Hoofdstuk 5

 

Dat was de avond dat de aarde beefde. Dat gold natuurlijk slechts voor een klein gedeelte van de aarde, maar voor veel mensen in Zuid-Californië was dat maar een schrale troost. De eerste aardschok deed zich voor om vijfentwintig minuten na middernacht en kon in alle windstreken tot op grote afstand worden gevoeld: in noordelijke richting tot aan Merced in de San Joaquin Vallei, naar het zuiden tot aan de kuststrook tussen Los Angeles en San Diego, westelijk tot aan San Louis Obispo aan de Stille Oceaan, in zuidoostelijke richting tot aan de uiterste grenzen van de Mojave Woestijn en oostelijk tot aan de Dodenvallei. Hoewel de schok in Los Angeles geen materiële schade aanrichtte, werd deze toch gevoeld door iedereen die niet sliep en werden velen erdoor gewekt. In de overige grote bevolkingscentra — Oakland, San Francisco, Sacramento en San Diego — werd de aardbeving niet gevoeld. Hij werd wel op de gevoelige seismografen in die buurt geregistreerd: het was een kleintje, 4,2 op de schaal van Richter. Ryder en Jeff, die thuis in de huiskamer zaten, voelden de schok niet alleen, maar zagen hem ook — een plafondlamp beschreef een ellipsvormige baan, ongeveer vijf centimeter naar links en naar rechts, bleef ongeveer twintig seconden nazwaaien en kwam toen weer tot rust. Dunne, die nog steeds op zijn kantoor was, voelde de schok wel, maar besteedde er geen aandacht aan — hij had al veel van dergelijke schokken meegemaakt en had nu belangrijker dingen aan zijn hoofd. LeWinter, evenals zijn secretaresse inmiddels weer in de kleren, voelde de schok op het moment dat hij voor de geopende deur van zijn brandkast knielde en bezorgd de inhoud ervan controleerde. Zelfs Donahure was zich, ondanks een barstende hoofdpijn en een door overmatig whiskygebruik benevelde geest, vaag bewust van de schok. En hoewel de fundamenten van het Adlerheim stevig verankerd waren in het massieve rotsgesteende van de Siërra Nevada, voelden bewoners en gasten van het kasteel de schok nog het hevigst — domweg omdat het epicentrum van de aardbeving op nauwelijks twintig kilometer afstand lag. Het was dan ook niet verwonderlijk dat de beving ondubbelzinnig werd geregistreerd door de seismograaf die stond opgesteld in de kelders — wijnkelders — die von Streicher uit de rots had laten houwen, en tevens op twee andere seismografen, die Morro met vooruitziende blik had geïnstalleerd in twee woningen, die ieder een kleine vijfentwintig kilometer van het Adlerheim verwijderd waren. De schokken werden eveneens geregistreerd in instituten die een legitiemere belangstelling hadden voor dergelijke fenomenen dan Morro. Instituten als het Seismological Field Survey, die van het Californian Department of Water Resources, het Californian Institute of Technology en de U.S. Geological Survey's National Center for Earthquake Research. De laatste twee, waarschijnlijk de belangrijkste van de vier, waren ironisch genoeg op plaatsen gebouwd die bij een toekomstige zeer zware aardbeving met als epicentrum Los Angeles of San Francisco het zwaarst getroffen zouden worden. Want het Institute of Technology stond in Pasadena en het Earthquake Research Center in Menlo Park. Direct en permanent contact was mogelijk via computers en men had er slechts enkele minuten voor nodig om het epicentrum van de aardbeving met absolute nauwkeurigheid te bepalen. Alec Benson was een forse, kalme man van begin zestig. Behalve bij officiële gelegenheden, die hij zoveel mogelijk vermeed, droeg hij steevast een grijs flanellen pak met een grijs polohemdje, een uitrusting die goed paste bij het grijzende haar, dat het volle, rust uitstralende en doorgaans glimlachende gezicht omlijstte. Alec Benson was hoofd van de afdeling Seismologie van de universiteit, bekleedde twee leerstoelen en had een dermate groot aantal wetenschappelijke titels dat zijn collega's zich noodgedwongen moesten beperken tot 'Alec', wanneer zij hem aanspraken. In ieder geval werd hij in Pasadena beschouwd als 's werelds grootste deskundige op het gebied van de seismologie; hoewel de Russen en Chinezen dit officieel misschien zouden bestrijden, mocht het opmerkelijk heten dat deze twee landen altijd de eerste waren om zijn benoeming als voorzitter van de regelmatig gehouden internationale conferenties van seismologen te steunen. Dit respect voor hem was voornamelijk het gevolg van de omstandigheid dat Benson zich tegenover zijn buitenlandse collega's nimmer neerbuigend opstelde of zich voorstond op zijn reputatie en even vaak om advies vroeg, als dat hij het gaf. Zijn eerste assistent was professor Hardwick, een kalme, teruggetrokken, zichzelf vrijwel wegcijferende geleerde die op een staat van dienst kon bogen welke niet voor die van Benson hoefde onder te doen. Hardwick zei: 'Ik schat dat ongeveer een derde van de bevolking van Californië de schok heeft gevoeld. Zowel de radio als de televisie heeft er reeds melding van gemaakt en de kranten zullen het nieuws vermoedelijk opnemen in hun late ochtendedities. Bovendien hebben we in Californië minstens een miljoen amateurseismologen en wat moeten we die mensen vertellen? En de rest van Californië? De waarheid?' Ditmaal glimlachte Alec Benson niet. Zijn blik gleed peinzend over de zes aanwezige geleerden, de uiterst ervaren kern van zijn onderzoekteam, en bestudeerde hun gelaatsuitdrukking, waaruit hij weinig kon aflezen: het was duidelijk dat zij zaten te wachten, totdat hij het woord zou nemen. Benson zuchtte. Hij zei: 'Niemand is een groter bewonderaar van George Washington dan ik — maar nee, we vertellen hun de waarheid niet. Ik geloof niet dat ik van een leugentje om bestwil wakker zal liggen. Wat schieten we ermee op, als we de waarheid zouden vertellen? Het enige dat we zouden bewerkstelligen, is dat we de inwoners van Californië nog banger zouden maken dan ze nu al zijn. Wat gebeuren moet, gebeurt en tegen een grote catastrofe staan we toch machteloos. Bovendien hebben we er geen enkel bewijs voor dat de schok van vannacht de voorloper was van een zware aardbeving.' Hardwick scheen een andere mening toegedaan. 'Geen aanwijzing of waarschuwing?' 'Mogelijk, maar moeten we dat in de openbaarheid brengen?' 'Er heeft zich daar voor zover wij weten nog nooit een aardbeving voorgedaan.' 'Dat doet niet ter zake. Zelfs een zware aardbeving in dat gebied zou niet eens zo erg zijn. Materiële schade en dodental zouden gering zijn, omdat dat gebied zo dunbevolkt is. Hoeveel doden vielen er bij de zwaarste aardbeving uit de geschiedenis van Californië, in de Owensvallei in 1872? Zestig? En in 1952, bij Arvin-Techapi, met zijn zeven komma zeven de zwaarste in de geschiedenis van Zuid-Californië? Hooguit twaalf.' Op Bensons gezicht brak even de vertrouwde glimlach door. 'Kijk, als de schok zich ergens op de Newport-Inglewoodbreuk had voorgedaan, dan had ik er heel anders over gedacht.' De Newport-Inglewoodbreuk, die in 1933 verantwoordelijk was geweest voor de aardbeving van Long Beach, liep zelfs onder de binnenstad van Los Angeles door. 'Maar zoals de situatie nu is, stel ik voor geen slapende honden wakker te maken.' Hardwick knikte. Het ging niet van harte, maar hij knikte. 'Dus we gooien de schuld op die arme, onschuldige Witte Wolf-breuk?' 'Ja. We voeren de nieuwsmedia gewoon wat geruststellende informatie. We vertellen hun opnieuw, zij het in summiere hoofdlijnen, waar het bij ons in de PVAV om gaat, verklaren verheugd te zijn over het feit dat alles volgens plan schijnt te verlopen en dat de intensiteit van de schok vrij nauwkeurig overeenkwam met de door ons geschatte verschuiving.' 'En die informatie gaat naar alle radio- en TV-stations?' 'Niet in eerste instantie. Voorlopig maken we het nieuws alleen telegrafisch bekend. Onze — eh — bevindingen zijn niet zo belangrijk dat zij met enige urgentie in de openbaarheid gebracht zouden moeten worden.' Preston, een van de andere hoofdassistenten, zei: 'Als ik het goed begrijp, spelen ethische overwegingen in dezen geen rol?' 'Inderdaad,' zei Benson opgewekt. 'Ik geef toe dat dit voor een wetenschapper een laakbare manier van handelen is, maar vanuit een menselijk standpunt bezien geloof ik niet dat ons een andere keus open staat.' Het was tekenend voor Bensons enorme overwicht dat zijn suggestie vrijwel unaniem werd aangenomen.

 

 

In de eetzaal van het Adlerheim was een al even montere Morro druk doende de bijeengekomen gijzelaars op hun gemak te stellen. 'Ik kan u verzekeren, dames en heren, dat er geen enkele reden tot ongerustheid is. Ik geef toe dat het een venijnige schok was, de zwaarste zelfs die we hier ooit hebben gehad, maar zelfs een duizendmaal zwaardere schok zou ons hier niet deren. Nog afgezien van het feit dat u op de televisie hebt kunnen horen dat de aardbeving nergens in Californië enige schade heeft veroorzaakt, neem ik aan dat u allen intelligent en belezen genoeg bent om te weten dat aardbevingen uitsluitend gevolgen kunnen hebben voor mensen die wonen op opgespoten land, al dan niet gedraineerde moerasgronden en alluviale gronden. Huizen die gebouwd zijn op rots worden vrijwel nooit beschadigd door een aardbeving — en het gebouw waarin u zich nu bevindt, is gebouwd op rots, kilometers rots kunt u wel zeggen. Het Siërra Nevada Gebergte staat hier al miljoenen jaren en zal echt niet van de ene op de andere dag verdwijnen. Daarom is het onwaarschijnlijk dat u een veiliger, en vanuit het oogpunt van aardbevingsgevaar bezien zelfs betere woning zou kunnen vinden in de Staat Californië.' Morro keek glimlachend het gezelschap rond en knikte goedkeurend, toen hij zag dat zijn woorden het beoogde kalmerende effect teweegbrachten. 'Ik weet niet hoe u erover denkt, maar ik ben niet van plan mijn nachtrust op te offeren voor een dergelijk onbenullig incident. Ik wens u allen een goede nacht.' Toen Morro zijn privékantoor binnenliep, was de glimlach volledig van zijn gezicht verdwenen. Abraham Dubois zat achter Morro's bureau en bracht omzichtig met een potlood een puntje aan op de voor hem uitgespreide kaart van Californië. 'Hier. Precies hier.' Hij nam een liniaal, mat de afstand, vergeleek zijn bevindingen met de schaal van de kaart en zei: 'Het epicentrum van de aardbeving ligt precies achttieneneenhalve kilometer van het Adlerheim. Da's niet zo best, meneer Morro.' 'Nee, da's niet zo best.' Morro liet zich in een leunstoel zakken. 'Is het niet ironisch, Abraham, dat wij nu net die ene plek in dit land hebben uitgezocht, waar zich vlak naast de deur een aardbeving voordoet?' 'Zegt u dat wel. Het zou een slecht voorteken kunnen zijn. Ik wou dat we de schuld op de triangulatieberekeningen konden schuiven, maar dat is uitgesloten. Ik heb het zeker drie keer nagekeken en herberekend.' Dubois glimlachte. 'We hadden ook de pech kunnen hebben boven op een uitgedoofde vulkaan te zitten, die opeens niet zo uitgedoofd zou blijken te zijn. We hebben geen keus, meneer Morro. Geen tijd en geen alternatief. Dit is onze basis en van hieruit moeten wij opereren, hier, vanuit deze veilige schuilplaats. Ons wapendepot. Bovendien staat hier de enige radiozender met een beetje bereik. We hebben alles op één kaart gezet en als we nu de benen zouden nemen, zou ons hele project als een kaartenhuis in elkaar storten.' 'Ik zal er nog een nachtje over slapen, maar ik geloof niet dat ik het morgen veel anders zal zien.' Morro kwam moeizaam overeind. 'Maar toch mogen we zo'n stom toevallige gebeurtenis niet te veel ons denken en handelen laten beïnvloeden. Wie weet duurt het honderd jaar, voordat er weer een aardbeving plaatsvindt in dit gebied. Per slot van rekening was dit de eerste schok sinds honderden jaren, als je de geleerden mag geloven. Welterusten.' Maar Dubois rustte nauwelijks die nacht, vanwege de voor de hand liggende reden dat hij die nacht niet naar bed ging. Morro sliep wel, maar hooguit een uurtje. Toen hij wakker werd, brandde het licht en schudde Dubois hem zachtjes bij de schouder. 'Neem me niet kwalijk.' Dubois zag er wat opgewekter uit dan tijdens zijn laatste gesprek met Morro. 'Ik heb een video-opname gemaakt van het laatste nieuws op de televisie. Ik geloof dat het belangrijk is, dat u die zo snel mogelijk gaat bekijken.' 'Ik neem aan dat het over de aardbeving gaat.' Dubois knikte. 'Goed of slecht nieuws?' 'Niet uitgesproken slecht. Ik geloof zelfs dat u er uw voordeel mee zou kunnen doen.' Het afdraaien van het videobandje nam niet meer dan vijf minuten in beslag. De nieuwslezer, een intelligente en kundige jongeman, die zo goed wist waarover hij het had dat hij niet eenmaal op zijn papiertje hoefde te kijken, maakte een opmerkelijk energieke en frisse indruk voor iemand die uit de veren was op de onchristelijke tijd van drie uur 's ochtends. Achter hem hing een grote reliëfkaart van Californië en hij hanteerde een dun stokje met de behendigheid van een Toscanini in de dop. Hij begon in details uiteen te zetten wat er van de aardbeving bekend was, het gebied waarin deze was waargenomen, de ongerustheid die zich in de diverse gebieden van de bevolking had meester gemaakt en dat de aardbeving geen enkele schade had aangericht. Op dat laatste legde hij grote nadruk. Hij vervolgde: 'Uit de laatste verklaringen van de autoriteiten kan men opmaken dat deze aardbeving geen enkele aanleiding tot pessimisme hoeft te geven, maar integendeel eerder als een mijlpijl moet worden gezien in de historie. Om kort te gaan, het gaat hier volgens experts van de belangrijkste seismologische instituten van Californië om de eerste aardbeving die ooit bewust door toedoen van de mens is teweeggebracht. Als deze informatie juist is dan gaat het hier om het eerste succesvolle ingrijpen van de PVAV . Voor de inwoners van Californië kan dit alleen maar goed nieuws betekenen. Voor alle duidelijkheid vertel ik u nog even dat PVAV staat voor "Project ter Voorkoming van Aardverschuivingen", een naam die bepaald de meest stupide en misleidende is waar de heren geleerden in de afgelopen jaren mee aan zijn komen zetten. Met "verschuiving" wordt simpelweg bedoeld het met veel wrijving en schokken gepaard gaande, aardbevingopwekkende proces dat optreedt, wanneer de acht of tien — over het juiste aantal bestaat geen zekerheid — tektonische platen waar de continenten van de aarde op ronddrijven, tegen elkaar aanbotsen of langs elkaar schuren. De benaming van het project is daarom misleidend, omdat zij de indruk wekt dat aardbevingen onder controle zouden worden gehouden door te voorkomen dat deze verschuivingen plaatsvinden. In werkelijkheid beoogt men precies het tegenovergestelde, namelijk ervoor zorgen dat zo'n aardverschuiving wél plaatsvindt, maar dan in een geleidelijk en gecontroleerd proces, waarbij men tracht de wrijving tussen de platen voortdurend en in toenemende mate te verminderen door ze gemakkelijker langs elkaar te laten glijden. Hierdoor treden er met korte tussenpozen kleine en ongevaarlijke schokjes op, in plaats van zware schokken met lange tussenpozen. Het geheim dat aan dit proces ten grondslag ligt, laat zich raden: smering. Men heeft deze — naar het zich laat aanzien levensvatbare — methode bij toeval ontdekt. Toen iemand om onduidelijke redenen eens afvalwater in een zeer diepe put bij Denver pompte, kwam hij er tot zijn verbazing achter dat dit een reeks aardschokjes tot gevolg had — uiterst lichte aardschokjes weliswaar, maar toch duidelijk als zodanig herkenbaar. Vanaf dat moment heeft men druk geëxperimenteerd, zowel in het laboratorium als in het veld. Deze experimenten hebben duidelijk aangetoond dat de wrijvingsweerstand in een breukvlak kleiner wordt, naarmate de druk tussen de breukvlakken afneemt. Met andere woorden, door vloeistoffen in de breuk te pompen neemt de wrijving af, terwijl het onttrekken van vloeistof een verhoging van de weerstand tot gevolg heeft: de reeds bestaande druk tussen de tektonische platen zou dus verminderd kunnen worden door vloeistof te injecteren en een zeer lichte aardbeving te veroorzaken. De omvang van de aldus teweeggebrachte aardbeving is afhankelijk van de hoeveelheid vloeistof die wordt ingebracht. Dit werd enige jaren geleden bewezen, toen geleerden van het Geological Survey tijdens hun experimenten in de olievelden van Rangeley, Colorado, tot de ontdekking kwamen dat zij naar believen aardbevingen konden opwekken en stopzetten, door respectievelijk vloeistoffen te injecteren of weg te zuigen. Het strekt de seismologen van de Staat Californië tot eer dat zij de eersten zijn geweest die deze bevindingen in praktijk hebben gebracht.' De nieuwslezer, die van zijn rol als docent scheen te genieten, tikte met zijn stokje op de kaart achter hem. 'Van hier tot daar' — hij wees een gebied aan dat zich uitstrekte van de Mexicaanse grens tot aan de Baai van San Francisco — 'hebben speciaal voor dit doel vervaardigde zware boortorens gaten geboord tot de ongeloofwaardige diepte van dertienduizend meter. Langs deze ruwweg van het zuidoosten naar het noordwesten lopende lijn zijn tien van dergelijke gaten aangebracht. Ze bevinden zich in beruchte breukvlakken en vooral daar waar de zwaarste aardbevingen in de geschiedenis zich hebben voorgedaan.' Beginnend in het zuiden wees hij een aantal plaatsen op de kaart aan. 'Een totaal van tien boorgaten. De geleerden experimenteren thans met diverse mengsels van water en olie om te zien welk het meest geschikt is voor hun doeleinden. Mengsels is eigenlijk niet helemaal het juiste woord, want olie en water laten zich, zoals u weet niet zo gemakkelijk mengen. In een gat wordt eerst olie gespoten, vervolgens modder en ten slotte water onder hoge druk, dat ervoor zorgt dat de vloeistof de juiste diepte bereikt en ook in de spleten tussen het gesteente dringt.' Hij zweeg, blikte theatraal vijf volle seconden in de camera, draaide zich om, wees met het stokje een plek aan in het zuidelijkste deel van de San Joaquin Vallei en draaide zich, zonder de stok van de kaart af te nemen, weer naar de camera. 'En hier — als u mij het grapje vergeeft — schijnt het om halftwee vannacht zeer gesmeerd gegaan te zijn. Een kleine veertig kilometer ten zuiden van Bakersfield, precies op de plek waar vijfentwintig jaar geleden een zware aardbeving plaatsvond. En precies daar waar zich thans het zesde boorgat bevindt, gerekend vanaf de Mexicaanse grens. Dames en heren, sta mij toe u voor te stellen aan de schurk van dit spektakelstuk — de Witte Wolfbreuk.' De nieuwslezer liet zijn stokje zakken en glimlachte jongensachtig. 'En nu, beste kijkers, weet u ongeveer evenveel als ik, wat, vrees ik, nog niet erg veel is. Maar maakt u zich niet ongerust, want ik ben er zeker van dat de experts in de komende dagen nog veel en lang aan het woord zullen zijn.' Dubois en Morro kwamen zwijgend overeind, keken elkaar aan en liepen naar de kaart op Morro's bureau. Morro zei: 'Ben je er zeker van dat je berekeningen kloppen?' 'Onze drie seismologen zouden er een eed op durven doen.' 'En onze drie knappe koppen hebben berekend dat het epicentrum in de Garlockbreuk lag en niet in die van de Witte Wolf?' 'Inderdaad, en zij kunnen het weten. Niet alleen zijn het zeer ervaren vaklui, maar bovendien loopt de Garlockbreuk vrijwel recht onder het Adlerheim door.' 'Maar hoe is het in godsnaam mogelijk dat instituten die zo nauw met elkaar samenwerken als het Seismological Field Survey, CalTech, het Geological Survey en waarschijnlijk nog een tiental andere gerenommeerde instituten precies dezelfde fout hebben gemaakt?' 'Dat is ook niet gebeurd.' Dubois klonk zeer zeker van zichzelf. 'Van alle gebieden waar aardbevingen voorkomen, wordt er niet één zo in de gaten gehouden als juist deze streek, waar nog bijkomt dat ze hier de beschikking hebben over de beste geleerden.' 'Dat betekent dus dat ze hebben gelogen.' 'Inderdaad.' 'Maar waarom?' Dubois' stem klonk bijna verontschuldigend. 'Ik heb nog niet echt de tijd gehad om erover na te denken, maar volgens mij zijn er twee redenen. In de eerste plaats heerst er tegenwoordig in Californië een pathologische angst — een zekerheid bijna — dat op een goeie dag, die volgens deskundigen wel eens in de zeer nabije toekomst kon liggen, een aardbeving zal komen waarbij vergeleken die van 1906 kinderspel zou zijn: daarom is het zeer waarschijnlijk dat de autoriteiten paniek proberen te voorkomen en hebben verklaard dat deze schok opzettelijk is veroorzaakt. In de tweede plaats acht ik het niet uitgesloten dat de heren seismologen er tot hun eigen ontzetting zijn achtergekomen dat ze met vuur hebben gespeeld, dat ze zich met dingen ingelaten hebben waarvan ze nog niet genoeg afwisten, dat al dat geknoei in die breuken gevolgen met zich mee heeft gebracht die ze niet hadden voorzien — namelijk een verschuiving in de Garlockbreuk, waar ze geen boorgat hebben. Maar ze hebben wel een boortoren in de Tejon Pas op de San Andreasbreuk — en in Frazier Park, bij Fort Tejon, snijdt de San Andreasbreuk de Carlockbreuk!' "Dat zou kunnen, ja. En als het zo is, dan kan zo iets best nog een keer gebeuren, misschien zelfs op veel grotere schaal. Dat zou inderdaad verre van wenselijk zijn.' Morro kneep zijn lippen samen. Toen zei hij, plotseling glimlachend: 'Je hebt kennelijk meer tijd gehad dan ik om erover na te denken. Ik geloof dat je daarnet opmerkte dat wij met deze situatie misschien ons voordeel zouden kunnen doen.' Ook Dubois glimlachte nu. Hij knikte. 'Tien over drie 's ochtends. Dat lijkt me een uitstekende tijd om te genieten van een glaasje overheerlijke Glenfiddich, wat jij?' 'Graag. Dat kan de inspiratie alleen maar ten goede komen.' 'Precies. Lijkt het jou ook niet raadzaam dat we de gezaghebbende seismologen en hun instituten verlossen van de angst dat het grote publiek onverwachte aardschokken — of beter gezegd, aardschokken op onverwachte plaatsen — zou gaan associëren met hun willekeurig geknoei met breukvlakken? Bijvoorbeeld door het grote publiek op de hoogte te brengen met de feiten?' 'Bijvoorbeeld.' Morro glimlachte opnieuw. 'Ik verheug me nu al op het opstellen van het communiqué.'

 

 

Ryder glimlachte allerminst, toen hij wakker werd. Hij vloekte zachtjes maar hardgrondig, toen hij een hand uitstak naar de telefoon op het nachtkastje. Het was Dunne. 'Het spijt me dat ik je uit bed bel, Ryder.' 'Geen punt, hoor. Ik heb al bijna drie uur geslapen.' 'En ik nog helemaal niet. Heb je vannacht die nieuwsuitzending gezien?' 'Met het nieuws over de Witte Wolf-breuk? Ja, die heb ik gezien.' 'Over een minuut of vijf komt er nog een veel interessantere uitzending. Op alle zenders tegelijk.' 'Wat nou weer?' 'Kijk zelf maar. Dat zal meer indruk maken dan wanneer ik het je zou vertellen. Ik bel na de uitzending wel terug.' Ryder hing op, greep toen de telefoon weer en vertelde een hoogst geïrriteerde Jeff dat er iets interessants te zien was op de televisie. Hij vloekte opnieuw, toen hij naar de huiskamer liep. De nieuwslezer — dezelfde jongeman naar wie hij drie uur geleden had zitten kijken — kwam zonder omwegen ter zake. Hij zei: 'Wij hebben opnieuw bericht ontvangen van dezelfde meneer Morro die de verantwoordelijkheid voor de overval op de San Ruffino kerncentrale voor zich heeft opgeëist. We hadden geen enkele reden om aan de juistheid van zijn bewering te twijfelen want de door hem opgegeven hoeveelheden splijtstof kwamen precies overeen met de vermiste hoeveelheid. Voor de authenticiteit van dit bericht kunnen wij niet instaan, omdat wij niet weten of wij inderdaad met dezelfde man te maken hebben. Maar daar wij dit bericht op precies dezelfde wijze ontvangen hebben, is er in ieder geval een grond aanwezig om het als authentiek te beschouwen. Of de inhoud ervan op waarheid berust, durven wij niet te garanderen. In het bericht staat: "De inwoners van Californië zijn op ergerlijke wijze opzettelijk bedrogen door de toonaangevende seismologen in hun Staat. De aardbeving die afgelopen nacht om halftwee plaatsvond, speelde zich niet af in, zoals men wil doen geloven, de Witte Wolf-breuk. Ik ben er zeker van dat deze bewering zonder enige moeite bevestigd kan worden door informatie in te winnen bij een van de vele amateurseismologen in deze staat. Een enkele amateur zal niets kunnen uitrichten tegen de officiële instituten, maar wanneer zijn mening gestaafd zou worden door duizenden collega's, kan men deze onmogelijk meer negeren of terzijde schuiven. Ik ben ervan overtuigd dat deze uitspraak veel reacties tot gevolg zal hebben, die alle zullen bevestigen wat ik zo juist heb beweerd. De autoriteiten hoopten met deze valse verklaring iets weg te nemen van de toenemende angst van de bevolking voor een ophanden zijnde aardbeving van ongekende kracht. Een tweede reden voor deze verklaring is gelegen in het feit dat de seismologen vrezen dat de bewoners van de Staat Californië aardbevingen in andere gebieden dan die waarin zij met hun PVAV bezig zijn, gaan associëren met hun twijfelachtige geknoei met de aardkorst. Het doet mij genoegen de heren seismologen van deze laatste angst te kunnen verlossen. Niet zij waren degenen die verantwoordelijk waren voor deze aardschok, maar ik. Het epicentrum lag in de Garlockbreuk en niet, zoals u is meegedeeld, in de Witte Wolf-breuk. De Garlockbreuk is na de San Andreasbreuk de grootste in Californië en loopt parallel aan en zeer dicht bij de Witte Wolf-breuk, zodat het evenzeer mogelijk is dat de seismologen tot de helaas foutieve overtuiging zijn gekomen dat hun instrumenten het bij het verkeerde eind hadden. In alle eerlijkheid moet ik toegeven dat ikzelf evenmin had verwacht deze schok teweeg te zullen brengen, daar zich in dit gebied nog nooit een aardbeving heeft voorgedaan die de aanwezigheid van deze gigantische breuk zou bewijzen. De kleine atoombom die ik om half twee vannacht tot ontploffing heb gebracht, was uitsluitend bedoeld als experiment — wij wilden zien of de bom goed functioneerde. Het resultaat van ons experiment was bemoedigend. Het is zeer wel mogelijk dat zeer velen deze verklaring zullen bestrijden. Ik kan u echter de verzekering geven dat al deze mensen morgen een andere mening zullen zijn toegedaan, wanneer ik een tweede atoombom tot ontploffing zal brengen, op een plaats en een tijd die nog bekend gemaakt zullen worden. De bom is al geplaatst en is gelijk aan die welke Hirosjima verwoestte.' Tot zover deze verklaring.' Ditmaal was er geen spoor te bekennen van de jongensachtige glimlach die hij zich bij de vorige uitzending had gepermitteerd 'Nogmaals, het is mogelijk dat hier sprake is van loos alarm. Maar als dat niet het geval is, ziet de toekomst er weinig rooskleurig, om niet te zeggen erg somber, uit. Het loont misschien de moeite om even stil te staan bij de bedoelingen en gevolgen —' Ryder zette de televisie uit. Voor een evaluatie van de implicaties van het bericht had hij de televisie niet nodig. Hij zette en dronk verscheidene koppen koffie, waarna hij zich douchte, schoor en aankleedde. Het beloofde weer een lange dag te worden. Hij was net bezig aan zijn vierde kop koffie, toen Dunne belde, zich verontschuldigend voor het feit dat hij dat niet eerder had gedaan. Ryder zei: 'Dat wilde wel aanslaan. Voorlopig heb ik één vraag. Hebben de autoriteiten, in dit geval de seismologen, ons iets voorgelogen?' 'Geen idee.' 'Nou, ik wel.' 'Daar twijfel ik niet aan. Ik heb nog geen verdere gegevens, want ik heb geen gesloten lijn met Pasadena, maar ik heb wel al contact gehad met Sassoon in Los Angeles. Die maakte een weinig gelukkige indruk en daar was jij niet vreemd aan. Hij wil ons spreken. Negen uur. En bovendien zou ik je willen vragen zo snel mogelijk met je zoon langs te komen.' 'Wanneer? Nu? 't Is pas halfzeven.' 'Ik heb je veel te vertellen en dat doe ik liever niet over de telefoon.' 'Dat eeuwige rekening moeten houden met afluisterapparatuur gaat me danig de keel uithangen,' klaagde Ryder. 'Op zo'n manier heeft 'n mens helemaal geen enkele privacy meer.'

 

 

Ryder en Jeff arriveerden even na zevenen op Dunnes kantoor. De majoor maakte de gebruikelijke alerte en efficiënte indruk. Uit niets bleek dat hij die nacht niet had geslapen. Buiten hem was er niemand op het kantoor aanwezig. Ryder zei: 'Onze gesprekken hier worden zeker ook afgeluisterd?' 'Nee, dat gebeurt alleen als we twee verdachten in deze kamer alleen laten. In andere gevallen nooit.' 'Waar is 't grote blanke opperhoofd?' 'Sassoon is nog in Los Angeles. En daar blijft hij ook. Maar hij is, zoals gezegd, verre van gelukkig met de gang van zaken. In de eerste plaats omdat dit zich allemaal vrijwel naast de deur afspeelt en ten tweede omdat de grote baas van de FBI met gezwinde spoed uit Washington vertrokken is en elk moment in Californië kan arriveren. En ten slotte omdat de CIA lucht van de zaak heeft gekregen en niet inziet waarom zij van het onderzoek uitgesloten zou worden. En zoals iedereen wel weet, is het nu niet bepaald koek en ei tussen de FBI en de CIA .' 'Ik zie overigens niet in wat de CIA met deze zaak te maken heeft.' 'Daar kom ik straks nog op terug. We gaan zo meteen eerst een reisje per helikopter maken. Als de baas zegt negen uur, dan hebben wij ons daaraan te houden.' Ryder zei kalm: 'De FBI heeft geen enkele jurisdictie over 'n ex-smeris.' 'God ja, ik had natuurlijk ook "alsjeblieft" kunnen zeggen, maar ik wist toch wel dat je je deze kans niet zou laten ontgaan.' Dunne maakte een keurig stapeltje van de papieren voor hem op het bureau. 'Terwijl Jeff en jij lekker op één oor hebben gelegen, hebben wij, zoals gewoonlijk, de hele nacht doorgezwoegd. Als je aantekeningen wilt maken, staat je dat vrij.' 'Niet nodig. Jeff is mijn wandelend geheugen. Die jongen kent al gauw 'n paar duizend nummerplaten uit zijn hoofd.' 'Ging het hier maar om nummerplaten. Maar goed, we hebben onze vriend Carlton van de bewakingsdienst even aan een nader onderzoek onderworpen. Kapitein bij het leger, Inlichtingendienst, Nato, Duitsland. Niets spectaculairs. Niets van het bekende melodramatische spionage- en contraspionagewerk. Het schijnt dat hij geïnfiltreerd is in een cel van Duitse communisten op de basis. Men verdacht hem ervan dat hij een beetje te vertrouwelijk werd met die mensen, maar bewijzen kon men het niet. Men heeft hem toen overplaatsing naar een tankdivisie aangeboden, maar dat sloeg hij af. Heeft ontslag uit de dienst genomen. Niet geschorst, geen druk; laten we het erop houden dat het leger niet afwijzend stond tegenover zijn ontslagaanvrage. Dat, althans, is wat ik meen te kunnen opmaken uit het dossier. Het zal ook wel zo zijn, want de verdenking moge dan niet terecht zijn geweest, het leger neemt begrijpelijkerwijs geen risico's. Meer informatie heb ik niet los kunnen krijgen. Je kent het Pentagon.' 'Had Carlton misschien connecties met de communisten?' 'In dat geval zou de CIA er zich onmiddellijk mee bemoeid hebben. In het Pentagon struikel je bijna over hun agenten. Die hoeven maar een glimpje rood te zien of ze gaan er meteen als dolle stieren tegenaan. Rest ons nog zijn carrière bij de diverse bewakingsdiensten. Heeft als hoofd van de bewakingsdienst gewerkt in een centrale van de CKE in Illinois. Hield daar het personeel in de gaten. Hun contacten buiten het bedrijf en dergelijke. Deed zijn werk naar volle tevredenheid. Vervolgens is er een referentie van de Brown's Ferry kerncentrale in Decator, Alabama. Maar daar is hij nooit geweest. In ieder geval niet onder zijn eigen naam en in ieder geval niet bij de bewakingsdienst. Misschien op een andere afdeling en onder een andere naam, maar dat lijkt me onwaarschijnlijk. Volgens het rapport is in die centrale een verschrikkelijke brand geweest, maar daar had hij niets mee te maken. Monteur probeerde een lek op te sporen met een kaars. Hij hoefde niet lang te zoeken.' 'Hoe komt Carlton dan aan die referentie?' 'Vervalst.' Jeff vroeg: 'Maar heeft Ferguson als hoofd van de bewakingsdienst van San Ruffino die referentie dan niet nagetrokken?' Even kwam er een vermoeide klank in Dunnes stem. 'Ferguson heeft al toegegeven dat hij dat niet gedaan heeft. Omdat hij zelf in die centrale heeft gewerkt en Carlton het gebouw als zijn broekzak bleek te kennen en bovendien op de hoogte was met alle details van de brand, vond Ferguson het niet nodig verdere navraag te doen.' 'Hoe kon Carlton op de hoogte zijn met die brand?' 'Het rapport is vrijgegeven.' 'En hoe lang beweerde-ie daar gewerkt te hebben?' 'Eén jaar en drie maanden.' 'God moge weten wat-ie in die tijd heeft uitgespookt.' 'Daar is geen oog op te houden, brigadier Ryder. Als iemand dat wil, dan kan hij zich in dit land eeuwig aan alle waarneming onttrekken.' 'Hij hoeft niet per se in dit land gebleven te zijn. Maar dat kunnen we misschien nakijken in z'n rapport. Dat zou best nog bij 'm thuis kunnen liggen.' Dunne keek hem even aan, knikte en maakte een aantekening. 'Vanuit Washington heeft men contact opgenomen met de CKE in de High Street. Daar houden ze de namen bij van alle mensen die op welke manier dan ook informatie over kerncentrales hebben proberen te verkrijgen. Niemand heeft geprobeerd iets te weten te komen over de San Ruffino-centrale, maar daar is dan ook niets over vrijgegeven. Ik heb dr. Jablonsky uit bed gebeld om te vragen hoe dat zat. Aanvankelijk wilde hij niets zeggen. Toen ik wat met de naam FBI schermde, gaf hij ten slotte toe dat er vrij definitieve plannen voor een snellekweekreactor in San Ruffino zijn. Het project valt onder de verantwoordelijkheid van de CKE . Geen documentatie dus. Strikt geheim.' 'Dus Carlton is onze man.' 'Ja. Maar die wetenschap brengt ons geen stap verder, nu hij met Morro verdwenen is.' Dunne nam een van de voor hem liggende papieren op. 'Je had gevraagd om een lijst van alle organisaties van gekken, zonderlingen, excentriekelingen of hoe je ze verder ook wilt noemen, die zich een beetje hadden weten te handhaven. Alsjeblieft. Ik geloof dat ik toen zei dat het er een stuk of tweehonderd zouden zijn. In werkelijkheid zijn het er honderdvijfendertig. Maar evengoed is het ondoenlijk om ze allemaal aan een onderzoek te onderwerpen. Bovendien kreeg ik het idee dat die jongens niet van gisteren zijn en dat het heel moeilijk zal zijn om ze iets te maken.' 'Maar het aantal kunnen we wel terugbrengen. Om te beginnen gaat 't zeker om 'n grote groep in ons geval, 't Moet ook 'n groep zijn die nog maar pas geleden is gevormd om als dekmantel te dienen voor criminele activiteiten. Ik denk zelfs dat die groep niet veel langer zal bestaan dan één jaar.' 'Ledenaantal en oprichtingsdata.' Dunne maakte zuchtend een nieuwe aantekening. 'Jou kan het, geloof ik, weinig schelen of wij ons afbeulen, hè? Maar goed, onze vriend Morro. Noch bij ons noch bij de politie is iets bekend over een misdadiger met een ooglapje en twee verminkte handen. Maar dat was te verwachten.' Jeff keek zijn vader aan. 'Susans brief. Had ze daar niet "Amerikaan?" opgeschreven? Amerikaan met 'n vraagteken?' 'Ja, inderdaad. Mooi, majoor, dat is dunkt me nog wel 'n klein aantekeningetje waard. Contact opnemen met Interpol in Parijs.' 'Interpol, toe maar. Maar nu het volgende onderwerp: de bankbiljetten van onze vriend Donahure. Dat was een kleine moeite — even de helft van alle bankdirecteurs en caissières in Californië uit bed bellen. Afkomstig, zo bleek het, uit een plaatselijk filiaal van de Bank of America. Het geld is vier dagen geleden afgehaald door een jongedame met blond haar en een bril met getinte glazen.' 'Jampotglazen en 'n blonde pruik zal u bedoelen.' 'Niet uitgesloten. Gaf als naam op: mevrouw Jean Hart, Cromwell Ridge 800. Daar woont inderdaad een mevrouw van die naam, maar dat is een dametje van zeventig die geen rekening bij die bank heeft. De caissière heeft het geld niet geteld — heeft het in tien pakjes van duizend dollar in één keer overhandigd.' 'En die pakjes heeft Donahure wat groter gemaakt om op z'n acht verschillende bankrekeningen te zetten. We moeten z'n vingerafdrukken te pakken zien te krijgen.' 'Die hebben we al. Een van mijn mannen heeft in samenwerking met uw vriend brigadier Parker — die man schijnt uw antipathie voor Donahure van harte te delen — de afgelopen nacht wat vingerafdrukken gevonden in zijn kantoor.' 'U heeft 't inderdaad erg druk gehad.' 'Ik niet. Ik zorg alleen maar voor een hoge telefoonrekening. Maar veertien mannen van stavast hebben de hele nacht voor me gewerkt. Ik heb stad en land moeten afbellen om zoveel mensen bij elkaar te krijgen. Maar goed, we hebben een paar prachtige vingerafdrukken van Donahure op die bankbiljetten gevonden en wat nog interessanter is, we hebben ook een paar prachtige afdrukken van LeWinter.' 'De betaalmeester. En hoe zit 't met 't automatische pistool van de betaalmeester?' 'Heeft niets opgeleverd. Het wapen staat niet geregistreerd. Dat hij het in huis had, zegt weinig — een rechter maakt veel vijanden. Het pistool is allang niet meer gebruikt — er zat een laagje stof in de loop. Die geluiddemper zegt misschien iets over de persoonlijkheid van de man, maar is in het geheel geen reden om de man op te sluiten.' 'En 't dossier dat de FBI over 'm had? Wilt u daar nog steeds niks over zeggen?' 'Jawel. Er staat niets in dat ons in deze zaak verder helpt. Staat overigens ook weinig in dat vóór de man spreekt. Laat zich, voor zover wij hebben kunnen nagaan, niet in met misdadigers. En dat lijkt die lijst met telefoonnummers wel te bevestigen. Op die lijst komen de nummers voor van de meest prominente politici van Californië.' 'En volgens de FBI laat-ie zich niet in met misdadigers? Hm. En verder?' 'Zowel de FBI als de politie is niet erg gelukkig met een aantal — en een niet zo gering aantal ook — van de vonnissen die hij in de afgelopen jaren heeft uitgesproken.' Dunne keek op een van de papieren op zijn bureau. 'Vijanden van zijn vriendjes die buitensporig zwaar gestraft worden, criminele relaties van zijn vriendjes — en nogmaals, zelf heeft hij die relaties dus niet — die eraf komen met lichte, soms zelfs belachelijk lichte straffen.' 'Verdient-ie daar wat aan?' 'Dat kunnen we niet bewijzen, maar dat moeten we wel haast aannemen. Hij is in ieder geval niet zo naïef als zijn vriendje Donahure. Hij heeft voor zover wij weten ook geen bankrekeningen onder een valse naam bij de banken in de omgeving. Maar we houden een oogje op zijn correspondentie, zonder overigens zijn brieven open te maken.' 'Jullie zijn geen haar beter dan de KGB.' Dunne veinsde deze opmerking niet gehoord te hebben. 'Eens in de zoveel tijd krijgt hij post uit Zwitserland, hoewel hij nooit brieven naar dat land stuurt. Onze vriend de rechter weet zijn activiteiten heel aardig binnenskamers te houden.' 'Hij heeft dus tussenpersonen die 't geld voor 'm op de bank zetten in Zwitserland?' 'Daar heeft het alle schijn van. En daar loopt het spoor dood, want Zwitserse banken geven pas informatie over hun cliënten, wanneer dezen zijn veroordeeld.' 'Hebben jullie nog wat kunnen doen met dat exemplaar van Ivanhoe en dat aantekenboekje met die code?' 'In dat boekje schijnt een enorme serie telefoonnummers te staan, de meeste uit Texas en Californië. En er schijnen wat meteorologische rapporten in te staan. We maken vorderingen. Nou ja, in Washington maken ze vorderingen. In Californië hebben we niemand die gespecialiseerd is op het gebied van Russisch geheimschrift.' 'Russisch geheimschrift?' 'Kennelijk. Een eenvoudige, relatief eenvoudige, natuurlijk, variant van een bekend Russisch geheimschrift. Dus hier schijnen de Russen ook weer om de hoek te komen kijken. Maar misschien zoeken we er ook wel te veel achter, zij het dat dit wel de belangstelling van de CIA verklaart. Cryptografie is trouwens hun specialiteit en ik denk dat de beste mensen op de een of andere manier toch wel bij hen in dienst zijn.' 'LeWinters secretaresse is 'n Russische. Heeft althans Russische ouders. Zou zij misschien 't brein achter die cijfercode zijn?' 'Ik kan zo tien landen opnoemen die wel raad geweten zouden hebben met de aanvallige Bettina. Helaas is dit land er niet een van.' Hij zweeg. 'Over andere landen gesproken: die Russische machinepistolen die onze vriend Donahure in zijn bezit heeft, pardon, had —' 'Ah! De Kalasjnikovs. De invoervergunning .. .' 'Die is er niet. Dat wil dus zeggen dat er zich officieel geen Kalasjnikovs in het land bevinden. Het Pentagon heeft er een paar, maar daar willen ze niet zeggen hoe ze eraan gekomen zijn. De Engelsen hebben ze, dacht ik, ook — in beslag genomen van de IRA.' 'En we weten allemaal dat Donahure uit Noord-Ierland komt.' 'Mijn God, alsof ik nog niet genoeg aan mijn hoofd heb.' En om dit te illustreren bracht hij met een vermoeid gebaar beide handen naar zijn voorhoofd. 'Tussen haakjes, wat dacht Donahure in jouw huis aan te treffen?' 'Daar ben ik inmiddels achter.' Er sprak weinig vreugde uit Ryders stem. 'Ik geef toe dat het godverlaten lang geduurd heeft, maar nu weet ik in ieder geval hoe de vork in de steel zit. We hadden z'n komst niet te danken aan ons onheuse gedrag tegenover z'n knechtje, dat we meteen van wat speelgoed en z'n bestelwagen ontdaan hebben: Donahure zou zeker niet de indruk willen wekken dat-ie daar iets mee te maken had. Hij zocht ook niet naar 't bewijsmateriaal dat ik had meegenomen uit de centrale, want nog afgezien van 't feit dat-ie niet eens kon weten dat ik het had, heeft-ie zelfs niet eens de moeite genomen om even te gaan kijken in de centrale. En al net zomin de tijd gehad, want hij was er veel te vlug. Daarom kon-ie ook niet bij LeWinter geweest zijn voor z'n huiszoekingsbevel. Waarschijnlijk zou-ie dat bovendien niet gedurfd hebben, want LeWinter zou 'm zien aankomen. Grote kans dat-ie 'm als 'n bedreiging voor z'n eigen veiligheid zou gaan zien en 'm in plaats van 'n huiszoekingsbevel door iemand anders 'n kogel door z'n kop zou laten jagen.' Dunne zag er minder kwiek en opgewekt uit dan toen zij hem die ochtend voor het eerst zagen. Hij zei klaaglijk: 'Zoals ik al zei, ik heb al meer dan genoeg aan mijn hoofd.' 'Ik heb zo 't idee dat 'n grondige huiszoeking bij Donahure thuis, of een grondig uitmesten van zijn bureau een hele stapel blanco huiszoekingsbevelen zou opleveren. Ondertekend en gestempeld door LeWinter, zodat Donahure niks anders hoeft te doen dan 'n reden in te vullen. Ik had tegen Donahure gezegd dat ik 'n dossier over 'm had aangelegd. En dat kwam-ie zoeken. De reden van z'n bezoek lag zo voor de hand dat ik 'm straal over 't hoofd zag. En ik zei nog wel tegen 'm dat z'n hele actie zo gruwelijk stom was dat 't wel eigen initiatief móést wezen. En dat klopte natuurlijk, omdat 't over iets ging dat alleen voor hemzelf van belang was.' 'Inderdaad. Dat moet het wel zijn. Dan zullen die twee wel snel de benen nemen.' 'Dat dacht ik niet. Ze weten immers niet dat wij 't bewijsmateriaal in handen hebben. Zo'n door de wol geverfde oplichter als Donahure zal automatisch aannemen dat 't geld en de wapens door andere oplichters gestolen zijn en dat ze dat niet aan de grote klok zullen hangen. En LeWinter zal waarschijnlijk ook niet de benen nemen. Hij knijpt 'm natuurlijk als 'n ouwe dief, omdat het aantekenboekje is verdwenen en z'n vingerafdrukken zijn genomen, maar als-ie erachter komt — als dat inmiddels al niet gebeurd is — dat de gewraakte foto van hem en z'n secretaresse niet in de Globe is verschenen, dan zal-ie discreet informatie gaan inwinnen en erachter komen dat die twee mannen niet door de Globe gestuurd waren. Dan moet-ie tot de conclusie komen dat 't om chantage gaat en dat ze er misschien op uit zijn om z'n benoeming tot President van 't Hooggerechtshof onmogelijk te maken. U hebt zelf al gezegd dat-ie invloedrijke vriendjes heeft: maar dat houdt automatisch in dat-ie ook invloedrijke vijanden heeft. Maar over chantage zal-ie zich nauwelijks zorgen maken, want dat soort mensen kan niks met 'n Russische code. En toegegeven, er zijn vingerafdrukken genomen, maar de politie draagt geen maskers en neemt geen vingerafdrukken, terwijl je naakt in bed ligt: die nemen je eerst mee naar 't bureau. Bovendien staat hij geenszins machteloos tegenover chanteurs, want de wet hier in Californië weet wel raad met dat soort mensen — en LeWinter is de wet.' Jeff zei op gekwetste toon: 'Dat had je me best es kunnen vertellen.' 'Ik dacht dat je daar zelf al achter was gekomen.' 'En had je dit allemaal al uitgekiend, voordat je dat illustere tweetal een bezoek bracht?' vroeg Dunne. Ryder knikte. 'Dan ben je slimmer dan de gemiddelde smeris. En wie weet zelfs slim genoeg voor de FBI . Wat stel je voor?' 'LeWinters telefoongesprekken afluisteren.' 'Dat is tegen de wet. En het Congres wil er tegenwoordig al helemaal niets meer van horen. Waarschijnlijk bang dat ze zelf ook afgeluisterd zullen worden. Maar we regelen het wel. Ik schat dat we er een uurtje of twee voor nodig zullen hebben.' 'U beseft uiteraard dat u niet de enige bent die 'm afluistert?' 'Niet de enige, hoezo?' 'Waarom dacht u dat sheriff Hartman dood is?' 'Omdat-ie zou praten? Omdat-ie er pas bij was en zich voor het te laat was van de bende los wilde maken?' 'Dat ook, ja. Maar waarom zou-ie dood zijn? Omdat Morro LeWinters telefoongesprekken liet afluisteren. En ik heb bij LeWinter de telefooncentrale gebeld om 't adres van Hartman op te vragen, want hij stond niet in 't telefoonboek, mogelijk omdat-ie hier nog maar pas woont. Iemand moet dat gesprek afgeluisterd hebben en Hartman 'n bezoek hebben gebracht, voordat wij bij 'm konden zijn. U hoeft trouwens niet te proberen of u nog iets met die kogel kunt doen. 't Is 'n dum-dumkogel en daar blijft nooit veel van over, maar hij is bovendien nog 'n keer in 'n muur geslagen. Ballistiekexperts zijn geen tovenaars: er is geen schijn van kans dat ze uit die kogel iets wijzer worden.' 'Iemand heeft dat telefoongesprek afgeluisterd, zei je. Enig idee wie?' 'Donahure misschien — hij leek weer 'n beetje bij z'n positieven te komen, toen we bij 'm weggingen — of mogelijk een van z'n onderwereldvriendjes. Raminoff was niet de enige.' 'Heb je tijdens dat telefoongesprek je naam genoemd?' 'Ja, ik moest wel — anders had ik die informatie nooit gekregen.' 'Dus Donahure weet dat je bij LeWinter bent geweest. Dat wil zeggen dat LeWinter dat inmiddels ook wel zal weten.' 'Uitgesloten. Dan zou-ie LeWinter moeten vertellen dat-ie 'm afluistert, of ermee op de hoogte is dat LeWinter wordt afgeluisterd. En hetzelfde geldt voor m'n gesprek met Aaron van de Examiner, als dat is afgeluisterd, wat ik overigens niet denk, want onze vriend de luistervink zal d'r zeker als de gesmeerde bliksem op uit getrokken zijn, toen de naam en 't adres van Hartman ter sprake kwamen.' Dunne keek hem taxerend aan — en er leek bewondering uit zijn blik te spreken. 'Ik moet zeggen dat je alle mogelijkheden hebt voorzien.' 'Was het maar waar.' Een van de telefoons op Dunnes bureau begon te rinkelen. Dunne luisterde zwijgend en kneep zijn lippen samen tot een dunne streep, terwijl alle expressie uit zijn gezicht wegtrok. Hij knikte enige malen en zei: 'Ja, dat zal ik doen.' Hij legde de hoorn neer en keek Ryder zwijgend aan. Ryder zei toonloos: 'Ik zei u toch al dat ik niet alle mogelijkheden had overzien. Ze hebben Peggy?' 'Inderdaad.' Jeffs stoel sloeg kletterend tegen de grond. Hij stond met een lijkbleek gezicht tegenover majoor Dunne. 'Peggy! Wat is er met Peggy gebeurd?' 'Ze hebben haar te pakken gekregen. Zij wordt nu ook gegijzeld.' 'Gegijzeld! En u heeft gisteravond beloofd . . . nou, die verdomde FBI-agenten van u kunnen van mij ook de pot op!' Dunne bleef kalm. 'Twee van die verdomde FBI-agenten, zoals jij ze noemt, zijn neergeschoten en liggen nu in het ziekenhuis. De toestand van een van hen is kritiek. In ieder geval is Peggy niets overkomen.' 'Ga zitten, Jeff.' Ryders stem klonk nog steeds toonloos. Hij keek Dunne aan. 'Men probeert mij duidelijk te maken dat ik me niet met deze zaak moet bemoeien.' 'Inderdaad. Ze vragen of u de amethist zou herkennen die in haar pinkring zit.' Er kwam een verbitterde trek op zijn gezicht. 'Ze zijn bereid de pink erbij te leveren, als dat de herkenning zou vergemakkelijken.' Jeff had zijn stoel weer overeind gezet en klemde met beide handen de rugleuning vast, alsof hij deze wilde vermorzelen. Zijn stem klonk schor. 'Jezus, pa, hoe kun je daar nou zo blijven zitten. Dat is — dat is — het is onmenselijk. Peggy! Peggy! 't Gaat om Peggy! We kunnen hier niet langer blijven. Laten we weggaan. Laten we onmiddellijk weggaan. Laten we erheen gaan.' 'Rustig Jeff. Rustig. Waar wou je heengaan?' 'Naar San Diego, godverdomme!' Ryders stem klonk niet langer toonloos. Bewust koel zei hij: 'Je zult nooit 'n goeie smeris worden, als je niet als 'n' smeris leert denken. Peggy, San Diego — dat zijn de buitenste draden van 't spinnenweb, Jeff. Wat wij moeten doen is de spin zien te vinden die in 't hart van 't web zit. Opsporen en doodtrappen. Maar daarvoor moeten we niet in San Diego zijn.' 'Dan ga ik alleen. En denk maar niet dat je me kunt tegenhouden. Als jij hier zo nodig op je kont wil blijven zitten —' 'Hou je bek!' Zo bewust koel als Ryders stem had geklonken, zo bewust scherp klonk nu die van Dunne. Wat vriendelijker vervolgde hij: 'Hoor eens, Jeff, we weten dat ze jouw zusje is, je enige zusje. Maar San Diego is geen gehucht ergens in de rimboe. Het is de op een na grootste stad in Californië. We hebben daar honderden politieagenten, evenzoveel ervaren rechercheurs en FBI-mensen — allemaal experts in dit soort mensenjacht. En jij bent niet alleen geen expert, maar de stad ken je ook niet. Waarschijnlijk zijn er op dit moment al honderd man bezig naar haar te zoeken. Wat dacht jij te kunnen doen dat zij niet kunnen?' Dunnes stem klonk redelijk nu, overredend zelfs. 'Je vader heeft gelijk. Zou je ook niet liever afrekenen met de spin in het hart van het web?' 'Ik geloof 't wel.' Jeff ging weer zitten, maar het trillen van zijn handen maakte duidelijk dat hij nog steeds in de greep was van een blinde woede en angst voor het lot van zijn zusje. 'Ik geloof 't wel. Maar waarom jou, pa? Waarom proberen ze jou via Peggy te pakken te nemen?' Dunne zei: 'Omdat ze bang van hem zijn. Omdat ze zijn reputatie kennen, zijn doorzettingsvermogen, omdat ze weten dat hij nooit opgeeft. En wat hen nog het bangst maakt, is dat hij niet langer binnen het kader van de wet opereert. LeWinter, Donahure, Hartman — drie raderen in hun machine, vier, als je Raminoff meetelt — en hij heeft ze binnen een uur te pakken. Je vader staat buiten de wet, Jeff. Als hij binnen de grenzen van de wet bleef, zou hij niet eens bij hen in de buurt kunnen komen.' 'Ja, maar, hoe wisten ze dan dat —' 'Da's achteraf duidelijk genoeg,' zei Ryder. 'Ik zei al dat Donahure nooit zou durven vertellen dat ik — wij — bij LeWinter waren geweest. Maar hij heeft 't blijkbaar wél tegen z'n opdrachtgever verteld, wie dat ook moge zijn. Nu 't te laat is, begrijp ik opeens dat Donahure wel 'n opdrachtgever móét hebben, want hij is veel te stom om zelf dingen te regelen.' 'Enig idee wie die opdrachtgever zou kunnen zijn?' 'Nee. Voor Donahure zelf waarschijnlijk ook alleen maar 'n stem over de telefoon, 'n Tussenpersoon, 'n Handlanger van Morro. En ik moet nodig zeggen dat Donahure stom is, want ik ben zelf nog veel stommer.' Hij stak een Gauloise op en staarde naar de omhoog kringelende rook. 'Die goeie ouwe brigadier Ryder, die alle mogelijkheden overziet.'