1
Mijn vader was altijd de eerste die ’s morgens opstond, zelfs in de weekends. Hij deed het ook nooit stilletjes. Alle drie de slaapkamers in ons huis vlak bij Madison Avenue in East 81st Street in New York waren boven. Het was een betrekkelijk nieuw gebouw in deze wijk, en papa klaagde vaak over de afwerking, dat de aannemers hadden bezuinigd om meer geld te verdienen. Hij zei dat de oudere constructies veel solider waren, zelfs al was ons huis duurder. Onze muren waren dunner, net als het lijstwerk en de vloeren.
Het gevolg was dat ik het hoorde als hij laden dichtschoof, de douche aanzette, kasten dichtdeed en ik kon hem zelfs met mama horen praten, vooral als de deur van hun slaapkamer openstond. De kakofonie van geluiden die hij voortbracht was zijn versie van de reveille in het leger. Als zoon van een generaal had hij die reveille natuurlijk het grootste deel van zijn jeugdige leven gehoord. Zijn ouders hadden vaak heel dicht bij de kazerne gewoond, afhankelijk van de plaats waar zijn vader was gestationeerd, vooral overzee. Toen ik er eens een opmerking over maakte, zei mama dat de hoeveelheid geluid die hij produceerde als hij ’s morgens opstond, een overblijfsel was uit de tijd toen Roxy nog bij ons woonde. Haar slaapkamer lag tegenover die van hen. Ze zou nooit uit zichzelf vroeg genoeg wakker worden om op tijd naar school te gaan, dus maakte papa een hoop lawaai, zodat ze veel vroeger opstond dan nodig was. Wat mama ook zei, hij bleef koppig en hield vol. Misschien had Roxy haar koppigheid van hem geërfd. Niemand kon halsstarriger zijn dan haar vader als hij eenmaal een besluit had genomen.
En ook al had hij zich in feite verzet tegen de wensen van zijn eigen vader, en een carrière in zaken verkozen boven een militaire loopbaan, zoals zijn broer Orman, toch geloofde papa in militaire discipline. Ongehoorzaam zijn aan een bevel in huis kon leiden tot het equivalent van een berechting door de krijgsraad. Althans, zo kwam het bij mij over, en ik weet zeker dat Roxy het ook zo gevoeld had, vooral toen hij haar beval het huis te verlaten. In haar ogen moest het zijn geweest als een oneervol ontslag uit het leger. Misschien, ondanks alles wat papa zei, schaamde ze zich toch wel enigszins. Dat dacht ik tenminste, al kon ik me haar niet zo goed meer herinneren. Per slot was het nu al iets meer dan negen jaar geleden dat ik haar voor het laatst gezien had of haar stem had gehoord.
Ik vroeg me vaak af of ze me had gezien en me heimelijk had zien opgroeien. Had ze zich in die jaren ergens in de buurt verborgen gehouden en gewacht op een glimp van mijn moeder of van mij? Een van de eerste dingen die ik vroeger deed – en vaak nog doe – was naar de overkant van de straat kijken als ik de deur uitging, zoekend naar iemand van Roxy’s leeftijd die achter een auto of naast een huis stond te wachten tot ze ons zou zien. Zelfs al zag ik haar niet, dan vroeg ik me onwillekeurig toch af of ze me volgde naar school.
Soms deed ik net alsof ze dat deed, en dan bleef ik plotseling staan en keek achterom, alsof ik haar wilde betrappen, waardoor mensen achter me geërgerd of geschrokken opkeken. Altijd als ik in de stad liep, naar school of naar een winkel of gewoon om vriendinnen te ontmoeten, keek ik naar de gezichten van jonge vrouwen die ongeveer Roxy’s leeftijd hadden. Soms nam ik het gezicht van een jonge vrouw zo onderzoekend op, dat ze me kwaad aankeek en ik haastig mijn blik afwendde en doorliep.
Een van de eerste dingen die mijn ouders me geleerd hadden over het op straat lopen in New York was nooit te veel oogcontact maken met vreemden. Ik veronderstelde dat Roxy nu een volkomen vreemde voor me zou zijn. Ik vond het zelfs moeilijk me het geluid van haar stem te herinneren, maar zodra ik de kans kreeg, keek ik wel stiekem naar de foto’s van haar die mama verstopt had.
Ik geloofde dat Roxy net zo nieuwsgierig zou zijn naar mij als ik naar haar. Waarom niet?
Hoewel ik vreesde dat het waar was, toch vond ik het moeilijk te accepteren dat ze mama en mij haatte om wat papa haar had aangedaan. En ondanks zijn strenge optreden, vond ik het ook moeilijk te geloven dat ze hém haatte. Misschien vond ik het alleen maar moeilijk omdat ik het niet wílde geloven. Ik wilde er zelfs niet aan denken dat iemand met wie ik zoveel dna gemeen had, zo slecht, zo immoreel kon zijn. Of betekende het dat ergens heel diep in me ook iets slechts zat dat op een dag de kop op zou steken? Hoe zou dat gebeuren? Welke emoties, wellusten en begeertes hadden we met elkaar gemeen?
Dat ik een oudere zus had die zich in de ogen van mijn ouders schandelijk had gedragen, maakte natuurlijk dat ik me ook dingen begon af te vragen over mijzelf. Toen ik zoiets eens opperde tegen mama, keek ze me verdrietig aan. Ik weet dat het kwam omdat ze, net als ik, niet wilde geloven dat Roxy zo slecht en zondig was als papa haar afschilderde. Dan verzachtte haar blik en zei ze dat ik moest denken aan Kaïn en Abel in de Bijbel. Abel was niet slecht omdat Kaïn dat was. Abel was goed.
‘Bovendien mogen we niet geloven dat slecht sterker is dan goed, Emmie. Jij bent mijn perfecte dochter, mijn fille parfaite, n’est-ce pas?’
‘Oui, mama,’ zei ik altijd als ze me zoiets vroeg, maar ik geloofde niet dat ik zo perfect was als mama en papa dachten. Wie zou dat kunnen zijn?
Ja, ik hield mijn kamer schoon, maakte mijn bed op, hielp mama in het huishouden, deed boodschappen voor haar, kwam op tijd thuis, rookte niet en dronk geen alcohol met mijn klasgenootjes, zelfs geen bier, en weigerde alle drugs die me werden aangeboden. Mama vond dat ik wijn mocht drinken aan tafel, zelfs toen ik nog maar net tien was, en ik dronk heel soms een glaasje wodka als er iets te vieren was, maar zo was ze opgevoed in Frankrijk, en papa vond het prima.
‘Het beste oefenterrein voor de meeste dingen is thuis,’ zei hij tegen me. Mijn vriendinnen op school, vooral degenen die wisten hoe streng mijn vader kon zijn, wisten niet wat ze daarvan moesten denken. Hij klonk zo inschikkelijk, maar ik wist dat die inschikkelijkheid niet verderging dan onze voordeur. Soms, vooral als ik naar buiten ging, had ik het gevoel dat ik aan de lijn liep met een halsband om mijn nek.
De regels en voorschriften hagelden om me heen, waar ik ook keek, en niet alleen thuis. Onze school, een particuliere school, tolereerde geen sexy kleding of piercings – niet dat ik dat wilde. Onze leraren bekritiseerden sommige meisjes zelfs omdat ze te veel make-up gebruikten. Het was veel serieuzer voor mijn klasgenoten dan voor leerlingen van een openbare school, want in tegenstelling tot een openbare school, zouden ze niet gewoon geschorst worden. Ze zouden van school worden gestuurd en al het lesgeld zou verbeurd worden verklaard. Maar wat ze na schooltijd deden, vanaf het moment dat ze het terrein verlaten hadden, was iets anders. Knopen werden losgemaakt, ringen in neuzen gedaan, en sigaretten kwamen uit verborgen plekjes tevoorschijn. Leerlingen bliezen uitdagend de rook uit. Plotseling werd er veel gevloekt, woorden die ze zelfs niet durfden te fluisteren in de schoolgangen. Het was alsof al het opgekropte slechte gedrag losbarstte. Ze waren allesbehalve lieverdjes, dus waarom zou ik me niet afvragen of dat niet ook voor mij gold?
Waarschijnlijk zou ik niet naar een strenge particuliere school gaan als er geen Roxy was geweest. Zij ging naar een openbare school, werd geschorst wegens roken, en spieken tijdens een repetitie, en, het ergste van alles, was bijna gearresteerd en van school gestuurd wegens het roken van een joint in het meisjestoilet. Het was een van de betere openbare scholen in New York, maar naar wat ik had opgevangen van mama, had Roxy nooit iets beters gepresteerd dan met de hakken over de sloot voldoendes halen.
Het enige waarin ze uitblonk was de Franse taal, dankzij mama. Maar ondanks die vaardigheid, kwam ze toch in de problemen. Ze zei fluisterend, of zelfs hardop, lelijke dingen in het Frans tegen haar leraren en toen sommigen van hen naar de docent Frans gingen voor een vertaling, eindigde Roxy in het kantoor van de directeur en moest mama op school komen. Ze probeerde zoveel mogelijk geheim te houden voor papa, maar vaak was het te veel, en het weinige dat hij te weten kwam was meer dan genoeg om hem in woede te doen ontsteken.
Mama kon veel verheimelijken zonder dat hij erachter kwam, omdat papa zich met hart en ziel wijdde aan zijn werk voor de investeringsbank. Hij was vroeg op in verband met de effectenbeurs en werkte altijd tot laat in de middag met financiële planningen en andere besprekingen. Mama zei dat als ze hem moest bellen op zijn werk omdat Roxy iets had uitgehaald, het gelijkstond met het gebruik van de beroemde rode telefoon door de president. Ik wist zeker dat mama beefde als ze hem moest vertellen over iets slechts dat Roxy op school had gedaan. Ze zei dat hij zo kwaad was dat hij nauwelijks kon spreken als hij zijn werk in de steek moest laten voor iets dat Roxy had gedaan.
‘Het werd ten slotte zo erg dat ze zelfs niet pretendeerde spijt te hebben van wat ze had misdreven. Ze staarde hem alleen maar aan met diezelfde zwijgende uitdaging waarmee ze naar hem keek wanneer hij ’s morgens het huis op stelten zette om haar uit bed te krijgen.’
Ook al stond papa door de week vroeger op dan ik hoefde op te staan, toch was ik gewend op tijd te zijn om met hem en mama te ontbijten. Ze was altijd vroeg op om zijn ontbijt klaar te maken. In de tijd die ik ’s morgens over had leerde ik een repetitie of las een boek. Altijd als ik iets deed dat tegenovergesteld was aan wat Roxy zou hebben gedaan, zag ik de tevreden uitdrukking op papa’s gezicht. Ik dacht altijd, en denk nog steeds, dat hij ongerust zijn adem liet ontsnappen, half en half verwachtend dat ik net zo zou worden als Roxy. Hoe goed ik het ook deed op school, hoe beleefd ik ook was tegen vrienden van hem en mama, en hoe ik mama ook hielp, onwillekeurig was hij bang dat ik op een dag wakker zou worden en op Roxy zou lijken.
Het leek wel of hij twee verschillende soorten dochters had. De een was dr. Jekyll en de ander was miss Hyde, alleen wist hij niet of miss Hyde ook in mij tevoorschijn zou komen.
‘En wat staat er voor vandaag op het programma?’ vroeg papa.
Maar wie dacht dat hij het vroeg uit gewoonte, vergiste zich. Hij wilde echt weten wat ik moest doen, en vooral wat ik wilde doen. Mijn vaste route heen en weer naar school was vijf blokken Madison Avenue noordwaarts, dan linksaf en nog één blok verder. Ik kende de weg uit mijn hoofd. Als ik ook maar het plan had van die route af te wijken, vooral als het mooi weer was zoals in deze herfst, en na school ergens naartoe te gaan, moest ik het hem vertellen. Hij wilde het zelfs weten als ik met een paar vriendinnen in Central Park wilde gaan lunchen. Dat mocht van de school. Veel leraren deden het ook, maar het was erg moeilijk voor me om spontaan iets te doen.
Misschien omdat papa zich zo kwaad maakte over Roxy als mama per ongeluk haar naam noemde, probeerde ik extra mijn best te doen het hem naar de zin te maken. Ik vond het erg belangrijk om hem een glimlach te ontlokken, hem te laten lachen om iets wat ik had gezegd of gedaan, en een zoen van hem te krijgen als hij me omhelsde. Al zei ik het niet hardop, het opwekken van die reactie bij hem was mijn manier om hem duidelijk te maken dat ik niet zo was als Roxy en dat ook nooit zou worden. Niets gaf me een warmer en gelukkiger gevoel dan wanneer hij mama’s Franse taal gebruikte en me zijn fille parfaite noemde. Misschien vond ik het extra bijzonder als ik hem in het Frans hoorde zeggen dat ik zijn perfecte dochter was.
Soms verbeeldde ik me dat Roxy fronsend en spottend naast me stond als papa dat zei. Ik wist wat zusterlijke rivaliteit was, hoe vriendinnen van me met hun broers of zussen streden om de genegenheid en goedkeuring van hun ouders. Vreemd als het misschien klinkt, ook al was mijn zus uit ons huis en leven verdwenen, toch voelde ik nog steeds die zusterlijke rivaliteit. Misschien was het concurreren met een geest. Mijn visie van haar was net zo vaag, en toch had ik nog steeds het gevoel dat ik met haar werd vergeleken. Was mijn Frans net zo goed als dat van haar? Was ik net zo mooi?
Andere jongens en meisjes van mijn leeftijd kunnen oudere broers of zussen hebben tegen wie ze opkijken en die ze proberen te evenaren. Ik had een zus, een geheime zus, die ik altijd moest overtreffen. Het was niet moeilijk voor me om in alle opzichten beter te zijn dan zij, behalve in wangedrag, maar niets wat ik kon doen of zeggen weerhield mijn ouders ervan aan haar te denken. Ik wist dat dat waar was, ondanks alles wat papa beweerde of hoe woedend en rood zijn gezicht ook werd bij de minste zinspeling op haar. Roxy was aanwezig, dat zou ze altijd zijn, ze zou ons blijven obsederen. De deur van haar slaapkamer op slot doen, haar spullen eruit gooien, haar foto’s verwijderen van de schoorsteenmantel en de planken, haar verjaardag negeren, en het uitspreken van haar naam verbieden, niets kon voorkomen dat de echo van haar stem ergens in huis weerklonk. Altijd als ik papa zag stoppen met een of andere bezigheid, of opkijken van zijn krant of boek en niets ziend staren naar een hoek van de kamer of een stoel, had ik het gevoel dat hij Roxy zag. Ik weet dat mama haar zag. Ik kon zelfs de momenten herkennen waarin mama plotseling stilhield en naar iets staarde. Ik zei dan niets. Vaak ging ze daarna weg om stiekem te huilen.
‘Als het niet regent, gaan we tijdens de lunch naar het park, en na school ga ik met Chastity Morgan naar huis om te studeren voor ons examen sociale wetenschappen,’ vertelde ik papa tijdens het ontbijt. Zijn hele lijf was gespannen terwijl hij wachtte op mijn antwoord.
‘Alleen jij en Chastity?’ vroeg hij en trok zijn donkerbruine wenkbrauwen op.
Ook al had papa nooit dienstgedaan in het leger, hij hield zijn haar net zo kortgeknipt als een militair en had een militaire houding, schouders naar achteren en een rechte rug. Hij schoor zich elke ochtend met soldateske zorgvuldigheid en droeg glimmend gepoetste schoenen. Hij was iets langer dan een meter tachtig en probeerde fysiek fit te blijven. Hij liep zoveel hij kon en vermeed taxi’s zoveel mogelijk, maar hij had zittend werk. Ondanks alle inspanning was hij in de loop der jaren langzaamaan zwaarder geworden, tot zijn dokter hem waarschuwde voor hoge bloeddruk en cholesterol. Hij probeerde zich aan zijn dieet te houden, maar mama was een Française en kookte met sauzen waar hij erg veel van hield. En hij hoefde ook niet de schuld op haar te schuiven, want dan wees ze er onmiddellijk op dat de Fransen slanker en gezonder waren omdat ze geen tweede portie namen zoals hij vaak deed.
Behalve daarover en over het onderwerp van mijn zus, hadden mijn ouders zelden onenigheid. Als iemand klaagde, dan was het mama over zichzelf. Ik vond het maar een vreemde klacht.
‘Ik ben te gek op die man,’ mompelde ze soms. ‘Maar ik kan er niets aan doen.’
Ik vroeg me af of dat waar was. Kon je te veel van iemand houden? Wat was te veel?
Afgaande op wat ik zag van het leven van mijn klasgenoten, vooral als ik bij hen thuis op bezoek kwam, konden hun ouders wel een liefdesinjectie gebruiken. Chastity Morgans ouders bijvoorbeeld. Eten in hun eetkamer was als eten in een restaurant. Hun conversatie was hoofdzakelijk gericht tegen hun dienstmeisje. Ik was erbij toen Chastity’s vader een gerecht terugstuurde omdat het niet gaar genoeg was en een andere keer toen hij klaagde dat het eten te koud was. Ik verwachtte half en half dat hij een fooi zou achterlaten op tafel als hij opstond van tafel.
Meestal als ik daar bleef eten, praatte haar moeder met Chastity en mij en sprak nauwelijks twee woorden tegen haar man. Chastity’s vader las zelfs vaak een krant aan tafel. Mijn vader zou hem voor een vuurpeloton zetten als hij zoiets zag.
Toen Chastity bij mij thuis kwam eten, was het contrast zo groot, dat de tranen in haar ogen sprongen. Mijn beide ouders deden hun best haar het gevoel te geven dat ze lid van ons gezin was. Papa praatte vaak met haar. Al had ik liever dat hij dat niet deed, want zijn conversatie leek vaak meer een ondervraging. Misschien was Chastity zich er niet zo van bewust als ik, maar hij probeerde erachter te komen of ze misschien een slechte invloed op me zou hebben, ook al was ze al twee jaar mijn beste vriendin en was zij de enige die wist dat ik een oudere zus had. Ik had haar zelfs verteld waar Roxy woonde en wat Roxy deed.
Dat deed ik niet omdat ik trots op Roxy was. Ik deed het omdat ik gezelschap wilde hebben als ik Roxy ging bespioneren, en ik wist dat Chastity dat opwindend zou vinden. Zij en ik hadden het er wekenlang over gehad, en ik had besloten dat het eindelijk maar eens moest gebeuren. Ze begreep dat het veel planning vereiste. Ik kon niet zomaar uren en uren rondhangen bij dat hotel. Mijn ouders, voornamelijk mijn vader, zouden willen weten waar ik was geweest en wat ik had gedaan. Ik moest een goed alibi hebben, en tegen mijn vader zeggen dat ik met Chastity naar huis ging om huiswerk te maken, moest voldoende zijn.
Ik wist zeker dat ik ermee weg zou komen, maar liegen tegen mijn vader was niet iets wat ik graag deed en wat zelden voorkwam. De reden was niet dat ik bang was om te worden betrapt. Onwillekeurig had ik het idee dat mijn vader zelfs het kleinste, meest onbetekenende leugentje zou opvatten als een ernstig bedrog en, belangrijker nog, een bewijs dat ik op weg was een tweede Roxy te worden. En zo’n teleurstelling zou zijn liefde voor mij bijna fataal kunnen worden.
Als en wanneer dat gebeurde, zou ik het vast en zeker onmiddellijk aan zijn gezicht kunnen zien. En dat zou beslist het geval zijn als hij mijn geheime plan ontdekte om Roxy te bespieden. Waarom zou ik iets willen weten over zo’n zus? Wat zei dat over mij? Zou hij dan definitief geloven dat ik meer op haar leek dan hij had verwacht? En hoe zou mijn moeder reageren? Zou ze het me kwalijk nemen dat ik ons kleine gezinnetje weer zoveel verdriet aandeed? Ik zou niet langer hun fille parfaite zijn. Waarom zou ik dat allemaal riskeren alleen om Roxy te bespioneren? Wat was de aantrekkingskracht, de fascinatie? Waarom verachtte ik haar niet om wat ze hen beiden had aangedaan?
En toch, wat ze ook pretendeerden, het was mijn diepste overtuiging dat zij, ook mijn vader, meer over haar wilden weten. Wat je ook zei of deed, je kon je handen niet volledig aftrekken van je kind. De bloedband was te sterk. Ik was ervan overtuigd dat ze leefde in papa’s dromen en zelfs in zijn nachtmerries. Diep in zijn hart wilde hij niet dat haar iets slechts zou overkomen en wenste hij dat er een manier was om haar terug te brengen.
‘Misschien gaat Kelli Fisher ook mee om huiswerk te maken,’ zei ik tegen papa, in de hoop mijn alibi nog geloofwaardiger te maken. ‘Ze is een goede leerling. En misschien ook haar tweelingbroer Carson,’ voegde ik er nonchalant aan toe, om het allemaal nog waarheidsgetrouwer te maken.
Hij knikte, maar hield zijn ogen zo strak op me gericht, dat zelfs als ik niet loog, ik me onvermijdelijk gedroeg alsof ik dat wél deed. Maar zijn gedachten gingen een andere richting uit.
‘Vind je die jongen aardig?’
‘Hij kan ermee door,’ zei ik, wat de meisjescode was voor ‘Ugh!’ Maar dat wist papa natuurlijk niet.
‘Wat wil dat zeggen?’
‘Geen tweede blik waard,’ zei ik. ‘En nauwelijks een eerste.’
Mama lachte, maar papa bleef militair-ernstig kijken. ‘Ik hoop dat je moeder je een duidelijke uitleg heeft gegeven over de mijnenvelden op het gebied van seks, Emmie.’
‘Norton toch,’ zei mama.
‘Je weet dat ik niets voel voor die valse bescheidenheid als het om de voorlichting van je kinderen gaat, Vivian. We hoeven maar naar je zus Manon te kijken, die een goed voorbeeld is van het mogelijke resultaat daarvan,’ zei hij op scherpe toon. Net als zijn vader en zijn vaders vader kon hij met woorden slaan als met een machete.
Omdat papa weigerde Roxy te noemen en haar te gebruiken als voorbeeld, viel hij terug op het verhaal over mama’s zus Manon, die op haar zestiende zwanger werd en trouwde met een veel oudere man, een vriend van haar jonge oom. Mama reageerde dan met de opmerking dat ze nog steeds getrouwd waren en een leuk gezin hadden.
‘Alleen jullie Fransen kunnen net doen of ze niet zien wat er links en rechts van hen gebeurt,’ zei papa dan. ‘Yves of Leaves of hoe hij zich mag noemen, is daar natuurlijk druk bezig andere jeunes filles te bevruchten. Er is maar één dwaas moment voor nodig,’ waarschuwde papa me. ‘Je kruipt steeds een eindje verder over die wankele tak, tot hij breekt en je omlaag stort in een modderpoel. Dat is wat tieners doen die ronddartelen in seks: zwemmen in de modder.’
Hoewel hij het niet hardop zei, kon ik de woorden horen: Vraag maar aan je zus.
‘Norton, s’il vous plaît,’ smeekte mama.
Hij keek me nog één keer waarschuwend aan en ging toen verder met zijn ontbijt.
Ik had nog geen jongen mee naar huis genomen om hem aan mijn ouders voor te stellen, omdat ik bang was dat papa hem een erg ongemakkelijk gevoel zou geven. Het zou waarschijnlijk iets worden als een ondervraging door de cia. Ik had eens tegen Chastity gezegd dat mijn vader elke jongen zou kielhalen met wie ik meer dan één, laat staan twee keer, uit was geweest.
En dat allemaal vanwege Roxy!
Hoe zou je onder deze omstandigheden iets anders kunnen verwachten dan dat ik steeds meer geïnteresseerd raakte in wie ze was en wat er van haar was geworden? Ik had redenen te over haar te haten. Kijk maar hoe ze mijn leven beïnvloedde. Ze was als iemand die gestorven is maar weigert begraven te blijven. Ze kon duizenden kilometers ver weg zijn, niet slechts een paar straten verderop, maar dat deed er niet toe. Papa zou altijd langs alles wat ik gedaan had heen kijken om te zien of Roxy er soms achter zat, hoe sterk haar invloed op me was. Er waren heel wat nachten waarin ik tegen mezelf daarover tekeerging. Ik waagde het niet tegen papa tekeer te gaan, maar ik protesteerde soms hardop als ik alleen was.
‘Als je haar wilt vergeten, papa, vergeet haar dan. Kijk niet naar mij om haar te vinden! En ontken niet dat je dat doet!’
Ik stelde me zelfs zijn schuldbewuste, berouwvolle gezicht voor, maar geen fantasie hielp om het gemakkelijker te maken.
Altijd als ik dat dacht keek ik uit het raam van mijn slaapkamer naar de straat onder me. Ik kon de hoek zien vanaf de plek waar ik stond. Roxy woonde net iets ten noorden van ons.
‘Waarom ging je niet wat verder weg?’ fluisterde ik. ‘Bleef je zo dichtbij om papa te treiteren? Of omdat je er spijt van had en ons miste?
‘Ik kom de antwoorden op al mijn vragen te weten, Roxy. Ik zweer het je. Ik ga je dwingen om naar ons te kijken. En ik zal jou laten doen wat ik zelf te vaak heb gedaan door jouw schuld.
‘Ik zal je laten huilen.’