Hoofdstuk 12

 

Om acht uur de volgende ochtend zocht Morro opnieuw contact met de in angstige spanning maar tegelijkertijd — want zo morbide is de mens dat hij geniet van de rampspoed die een ander overkomt — in geboeide nieuwsgierigheid verkerende wereld. Zijn boodschap was, zoals men inmiddels van hem gewend was geraakt, kort en bondig. Hij zei: 'Mijn ontmoeting met de President en zijn ministers zal plaatsvinden om elf uur vannacht. Ik sta er echter op dat hij, met zijn gevolg, vanavond om zes uur in Los Angeles is — of, als het vliegveld van Los Angeles buiten dienst is geraakt, in San Francisco. Ik kan en wil nog geen verdere details verstrekken over de plaats van samenkomst. Tegen het einde van de middag zal ik nader nieuws verschaffen omtrent de manier van reizen. Ik vertrouw erop dat de bewoners van lager gelegen delen van Los Angeles, de kustgebieden ten noorden daarvan tot Point Arguello en ten zuiden ervan tot de Mexicaanse grens inmiddels zijn geëvacueerd. Als dit niet het geval is, wijs ik alle verantwoordelijkheid voor eventuele slachtoffers van de hand. Zoals beloofd zal ik mijn atoombom over twee uur laten ontploffen.'

 

 

Sassoon had zich in zijn kantoor opgesloten met brigadegeneraal Culver van de paratroepen. Ver beneden hen was het doodstil in de verlaten straten. De lager gelegen delen van de stad waren inderdaad geëvacueerd, grotendeels dank zij Culver en de meer dan tweeduizend soldaten en leden van de Nationale Garde onder zijn bevel, die te hulp waren gekomen om de hopeloos overwerkte politiemacht van de stad bij te staan in het herstellen van de orde. Culver was een meedogenloos efficiënt man en had niet geaarzeld een bataljon tanks in te zetten, een maatregel die een bijzonder ontnuchterend effect had op de burgers, die tot dan toe de indruk hadden gewekt meer uit te zijn op zelfvernietiging dan op zelfbehoud. De tanks werden geleid door een hele vloot van politie-, kustwacht- en legerhelikopters, die de grootste knelpunten snel hadden opgespoord. De verlaten straten waren bezaaid met auto's, waarvan vele eruit zagen alsof zij betrokken waren geweest bij zware botsingen, iets waaraan de tanks volstrekt onschuldig waren, omdat de burgers dat helemaal alleen hadden opgeknapt. De evacuatie was tegen middernacht voltooid, maar de brandweerwagens, ambulances en politiewagens waren allang voor die tijd actief geworden. De vuren, geen van alle ernstig, waren geblust, de gewonden waren naar het ziekenhuis vervoerd en de politie had een recordaantal arrestaties verricht: grote aantallen zwervers en straatrovers hadden alle gevoel voor veiligheid overboord gezet, toen zij zich plotseling geconfronteerd zagen met zo'n weergaloze kans op plunderen en zij waren nog naar hartelust bezig, toen zij werden gestoord door politiemannen met getrokken wapens, wier belangstelling voor hun activiteiten nauwelijks vriendelijk genoemd kon worden. Sassoon zette de televisie af en vroeg aan Culver: 'Wat vindt u daarvan?' 'Je moet bewondering hebben voor 's mans kolossale arrogantie.' 'Overmoed.' 'Zoals u wilt. Het is logisch dat hij zijn ontmoeting met de President onder dekking van de duisternis wil laten verlopen. En het is duidelijk dat die "manier van reizen", zoals hij dat noemt, samenhangt met het arriveren van het toestel. Hij wil er zeker van zijn dat de President is aangekomen, voordat hij verdere instructies geeft.' 'Wat inhoudt dat hij zowel op het vliegveld van Los Angeles als op dat van San Francisco een waarnemer moet hebben geplaatst. Maar goed, hij heeft drie aparte telefoons met aparte nummers in het Adlerheim en die hebben we alle drie afgetapt.' 'Ze zouden ook per korte golf berichten kunnen uitwisselen.' 'Daar hebben we ook aan gedacht, maar Morro is ervan overtuigd dat we er geen idee van hebben waar hij zit. En waarom zou hij zich het dan moeilijk maken met onnodige voorzorgsmaatregelen? Ryder heeft gelijk: Morro's geloof in zijn eigen onfeilbaarheid gaat zijn ondergang worden.' Sassoon zweeg. 'Hopen we.' 'Die Ryder. Wat is dat voor een figuur?' 'Dat zult u wel zien. Ik verwacht hem binnen het uur. Op het ogenblik is hij in de schietgalerij van de politie om te oefenen met wat mooi Russisch speelgoed dat hij heeft buitgemaakt op onze tegenstanders. Een type. En verwacht maar niet dat hij u met "meneer" zal aanspreken.'

 

 

Om halfnegen die ochtend werd in een speciaal nieuwsbulletin aangekondigd dat James Muldoon, de minister van Financiën, in de vroege ochtenduren een instorting had gehad en onmiddellijk behandeld moest worden wegens een dreigende hartverlamming. Als hij niet in het ziekenhuis had gelegen en de hartmachine niet aan zijn bed had gestaan, zou hij het waarschijnlijk niet overleefd hebben. Zijn toestand was inmiddels niet meer kritiek, zo vervolgde het bericht, en hij had gezworen de reis naar de westkust te maken, al moest hij op een draagbaar in het presidentiële vliegtuig gedragen worden.

 

 

Culver zei: 'Dat ziet er slecht uit.' 'Nietwaar? Maar maak je niet ongerust. Hij heeft de hele nacht goed geslapen. We willen Morro er alleen maar van overtuigen dat hij te maken heeft met iemand die in een zeer kritieke gezondheidstoestand verkeert, iemand die behandeld moet worden met alle consideratie die mogelijk is. En bovendien verschaft ons dat natuurlijk een prima excuus om twee extra mensen met de presidentiële delegatie mee te sturen: een arts en een staatssecretaris die bij een eventueel overlijden van Muldoon in het Adlerheim de onderhandelingen kan overnemen.'

 

 

Om negen uur steeg een straalvliegtuig van de luchtmacht op van het vliegveld van Los Angeles. Het bevatte slechts negen passagiers, allen afkomstig uit Hollywood en allen specialisten in hun geheimzinnige handwerk. Ieder van hen had een koffer bij zich. Er was tevens een houten kistje aan boord gebracht. Precies een halfuur later landde het toestel in Las Vegas. Om enkele minuten voor tien liet Morro zijn gasten naar zijn speciale televisiekamer komen. Alle gijzelaars hadden hun eigen toestel, maar dat van Morro was iets bijzonders. Met behulp van relatief simpele methoden kon hij een televisiebeeld ontvangen dat viermaal zo groot was als dat van een normaal toestel: ongeveer één meter tachtig bij één meter dertig. Het was niet duidelijk waarom hij hen had uitgenodigd. Als hij niet bezig was mensen te martelen — of beter gezegd, mensen te laten martelen — kon hij heel hoffelijk zijn. Misschien wilde hij alleen maar hun gezichten zien. Misschien wilde hij zich verlustigen in zijn geweldige succes en zijn gevoel van grenzeloze macht; de aanwezigheid van publiek zou zijn genoegen dan zeker verhogen. Maar dit was eigenlijk niet zo waarschijnlijk, omdat Morro niet het soort mens scheen te zijn dat zich met dit soort gevoelens inliet. Maar wat de reden ook geweest moge zijn, niemand van de gijzelaars sloeg de uitnodiging af. Bij rampspoed, ook al lijkt die ver weg, geeft het altijd een veilig gevoel niet alleen te zijn. Men overdreef waarschijnlijk niet, als men stelde dat iedere inwoner van de Verenigde Staten, met uitzondering van de mensen die nodig waren voor de meest essentiële dienstverlening, aan zijn televisietoestel was gekluisterd en dat allen naar hetzelfde programma keken: over de hele wereld moet het aantal kijkers en luisteraars dicht tegen het miljard gelegen hebben. De verscheidene televisiemaatschappijen die de gebeurtenis verfilmden, namen uiteraard geen risico's. Normaal gesproken worden gebeurtenissen van enige omvang, van Grand Prix-wedstrijden tot uitbarstende vulkanen, vanuit helikopters gefilmd, maar in dit geval had men te maken met iets volkomen onbekends. Niemand had ook maar het flauwste idee van de omvang die explosie en straling zouden gaan aannemen en de maatschappijen hadden besloten geen helikopters te gebruiken, een beslissing die op meer dan één manier goed uitkwam, omdat de cameraploegen sowieso geweigerd zouden hebben mee te vliegen. Alle maatschappijen hadden hun keuze laten vallen op hetzelfde soort positie voor hun camera's — boven op het dak van hoge gebouwen en op veilige afstand van de kust: de mensen in het Adlerheim zagen de wazige contouren van de lagere gebouwen van de stad onder aan hun scherm. Als de kernbom inderdaad op de door Morro aangewezen plaats lag — tussen de eilanden Santa Cruz en Santa Catalina — dan bevond hij zich om minstens vijftig kilometer afstand van de camera's, maar daar zouden de telescopische zoomlenzen geen moeite mee hebben. Op dit moment waren de zoomlenzen volledig uitgedraaid, hetgeen de reden was voor de wazige lijn van het stadssilhouet. Het was een heldere zomerse dag met een wolkeloze hemel. Deze omstandigheid maakte de explosie die de kijkers binnen afzienbare tijd zouden gadeslaan nog veel macaberder, iets dat Morro uitsluitend met vreugde zou kunnen vervullen, omdat het schouwspel daardoor veel harder op de kijkers af zou komen: een betrokken lucht, laaghangende bewolking, striemende regen, mist of ieder ander somber weertype zou veel meer gepast hebben bij de ernst van de situatie — en daardoor het effect van de explosie verminderen. Er was maar één gunstig aspect aan het weer. Voor de tijd van het jaar zou het normaal zijn geweest als de wind westelijk en dus aanlandig zou zijn geweest: vanwege een zwaar hogedrukfront was de wind op die dag echter noord-noordoost en in die richting was Antarctica de dichtstbijzijnde landmassa van betekenis. 'Let op de secondewijzer van de muurklok,' zei Morro. 'Die loopt volkomen gelijk met het ontstekingsmechanisme. Zoals u ziet, zijn er nog twintig seconden te gaan.' De duur van een bepaalde spanne tijds is volkomen relatief. Twintig seconden kunnen een fractie lijken in de ogen van iemand in extase; zij kunnen een eeuwigheid duren voor iemand op een pijnbank. De kijkers in het Adlerheim lagen niet op een fysieke pijnbank, maar op een emotionele en aan de twintig seconden leek geen einde te komen. Hun gedrag was precies gelijk: iedereen liet zijn blik op en neer gaan tussen de klok en het televisiescherm, minstens eenmaal per seconde. De secondewijzer kwam op twaalf en er gebeurde niets. Een seconde ging voorbij, nog een en nog een. Er gebeurde nog steeds niets. Alsof zij allen hetzelfde bevel hadden gekregen, keek iedereen naar Morro, die er volkomen ontspannen en onbezorgd bijzat. Hij glimlachte tegen hen. 'U moet vertrouwen hebben. De bom ligt diep en u vergeet dat de aarde rond is.' Hun ogen gingen weer naar het scherm en toen zagen zij het. Aanvankelijk was het niet meer dan een kleine zwelling op de verre lijn van de horizon, maar een zwelling die bij het verstrijken van iedere seconde met een angstaanjagende snelheid groeide en toenam. Er was geen verblindende flits van wit licht, er was totaal geen sprake van een lichtflits, van welke kleur dan ook, all«en die monsterachtige berg van water en waterdamp, die opsteeg en zich uitbreidde, opsteeg en zich uitbreidde, totdat hij het hele scherm vulde. Hij leek totaal niet op de paddenstoelvormige wolk die zich normaal gesproken bij een atoomexplosie voordoet, maar had daarentegen de vorm van een gigantische waaier, veel dikker in het midden dan aan de kanten en uitgeklapt, zodat de onderkanten ervan vrijwel parallel liepen met het zeeoppervlak. De wolk zou er van boven als een reusachtige paraplu hebben uitgezien, maar van de zijkant gezien leek hij nog steeds op een gigantische, volledig opengeklapte waaier, het dikst in het midden, waarschijnlijk omdat dat punt het dichtst bij het centrum van de explosie lag. Plotseling kromp de reusachtige waaier, die al veel groter was geworden dan het televisiebeeld, totdat hij nog maar de helft van zijn oorspronkelijke omvang leek te hebben. De beverige en geschokte stem van een vrouw zei: 'Wat is ermee gebeurd?' 'Er is niets mee gebeurd.' Morro maakte een rustige en tevreden indruk. 'Het zit hem in de camera. De cameraman heeft zijn zoomlens ingedraaid om de hele fontein in beeld te kunnen krijgen.' De commentator, die al die tijd in een vrijwel onsamenhangend betoog had proberen te vertellen wat iedereen met eigen ogen had kunnen waarnemen, brabbelde nog steeds door. 'Hij moet inmiddels al tweeëneenhalfduizend meter hoog zijn. Nee, meer. Eerder drie. Stel je voor, stel je toch eens voor! Drie kilometer hoog en zes kilometer breed aan de basis. Mijn goeie God, houdt dat ding nooit op met groeien?' 'Ik geloof dat dit vraagt om een felicitatie, professor Aachen,' zei Morro. 'Uw kleine contraptie schijnt het uitstekend gedaan te hebben.' Aachen keek hem even aan. In zijn ogen lag een blik van machteloze woede. Het kan lang duren voordat een geknapte geest is hersteld. Gedurende ongeveer een halve minuut zweeg de commentator. Dat kwam niet, omdat hij op dat moment zijn plicht verzaakte: waarschijnlijk was hij zo onder de indruk dat woorden hem te kort schoten om zijn gevoelens te beschrijven. Het gebeurde niet vaak dat een commentator de gelegenheid kreeg een dergelijk angstaanjagend schouwspel te becommentariëren of, beter gezegd, die gelegenheid had zich nog nooit voorgedaan. Na een tijdje ontwaakte hij uit zijn verdwazing. 'Mogen we de camera weer op volle zoom hebben?' Alleen de voet van de waaier bleef nog in beeld. Over het oceaanoppervlak kwam een kleine rimpel traag landinwaarts gerold. De commentator zei: 'Ik veronderstel dat dat de vloedgolf is.' In zijn stem klonk enige teleurstelling; het was duidelijk dat hij meer had verwacht van het product van de titanische explosie die hij zo juist had gezien. 'Niet groot voor een vloedgolf, zou je zeggen.' 'Domme jongen,' zei Morro bedroefd. 'Die golf beweegt zich op het ogenblik voort met een snelheid van waarschijnlijk zo'n zeshonderd kilometer per uur. Die snelheid zal onmiddellijk afnemen, zodra hij ondiep water bereikt, maar de hoogte ervan zal omgekeerd evenredig toenemen. Ik vrees dat de arme jongen straks wel anders zal praten.' Ongeveer tweeëneenhalve minuut na de explosie werd de kamer overspoeld door een donderend geraas dat, zo leek het wel, het televisietoestel uiteen dreigde te doen vallen. Het geraas hield ongeveer twee seconden aan, waarna het plotseling tot een aanvaardbaar niveau werd teruggebracht. Een nieuwe stem deed zich horen. 'Neemt u ons vooral niet kwalijk, mensen. We konden niet op tijd bij de volumeknop komen. Jééé-zus. Zo'n oorverdovend kabaal hadden we niet verwacht van een explosie zo diep onder water.' 'Dwaas.' Genereus als altijd had Morro nieuwe verfrissingen laten aanrukken en hij nam nu voorzichtig een slokje van zijn Glenfiddich. Burnett nam een grote slok van de zijne. 'Mijn God, wat een lawaai.' De commentator was weer in de ether. Na die woorden zweeg hij weer een tijdje, terwijl de camera, nog steeds met volledig uitgedraaide zoemlens de aanstormende vloedgolf in beeld hield. 'Ik geloof niet dat we hier blij mee moeten zijn. Die golf mag dan niet zo groot zijn, maar ik heb nog nooit iets zo snel zien bewegen. Ik vraag me af — ' De kijkers zouden nooit te weten komen wat hij zich afvroeg. Hij brak af in een ongearticuleerde schreeuw, een vallend geluid was hoorbaar en plotseling werd de vloedgolf op het scherm vervangen door een lege, blauwe hemel. 'De schokgolf van de explosie heeft hem bereikt. Ik veronderstel dat ik hen had moeten waarschuwen.' Als er bij Morro al sprake was van berouw wist hij dat goed te verbergen. 'Zo erg is het trouwens ook weer niet geweest, want anders zou de camera niet meer functioneren.' Morro had, zoals zo vaak, gelijk. De commentator was enige seconden later weer in de ether, maar het was duidelijk dat hij zo geschokt was dat hij dat had vergeten. 'Jezus Christus! Godverdomme, m'n kop!' Daarop volgde een pauze met veel gekreun en gesnuif. 'Neemt u me niet kwalijk, beste kijkers. Verzachtende omstandigheden moet u maar denken. Nu weet u ook meteen wat het is om door een sneltrein overreden te worden. Als u mij het grapje vergeeft: ik zou wel weten wat voor vak ik morgen zou willen uitoefenen. Glazenmaker. Er moeten minstens een miljoen ruiten gebroken zijn in de stad. Even kijken of de camera nog werkt.' Die werkte nog. Toen de camera weer in de juiste stand werd gebracht, nam de oceaan weer langzaam de plaats in van de lucht. De cameraman had de zoomlens weer ingedraaid, want de waaier was opnieuw in beeld. Deze was niet meer groter geworden en scheen op het punt te staan om in elkaar te storten: de uiteinden werden rafelig en hij begon zijn vorm te verliezen. Een dunne grijze wolk van ongeveer drie kilometer hoog dreef langzaam weg. 'Ik geloof dat hij weer terug gaat vallen in de oceaan. Ziet u die wolk links op uw scherm wegdrijven — in zuidelijke richting? Dat kan geen water zijn. Ik vraag me af of het een radioactieve wolk is.' 'Radioactief is-ie,' zei Morro. 'Maar het grijze dat in de lucht blijft hangen is waterdamp.' Burnett zei: 'En je weet verdomd goed dat die wolk dodelijk is, vervloekte smeerlap.' 'Een ongelukkig nevenverschijnsel. Die wolk zal wel uiteenwaaien. Bovendien komt hij op zijn weg geen enkele grote landmassa tegen. En ik mag aannemen dat de verantwoordelijke en competente autoriteiten, vooropgesteld dat die er zijn in dit land, de scheepvaart hebben gewaarschuwd.' Het was duidelijk dat alle belangstelling niet mee. gericht was op de langzaam uit elkaar vallende reuzenwaaier, maar op de naderbijkomende vloedgolf werd geconcentreerd. De camera bleef gericht op de laatste. 'Daar komt-ie,' zei de commentator, met een al enigszins merkbare trilling in zijn stem. 'Hij gaat wat langzamer nu, maar nog steeds sneller dan de snelste sneltrein. En hij wordt steeds groter. En groter.' Hij wachtte even. 'Na mijn hoop uitgesproken te hebben dat de politie en het leger inderdaad het hele lager gelegen deel van de stad hebben geëvacueerd, zal ik er verder het zwijgen toe doen. Ik heb hier geen woorden voor. Het zou iedereen te machtig zijn. Laat de camera het woord maar doen.' Hij zweeg en het was waarschijnlijk dat honderden miljoenen mensen over de hele wereld hetzelfde deden . . . Woorden schoten te kort om de angstaanjagende indruk van de immense muur van aanstormend water aan de hersenen door te geven: maar de ogen niet. Toen de vloedgolf nog anderhalve kilometer van de kust verwijderd was, was de snelheid ervan gedaald tot niet veel meer dan tachtig kilometer per uur, maar hij was inmiddels minstens zeven meter hoog. Het was geen golf in de ware zin van het woord, enkel een gladde en ononderbroken muur van water, die zonder enig geluid te maken kwam aanstormen. De geluidloosheid ervan benadrukte nog eens de indruk dat men hier te maken had met een wreed en kwaadaardig monster dat uit was op nietsontziende verwoesting. Op één kilometer afstand gekomen, scheen het zijn kop op te richten en werd een witte schuimlaag zichtbaar aan de top, alsof het een geweldige breker was, die op het punt stond omlaag te vallen. Op hetzelfde moment begon de waterspiegel tussen de vloedgolf en de kust aanzienlijk te dalen, alsof het water door de moordende muil van het monster werd verzwolgen, hetgeen ook inderdaad het geval was. En nu hoorden zij ook het geluid, een diep gerommel en gebulder, dat bij het verstrijken van elke seconde sterker werd en ten slotte zo'n sterkte bereikte dat de volumeknop weer dichtgedraaid moest worden. Toen de vloedgolf op het punt stond om te breken, op een kleine vijftig meter van de kust, trok het water volledig weg van de wal en kwam de oceaanbodem te voorschijn. En toen sloeg het monster toe, met de klap van een gigantische donderslag recht boven de stad. Gedurende een paar seconden vervaagde alles in een gordijn van water en nevel dat meer dan honderd meter hoog optorende, toen de vloedgolf met onweerstaanbare kracht over de gebouwen aan de kust sloeg. Het water begon al weer terug te vallen, maar de nevel was nog dicht genoeg om alle uitzicht op de uiteenvallende waaier te ontnemen, toen de vloedgolf door het watergordijn heen barstte en zich op de lijdzaam afwachtende stad stortte. Grote watermassa's van tien of twaalf meter hoog boorden zich ziedend en bruisend als reusachtige maalstromen door de van oost naar west lopende straten van Los Angeles, grote hoeveelheden niet nader te omschrijven voorwerpen met zich meedragend en alle auto's die zij op hun pad vonden voor zich uitspoelend. Men kreeg de indruk dat de stad overspoeld zou worden, voor altijd begraven onder de golven, maar tot ieders verbazing gebeurde dat niet, misschien vanwege de stringente bouwvoorschriften die na de aardbeving van Long Beach in 1933 van kracht waren geworden. Van de gebouwen direct aan de kust was er geen één overeind gebleven: de stad zelf bleef een zelfde lot bespaard. De verwoestende snelheid en hoogte van de vloedgolf namen geleidelijk aan af, omdat hij hoger gelegen land bereikte en de kracht ervan langzaam minder werd. En toen hij eindelijk was uitgeput, toen zijn honger was gestild, keerde het water, met een bijna obsceen, zuigend geluid, terug naar de oceaan waar het vandaan was gekomen. Zoals altijd met een vloedgolf volgde er nog een tweede, maar ofschoon deze eveneens in de stad kwam, waren de omvang en kracht ervan zoveel minder dat hij nauwelijks het vermelden waard was. Morro was bijna zelfvoldaan. 'Zo, ik geloof dat de mensen nu wel iets gezien hebben, dat hen tot nadenken zal stemmen.' Burnett begon te vloeken, met een vuur en een variatie die duidelijk maakte dat een niet onaanzienlijk deel van zijn vorming had plaatsgevonden op andere terreinen dan uitsluitend het academische. Hij herinnerde zich wat laat dat er dames in het gezelschap waren, pakte de Glenfiddich en zweeg.

 

 

Ryder vertrok geen spier van zijn gezicht: terwijl de dokter de glassplinters uit zijn hoofd verwijderde: zoals zoveel anderen had hij door het raam naar de oceaan gekeken, toen de schokgolf de stad bereikte. Barrow, die zo juist onder behandeling van dezelfde dokter was geweest, veegde het bloed van zijn gezicht. Hij nam een glas met een versterkend middel aan van een assistent en zei tegen Ryder: 'En, wat vond je van deze demonstratie?' 'Als d'r één ding duidelijk is dan is 't wel dat hier 'n eind aan moet komen. Als je 'n dolle hond ziet, kan je maar één ding doen: 'm doodschieten.' 'Hoe liggen de kansen?' 'Redelijk goed.' Barrow keek hem onderzoekend aan. 'Ik ben er niet zo zeker van. Verheug je je erop hem te kunnen neerschieten?' 'Zeker niet. Je weet hoe we genoemd worden — handhavers van de vrede. Maar evengoed, als-ie maar even met z'n ogen knippert _' 'Ik ben hier nog steeds niet gelukkig mee.' De blik op het gezicht van brigadegeneraal Culver onderstreepte deze woorden. 'Ik geloof dat ik u dit ten zeerste af moet raden. Ten zeerste. Ik twijfel niet aan uw competentie, brigadier. God weet dat u zich bewezen heeft. Maar het kan niet anders of u bent te zeer emotioneel bij deze zaak betrokken. En u bent niet meer de jongste. Ik neem geen blad voor de mond, zoals u hoort. Ik heb jonge, zeer geoefende — nou ja, zeg maar moordenaars in dienst. Ik geloof —' 'Generaal.' Culver draaide zich om, toen majoor Dunne een hand op zijn arm legde. Dunne zei zacht: 'Ik geef u persoonlijk de verzekering dat brigadier Ryder emotioneel waarschijnlijk de meest stabiele figuur is in heel Californië. En wat betreft die superfitte jonge moordenaars die u ter beschikking hebt — waarom laat u er niet een hier komen, dan kunt u zien hoe Ryder hem te pakken neemt.' 'Hm. Nee. Maar ik geloof nog steeds — ' 'Generaal.' Ditmaal was het Ryder die sprak, nog steeds onverstoorbaar. 'In alle gepaste bescheidenheid — ik ben degene geweest die Morro heeft opgespoord. Jeff hier heeft het plan. voor vanavond bedacht. Mijn vrouw én dochter worden daar gegijzeld. Jeff en ik zijn volledig gemotiveerd. Dat geldt niet voor die jongens van u. Maar wat nog veel belangrijker is, wij hebben er recht op. Zou u iemand zijn recht willen ontzeggen?' Culver keek hem lang aan, glimlachte toen en knikte instemmend. 'Als ik u een kwarteeuw geleden was tegengekomen, zou ik u waarschijnlijk gevraagd hebben dienst te nemen.'

 

 

Toen zij de televisiekamer uitliepen, zei Susan Ryder tegen Morro: 'Ik heb begrepen dat u vanavond bezoek krijgt.' Morro glimlachte. Voor zover hij in staat was met iemand een emotionele band te hebben, had hij die met Susan. 'Ons valt een grote eer te beurt.' 'Zou het misschien mogelijk zijn de President te spreken?' Morro trok een wenkbrauw op. 'Ik had niet gedacht, mevrouw Ryder —' 'Ik? Als ik 'n man was in plaats van de dame voor wie ik me uitgeef, dan zou ik u wel eens vertellen wat u met de President kon doen. Met welke President dan ook. Het is voor mijn dochter — ze zal er haar verdere leven over blijven praten.' 'Het spijt me. Dat is uitgesloten.' 'Maar wat kan dat nou voor kwaad?' 'Geen enkel. Maar zaken en plezier moeten nu eenmaal gescheiden blijven.' Hij keek haar onderzoekend aan. 'Wilt u nog steeds met mij praten — na gezien te hebben wat ik heb gedaan?' Zij antwoordde kalm: 'Ik geloof niet dat u de bedoeling heeft iemand te doden.' Hij keek haar enigszins verbaasd aan. 'Dan heb ik gefaald. De rest van de wereld gelooft dat wel.' 'De rest van de wereld kent u niet persoonlijk. Maar hoe dan ook, het is best mogelijk dat de President ons wil zien.' 'Waarom zou hij?' Hij glimlachte opnieuw. 'Ik kan me niet voorstellen dat u en de President in enig opzicht bij elkaar passen.' 'Dat betreur ik ook helemaal niet. Maar vergeet niet wat hij gisteravond over u zei — een volstrekt gewetenloze schurk, die zich niet laat remmen door ook maar de geringste scrupules. Ik geloof geen moment dat u ons enig kwaad wil berokkenen, maar het is best mogelijk dat de President de gijzelaars wil zien, alvorens met u te willen onderhandelen.' 'U bent een slimme vrouw, mevrouw Ryder,' antwoordde Morro onmiddellijk. Hij legde even zijn hand op haar schouder. 'We zullen zien.'

 

 

Om elf uur die ochtend landde een Lear-straalvliegtuig op het vliegveld van Las Vegas. De twee mannen die uitstapten, werden naar een gereedstaande politiewagen geleid. Binnen vijftien minuten arriveerden er nog vier vliegtuigen en werden acht mannen naar nog eens vier politiewagens geleid. De politiekaravaan vertrok. De route naar de plaats van bestemming was volledig afgesloten voor het verkeer.

 

 

Om vier uur die middag arriveerden drie heren uit Culver City in Sassoons kantoor. Men deelde hun mee dat zij het pand niet vóór middernacht zouden kunnen verlaten.

 

 

Om kwart voor vijf landde het presidentiële vliegtuig in Las Vegas. Om halfzes kwamen Culver, Barrow, Mitchell en Sassoon het kleine vertrekje naast Sassoons kantoor binnen. De drie heren uit Culver City rookten, dronken en wekten de indruk ergens heel trots op te zijn. Culver zei: 'Ik hoor zo juist pas wat jullie gedaan hebben. Niemand vertelt me ooit iets.' Ryder zei: 'Dacht u dat als m'n dochter me zag, er iets ter wereld zou zijn dat haar ervan zou weerhouden om "Pappie" te roepen?' Ryder had nu bruin haar, een bruine snor, bruine wenkbrauwen, zelfs bruine wimpers. De anders zo bolle wangen waren nu ingevallen en op de rechterwang waren de sporen zichtbaar van een oud, dubbel litteken. Zijn neus was een andere dan die hij die ochtend had gehad. Als Susan Ryder hem zo op straat was tegengekomen, zou zij hem geen tweede blik waardig hebben gekeurd. En hetzelfde gold voor haar zoon en Parker.

 

 

Om tien voor zes landde het presidentiële vliegtuig op het internationale vliegveld van Los Angeles. De op geweldige fundamenten aangelegde startbanen van een vliegveld kunnen zelfs een vloedgolf weerstaan. Om zes uur zaten Morro en Dubois voor een zendtoestel. Morro vroeg: 'Weet je zeker dat je je niet vergist?' Maar er klonk geen vraag in zijn stem. 'Het presidentiële wapen, meneer. Werden afgehaald door twee politiewagens zonder opschriften en een ambulance. Er stapten zeven mensen uit het toestel. Vijf van die mensen waren gisteren op de televisie. Daar durf ik mijn kop onder te verwedden. Muldoon schijnt er niet al te best aan toe te zijn. Er waren twee mannen bij die hem van de trap afhielpen en naar de ziekenwagen brachten. Eén van die twee had een tas bij zich, waarschijnlijk een dokterskoffertje.' 'Hoe zagen ze eruit?' De waarnemer, die duidelijk meer met dit bijltje had gehakt, beschreef hen. Zijn beschrijving kwam precies overeen met het nieuwe uiterlijk van Jeff en Parker. Morro zei: 'Dank je. Ga terug naar je post.' Hij schakelde het apparaat uit, glimlachte en keek Dubois aan. 'Beter dan Mumain worden ze niet gemaakt.' 'Weergaloos goed.' Morro pakte een microfoon en begon te dicteren.

 

 

Sassoon zette op zijn beurt een toestel uit en keek het vertrek rond. 'Ik geloof dat hij zeer tevreden is over de stiptheid van zijn gasten, dachten jullie ook niet?'

 

 

Om halfacht kwam Morro's volgende en laatste boodschap. Hij zei: 'Wij hopen dat er vanochtend geen mensenlevens te betreuren zijn geweest. Zoals ik al gezegd heb, wijs ik daarvoor elke verantwoordelijkheid af. De aanzienlijke materiële schade kunnen wij alleen maar betreuren. Ik vertrouw erop dat deze kleine demonstratie voldoende was om iedereen ervan te overtuigen dat ik in staat ben mijn beloften na te komen. Het zal niemand verbazen dat het mij bekend is dat het presidentiële vliegtuig om tien voor zes vanavond in Los Angeles is aangekomen. Mijn helikopter zal precies in het midden van het vliegveld landen. U zult het hele vliegveld verlichten met zoeklichten of ieder ander soort verlichting dat u daarvoor wilt gebruiken. Er zullen geen pogingen in het werk gesteld worden om de helikopter na opstijgen te volgen. Wij zullen de President van de Verenigde Staten aan boord hebben. Dit was alles.'

 

 

Om negen uur ging het presidentiële gezelschap, precies volgens schema, aan boord van de helikopter. Het aan boord hijsen van Muldoon ging gepaard met de nodige moeilijkheden, maar uiteindelijk lukte het zonder dat hij een nieuwe hartaanval kreeg. In plaats van door stewardessen werden zij verwelkomd door twee bewakers, die beiden gewapend waren met een Ingram-machinepistool. Een van hen trok iedere inzittende een zwarte kap over het hoofd, die onder de kin met touwtjes werd vastgemaakt. De President protesteerde heftig, maar werd genegeerd. De President was Vincent Hillary, die wijd en zijd beschouwd werd als de beste karakterspeler die Hollywood ooit had voortgebracht. Zelfs voordat hij was opgemaakt, had hij al een sprekende gelijkenis getoond met de President. Toen de grimeur in Las Vegas met hem klaar was, zou hij achter een glazen plaat hebben kunnen staan en zou de President gezworen hebben dat hij in een spiegel keek. Hij had een opmerkelijk talent voor het imiteren van een scala van stemmen. In tegenstelling tot de President kon Hillary gemist worden en hijzelf was de laatste die dit zou tegenspreken. De stafchef was een zekere kolonel Greenshaw, een oud-commando. Niemand wist hoeveel mensen hij in de loop van zijn gewelddadige leven had gedood en hijzelf had het nooit bijgehouden. Men zei van hem dat het enige dat hij graag deed het doden van mensen was: en dat was dan ook duidelijk zijn specialiteit. De minister van Defensie was ene Harlinson, de gedoodverfde opvolger van Barrow. Hij leek bijna nog meer op de minister van Defensie dan de minister zelf. Hij stond bekend als iemand die erg goed op zichzelf kon passen. De minister van Buitenlandse Zaken was een advocaat met een bloeiende praktijk, die vroeger Ivy League-professor was geweest. Johannsen bezat geen hoedanigheden die hem speciaal geschikt maakten voor zijn rol — hij zou niet eens weten hoe hij een geweer moest laden. Hij had alleen het intense patriottisme van een Amerikaan van de eerste generatie en een griezelige gelijkenis met de echte minister om hem aan te bevelen. En aan het laatste hadden zijn grimeurs nog eens het hunne toegevoegd. De Staatssecretaris van Financiën, een zekere Myron Bonn, maakte op zijn manier eveneens aanspraak op de titel van geleerde en zijn aanwezigheid gaf een onverwachte bevestiging te zien van Ryders speculatieve woorden van de dag daarvoor. Hij was bezig met het schrijven van zijn proefschrift, een zeer geleerd werkstuk, over de toestand van het gevangeniswezen en de daarin aan te brengen verbeteringen. Hij was ongetwijfeld een expert op dit gebied: hij schreef het proefschrift in een dodencel, waar hij op zijn terechtstelling zat te wachten. Drie dingen spraken voor hem. Het feit dat hij een misdadiger was, sloot zijn vaderlandsliefde niet bij voorbaat uit. Zijn gelijkenis met de staatssecretaris was verbazingwekkend — en na enige ingrepen volmaakt. En ten slotte werd hij door de politie in het hele land beschouwd als de gevaarlijkste man in de Verenigde Staten. Hij was een meervoudig moordenaar. Vreemd genoeg was hij een eerlijk mens. Muldoon, de minister van Financiën, was zonder enige twijfel het pièce de résistance van de onderneming. Evenals Hillary — die mét Muldoon die avond een voorstelling zou geven die voor een platina Oscar in aanmerking zou komen — was hij acteur. Het had drie speciale costumiers uit Hollywood zes uur ingespannen arbeid gekost om van hem de figuur te maken die hij nu was. Ludwig Johnson vond zelf dat hij er nauwelijks op vooruit was gegaan; behalve dan in letterlijke zin, want de negentig kilo die hij voor de behandeling had gewogen, waren er honderdtwintig geworden. Aan de andere kant moest hij de costumiers nageven dat zij erin geslaagd waren die extra ballast van dertig kilo eruit te laten zien als zestig. En zo had het toeval, en niet de noodzaak, gewild dat Ryders hulptroepen voor de helft bestonden uit daadkrachtige en gewelddadige mannen, terwijl de rest werd gevormd door mensen die zelfs de spreekwoordelijke vlieg geen kwaad zouden doen. Als het aan Ryder had gelegen zouden zij alle zes in de laatste categorie hebben mogen vallen. Maar het lot had het nu eenmaal zo beslist.