SUGAR AND SPICE
Mama had een balletschool gekocht die nog steeds de naam droeg van de oorspronkelijke eigenares. Ze had die naam overgenomen, Maria DuBois Balletschool, en haar leerlingen in de waan gelaten dat zij Maria DuBois was. Ze legde mij en Bart later uit dat het gemakkelijker was dan de naam van de school te veranderen en winstgevender ook. Papa leek het ermee eens te zijn.
Haar school bevond zich op de bovenste verdieping van een gebouw van twee etages in San Rafael, in de buurt van papa’s praktijk. Vaak lunchten ze samen of brachten de nacht in San Francisco door zodat ze een ballet of een film konden zien en niet op en neer hoefden te rijden. Emma was bij ons, dus vonden we het niet zo erg, behalve dat ik me soms buitengesloten voelde als ik ze zo blij en stralend thuis zag komen.
Dan moest ik onwillekeurig denken dat we niet zo belangrijk voor hen waren als we graag wilden geloven. Op een avond toen ik rusteloos was en niet kon slapen, sloop ik stilletjes mijn slaapkamer uit om iets te eten te gaan halen. Toen ik in de buurt van de zitkamer kwam kon ik de stemmen van mijn ouders horen. Luid. Ze hadden ruzie, terwijl ze zelden een kwaad woord tegen elkaar zeiden.
Ik wist niet wat ik moest doen, blijven of teruggaan naar mijn kamer. Toen herinnerde ik me de scène op zolder, en om zowel Bart als mijzelf te beschermen, vond ik dat ik moest weten wat er precies aan de hand was.
Mama droeg nog de mooie blauwe jurk die ze had aangetrokken om met papa in de stad te gaan eten. ‘Ik begrijp niet waarom je maar blijft protesteren!’ tierde ze, terwijl ze liep te ijsberen en papa woedend aankeek. ‘Je weet net zo goed als ik dat Nicole niet meer beter wordt. En als we wachten tot ze begraven is, krijgt de staat de voogdij over Cindy en kost het ons de grootste moeite haar uit hun vingers te krijgen! Laten we het nu doen. Bezit is negentiende van de wet, en die hospita wil zo gauw mogelijk van het kind af. Chris, neem alsjeblieft een besluit! ’
‘Nee,’ zei hij kalm. ‘We hebben twee kinderen en dat is voldoende. Er zijn andere jonge echtparen die Cindy maar al te graag zullen adopteren. Echtparen die minder te verliezen hebben dan wij als het adoptiebureau een onderzoek gaat instellen…’
Mama breidde haar handen uit. ‘Dat zeg ik nu juist! Als we Cindy hebben voordat Nicole sterft, heeft het bureau geen reden om een onderzoek in te stellen. Ik ga Nicole vanavond vertellen wat ik van plan ben. Ik weet zeker dat ze het ermee eens zal zijn en alle nodige papieren zal tekenen.’
‘Catherine,’ zei mijn stiefvader vastberaden, ‘je kunt niet de hele Wereld naar je hand zetten. Nicole kan best over een paar weken beter zijn, en zelfs al blijft ze invalide, dan zal ze toch haar kind willen hebben.’
‘Maar wat voor moeder zou ze dan zijn?’
‘Het is niet aan ons om daarover te oordelen.’
‘Ze kan niet beter worden! Dat weet jij, en dat weet ik – en ik zal je eens wat vertellen, Christopher Doll, ik ben al naar het ziekenhuis geweest en ik heb met Nicole gesproken, en ze wil dat ik haar dochter krijg. Ze heeft de papieren getekend, en Simon Daughtry was erbij. Hij is advocaat, en hij had zijn secretaresse bij zich – wat wil je nog doen om het me te beletten?’
Schijnbaar geschokt sloeg mijn stiefvader zijn handen voor zijn gezicht, terwijl mijn moeder doordreunde:
‘Christopher, verstop je niet achter je handen. Laat je gezicht zien en besef wat je me hebt laten doen. Je was erbij toen Bart werd geboren – je was erbij met je smekende ogen, je vertelde me dat Paul niet genoeg zou zijn, dat jij het uiteindelijk zou winnen. Als jij er niet was geweest, smekend met die vervloekte blauwe ogen van je, dan had ik me nooit door de dokters laten overhalen om die papieren te tekenen en me te laten steriliseren! Ik zou nog een kind hebben gekregen, al was het mijn dood geweest. Maar jij was erbij, en ik gaf toe – terwille van jou, verdomme! Terwille van jou! ’
Snikkend liet ze zich op de grond vallen en rolde op haar zij. Haar vingers klauwden in de wol van het kleed. Haar lange blonde haar lag als een gouden waaier uitgespreid op het tapijt, terwijl ze krijsend hem en haarzelf verweet wat ze deden.
Wat deden ze?
Ze liet zich op haar rug rollen, breidde haar armen uit. Papa haalde zijn handen van zijn gezicht en staarde haar diep gekwetst aan.
‘Je hebt gelijk, Christopher! Je hebt altijd gelijk! Er is maar één keer geweest dat ik gelijk heb gehad, en die ene keer had Cory’s leven kunnen redden.’ Snikkend wendde ze haar hoofd af van papa, die naast haar op de grond was geknield en probeerde haar in zijn armen te nemen. Ze sloeg naar hem en ik hield mijn adem in.
‘Je had ook gelijk toen je zei dat ik niet met Julian moest trouwen! Je zult je wel verkneuterd hebben toen ons huwelijk zo grandioos mislukte. Wat zul je blij zijn geweest toen Julian goed vond dat Yolanda Lange alles vernietigde wat we bezaten. Alles gebeurde precies zoals jij het had voorspeld. Wat moet je je gelukkig hebben gevoeld. En toen Bart is gestikt in het vuur dat Foxworth Hall tot de grond toe afbrandde – had je toen ook binnenpretjes? – was je blij dat je van hem af was? Dacht je dat ik onmiddellijk in je armen zou vliegen en alles vergeten wat ik Paul verschuldigd was? Twijfelde je eraan dat ik van Paul hield?’ Haar stem schoot krijsend uit. ‘Toen Paul en ik een verhouding hadden, vond ik hem helemaal niet te oud, maar jij bleef er steeds maar op hameren. Misschien zou ik me niets van Amanda’s lasterpraat hebben aangetrokken als jij me niet voortdurend had zitten sarren omdat ik met een man wilde trouwen die vijfentwintig jaar ouder was dan ik.’
Ik kromp ineen. Ik schaamde me dat ik stond te luisteren, maar ik durfde niet weg te gaan nu ik al zoveel gehoord had. Mama was over haar toeren, alsof ze dit al een hele tijd had opgekropt en het op het juiste moment voor zijn voeten wilde gooien – en nu kwam het eruit. Hij deinsde terug voor de felheid van haar aanval.
‘Herinner je je die middag nog toen ik met Paul trouwde?’ gilde ze. ‘Weet je nog? Denk eens aan het moment toen je me de ring gaf die hij aan mijn vinger schoof. Je aarzelde zo lang dat de dominee je fluisterend moest aansporen. En al die tijd smeekte je met je ogen. Ik heb me toen tegen je verzet, zoals ik ook had moeten doen na Pauls dood. Heb je gehoopt dat hij gauw dood zou gaan, zodat jij je kans zou krijgen? Een zelf-vervullende wens, Chistopher Doll! JIJ WINT! JIJ WINT ALTIJD! JE WACHT RUSTIG AF TERWIJL JE JE BEST DOET OM MIJN LEVEN IN DE WAR TE STUREN! NOU, HIER BEN IK DAN! PRECIES WAAR JE ME WILDE! – in je bed, net of ik je vrouw ben. Geniet je ervan? DOE JE DAT? ’ Ze snikte en gaf hem een harde klap in zijn gezicht.
Hij wankelde achteruit, maar zei geen woord. Maar zelfs toen was ze nog niet klaar met hem. ‘Is het wel eens tot je doorgedrongen dat ik nooit naar Bart zou zijn gegaan als jij niet altijd om me heen had gehangen, altijd tussen Paul en mij stond; me beschaamd maakte over alles wat mama jou en mij had aangedaan? Ik moest Bart van haar afnemen – het was de enige manier om haar te straffen. En nu, na alles wat Paul voor ons heeft gedaan, heb jij niet eens het fatsoen om een arm klein meisje op te nemen dat straks een weeskind is. Zelfs niet nu ik op wettige manier de weg heb geëffend, zodat de autoriteiten geen onderzoek zullen instellen. Je wilt me nog steeds voor jezelf houden. Je vindt twee zoons genoeg om tussen ons te komen, en nog een kind zou misschien ons hele valse kaartenhuis doen omvallen.’
‘Cathy, alsjeblieft…’ kreunde hij.
Ze sloeg met kleine, gebalde vuisten naar hem en gilde weer, ‘Misschien heb je me zelfs alleen maar gezegd dat seks geen kwaad kon voor Paul om hem weer een hartaanval te bezorgen!’
Ze leunde hijgend achterover. De tranen stroomden over haar wangen en ze staarde met haar vochtige blauwe ogen naar papa, die doodstil op zijn hielen bleef zitten, verstard door alles wat ze gezegd had.
Ik had willen huilen, voor hem, voor haar, voor Bart en voor mij. Al begreep ik nog lang niet genoeg.
Papa begon onbedaarlijk te rillen, alsof het plotseling winter was geworden in de zitkamer. Had mama de waarheid verteld? Was hij degene achter al die doden in onze familie? Ik was bang, want ik hield van hem.
‘Goeie God, Catherine,’ zei hij tenslotte, terwijl hij opstond en naar de badkamer liep. ‘Ik zal mijn koffers pakken en binnen het uur verdwijnen, als je dat wil. En je kunt tevreden zijn. Deze keer win jij!’
Met een sierlijke sprong kwam ze overeind en holde achter hem aan. Ze pakte zijn arm vast en draaide hem naar zich toe. Toen sloeg ze haar armen om zijn middel en drukte zich dicht tegen hem aan. ‘Chris!’ riep ze uit, ‘Het spijt me! Het spijt me zo. Ik meende er geen woord van. Het was gemeen, ik weet het. Ik hou van je; ik heb altijd van je gehouden. Ik lieg, ik bedrieg, ik zeg alles om mijn zin te krijgen. Ik geef iedereen de schuld. Ik kan die zelf niet op me nemen. Kijk niet zo verdrietig, of je je verraden voelt. Je hebt gelijk dat je me Nicoles dochtertje weigert, want uiteindelijk doe ik iedereen verdriet van wie ik hou. Ik vernietig alles wat me het liefst is. Als ik een beter mens was geweest zou ik de juiste woorden hebben gevonden voor Carrie, maar die heb ik niet tegen haar kunnen zeggen, en ook niet tegen Julian.’
Ze klampte zich aan hem vast, terwijl hij als een houten pilaar bleef staan. Hij reageerde niet op haar hartstocht, haar kussen, haar omhelzingen. Ze pakte een van zijn slappe handen en probeerde daarmee in haar gezicht te slaan. Toen dat niet lukte sloeg ze zichzelf met haar vrije hand in het gezicht.
‘Waarom sla je me niet, Chris? God weet dat ik je reden genoeg heb gegeven vanavond. En ik hoef Cindy niet te hebben. Ik heb jou immers en mijn zoons…’
Ik kon merken dat mijn stiefvader zich machteloos voelde tegenover haar angst en verdriet. Haar hysterie had hem in een hoek gedreven, en hij wilde de dingen eerst eens op een rijtje zetten. Maar ze liet hem niet met rust, en tenslotte schreeuwde ze: ‘Wat is er nu weer, Christopher Doll? Je blijft daar als een houten klaas staan, zonder een woord te zeggen. Je probeert me te beoordelen volgens je eigen ethiek. Zie de waarheid onder ogen – Ik heb geen ethiek! Je denkt dat ik een actrice ben die een rol speelt, zoals onze moeder de hare speelde. Zelfs nu, na al die jaren, weet je nog steeds niet wanneer ik acteer en wanneer niet. Weet je waarom?’ Haar stem werd hatelijk, cynisch. ‘Jij hebt nooit de moeite genomen mijn zielige geval te analyseren, daarom zal ik het voor je doen. Christopher, je durft me niet eerlijk te bekijken. Je wilt niet weten hoe ik werkelijk ben. Als ik niet zou acteren en de kant van mijn karakter die ik je nu laat zien is echt – dan zou jij onder ogen moeten zien dat je een grote dwaas bent. Je zou ontdekken dat je grote, onbaatzuchtige liefde een vrouw geldt die meedogenloos, veeleisend en door en door egoïstisch is. Zie de waarheid eindelijk eens onder ogen! Ik ben geen aanbiddelijke godin, ik ben het nooit geweest en zal het nooit zijn! Chris, je bent je leven lang een dwaas geweest. Je hebt geprobeerd iets van me te maken dat ik niet ben – en dat betekent dat jij ook een leugenaar bent. Nietwaar?’ Ze lachte toen hij verbleekte.
‘Kijk eens goed naar me, Christopher! Op wie lijk ik?’ Ze deed een paar stappen achteruit en keek hem lange tijd zwijgend en afwachtend aan. Toen hij weigerde te antwoorden zei ze, ‘Toe dan, zeg het dan – ik lijk op haar, hè? Zo was ze die laatste avond in Foxworth Hall, toen de gasten zich verdrongen om de kerstboom in de balzaal. En in de bibliotheek schreeuwde ze net als ik nu schreeuw! – Ze gilde dat haar vader haar sloeg en haar dwong te doen wat ze deed. Jammer dat je er niet bij was. Gil maar Chris! Sla me! Schreeuw, net als ik! Laat zien dat je een mens bent!’
Langzaam, heel langzaam, begon hij zijn geduld te verliezen. Ik was verschrikkelijk bang voor wat er zou gaan gebeuren. Ik wilde naar binnen hollen en er een eind aan maken, want als hij zijn hand zou opheffen om haar te slaan zou ik haar te hulp snellen. Ik zou mijn moeder nooit laten slaan.
Hoorde ze mijn zwijgende smeekbeden? Ze liet hem los en liet zich weer op de grond vallen. Ik was volkomen overstuur. Ze hadden nog nooit ruzie gehad. En waarom riep de naam Foxworth Hall verborgen angsten bij me op, die ik niet wilde weten? En wie was die zij, waar mama het over had? En waar was papa Paul toen? – lang geleden, toen mama zijn jongste broer nog niet had ontmoet? – dat hadden ze tenminste gezegd. Logen ouders?
Foxworth Hall, waarom had die naam zo’n bekende klank?
Weer knielde hij naast haar, en deze keer nam hij haar heel teder in zijn armen. Ze verzette zich niet. Hij overlaadde haar bleke gezicht met kussen, zijn lippen probeerden de woorden te smoren die ze niet kon bedwingen. ‘Chris, hoe kun je van me blijven houden terwijl ik zo’n kreng ben? Hoe kun je begrijpen waarom ik vaak zo lelijk doe? Ik weet dat ik net zo’n kreng ben als zij, alleen zou ik mijn leven ervoor geven om het kwaad goed te maken dat zij ons heeft aangedaan.’
Zonder iets te zeggen keek hij haar strak in de ogen. Hun ademhaling kwam in korte, hijgende stoten. De hartstocht, die altijd vlak onder de oppervlakte lag, ontvlamde en er liep een tinteling over mijn rug.
Ik wilde niet te veel zien en ik sloop zachtjes terug naar mijn kamer, het beeld van twee over de grond rollende mensen nog voor ogen. Om en om, zich aan elkaar vastklampend, allebei even wild – het laatste wat ik hoorde was een ritssluiting die werd opengetrokken. De zijne of de hare, dat wist ik niet. Ik vroeg het me plotseling af. Maakte een vrouw ooit uit eigen beweging de gulp van een man open – zelfs als ze getrouwd was?
Ik holde de tuin in. In het donker, vlak bij de grote witte muur, naast een bleek, naakt, marmeren standbeeld, liet ik me op de grond vallen en huilde. Rodins beeld ‘De kus’ was het eerste wat ik zag toen ik opkeek. Het was maar een imitatie, maar het vertelde me veel over volwassenen en hun gevoelens.
Ik was een kind geweest, dat geloofde dat de onkreukbaarheid van mijn ouders boven alle twijfel verheven was, dat hun liefde als een glanzend satijnen lint was. Nu was dat lint gehavend en bevlekt en het glansde niet meer. Hadden ze vaak ruzie gehad en had ik het alleen maar nooit gehoord? Ik probeerde het me te herinneren. In dacht niet dat ze ooit zo’n verschrikkelijke ruzie hadden gehad, alleen maar korte conflicten die snel waren opgelost.
Te oud om te huilen, zei ik tegen mezelf. Veertien was al bijna een mannenleeftijd. Er groeiden al wat haartjes boven mijn lip en op andere plaatsen. Snuffend en slikkend bedwong ik mijn tranen, liep naar de witte muur en klom in de eikeboom. Eenmaal op de muur ging ik op mijn geliefkoosde plekje zitten en staarde naar het enorme witte huis, dat er spookachtig uitzag in het maanlicht. Ik moest steeds maar aan Bart denken, wie zijn vader was. Waarom was hij niet naar papa Paul genoemd? Een zoon hoorde toch de naam van zijn vader te hebben? Waarom Bart in plaats van Paul?
Terwijl ik daar stil voor me uit zat te staren en me dat allemaal afvroeg, kwam er uit zee een mist opzetten, die langzamerhand het huis omsloot, tot het niet meer te zien was. Overal om me heen verspreidde zich de dikke grijze mist. Griezelig, angstig, geheimzinnig.
Toen hoorde ik vreemde gesmoorde geluiden in de tuin naast ons. Huilde daar iemand? Hartverscheurende snikken die werden onderbroken door gekreun en korte gebeden waarin om vergeving werd gesmeekt.
O, God! Huilde die zielige oude vrouw net als mijn moeder had gehuild? Wat had zij gedaan? Had iedereen een schandelijk verleden dat hij wilde verbergen? Zou ik ook zo worden als ik opgroeide?
‘Christopher,’ hoorde ik haar snikken. Geschrokken ging ik rechtop zitten en probeerde te ontdekken waar ze was. Hoe wist ze de naam van mijn vader? Of had ze zelf een Christopher?
Eén ding wist ik zeker. Er was iets duisters en dreigends ons leven binnengedrongen. Bart gedroeg zich vreemder dan ooit. Iets of iemand beïnvloedde hem op een subtiele manier die ik niet precies kon achterhalen. Maar wie of wat Bart ook veranderde, het had niets te maken met mama en papa. Als ik ze niet kon begrijpen, kon Bart het helemaal niet. Maar wat er ook aan de hand was met mijn ouders, en met Bart – ik had het gevoel of het gewicht van de hele wereld op mijn schouders rustte, en zo sterk waren ze nog niet.
Op een middag kwam ik met opzet vroeg thuis van ballet. Ik wilde weten wat Bart deed als ik er niet was. Hij was niet in zijn kamer, hij was niet in de tuin, dus bleef er maar één plaats over waar hij kon zijn. Bij de buren.
Ik vond hem gauw genoeg. Tot mijn grote verbazing zat hij binnen op de schoot van die oude vrouw, die alleen maar zwarte kleren droeg.
Ik hield mijn adem in. De kleine bengel had zich knus op haar schoot genesteld. Ik sloop dichter naar het raam van de salon, waar ze liever scheen te zitten dan in de andere kamers. Ze zat zachtjes te zingen, terwijl Bart naar haar gezicht staarde dat verborgen was achter de sluier. Zijn grote donkere ogen waren heel onschuldig, tot er plotseling een sluwe, oude uitdrukking in verscheen. ‘U houdt niet echt van me, hè?’ vroeg hij met vreemde stem.
‘O, jawel,’ antwoordde ze zachtjes. ‘Ik hou meer van je dan ik ooit van iemand heb gehouden.’
‘Meer dan u van Jory zou kunnen houden?’
Waarom zou ze verdikkeme van mij houden?
Ze aarzelde, wendde haar blik af en antwoordde, ‘Ja…jij bent iets heel, heel bijzonders voor me.’
‘Zult u altijd het meest van mij houden?’
‘Altijd, altijd…’
‘Zult u me alles geven wat ik wil, wat het ook is?’
‘Altijd, altijd…Bart, lieverd, volgende keer dat je komt zal je hartewens vervuld zijn!’
‘Daar zou ik maar voor zorgen!’ zei Bart op zo’n harde toon dat ik verbaasd opkeek. Hij klonk plotseling jaren ouder. Maar zijn manier van praten, lopen, veranderde voortdurend. Acteren, altijd doen alsof.
Ik zou naar huis gaan en het aan papa en mama vertellen. Bart had vrienden van zijn eigen leeftijd nodig, niet een oude dame. Het was niet gezond voor een jongen om geen leeftijdgenootjes te hebben om mee te spelen. Toen vroeg ik me weer af waarom mijn ouders nooit iemand van hun vrienden bij hen thuis uitnodigden, zoals andere ouders deden. We leefden helemaal op onszelf, geïsoleerd van de buren – tot die Moslim vrouw, of wat ze was, de gunst van mijn broertje had veroverd. Ik hoorde blij te zijn voor hem; in plaats daarvan maakte ik me ongerust.
Tenslotte stond Bart op en zei, ‘Dag, oma.’ Met zijn normale jongensstem – maar wat bedoelde hij in godsnaam met oma?
Ik wachtte geduldig, tot ik zeker wist dat Bart in onze tuin was, voor ik om het grote huis heen liep en hard op de voordeur bonsde. Ik verwachtte dat die oude butler door de lange gang naar de hal zou komen sloffen, maar het was de oude dame zelf die haar oog voor het kijkgaatje hield en vroeg wie er was.
‘Jory Marquet Sheffield,’ zei ik trots, net als mijn vader zou hebben gedaan.
‘Jory,’ fluisterde ze. Een seconde later was de deur wijd open. ‘Kom binnen,’ nodigde ze me uit. Ze deed een stap opzij om me te laten passeren. Achter in de schaduw meende ik iemand te zien die snel uit het gezicht verdween. ‘Ik ben blij dat je op bezoek komt. Je broer was hier en heeft onze voorraad ijs opgemaakt, maar ik kan je een glas Cola aanbieden en cake of koekjes.’
Geen wonder dat Bart niets at van alles wat Emma klaarmaakte. Die vrouw voerde hem allerlei zoete rommel. ‘Wie bent u?’ vroeg ik kwaad. ‘U hebt niet het recht mijn broer iets te geven.’
Nederig deed ze een stap achteruit. ‘Ik zeg altijd tegen hem dat hij moet wachten tot na het eten, maar hij dringt zo aan. En veroordeel me alsjeblieft niet zonder me de kans te geven het uit te leggen.’ Met een gebaar nodigde ze me uit om plaats te nemen in een stoel die in een van haar fraaie salons stond. Ik wilde weigeren, maar mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Ik volgde haar naar wat me de mooiste kamer ter wereld leek, behalve in een Frans paleis. Er stonden kleine banken, brokaten stoelen, een bureau en een grote concertvleugel. In een van de muren was een grote marmeren open haard gebouwd. Ik draaide me om en nam haar aandachtig op. ‘Hebt u een naam?’
Verward hakkelde ze, ‘Bart noemt me…oma.’
‘U bent zijn oma niet,’ zei ik. ‘Als u zoiets tegen hem zegt, brengt u hem in de war, en God weet, mevrouw, dat er één ding is dat mijn broertje niet kan gebruiken, en dat is nog meer in de war te raken.’
Een langzame blos kleurde haar voorhoofd. ‘Ik heb geen eigen kleinkinderen. Ik ben eenzaam, ik heb iemand nodig…en Bart schijnt me aardig te vinden…’
Ik kreeg plotseling zo’n medelijden met haar dat ik nauwelijks kon zeggen wat ik op mijn hart had, maar ik deed het toch. ‘Ik geloof niet dat het goed is voor Bart om hier te komen, mevrouw. Als ik u was zou ik het niet aanmoedigen. Hij moet vriendjes van zijn eigen leeftijd hebben…’
Mijn stem ebde weg, want hoe kon ik tegen haar zeggen dat ze te oud was? En twee grootmoeders, één in een gekkenhuis, en de ander een balletgek, was al meer dan voldoende.
De volgende dag kregen Bart en ik te horen dat Nicole die nacht was gestorven en dat haar dochtertje Cindy voortaan ons zusje zou zijn. Bart en ik keken elkaar aan. Papa keek strak naar zijn bord en at niet. Ik keek verbaasd om me heen toen ik een jong kind hoorde huilen.
‘Dat is Cindy,’ zei papa. ‘Je moeder en ik waren bij Nicole toen ze stierf. Haar laatste woorden waren of wij het kind wilden opnemen. En ik besefte plotseling dat als jullie alleen achter zouden moeten blijven, zoals Cindy, ik rustiger zou kunnen sterven als ik wist dat mijn kinderen een goed tehuis hadden…dus vond ik het goed dat je moeder zei wat ze al heeft willen zeggen sinds Nicole verongelukte.’
Mama kwam de keuken binnen, in haar armen droeg ze een klein meisje met blonde krulletjes en grote blauwe ogen die bijna dezelfde kleur hadden als de hare. ‘Is ze niet schattig, Jory, Bart?’ Ze kuste een roze wangetje, terwijl de grote blauwe ogen van de een naar de ander keken. ‘Cindy is precies twee jaar, twee maanden en vijf dagen. Nicoles hospita was maar al te blij dat ze haar kwijt was, want ze vond haar alleen maar lastig!’ Ze glimlachte blij. ‘Weet je nog wel toen je een zusje vroeg, Jory? Toen heb ik je verteld dat ik geen kinderen meer kon krijgen. Maar, zoals je ziet, Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. Ik heb verdriet om Nicole; ze had tot haar tachtigste moeten leven. Maar ze had een gebroken ruggegraat en inwendig letsel.’
De rest liet ze ongezegd. Ik wist dat het verschrikkelijk was dat zo’n jong en knap meisje als de negentienjarige Nicole Nickols dood moest gaan, om ons het zusje te brengen waarover ik heel lang geleden terloops eens had gesproken.
‘Was Nicole een patiënte van je?’ vroeg ik aan papa.
‘Nee, m’n jongen, dat was ze niet. Maar omdat ze een vriendin van ons was, en een leerlinge van je moeder, hebben ze ons gewaarschuwd toen ze niet reageerde op de medische behandeling. We zijn meteen naar het ziekenhuis gegaan om bij haar te zijn. Ik denk niet dat een van jullie vanmorgen om vier uur de telefoon heeft horen gaan.’
Ik staarde naar mijn nieuwe zusje. Ze was erg lief in haar roze pyjama. Haar zachte krulletjes omsloten haar gezichtje. Ze klampte zich aan mijn moeder vast en staarde even naar al die vreemde mensen. Toen boog ze haar hoofdje en verborg zich voor onze blikken. ‘Bart,’ zei mama met een vertederende glimlach, ‘dat deed jij ook altijd. Als je je gezicht wegstopte dacht je dat we jou niet konden zien, omdat jij ons niet kon zien.’
‘Ze moet weg!’ gilde hij. Zijn gezicht was een rood masker van woede.
‘Neem haar mee! Stop haar in het graf bij haar moeder! Wil geen zusje! Haat haar, haat haar!’
Stilte. Niemand zei iets na die uitbarsting.
Toen, terwijl mama zo geschokt was dat ze nauwelijks meer kon ademhalen, pakte papa Bart beet. Bart was van zijn stoel gesprongen om Cindy te slaan! Cindy begon te huilen en Emma keek woedend naar mijn broer.
‘Bart, ik heb nog nooit zoiets lelijks en wreeds gehoord,’ zei papa, terwijl hij Bart optilde en op schoot nam. Bart kronkelde en vocht om los te komen, maar hij kon niet ontsnappen. ‘Ga naar je kamer en blijf daar tot je geleerd hebt enig medelijden te hebben met anderen. Jij zou erg blij zijn in Cindy’s plaats.’
Zachtjes mopperend stommelde Bart naar zijn kamer en smeet de deur achter zich dicht.
Papa draaide zich om, pakte zijn zwarte tas en maakte zich gereed om weg te gaan. Hij wierp mijn moeder een bestraffende blik toe. ‘Begrijp je nu waarom ik er bezwaar tegen had om Cindy te adopteren? Je weet net zo goed als ik dat Bart altijd jaloers is geweest. Een kind dat zo mooi en zo jong is als Cindy zou nog geen twee dagen in een weeshuis zijn gebleven. Ze zou onmiddellijk zijn geadopteerd door een echtpaar dat erg gelukkig met haar zou zijn geweest.’
‘Ja, Chris, je hebt gelijk, zoals altijd. Als Cindy in een weeshuis terecht was gekomen zou ze door een ander zijn geadopteerd – en dan zouden wij nooit een dochtertje hebben gehad. Maar nu heb ik een klein meisje dat erg veel op Carrie lijkt.’
Het gezicht van mijn vader vertrok of hij pijn had. Mama bleef aan tafel zitten met Cindy op schoot, en voor het eerst sinds ik me kon heugen gaf hij haar geen afscheidszoen. En zij zei niet, ‘Wees voorzichtig.’
Cindy bracht me in een mum van tijd onder haar bekoring. Ze waggelde van de ene kant naar de andere kant, wilde alles aanraken, alles proeven. Een blij en gelukkig gevoel ging door me heen toen ik het kleine meisje zo goed verzorgd zag, zo bemind en verwend. Ze waren net moeder en dochter. Allebei in het roze gekleed, met roze linten in hun haar, alleen droeg Cindy witte sokjes met kant.
‘Jory zal je leren dansen als je oud genoeg bent.’ Ik glimlachte naar mama toen ik haar passeerde op weg naar balletles. Snel gaf mama Cindy aan Emma toen kwam ze naast me zitten in haar auto die nog steeds geparkeerd stond in onze garage. ‘Jory, ik denk dat Bart wel zal leren om Cindy aardig te vinden, denk je ook niet?’
Ik wilde nee zeggen, maar ik knikte bevestigend. Ik wilde haar niet laten weten hoe bezorgd ik me maakte over mijn broer.
Kommer en kwel, kommer en kwel…
‘Jory, wat mompelde je daar?’
Hemel, ik wist niet dat ik het hardop gezegd had. ‘Niets, mama. Ik herhaalde alleen iets dat ik Bart gisterenavond in zijn slaap hoorde zeggen. Hij huilt in zijn slaap, mama. Hij roept om jou en gilt, omdat je bent weggelopen met je minnaar.’ Ik grinnikte en probeerde onverschillig te kijken.
‘En ik wist niet eens dat je er vriendjes op nahield.’
Ze negeerde mijn schertsende opmerking. ‘Jory, waarom heb je me niet eerder verteld dat Bart nachtmerries heeft?’
Hoe kon ik haar de waarheid vertellen? – dat ze veel te veel in beslag werd genomen door Cindy om op iemand anders te letten? En ze mocht voor niemand ooit meer aandacht hebben dan voor Bart. Zelfs voor mij niet.
‘Mama, mama!’ hoorde ik Bart die nacht in zijn slaap roepen. ‘Waar ben je? Laat me niet alleen! Mama, alsjeblieft, laat me niet in de steek. Je mag niet meer van hem houden dan van mij. Ik ben niet slecht, niet echt slecht…kan alleen niet helpen wat ik soms doe. Mama…Mama…!’
Alleen krankzinnige mensen konden niet helpen wat ze deden. Eén gek in de familie was genoeg. We hadden geen enkele behoefte aan een tweede gek onder ons eigen dak.
Dus moest ik Bart tegen zichzelf beschermen. Ik moest proberen iets recht te strijken dat lang geleden was begonnen. Heel ver in mijn achterhoofd waren vage verontrustende herinneringen aan iets dat me jaren geleden had beangstigd, toen ik nog te jong was om het te begrijpen. Te jong om de stukjes van de legpuzzel in elkaar te passen.
Het vervelende was dat ik nu zoveel aan het verleden had gedacht dat de herinneringen begonnen terug te komen. Ik kon me weer een man herinneren met donker haar, een andere man dan papa Paul. Een man die mama Bart Winslow noemde – de eerste en de tweede naam van mijn halfbroertje.