maar Annabel onderbreekt haar gedachten. 'Alle jongens zijn jaloers,' zegt ze. 'Ik vind het wel wat hebben.' Zie je wel, denkt Sharon, ik maak me druk om niks. Opge- lucht praat ze aan een stuk door over hoe geweldig Michael is en hoe goed hij kan zoenen.
'Zo,' zegt ze na een tijdje, 'nou weet je alles over ons.' 'Bijna alles,' zegt Annabel lachend. 'Ik weet dat jullie hebben gezoend. Maar eh... is er nog meer gebeurd?' 'Nee,' zegt Sharon. 'Dat wil ik nog niet.' 'En Michael?' vraagt Annabel.
De hele avond heeft Sharon haar best gedaan de ruzie met Michael te vergeten, maar nu ziet ze weer alles voor zich. In haar hoofd hoort ze Michael weer schreeuwen: 'Als ik niet aan je mag zitten, hoepel dan maar op!' Ze rilt als ze zijn boze blik voor zich ziet. Niet aan denken. Het stelde niks voor. Een stom ruzietje, dat hoeft Annabel echt niet te weten. 'Michael wil ook nog niet verder gaan.' Sharon probeert het zo overtuigend mogelijk te laten klinken, maar ze voelt haar wangen branden.