Een nieuwe weg

Was het een kwestie van geluk dat ik bij Amara mijn toevlucht vond? Of sprak er goddelijke Voorzienigheid uit dat ik nu juist degene aan mijn zijde had die me kon bijstaan om meer te weten en te leren hoe je echt kunt helpen?

Ik greep de kans met beide handen aan toen Amara na Joshua's eerste verjaardag zei: 'Wij tweeën hebben de laatste twaalf maanden veel over deze vreemde ziekte geleerd. Deze nieuwe taak doet je goed en je helpt je zoon er ook mee. Ik heb er lang over nagedacht en doe je vandaag een voorstel. Wil je mijn leerling worden en alles leren wat ik weet? Over geneeskrachtige kruiden, waar je ze kunt vinden, wanneer je ze moet plukken, welke delen ik gebruik, hoe ik ze bereid en hoe ik ze toepas?'

Ik kon me er met eigen ogen van overtuigen dat Amara's werk Joshua hielp. Als ik van haar alles zou leren zou ik mijn jongen ter zijde kunnen staan. Dat was mijn eerste gedachte toen ik haar vol blijdschap omarmde. Maar er was ook sprake van een gevoel van bewondering dat ik voor Amara had. Vroeger had ik Bisi benijd om haar vermogens - die vergeleken met Amara veel bescheidener waren. Door het voorstel van de genezeres werd de cirkel gesloten die al in mijn jeugd begonnen was.

Met mijn antwoord begon mijn nieuwe weg. Ik besloot datgene te worden wat Amara als haar beroep aangeeft - herbalist. Op de boerderij had ik mij voor het eerst en met groot enthousiasme met planten beziggehouden. Maar in Lagos was het echt een probleem om telkens aan verse kruiden te komen. We moesten met Amara's bestelauto hele einden rijden om de plekken te vinden waar de geneeskrachtige kruiden groeiden waaruit het medicijn vers werd bereid.

Daarom stelde ik op een dag voor de zaak grondig aan te pakken. Achter het meisjeshuis, waar Joshua en ik woonden, hield Amara kippen, een paar geiten en twee varkens.

'Waarom leggen we daar niet een kruidentuin aan? Dat bespaart ons lange ritten' vroeg ik haar toen we op een avond weer uitgeput van een van onze tochten terugkwamen.

'Het kan lang duren voorde planten groot genoeg zijn,' was Amara's antwoord. Maar ze zag in dat we het medicijn nog lang zouden gebruiken. Nog heel lang. Dus waren we het er snel over eens, brachten de dieren bij onze buren onder en braken de eenvoudige stallen af.

Toen Josh één werd had mijn moeder Amara en mij verteld dat zij, Ada en Bisi in de harem verantwoordelijk waren voor de verzorging van de baby's. Sinds enige tijd hadden ze daar dezelfde problemen als Joshua. De kinderen die mijn moeder waren toevertrouwd stierven onder haar handen. De meesten haalden niet eens hun eerste verjaardag. Er waren er maar weinig die van nature zoveel energie op hun levensweg hadden gekregen dat ze erdoorheen kwamen.

Door mijn lot en dat van Joshua wist mijn moeder de signalen op de juiste manier uit te leggen: 'Is het niet vreselijk?' vroeg ze toen wij na het verjaardagsfeestje nog wat bij elkaar zaten. 'We hebben hoge muren, wachters voor de deuren en tralies voor de ramen. En dat helpt allemaal niets! Onze kinderen wordt het leven ontnomen. Als je vader dat nog had meegemaakt...'

'Denk je echt dat papa aan een longontsteking is overleden, mama? Kan het niet datgene zijn geweest wat ik al eerder vermoedde?'

'Nee, mijn kind. Iemand anders heeft die ziekte de harem binnengebracht.'

Ik zweeg. Waarom zou ik mijn moeder nog ongeruster maken? Ik kon immers niet verklaren hoe mijn vader besmet was geraakt. Ik durfde het seksleven van de charismatische papa David niet te analyseren. Bovendien was mijn aandacht vooral gericht op de zorgen waarmee ikzelf kampte en waarmee mijn moeder, Ada en Bisi dag in dag uit te maken hadden: de dood van de baby's. En er kwamen telkens nieuwe besmette baby's ter wereld.

'We moeten de kinderen in de harem net zo goed helpen als Joshua!' zei ik de ochtend daarop tegen mijn moeder en Amara terwijl mijn zoontje aan onze voeten speelde.

'Maar kind, dat is veel te gevaarlijk!' sprak mijn moeder me tegen. 'Felix heeft het zoeken naar je dan wel opgegeven, maar zodra hij merkt dat wij contact hebben, wordt zijn wantrouwen weer gewekt.'

Amara was het met haar eens: 'Wat je moeder zegt, is terecht. Je moet nu aan jezelf en aan je jongetje denken.'

Ik wond me op: 'Ik zeg toch niet dat ik Felix het medicijn voor de zieke kinderen hoogstpersoonlijk wil overhandigen! Maar wij hebben de middelen om anderen te helpen en dus moeten we het ook doen. Die baby's kunnen er immers niets aan doen.'

'Dat is mijn dochter ten voeten uit,' glimlachte mijn moeder. 'Zo ken ik je. Jij denkt altijd aan anderen.'

'Dat moet jij nodig zeggen, mama! Wie heeft er altijd zijn eigen behoeften ondergeschikt gemaakt aan die van anderen?'

'De muren van de harem zijn toch niet zo hoog, Lisa, dat mijn meisjes er niet iedere ochtend een pakje met vers bereide medicijnen overheen kunnen gooien?' zei Amara.

'En wie zal jullie werk betalen?' vroeg mijn moeder zakelijk.

'Felix!' De genezeres grijnsde ondeugend. 'Dat is altijd het geheim van mijn werk geweest, Lisa. Eerst moet je investeren en later komt alles weer terug. Hoe graag ik ook goeddoe, ik let er wel altijd op dat het ook loont. De tijd zal komen dat Felix elke hulp aan zal nemen, om het even waar die vandaan komt. En dan zal hij bereid zijn daarvoor iedere prijs te betalen.'

De volgende maanden veranderde Amara's keuken in een echt kruidenlaboratorium, waar uitsluitend verse medicijnen werden bereid. Alle bewoonsters van de compound werden aan het werk gezet en mijn medezusters hielpen ijverig mee. De kleine Joshua was voor hen stimulans genoeg. Onze hele dagindeling stemden we op de productie af. Al voor de zon opging werden de kruiden geplukt en direct tot medicijn verwerkt. Een van de meisjes die bij Amara eigenlijk tot dienstmeisje werden opgeleid, bracht het medicijn kort voor het aanbreken van de dag naar de harem en gooide het tegenover het huis van mijn moeder over de muur. Vanaf de trap, de 'uitkijk' van onze jeugd, werd de hele onderneming geobserveerd. Op dezelfde manier bereikte ons nieuws uit de harem. Een om een steen gewikkeld briefje bevatte de therapie- wensen van dat moment. Toch waren wij steeds op onze hoede en gingen wij uiterst voorzichtig te werk. In de harem waren er te veel nieuwsgierige ogen en oren die snel een einde aan onze onderneming hadden kunnen maken.

In de directe omgeving van Amara verspreidde het nieuws van de nieuwe geneeskunst zich snel. We kregen telkens nieuwe patiënten, ook volwassenen. Ik was zo druk bezig dat ik mijn eigen ziekte helemaal vergat. Het was weer zoals in de beste jaren op de boerderij: ik had een taak - anderen helpen.

Toch leefde ik ditmaal met een onaangename beperking. Uit angst voor Felix verliet ik Amara's terrein overdag nooit. Ik concentreerde me op de bereiding van het medicijn in de keuken. Daarbij kon ik Joshua steeds in het oog houden. Onze meisjes hadden de jongen zo in hun hart gesloten dat ze telkens op hem pasten als ik ingewikkelde karweitjes te doen had. Ze verwenden Josh verschrikkelijk, zodat het me er soms aan deed denken hoe ikzelf in mijn jeugd in de harem verwend was. Ze vertroetelde hem gewoon heel erg. Ik geef toe dat ik hen liet begaan. Wat streng zijn betreft, ben ik geen goede moeder voor de jongen. Ik word gekweld door angst dat wij niet genoeg tijd op aarde met elkaar zullen hebben.

Amara's vermoeden was juist gebleken. De ziekte breidde zich in de harem zo snel uit dat Felix zijn ogen er niet langer voor kon sluiten. Hij zag in dat hij hulp nodig had, maar westerse medicijnen waren voor zoveel mensen niet te betalen. Op een dag verklapte een van zijn queens het geheim waarmee de baby's gered werden, een kruidengeneesmiddel waarvan niemand achter de haremmuren wist waar het vandaan kwam. Amara was te verstandig om ten volle te genieten van haar triomf en te voorzichtig om mij in gevaar te brengen. Ze kon uiteindelijk tegen betaling aan de harem gaan leveren, zonder dat Felix achter het verband tussen haar en mij kwam.

Het werk slokte ons helemaal op. 'Je staat je alleen nog maar in de keuken uit te sloven,' zei Amara een paar weken later tegen mij. 'En ik kom er helemaal niet meer toe om me bezig te houden met je opleiding.'

'Maar ik leer toch heel veel!' protesteerde ik.

'Er valt nog zoveel meer te leren,' zei ze. 'Ik heb eens nagedacht. Hoe meer wij met de harem te maken krijgen, des te riskanter het voor je wordt. Daarom wil ik je een voorstel doen.' Toen vertelde ze mij over wijze vrouwen die zich teruggetrokken hadden uit de stad en opvolgers zochten die zij in hun geheimen konden inwijden. En over jonge vrouwen die bereid waren de oude kennis van de voorouders te leren en de samenhangen tussen zielen en geesten, doden, ongeborenen en levenden te ervaren. 'De opleiding duurt drie jaar. Maar je mag in die tijd met niemand contact hebben, behalve met je leraressen.'

'En hoe staat het met Joshua? Ik kan niet zonder hem!'

'Daar heb ik het met mijn vriendinnen ook over gehad. Ik heb hun gezegd wat er met Joshua aan de hand is en dat jullie beiden niet gescheiden mogen worden. Zij zeiden met nadruk dat geen enkel mannelijk wezen hun groep mag betreden.' Op Amara's gezicht verscheen ineens een lachje. 'Het zijn wijze vrouwen. Ze weten dat een kind van bijna twee geen geheimen zal verraden. Zelfs niet als het een jongen is...'

'Ik zal erover nadenken,' was het enige wat ik in mijn verwarring zei. Ik kon onmogelijk ter plekke een besluit nemen, zo plotseling kwam Amara's voorstel toen voor mij. Aan de ene kant was dit een unieke kans die ik eigenlijk niet kon afslaan - vooral omdat de wijze vrouwen mij toestonden Joshua mee te nemen, die ik boven alles liefhad. Aan de andere kant zou ik alweer voor lange tijd weggaan bij mensen die mij dierbaar waren geworden. Ik had bij Amara een nieuw thuis gevonden en voelde me daar geborgen. Dat alles moest ik nu achterlaten. En mama, stel dat haar wat overkwam?

De beslissing was niet gemakkelijk voor me, maar uiteindelijk overtuigde ik mezelf ervan dat ik een taak had. Ik wilde zoveel mensen en vooral kinderen helpen de verschrikkelijke ziekte te overwinnen. En als ik bij de wijze vrouwen meer kon leren over geneeskrachtige kruiden en de werking daarvan, dan had iedereen daar baat bij.

De genezeres bracht ons beiden al snel daarop naar een plaats ver van Lagos, naar mijn leraressen. Samen met mijn zoon bleef ik daar drie jaar, waarin ik dingen te weten kwam waar ik niet vrijuit over kan praten. Deze gelofte te zullen zwijgen kan ik alleen verbreken tegenover iemand die zelfde initiatie van de school van mijn leraressen heeft doorstaan, of die zich door mij wil laten opleiden.