HOOFDSTUK 11
De taxi was al halverwege Highgate voor Emma eraan dacht dat Colin daar niet meer woonde. De chauffeur mompelde wat bij zichzelf en slipte de hele verzameling straatjes met éénrichtingsverkeer rond om de goede kant op te slaan.
Emma liet zich weer achterover zinken in de kussens, nijdig op zichzelf dat ze het vergeten was, maar nog steeds een beetje verbouwereerd dat ze echt de moed had kunnen opbrengen zover te komen. Duveltje had zich op haar schoot genesteld, zich niet bewust van de enorme stap die haar baasje had genomen.
Maar het was heus niet het enige wat ze had kunnen doen. Emma sloot haar ogen en kon nog steeds niet geloven dat het allemaal echt gebeurd was... Dat ze met Nicholas samen was, hem liet merken hoe vreselijk veel ze van hem hield en dat hij toch uiteindelijk zo onmenselijk tegen haar had gedaan. Haar besluit stond al vast toen ze het bed uitkroop, koud en ellendig, een paar spulletjes inpakte en het huis uitsloop, waarbij zij er gelukkig in slaagde om een taxi te bellen zonder dat hij haar hoorde. Wat er ook gebeurde, het zou nooit zo erg kunnen zijn als de volgende ochtend beneden moeten komen om met Nicholas geconfronteerd te worden. Wat zou er van het wankele evenwicht in hun relatie geworden zijn? Niets was er meer over gebleven van haar trots. Niemand, zelfs oom Louis niet, kon van haar verwachten dat ze onder dergelijke omstandigheden zou blijven.
Waarom was ze dan niet op weg naar de flat van haar oom? Misschien had ze dat wel moeten doen, zou ze dat alsnog doen -morgen, als ze de tijd had gehad om tot zichzelf te komen. Maar ze kon erop vertrouwen dat Colin haar warm en hartelijk zou ontvangen en Emma had zo wanhopig veel behoefte aan troost en hartelijkheid.
Ze betaalde de taxichauffeur toen die voor de stijlvolle winkel was gestopt. De naam Nicholas Voss stond over de winkelpui, het was lang geleden dat ze hier voor het laatst gestaan had. Het straatje was uitgestorven, de chauffeur vroeg of alles zo wel in orde was en ze probeerde te glimlachen toen ze knikte en keek hoe hij wegreed. Toen pakte ze met een zucht haar koffertje en het hondje op en liep naar het steegje langs de achterkant van de winkels.
De tweede van de smeedijzeren trappetjes ging naar de flat boven de zaak van Nicholas. Alles was donker, maar dat was niet zo verbazingwekkend om twee uur ’s nachts. Die arme Colin lag vast al uren in bed.
Eindelijk kwam hij naar de deur, slaperig, in de war, een dunne kamerjas haastig aangeschoten over zijn pyjama. Toen hij zag wie het was deed hij de deur nog verder open en keek verbaasd op haar neer. Toen viel zijn oog op haar koffertje en het hondje in haar armen en zijn verbazing maakte plaats voor complete verbijstering.
‘Je bent bij hem weggelopen,’ zei hij slechts en Emma knikte, beet op haar lip en barstte ten slotte in tranen uit.
Wie anders dan Colin, lieve Colin, had haar meteen in een gemakkelijke stoel gepoot, de haard aangestoken, wat warme chocola voor haar gemaakt, een krukje opgescharreld voor haar voeten en een dozijn zakdoeken om de zilte stroom te stelpen?
‘Het moest wel een keer gebeuren,’ zei hij geruststellend. ‘Op die manier had je niet kunnen doorgaan, lieverd.’ En Emma merkte nauwelijks wat hij zei, laat staan wat zijn woorden betekenden.
‘Ik... ik ga morgenochtend wel naar oom Louis,’ snufte ze. ‘ik wil je niet in de weg lopen maar ik dacht dat jij het wel zou begrijpen...’
Hij hurkte naast haar stoel en streek zachtjes haar haar weer een beetje recht. ‘Je hoeft nergens heen te gaan, Emma.’ Hij stopte even en schraapte zijn keel. ‘Je kan hier net zo lang blijven als je maar wilt...’
‘O nee - dat kan niet, echt niet - dat zou niet juist zijn.’ Ze slurpte aan haar chocolademelk en keek hem met wazige ogen aan over de rand van haar kopje.
‘Je zal eigenlijk wel gelijk hebben. Deze flat is nu eenmaal van hem,’ gaf Colin toe, maar dat had Emma helemaal niet bedoeld. Ze liet zich achterover zakken en deed haar ogen dicht, met het afschuwelijke gevoel dat ze regelrecht van de ene hopeloze janboel in de andere terecht was gekomen.
‘Colin,’ zei ze uiteindelijk en ze deed haar ogen weer open om recht in de zijne te kunnen kijken, die zich op dezelfde hoogte als de hare bevonden. Hij streelde haar hand, maar daar probeerde ze geen aandacht aan te schenken. ‘Colin,’ begon ze opnieuw, waarom heb je me die rozen gestuurd? Ik bedoel, wat voor bloemen dan ook zou al erg genoeg zijn geweest... Maar wat heb ik gezegd? Waarom dacht je... ’ Haar stem stierf weg en ze zag het laatste sprankje hoop van zijn gezicht verdwijnen. Ze had zo’n medelijden met hem maar het moest uitgesproken worden. Dan zou hij het eindelijk kunnen begrijpen.
‘Ik vond, dat het allemaal wel wat vlug ging,’ zei hij zacht. ‘Dat huwelijk en zo. Al kenden jullie elkaar al van jaren geleden.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Maar ik dacht eigenlijk zo’n beetje dat jullie wel zouden weten waar jullie mee bezig waren totdat...’
‘Totdat?’ hielp ze hem en hij trok de andere leunstoel dichter bij en liet zich daarin vallen.
‘Totdat we laatst jouw kaptafel gebruikten voor mijn praatje.’ Hij leek zich een beetje te generen, en ze wachtte tot hij in zijn eigen tempo verder ging. ‘Het was nogal duidelijk dat jullie niet samen een kamer hadden - dat jullie niet bij elkaar sliepen,’ zei hij ten slotte, en Emma voelde dat ze bloosde, alsof het allemaal aan haar lag. ik kon het niet geloven,’ vervolgde Colin, en hij zag er nog steeds een beetje verbijsterd uit, maar toen werden zijn grijze ogen harder en zijn zachte mond kneep samen van woede. ‘Waar denkt hij eigenlijk wel niet dat hij mee bezig is? Jou, onder dergelijke omstandigheden overhalen met hem te trouwen. Je moet je leven niet vergooien voor een huis, Emma. Zelfs niet voor Whitewayes. Zelfs niet als Nicholas Voss zo overtuigend kan zijn.’ ‘Dat heb ik niet gedaan.’ Er druppelde een traan langs haar neus en nijdig veegde ze die weg. ‘Ik ben met Nicholas Voss getrouwd omdat ik van hem hield en ik ben van hem weggelopen omdat ik nog steeds van hem houd.’ Colin keek haar aan alsof ze gek was geworden. ‘Het punt is, dat hij gewoon niets om me geeft en dat nooit gedaan heeft - me niet eens zo erg mag zelfs.’ Nu ze eenmaal begonnen was kon niets haar meer tegenhouden. ‘Hij heeft nooit gedaan alsof dat wel zo was,’ legde ze haastig uit, toen Colin keek alsof hij op het punt stond te ontploffen. ‘Hij wilde alleen maar dat ik bleef en hem hielp om Whitewayes te organiseren. Het lag alleen maar aan mij,’ bekende ze, ‘ik dacht dat hij misschien wel op een gegeven moment van me zou gaan houden. Nogal suf, hè?’ probeerde ze er opgewekt aan toe te voegen, maar haar glimlachje haalde het niet en stierf weer weg.
Colin sprong op uit zijn stoel en begon door de kamer te ijsberen. ‘Die ellendige curatoren,’ vloekte hij. ‘Stelletje bemoeizieke oude kerels...’
‘Dus je hebt gehoord over die brief?’ Nu voelde Emma zich nog ellendiger. In die brief wilde ze eigenlijk maar liever niet geloven. Colin keek achterom over zijn schouder. ‘Welke brief?’
‘Het doet er niet toe,’ zei ze schouderophalend, ‘dat is een lang verhaal.’
‘Ze zullen het wel niet zo op prijs gesteld hebben dat jullie daar met z’n tweeën woonden.’ Emma knikte en Colin vloekte nog een keer binnensmonds. ‘Je oom vertelde me dat ze altijd getrouwde mannen hebben gehad...’
‘Maar mijn vader...’ herinnerde Emma hem.
‘Die was misschien wel weduwnaar, maar hij had jou, lieverd. Je zal vast wel aan de andere kant van de eettafel hebben gezeten als het perfecte gastvrouwtje, waarbij je er verrukkelijk uitzag,’ voegde hij er zacht aan toe, ‘toen je nog hoog en breed op school zat.’
Emma knikte nog eens. En het was bij één van die speciale gelegenheden geweest, toen ze achttien was, dat ze Nicholas voor het eerst ontmoet had. Waarschijnlijk had hij haar erg gedistingeerd en mondain gevonden, zoals ze daar zonder enig probleem met wildvreemden zat te converseren. Maar dat was alleen maar een handigheid die ze in de loop der jaren had aangeleerd. Daarom was ze nog niet die mondaine vrouw waarvoor hij haar hield. Dat was ze nog steeds niet, vijf jaar later. Emma moest aan Gail Weston denken, en betwijfelde of ze ooit dat niveau zou kunnen bereiken.
‘Je moest maar wat proberen te slapen,’ zei Colin, die zijn eigen herinneringen en hoopvolle verwachtingen de rug toekeerde voor de harde realiteit van het heden. ‘Het bed in de logeerkamer is al opgemaakt. Wil je misschien een kruik - dan zou je wel eens wat gemakkelijker in slaap kunnen vallen.’
Emma kroop lekker tegen de warme kruik aan en luisterde naar het snuffelen en zuchten van Duveltje, dat uit haar geimproviseerde mand in een boodschappenmandje kwam. Maar ze kon niet zo goed slapen als haar hondje; toen de zon langzaam op kwam, was ze er zelfs van overtuigd dat ze geen oog had dicht gedaan.
Maar eindelijk hoorde ze Colin bezig in de keuken. Het was maandagochtend, maar toch nog wel te vroeg, leek het haar, om al op en aan de gang te zijn. Misschien kon hij ook niet slapen. De arme jongen! Het scheen tenslotte tot hem door te dringen, dat er nooit iets tussen hen zou kunnen zijn. Een goede vriend was net zoveel waard als de kostbaarste diamanten, maar het was niet voldoende voor een huwelijk, dat had ze wel van Nicholas geleerd. Als ze hem nooit ontmoet had, had ze misschien wel gelukkig kunnen worden met Colin. Maar het zou maar een half geluk zijn geweest. Tevredenheid in plaats van vervulling - plezier in plaats van grenzeloos genot. Maar dat was nu allemaal voor haar verloren, zonder Nicholas; maar ze hoopte wel dat Colin nog iemand zou vinden die hem echt zou doen stralen.
De bel ging en Emma draaide zich om in bed. Om zes uur ’s ochtends! Colin stond met iemand te praten, ze kon de woorden niet verstaan, maar hoorde alleen dé klank van zijn stem toen hij de pas aangekomene meenam naar de zitkamer. En toen was er geen twijfel meer mogelijk over de identiteit van de bezoeker, en evenmin over de totale vastberadenheid in zijn stem, toen hij zei: ‘Ik kom mijn vrouw halen!’
Emma hield van schrik haar adem in, toen worstelde ze zich overeind en graaide naar haar vest om dat om haar schouders te slaan, maar ze was te laat; de deur van de slaapkamer vloog open.
‘Kleed je maar zo vlug mogelijk aan want mijn auto blokkeert de steeg!’ Nicholas’ gezicht was doorgroefd van vermoeidheid; hij had nog steeds hetzelfde smokingjasje aan als gisteravond. Geschokt realiseerde Emma zich dat hij helemaal niet naar bed was geweest.
‘Nicholas, het heeft geen enkele zin.’ Ze kromp ineen tegen de muur en dat scheen hem zo mogelijk nog meer te ergeren.
‘Het heeft een heleboel zin, meiske, omdat ik het je zeg. Wat denk je eigenlijk wel dat je aan het doen bent. Hierheen komen om de nacht door te brengen met een ander?’
‘Zeg hoor eens...’ Colin was een beetje in de buurt van de deur gebleven; nu kwam hij de kamer in, net zo vermoeid en afgemat als zijn baas, maar vriendelijker, kwetsbaarder, en Emma’s hart ging meteen naar hem uit.
‘Laat maar, Colin.’
‘Je hoeft Prentice niet gerust te stellen,’ schreeuwde Nicholas bijna. ‘Mij zou je moeten geruststellen. Ik ben je echtgenoot per slot van rekening.’
‘Echtgenoot?’ barstte Colin uit, maar een vernietigende blik voorkwam dat hij verder ging.
‘En als je echtgenoot zeg ik je, dat je op hebt te staan en je aan hebt te kleden. Ik geef je tien minuten,’ voegde Nicholas er strak aan toe. ‘Als je daar geen zin in hebt, doe dan vooral geen moeite het maakt mij niets uit om je in je nachtpon naar Whitewayes terug te rijden.’
Ze zag het al voor zich dat hij dat inderdaad zou doen! Dit werd elke seconde vreselijker. Wat kon ze doen ? Kon ze maar iets bedenken...
‘Misschien zouden we allemaal wel een lekkere kop thee kunnen gebruiken.’ Colin deed heel erg zijn best, dat voelde ze wel.
‘Een goed idee!’ Nicholas wachtte tot hij wegging, deed de deur dicht en posteerde zich ervoor, terwijl hij kwaad naar Emma keek die nog recht overeind in bed zat. ‘Schiet op,’ zei hij ongeduldig. ‘Ik zei tien minuten. Zou je niet eens wat doen?’
‘Nee!’ Het zat Emma inmiddels wel tot hier. ‘Ik kleed me niet aan omdat ik niet met je meega.’ Haar hart bonkte van angst. ‘Het heeft geen zin, Nicholas. Ik snap niet eens waarom je het ook maar zou willen.’ Ze staarden elkaar aan; Emma met het halfbewuste idee dat ze hem nog een laatste kans gaf, terwijl Nicholas in haar ziel scheen te kijken om de waarheid te achterhalen.
Hij greep de gelegenheid die zij hem bood niet aan, zijn mond daarentegen verstrakte toen hij een blik wierp op zijn hot loge.
‘Nu heb je nog vijf minuten over.’
‘Ik ga niet,’ herhaalde Emma stijfkoppig.
‘Je denkt toch zeker niet nog steeds dat je van die kerel houdt,’ beschuldigde hij.
Haar ogen schoten naar zijn gezicht. ‘Ik ben heel erg gesteld...’ begon ze.
‘Gesteld op hem? Ha! Vier minuten!’
‘En nu de kamer uit! Schiet op!’ gilde Emma. O, die vent was onmogelijk! Hoe had ze zich ooit kunnen inbeelden dat ze van hem hield? Misschien kon ze maar beter Colin hebben, die zou haar nooit zo martelen.
‘Drie minuten. Emma, ik waarschuw je. Ik ben doodop. Dat kinderachtige gedoe zit me nu wel tot hier!’ En dat was wel het slechtste wat hij met enige mogelijkheid had kunnen zeggen.
‘Dan is het jammer dat je niet met Mrs. Weston bent getrouwd,’ barstte Emma nu eindelijk uit. ‘Die is in ieder geval geen kind. Dan had je nu al die problemen niet gehad.’ Ze trok het beddegoed wat omhoog, alsof dat enige bescherming zou zijn. ‘Maar je kon haar niet overhalen om al dat geld los te laten, hè? Heeft ze soms liever dingen waaruit blijkt hoe rijk ze is, dan liefde? Je hebt wel weinig geluk, Nicholas, met de vrouwen die je uitzoekt!’ De opluchting dat het er nu eens allemaal uit was, was ongelofelijk. Maar had ze dat echt gezegd? Zelfs bijna geschreeuwd... Vol afschuw keek ze haar echtgenoot aan. Wat ging hij nu doen? Dit zou hij van zijn levensdagen nooit nemen!
En dat deed hij ook niet. Nicholas kwam in één beweging op het bed af, de omvang van haar beschuldiging duidelijk door de geschoktheid die op zijn gezicht te lezen stond.
‘Je tijd is om,’ zei hij, op een toon alsof dat een bekentenis van moord betekende. Emma probeerde te gillen, maar er kwam geen geluid toen hij zich vooroverboog en haar uit bed trok. ‘Ik neem je mee naar huis, nu meteen!’ kondigde hij aan met een klank die geen tegenspraak duldde. Plotsklaps werd Emma in het dekbed gewikkeld en over zijn schouder gegooid.
‘We blijven niet voor de thee,’ deelde Nicholas de verschrikte Colin mee toen ze elkaar in de gang tegenkwamen.
‘Nicholas Voss, zet me nu onmiddellijk neer of ik ga...’ Emma’s gezicht was rood van verontwaardiging. Het dekbed was praktisch een dwangbuis. Ze was even hulpeloos als een zak aardappelen.
Nicholas besteedde niet de minste aandacht aan haar dreigement, noch aan het feit dat ze woedend draaide en stribbelde.
‘Ik ben zo terug om haar. spullen te halen,’ vervolgde hij koeltjes, deed de voordeur open en droeg haar in de frisse ochtendlucht naar buiten. En daar kwam nog bij, ziedde Emma bij zichzelf, Colin liet hem begaan!
Nicholas stouwde haar voorin de auto. ‘Verroer je niet!’ zei hij met nauwverholen woede. ‘Als je problemen probeert te maken, zeg ik dat je krankzinnig bent, dat je uit het gekkenhuis bent weggelopen en dat ik je dokter ben...’
‘Ik moet wel krankzinnig zijn geweest om met je te trouwen!’ riep Emma hem na toen hij het portier dichtsloeg, maar zijn enige reactie was dat hij die op slot draaide.
‘Je weet wel erg veel over de zaken van Mrs. Weston,’ begon Nicholas dreigend, toen hij haar spullen had gehaald, en het hondje, en ze ten slotte de steeg uitreden. Emma had verwacht, dat Colin haar uiteindelijk nog wel te hulp zou komen, maar dat gebeurde niet. Hij zou zoals altijd de winkel openen, had Nicholas gezegd, waarbij hij haar nauwlettend opnam. Nee, glimlachte Emma wat triest voor zich uit, er zou al met al toch geen sprake zijn van een groots gebaar ten bate van haar.
‘Waar heb je dat allemaal gehoord?’ hield Nicholas aan. ‘Wie heeft je verteld dat Gails geld vastzit in een familiebedrijf?’ Emma haalde haar schouders op in haar donzen cocon, waar haar blote tenen onderaan uitgluurden. ‘Dat soort dingen zijn algemeen bekend. Er zijn zoveel dingen algemeen bekend...’ ‘Zoals?’ informeerde hij met een gevaarlijke klank in zijn stem, terwijl hij de snelweg insloeg.
Emma aarzelde en vervolgens, omdat hij toch al zijn aandacht bij het chaufferen leek te hebben, ging ze dapper verder. ‘Zoals dat ze meer met iemand kan trouwen, met jou,’ voegde ze er met nadruk aan toe, ‘zonder dat ze het allemaal kwijt raakt.’ Nicholas reed nog een poosje verder eer haar woorden eindelijk tot hem doordrongen. ‘Je denkt dat ik met Gail wil trouwen, dat ze met mij wil trouwen!’ riep hij uit en kwam met gierende remmen tot stilstand waar het verboden was om te parkeren. Een zware vrachtwagen toeterde en ratelde hen voorbij. ‘Als we dat zo graag wilden, hadden we toch kunnen gaan samenwonen.’ Hij moest bijna lachen om haar naïviteit. ‘Was het nog niet tot je doorgedrongen, Emma, dat alles tegenwoordig kan?’
‘Maar dat zouden de curatoren niet zo erg op prijs gesteld hebben, nietwaar?’ herinnerde ze hem vlug. ‘En het enige wat je met alle geweld wilde hebben, - los van welke vrouw dan ook - was Whitewayes.’ Zo, die zat. Ze voelde zich haast vergenoegd.
‘Wat hebben de curatoren er nu in ’s hemelsnaam weer mee te maken?’
Toen hield hij op, omdat het hem weer te binnen schoot, en Emma keek hem aan met een zegevierende blik in haar ogen. Dat was de eerste keer dat ze ooit een ronde van hem had gewonnen.
‘En jij wilde met evenveel geweld dat ik Whitewayes niet zou krijgen, is het niet, Emma?’ Nu was het haar beurt om haar ergens aan te herinneren. ‘Daarom ben je toch met me getrouwd? Om me in de gaten te kunnen houden - te voorkomen dat ik te ver zou gaan, zo zei je het geloof ik...’
Had ze dat gezegd? Het leek allemaal zo lang geleden. Maar wat handig dat ze dat nu nog als excuus kon gebruiken.
‘Dat klopt,’ zei ze rustig, en hij wendde zich van haar af, knarste de auto in zijn een en reed weg.
Het was nog niet eens acht uur toen Nicholas pal voor de voordeur van Whitewayes parkeerde. Er was niemand om te aanschouwen hoe Emma zijn hulp afwees en moeizaam op haar blote voeten over het grint hobbelde. Ze wachtte tot hij haar spulletjes naar binnen had gebracht en liet het dekbed omlaag glijden toen ze Duveltje in haar armen klemde, maar het was kil in de hal en ze kon een rilling niet onderdrukken.
‘Je moest maar in bad duiken om goed warm te worden,’ zei Nicholas alsof hij nog meer problemen verwachtte, maar ze knikte en liep naar de trap, alleen was het marmer nog kouder. Haar tenen waren blauw en bijna gevoelloos.
Nicholas sloot de boel af en ze ging alvast vooruit; een slank, donkerharig meisje in een lange witte nachtpon, doodop, zich nauwelijks meer bewust van wat ze hier eigenlijk deed, behalve dat ze niet het idee had dat Nicholas zo verschrikkelijk dol was op Gail. Niet dat dat in feite iets uitmaakte. Hij was nog steeds niet dol op haar.
Emma stopte automatisch even onder het portret en keek op naar haar voorgangster, ook een donkerharige jonge vrouw in een lange witte jurk, alleen droeg die ook nog een hanger, een hanger van goud en smaragd die glansde in de streken zon van de schilder.
‘Hoe kon jij het aan?’ vroeg Emma met een klein stemmetje, en vroeg zich af hoe vaak de eerste Mrs. Voss zich uitgeput omhoog gesleept had. Maar er kwam geen antwoord, dat kwam er nooit. Antwoorden moest je voor jezelf uitvinden.
Emma liet zich heel lang weken in bad. Nicholas had Duveltje uitgelaten en nu kon ze hem weer boven horen rondlopen. Hij leek veel kalmer nu ze niet meer in de flat van Colin waren. Ja, het was een vergissing geweest om daarheen te gaan, maar het was eveneens een vergissing om hier terug te komen. Nu Nicholas in een wat redelijkere stemming was, zou ze het hem misschien kunnen uitleggen. Gelukkig was het maandag en hadden ze het rijk alleen.
Haast bewusteloos van vermoeidheid en spanning worstelde Emma zich uit het bad, droogde zich vlug af en schoot haar kamerjas aan. Ze gooide haar nachtpon in de wasmand en ging terug naar haar kamer.
De gordijnen waren dichtgetrokken tegen de zon en het licht in de kamer was aangenaam zacht. De elektrische deken was aan, het bed opengeslagen. Het zag er uiterst uitnodigend uit, maar Emma wendde zich af.
‘Je ziet er verschrikkelijk uit, je moet echt even een dutje gaan doen,’ zei Nicholas vanuit de deuropening; toen kwam hij de kamer in en keek alle kanten op, behalve de hare.
‘Ik blijf niet,’ zei ze zacht. Waarom zacht? Maar er was iets in zijn manier van doen wat het onmogelijk maakte om nog verder te vechten. Nu de beslissing gevallen was, nu ze wist dat ze wegging, was er geen haast meer. Ze voelde zich bijna kalm. Dit was waarschijnlijk de laatste keer dat ze een woord zouden wisselen. Achteraf zou ze zich niet graag willen herinneren dat er geen poging tóf medeleven was geweest.
Hij leunde tegen de gebeeldhouwde schoorsteenmantel en stak zijn handen in zijn zakken. Ze merkte dat hij zich verkleed had en nu een spijkerbroek en een dunne trui droeg. Zijn haar was vochtig en hij had zich geschoren. De vermoeienissen van vannacht waren minder opvallend, behalve in zijn ogen die hun blauwe kleur verloren schenen te hebben en grauw en geteisterd leken.
‘Ik dacht dat we een jaar hadden afgesproken,’ zei hij uiteindelijk, zijn stem even zorgvuldig als de hare was geweest.
‘Het was moeilijker dan ik dacht. Ik heb het geprobeerd, Nicholas, werkelijk waar!’
‘Arme Emma. Je denkt alleen maar dat je verliefd bent, weet je. Maar het wordt wel gemakkelijker, geloof me, ik kan het weten.’ Emma had het gevoel dat het laatste restje camouflage van haar weggerukt was. Natuurlijk moest het hem na gisteravond wel duidelijk zijn geworden dat ze van hem hield. Ineens restte haar niets dan hem de waarheid te vertellen.
‘Maar dan zal je in ieder geval begrijpen, waarom ik onmogelijk kan blijven...’
Hij knikte. ‘Ik zou je nooit gevraagd hebben om met me te trouwen als ik me gerealiseerd had dat je gevoelens zo diep gingen. Ik had er geen idee van, Emma.’
‘Waarom zou je ook? Vijf jaar is een hele tijd.’
Hij fronste. 'Ja. Ik zal wel niet meer zo goed op de hoogte zijn geweest. Louis heeft het er nooit over gehad.’
Emma probeerde te lachen. Het was nogal komisch om je voor te stellen dat Louis aan Nicholas zou vertellen dat de bruid van de bruidegom hield.
‘Waar ga je heen?’ Zijn stem klonk leeg 'Dat heb ik nog niet besloten.’
‘En er is niets wat ik zou kunnen zeggen dat je van gedachten zou doen veranderen?’
Je zou me kunnen zeggen dat het allemaal één groot misverstand is,’ had ze eigenlijk willen zeggen. ‘Zeg me dat je van me houdt.’ Maar de woorden kwamen niet. Ze moest weggaan met althans enig zelfrespect intact.
‘Nee,’ zei ze in plaats daarvan, ‘er is niets wat je zou kunnen zeggen.'Misschien is dit huis dan toch vervloekt.’ Hij keek haar niet-begrijpend aan en ze vervolgde: ‘Dat meisje op het portret op de overloop - onze betovergrootmoeder of zoiets dergelijks, die had ook een ongelukkige liefde.’
Nicholas keek een beetje verbouwereerd. ‘Goede hemel, je hebt gelijk. Ze was getrouwd met de één, en hield van de ander.’ ‘Dat komt zo vaak voor,’ zei ze. ‘Maar ik vraag me af hoeveel vrouwen zouden willen dat het andersom was.’
Hij glimlachte. ‘Hoe bedoel je, anders waar om?’
Emma wilde dat ze nooit over het portret was begonnen. ‘Ik vraag me af hoeveel vrouwen wel zouden willen dat hun echtgenoot van hen hield, in plaats van die ander. Waar is mijn koffertje’ voegde ze er aan toe, terwijl ze de opgeruimde kamer rondkeek. ik dacht dat je dat mee naar boven had genomen.’
in de kast,’ zei hij, terwijl hij zonder zich te verroeren naar het behang naast haar bed staarde.
‘Je hebt het uitgepakt,’ zei ze, toen ze het met gemak op een laag kastje zwaaide. Maar hij maakte nog steeds geen enkele beweging en zei geen woord.
Emma liet hem met rust toen ze haar kleren weer bij elkaar begon te zoeken. O, mannen ook altijd, nu kon ze het weer helemaal overnieuw doen.
‘Heb je die roos onder je kussen gestopt toen je nog dacht dat ze van mij waren?’ fluisterde hij, terwijl hij nog steeds naar de muur staarde.
‘Natuurlijk,’ zuchtte ze en stopte allerlei ondergoed in overgeschoten hoekjes.
‘Was je erg teleurgesteld toen je ontdekte dat ik ze niet had gestuurd?’ probeerde hij opnieuw.
‘Natuurlijk.’ Wat was er met hem aan de hand? Waarom wilde hij alles zo voor zich uitgesponnen hebben?
‘Emma!’ Eindelijk, eindelijk kruisten hun blikken elkaar. ‘Emma,’ zei hij nog eens, ‘houd je heel eventueel, soms van mij?’
Ze keek net zo in de war als hij, toen glimlachte ze, knikte en fluisterde: ‘Ja.’
‘Waarom heb je dat dan in vredesnaam niet gezegd?’ Hij ging ten einde raad met zijn vingers door zijn haar. ‘Emma, ik ben de hele nacht opgebleven. Helemaal gek van bezorgdheid - bang dat ik je teveel gehaast had, met in mijn achterhoofd het idee dat je nog steeds van Colin hield.’
Ze zeeg ineen op de rand van het bed. ‘Colin? Ik houd helemaal niet van Colin. Ik houd van jou - dat heb ik altijd gedaan.’ Met een wanhopig gebaar spreidde ze haar handen uit. ‘Ik dacht dat je dat wist. Ik dacht dat je het daarover had.’
‘Emma liefste, wat hebben we elkaar wel niet aangedaan?’ Hij strekte zijn armen uit en zij vlijde zich daarin. Hij hield haar stevig, veilig vast en een hele tijd bewogen ze niet. En Emma liet het allemaal maar over zich heenkomen, in een mistig waas van ongeloof.
‘Ik snap het niet,’ probeerde ze uit te brengen, toen hij haar net genoeg losliet om elkaar aan te kunnen kijken. Zijn ogen waren weer blauw, moe, verward, en straalden van geluk. ‘Het kan niet dat je van me houdt,’ probeerde ze opnieuw. ‘En dat heb je ook nooit verteld. Je bent alleen maar met me getrouwd om je te helpen Whitewayes te organiseren.’
Heel even vertoonde zijn gezicht geen enkele uitdrukking meer, toen was die weer terug, glimlachend, maar die korte afwezigheid van contact ontging haar niet. ‘Ik had geen enkele andere reden om met je te trouwen, kleintje, dan dat ik van je houd. Ik zal me echt niet zo snel tot zoiets laten dwingen - door niemand. Weet je wel zeker dat je niet van Colin Prentice houdt?’ voegde hij eraan toe, nog steeds een beetje in de war.
‘Ben jij er wel zeker dat je niet van Gail Weston houdt.’ Ze glimlachte naar hem en ze moesten allebei lachen en hielden elkaar stevig vast.
‘Ben je net zo moe als ik?’ vroeg hij, kuste haar op het puntje van haar neus en ze knikte. ‘Mooi.’ Hij streek een lok van haar haar op zijn plaats. ‘Dan kunnen we maar beter naar bed gaan.’
Het was al een stuk later, toen Emma uiteindelijk wakker werd in de slaapkamer van Nicholas. De gordijnen waren nog dicht tegen de zon, ze kon de vogeltjes horen fluiten, waarschijnlijk was het ergens in de middag. Heel langzaam, om hem niet wakker te maken, ging ze op haar elleboog liggen en keek neer op zijn gezicht. Nog nooit had hij zo vredig geleken. Een warm gevoel in haar binnenste toverde een glimlach om haar lippen. Haar echtgenoot; nu kon ze dat woord met recht uitspreken. Wat een warmte hadden ze samen ontdekt - wat een zaligheid. En hoe teder had hij haar laten zien hoe ze moest beminnen.
Ze ging op haar andere elleboog liggen en hij deed zijn ogen open. Helderblauwe ogen, stralend, sprankelend, maar de rest van zijn gezicht was ontspannen en tevreden.
‘Heb ik je wakker gemaakt?’ Ze was een en al wroeging.
Hij schudde zijn hoofd. ‘Kom maar hier,’ zei hij zacht en trok haar voorzichtig omlaag op zijn schouder.
Emma’s adem stokte van pure verrukking door het contact van hun naakte lichamen, maar in plaats van haar te knuffelen, ging Nicholas plotseling rechtop zitten, trok haar mee omhoog en haalde een klein pakje uit het kastje naast zijn bed.
Ze staarde ernaar terwijl ze het vasthield. ‘Echt waar?’ begon ze.
‘Maak maar open en kijk maar.’ En natuurlijk was het echt waar - een prachtige hanger, smaragd in gouddraad, de waarde nog onschatbaarder dan edelstenen. ‘Ik wacht er al heel lang op om je dat te kunnen geven, liefste...’
‘Meen je dat?’
Hij knikte. ‘Vijfjaar is een heel erg lange tijd, dat weet jij toch ook, Emma?’ en nu was het haar beurt om te knikken. Hij kuste haar en ze kropen weer tegen elkaar aan.
Maar er spookte nog een klein probleempje door haar gedachten.
‘Nicholas,’ begon ze voorzichtig.
‘Ja liefste?’ Hij leek te voelen dat er iets belangrijks kwam.
Ze richtte zich weer op op haar elleboog, en hij keek naar haar op en wachtte. ‘Nicholas,’ herhaalde ze, ‘die brief, die van de curatoren, die ik niet te zien kreeg...’ Ze aarzelde en hij wachtte geduldig af. ‘Zeiden ze echt met zoveel woorden dat ik hier alleen maar mocht blijven als we getrouwd waren? Was er eigenlijk... Was er eigenlijk echt wel ooit zo’n brief?’
De stilte in de kamer werd hoe langer hoe beklemmender. Het enige geluid dat er te horen was, kwam van de vogels die buiten zongen. Geen van beiden verroerden ze zich; de één dacht na over het antwoord - de ander wachtte erop.
En eindelijk kreeg ze haar antwoord, maar niet op de manier die ze verwacht had.
Nicholas glimlachte alleen maar, traag, verstolen, tot er rimpeltjes in zijn neus kwamen. Maar meer had Emma ook niet nodig.