HOOFDSTUK 51

Jack,” zei Graham Turner verbaasd, “wat doe je hier, zo snel al weer? Het duurt nog wel een paar dagen voordat we de resultaten van de forensische afdeling hebben en ik beloof je dat we contact met je opnemen zodra we iets weten.”

De tijd had al vat gekregen op Donal’s lichaam en had het niet gespaard. Hij moest nog officieel worden geïdentificeerd, hoewel Jack en zijn familie in hun hart al wisten dat het Donal was. Er waren verse en verwelkte bloemen gevonden op de plek die Alan het afgelopen jaar elke week had bezocht. Hij had het ware verhaal de vorige avond aan de politie verteld, maar geweigerd de namen van de bende te geven. De komende paar maanden zou hij terechtstaan, en Jack was blij dat zijn moeder er niet meer was om te zien dat de man die zij deels had opgevoed zijn aandeel in de schuld voor de moord op haar zoon zou bekennen.

Nadat hij de gebeurtenissen van de vorige avond met zijn familie had besproken, was het al vroeg in de ochtend voordat Jack in Foynes terugkeerde. Het stadje was nog steeds aan het feesten, ver na de normale openingstijden. Hij negeerde het geluid van de muziek en het gezang en ging naar de slaapkamer waar Gloria in bed lag te slapen. Hij ging naast haar op het bed zitten en keek naar haar. Haar lange zwarte wimpers rustten op haar roze wangen. Haar mond was ietsje geopend, op het zachte geluid van haar ademhaling bewoog haar borst lichtjes op en neer. Dat hypnotische geluid en die aanblik zorgden ervoor dat hij nu deed wat hij een jaar niet had gedaan. Hij legde een hand op haar schouder en maakte haar voorzichtig wakker, om haar eindelijk in zijn wereld uit te nodigen. Toen ze de rest van de nacht over het afgelopen jaar hadden gepraat, en over wat hij de afgelopen week allemaal had ontdekt, was hij eindelijk moe en viel samen met haar in slaap.

“Ik ben hier niet vanwege Donal,” legde Jack uit, terwijl hij ging zitten. “We moeten Sandy Shortt vinden.”

“Jack.” Graham wreef vermoeid in zijn ogen. Zijn bureau en de omliggende bureaus waren bedekt met papieren en overal om hem heen gingen telefoons. “Dit hebben we al besproken.”

“Niet gedetailleerd genoeg. Luister nu eens naar me. Misschien heeft Sandy wel contact opgenomen met Alan en is hij in paniek geraakt. Je weet het nooit. Misschien hadden ze een afspraak en werd hij bang dat ze te dicht bij de waarheid zou komen en heeft hij iets gedaan. Ik weet niet wat. Ik bedoel niet eens moord. Ik weet dat Alan daar niet toe in staat is, maar,” hij zweeg even, “eigenlijk,” zijn pupillen verwijdden zich van woede, “misschien heeft hij dat wel gedaan, misschien is hij wanhopig geworden en…”

“Hij heeft haar niet vermoord,” onderbrak Graham hem. “Dat heb ik telkens weer met hem besproken. Hij weet niets over haar, had nog nooit van haar gehoord. Hij had geen idee waar ik het over had. Hij wist alleen wat jij hem had verteld: dat een of andere vrouw je meehielp met zoeken naar Donal. Dat is alles.” Hij keek Jack in de ogen en de klank van zijn stem verzachtte iets. “Alsjeblieft, Jack, geef het op.”

“Het opgeven? Dat zei iedereen ook tegen me toen ik Donal zocht.”

Graham schoof ongemakkelijk heen en weer in zijn stoel.

“Alan was Donal’s beste vriend en hij heeft een jaar gelogen over wat er met hem is gebeurd. Hij zit al genoeg in de problemen—denk je echt dat hij ons gaat vertellen over wat hij misschien wel met een vrouw heeft gedaan om wie hij niets geeft? Had ik niet gelijk met Alan?” Jack verhief zijn stem.

Graham was een heel lange tijd stil, en hij beet op een al ver afgebeten nagel terwijl hij een beslissing nam. “Oké, oké.” Hij sloot zijn vermoeide ogen en concentreerde zich. “We zullen de plek onderzoeken waar haar auto is achtergelaten.”