4

'Wat  moet ik nou?' vraagt Floor met een piepstem aan Wout.

Zijn lichtblauwe ogen kijken haar aan. 'Kom eerst maar eens tot jezelf. Neem een douche, ga lekker zitten lezen, bel pap en mam dat je vannacht hier blijft. We gaan samen ergens wat eten en praten dan verder. Ik heb college, Floortje, ik ben al te laat...' Hij staat op en stopt een paar boeken in een tas. 'Vanavond of morgen, als je kalmer bent, zie je alles anders. Ik moet weg. Sorry.' Wout legt zijn handen op haar schouders en geeft een kus op haar voorhoofd.

Floor lacht door haar tranen heen. Liever wil zezijn armen nog even om zich heen voelen.

Alleen blijft ze achter. Ze heeft aan één stuk tegen Wout zitten praten, het hele verhaal heeft ze eruit gegooid. Moe is ze nu, uitgeput bijna. Maar ook een beetje opgelucht.

'Hij heeft me altijd geholpen, hij zal me nu ook helpen,' zegt ze hardop.

Er komt geen antwoord. De tafel, de studieboeken, de pennen en markers die erop liggen, de vuile koffiekopjes, de stapel computerspellen in de vensterbank, de kranten op de vloer en de stoel waarop hij net zat, alles blijft stil.

Tot jezelf komen. Dat is gemakkelijk gezegd. Wie ben ik? En waar ben ik?

Floor kijkt om zich heen. Ze is hier pas twee keer eerder geweest, al woont hij er al een halfjaar. De eerste keer was Wout bezig de kamer bewoonbaar te maken, toen heeft ze hem geholpen met verven. De tweede keer was met zijn verjaardag. Toen waren er een paar vrienden, onbekenden tussen wie Wout ook een vreemde leek. Maar nu kan ze op haar gemak rondsnuffelen, hem terughalen door zijn sfeer in te ademen. Ze pakt zijn spullen een voor een op en zet ze weer neer. Met moeite onderdrukt ze de neiging op te ruimen. Zelf is ze veel netter, zelfs zo erg dat ze soms niet goed wordt van haar eigen ordelijkheid. Dan zou ze losser, makkelijker, gezelliger willen zijn. Spottend noemde Wout haar soms Floortje Flodder! Haar vader is nog erger. Alles gebeurt op de juiste plek en op de juiste tijd. Hij regelt zijn leven met zijn agenda, ook het contact met zijn dochter! Dan vraagt hij: 'Floor, kom je vanavond even boven? Negen uur, schikt dat?'

Nee, dan Wout...

Bij de wasbak vult ze een glas water en neemt een slok. Het is niet anders, Wout komt straks pas terug. Toch lijken Wouts spullen iets uit te stralen. Ze wordt er rustiger van.

Het is stil in huis. Is iedereen weg? Douchen is een goed idee. Ze doet de enige kast die er is open op zoek naar een handdoek. Een stapel boeken valt naar voren en neemt cd-doosjes, een oranje map en een paar onderbroeken mee. Ze propt alles terug.

Alleen gekleed in T-shirt en onderbroek gaat ze op zoek naar de douche. Welke deur moet ze hebben? Deze? Dat is de wc, dat is waar ook. Ze gluurt naar binnen bij een halfgeopende deur, maar dat is de kamer van een van de studenten. De trap op of de trap af? Eerst maar een verdieping lager zoeken. Stom, ze had het Wout moeten vragen.

'Zoek je iets?'

Floor schrikt, ze heeft hem niet gehoord. De jongen die daarstraks open heeft gedaan, staat voor haar. Zijn ogen glijden langs haar lichaam naar haar blote benen. Daarna flitsen ze even terug naar haar gezicht, om vervolgens op de hoogte van haar borsten te blijven steken. Ze bibbert, voelt zich naakt. Misschien is ze alleen met hem in huis!

'Ja... eh... de douche.'

Hij wijst zonder met zijn ogen ook die kant op te kijken. 'Twee hoger, eerste deur rechts.'

Ze trekt aan de rug van haar T-shirt.

'Als je zin hebt, kom je dan straks koffie bij me drinken?' roept hij haar na.

Snel doucht ze. Zo meteen komt ze nog meer van die knullen tegen. De rest van de middag verstopt ze zich op Wouts kamer, weinig op haar gemak. Ze kruipt met een boek in zijn bed, waar ze haar neus diep in zijn dekbed steekt.