Hoofdstuk 1
Samantha Lombardi wist honderd procent zeker dat ze onmogelijk nóg gelukkiger kon worden. Het was vroeg in de ochtend – haar favoriete tijd van de dag – en ze lag in de armen van de man van wie ze hield: Ransom Shaw. Alleen al die naam gaf haar een heerlijk gevoel. Ze zuchtte, glimlachte tevreden en kroop nog dichter tegen hem aan. Terwijl zijn borst rustig op en neer ging in zijn slaap, ademde ze zijn geur in.
Ze was misschien een beetje bevooroordeeld, maar ze vond dat hij perfect was. Door alleen maar naar hem te kijken, voelde ze haar hart een slag overslaan. Hij was op een ruige manier knap: mooi vol donker haar, dat gewoonlijk net over zijn boord viel, levendige grijze ogen, een gebruind gezicht.
Even speelde ze met het idee om hem wakker te maken, maar ze besloot dat hij wel wat slaap kon gebruiken. Hij was een hardwerkende beginnende advocaat bij een vooraanstaand advocatenkantoor en hoopte op een dag promotie te maken. Daar was veel en hard werk voor nodig, maar Ransom was het type dat altijd kreeg wat hij wilde.
Sam had hem leren kennen toen ze voor zijn laatste zaak was opgeroepen als tolk. Onmiddellijk hadden ze zich sterk tot elkaar aangetrokken gevoeld. Het was de eerste keer dat ze zoiets had meegemaakt, en na enkele dagen was ze zijn geliefde geworden. Nog nooit had iets zo goed gevoeld. Voor haar was dit geen avontuurtje; het was voor altijd. Ze was er zeker van: dít was het. Ze was hevig verliefd op hem en ervan overtuigd dat hij hetzelfde voelde voor haar.
Dagen waren weken geworden; weken werden nu alweer maanden, en hun gevoelens voor elkaar waren alleen maar sterker geworden. Ze waren zielsverwanten, voorbestemd voor elkaar.
Toen Ransom een keer diep inademde, kwam haar hoofd automatisch met zijn borstkas omhoog. Ze verschoof iets, zodat ze zijn gezicht beter kon zien.
Zijn sexy ogen openden zich, en hij glimlachte traag. ‘Hé,’ begroette hij haar, terwijl zijn hand de zachte welving van haar rug streelde.
Ze kuste hem en fluisterde: ‘Slaap toch nog even verder.’
In plaats daarvan beantwoordde hij met veel enthousiasme haar kus.
Veel later, na een heerlijk ontspannen douche, zaten ze aangekleed tegenover elkaar aan de eetbar in zijn flat. Ze smeerde wat boter op een sneetje geroosterd brood en legde het snel op zijn bord voor ze zich eraan kon branden. Daarna smeerde ze er een met jam voor zichzelf.
‘Moet je vandaag bij de rechtbank zijn?’ vroeg ze. In dat geval konden ze tussen de middag misschien samen wat eten. Vanwege zijn overvolle agenda was het niet altijd even makkelijk om met Ransom af te spreken.
Hij knikte terwijl hij een slokje van zijn dampende koffie nam. ‘Slotpleidooien. Dat wordt waarschijnlijk een lange dag. En jij?’
Sam werkte voor een bureau dat voor alle mogelijke gelegenheden tolken inzette. Ze beheerste verschillende vreemde talen en had altijd genoeg werk; ze verveelde zich nooit. ‘Ik bel straks thuis wel even naar kantoor om te kijken wat me vandaag te wachten staat.’ Ze wilde naar haar eigen flat om schone kleren aan te trekken en haar e-mail te checken.
Ransom was klaar met zijn ontbijt en bracht zijn spullen naar het aanrecht. Terwijl hij zijn jasje aantrok vroeg hij: ‘Eten we vanavond samen?’
‘Ik kan niet,’ antwoordde ze, en spijtig schudde ze haar hoofd. ‘Ik eet bij mijn ouders.’ Dat was traditie geworden vanaf het moment waarop ze uit huis was gegaan.
‘Wanneer stel je me nu eens aan je familie voor?’ vroeg hij.
Dat had hij de laatste tijd al vaker gevraagd, en Sam wist eigenlijk niet goed waarom ze de boot afhield. ‘Binnenkort,’ beloofde ze. Ze wilde hem gewoon graag nog een tijdje voor zichzelf houden. Als ze hem mee zou nemen, zou ze geen rust meer hebben. Ze was gek op haar familie, maar soms kreeg ze het wel benauwd van hun goedbedoelde bemoeizucht.
‘Schaam je je misschien voor me?’ Hij keek haar met één opgetrokken wenkbrauw vragend aan.
‘Natuurlijk niet!’ antwoordde ze geschrokken, en ze kwam met een ruk overeind. De waarheid was dat ze nog nooit een man mee naar huis had genomen, en haar familie zou meteen begrijpen hoe serieus het was als ze dat wél deed. Ransom zou aan een kruisverhoor worden onderworpen, en daar wilde ze hem eerst op voorbereiden. ‘Ik wil je gewoon nog niet delen.’
‘Vooruit dan maar weer.’ Hij glimlachte toegeeflijk.
Opgelucht sloeg ze haar armen om zijn hals.
‘Ik denk dat ik in sommige opzichten gewoon een ouderwetse man ben,’ zei hij, en ter geruststelling kuste hij haar hartstochtelijk. ‘Maak je geen zorgen.’
Ze zuchtte toen hij haar losliet om zijn aktetas te zoeken – die kus was veel te snel voorbij. Maar wat hij zojuist had gezegd, bezorgde haar een heerlijk warm gevoel. Er was maar één enkele reden waarom een ouderwetse man de ouders van een vrouw wilde leren kennen: om te laten zien dat zijn bedoelingen eerbaar waren. Ze glimlachte. Ze zou niets liever doen dan trouwen met Ransom Shaw en de rest van haar leven met hem delen. Misschien werd het toch tijd om hem eens mee naar huis te nemen.
De rest van de dag verliep rustig. Nadat Ransom haar thuis had afgezet, trok ze schone kleren aan, belde naar kantoor en reed naar haar eerste afspraak. Vanaf dat moment kwam ze niet meer aan een pauze toe. Toen ze eindelijk klaar was met werken en zag hoe laat het inmiddels was, besloot ze om zonder zich om te kleden direct door te rijden naar haar ouders.
Op het moment dat ze de voordeur opende, voelde ze onmiddellijk dat er iets mis was. Normaal zou haar familie rond de grote eettafel zitten en met veel kabaal de laatste nieuwtjes uitwisselen. Deze keer zaten haar broers en zussen echter in de woonkamer en praatten ze op gedempte toon. Toen Sam binnenkwam, keken ze allemaal op. Ze merkte dat niet iedereen aanwezig was: Tony ontbrak, en er waren geen partners en kinderen, iets wat heel ongebruikelijk was tijdens het familiediner.
‘Waar is iedereen?’ vroeg ze.
Onmiddellijk begonnen haar zussen te huilen. De gezichten van haar broers verstrakten.
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg ze verschrikt, terwijl ze haar spullen in de dichtstbijzijnde stoel liet vallen.
‘We hebben gewacht tot jij er was,’ zei Tom, haar oudste broer. ‘Papa en mama zijn in de keuken, zij vertellen het je wel.’
Haar ouders zaten aan de keukentafel. Het was duidelijk dat haar moeder had gehuild. Nu zat ze in verstild verdriet een tissue in stukjes te scheuren. Haar vader was bleek; hij zag er beroerd uit.
‘Wat is er? Wat is er gebeurd?’ vroeg ze, en een misselijkmakende angst bekroop haar.
Haar moeder smoorde een snik in het verfomfaaide zakdoekje. Ze liep naar het aanrecht en klampte zich zo stevig aan de rand vast dat haar knokkels wit werden.
‘Ga zitten, Sam. We hebben een probleem,’ zei haar vader met gebroken stem. ‘Een serieus probleem.’
‘Wat voor probleem?’ Ze ging tegenover hem zitten en legde een hand op de zijne. ‘Ik zie Tony nergens. Heeft hij iets gedaan?’ Haar broer was altijd al de losbol geweest in het gezin. In de afgelopen jaren had hij in zijn eentje zijn ouders meer verdriet bezorgd, dan de rest van de kinderen bij elkaar.
Haar vader haalde diep adem en antwoordde: ‘Tony is opgepakt voor diefstal.’
‘Wat heeft hij gestolen?’ vroeg ze geschrokken, hoewel ze al meteen een vermoeden had. Tony was een gokker, een gokker met pech. Haar maag kromp ineen.
‘Geld,’ antwoordde haar vader, alsof hij haar gedachten had gelezen. ‘Heel veel geld.’
‘Kunnen we het terugbetalen?’ vroeg ze onmiddellijk. Dat hadden ze al eerder gedaan en dat zou dan nu toch ook wel weer lukken.
‘Was het maar waar. Deze keer is het veel te veel. Zelfs als ik het huis en de zaak zou verkopen, zou het nog lang niet genoeg zijn. Waar moeten we zoveel geld vandaan halen? Tony gaat naar de gevangenis. Het schandaal zal je moeders dood worden, en de zaak ruïneren,’ zei haar vader wanhopig.
‘Maar kunnen we dan helemaal niets doen?’ vroeg ze ontzet. ‘Wie zijn we het geld schuldig?’
‘Niet zeggen! Je mag het haar niet zeggen!’ Haar moeder draaide zich bruusk om van het aanrecht.
‘Waarom niet?’ Sams blik schoot van de een naar de ander.
‘Omdat ik weet wat je dan gaat doen, en dat kan ik niet toelaten! Waarom zou jij moeten betalen voor wat Tony heeft gedaan?’ jammerde haar moeder. Ze was totaal van streek.
‘Van wie heeft hij dat geld gestolen, pap?’ vroeg ze dwingend. ‘Je kunt het me net zo goed nu vertellen, want uiteindelijk vertel je het me toch.’
Haar ouders wisselden een hulpeloze blik, en uiteindelijk gaf haar moeder met een kort knikje toestemming.
‘Van de familie Grimaldi,’ antwoordde haar vader gelaten.
Sams bloed stolde in haar aderen. Ze hapte naar adem. De familie Grimaldi was ontzettend rijk en had in veel zaken een dikke vinger in de pap. Jaren geleden hadden ze haar vader geholpen zijn zaak op te zetten, en op zijn verzoek hadden ze Tony ‘de losbol’ aangenomen in hun wijnimport- en exportonderneming. Als dank had Tony nu geld van de Grimaldi’s gestolen om zijn speelschulden af te betalen. Deze keer had hij zich écht in de nesten gewerkt. Toen Sam besefte wat hij hiermee zijn eigen familie had aangedaan, borrelde een heftige woede in haar op. ‘Waar is hij?’ Ze vloog overeind. ‘Ik maak hem af!’ schreeuwde ze woedend.
‘Ga zitten, Sam.’ Haar vader pakte haar hand. ‘Hij is bij de Grimaldi’s. Er is nog niks besloten.’
Ze zakte terug op haar stoel en schudde verward haar hoofd. ‘Wat doet hij daar? Is de politie erbij geweest?’
Haar vader had een tijdje nodig om de juiste woorden te vinden, voor hij met schorre stem antwoordde: ‘Nog niet, en misschien gebeurt dat ook wel niet. Het zit namelijk zo, Sam… Het probleem kan worden opgelost… op één voorwaarde.’ Hij hield zijn ogen strak op zijn samengebalde vuisten gericht. ‘Leno Grimaldi is bereid het geld uit eigen middelen te vervangen… als jij met hem trouwt.’ Na deze woorden keek haar vader haar eindelijk aan.
Sam probeerde zich Leno Grimaldi te herinneren en langzaam drongen de woorden tot haar door. Ze was geshockeerd! De man was weduwnaar en een paar jaar ouder dan haar vader. Sinds haar achttiende had hij al een oogje op haar gehad. Hoewel ze wist wat zijn gevoelens voor haar waren, was ze nooit in staat geweest die te beantwoorden. Hij was best aardig, maar veel te oud voor haar. Dus had ze hem zorgvuldig op een afstand gehouden en was ze nooit ingegaan op zijn uitnodigingen om haar mee uit te nemen. En nu had hij, dankzij de stommiteit van Tony, een manier gevonden om te krijgen wat hij wilde. Hij wist hoe hecht hun gezin was en gokte erop dat ze niet in staat zou zijn haar broer naar de gevangenis te laten gaan – hoezeer deze dat ook verdiende.
Dit was een nachtmerrie, en zij bevond zich in het midden ervan. Ze zou haar familie kunnen behoeden voor een schandaal, maar alleen door de man te verlaten die alles voor haar betekende. Hoe kon ze Ransom opgeven – en al haar hoop en dromen – voor haar broers misdaad? Aan de andere kant: hoe kon ze haar eigen behoeftes boven die van haar familie stellen, in de wetenschap dat ze op het randje van de afgrond balanceerden en zij de enige was die hen kon redden?
Ze was wanhopig. Er was maar één man met wie ze wilde trouwen, en dat was Ransom Shaw. Ze wilde het uitschreeuwen dat het niet eerlijk was! Dat ze haar niet zo voor het blok konden zetten!
‘Natuurlijk verwachten we niet van je dat je ermee akkoord gaat, lieverd,’ zei haar moeder in tranen. ‘Dat zouden we nooit van je vragen.’
‘Je moeder heeft gelijk, Sam. We vinden wel een andere manier.’ Haar vader stond op en nam zijn vrouw troostend in zijn armen. ‘We hebben het je alleen verteld omdat Leno daarop aandrong. Hij wil eerst jouw antwoord horen voor hij verder iets onderneemt.’Sam bewonderde onwillig Leno Grimaldi’s volharding. Hij had gezien wat hij wilde hebben en net zolang gewacht tot zich de juiste gelegenheid voordeed om het te krijgen. Waarschijnlijk dacht hij dat het voor haar een eenvoudige beslissing was, maar hij wist niet van Ransoms bestaan. Niemand eigenlijk, behalve zijzelf.
‘Wat voor andere manier is er? Die schuld móét worden betaald. Als jij het huis en de zaak verkoopt, kun je onmogelijk een lening krijgen om die schuld verder af te betalen. Hoe je het ook bekijkt, ik ben jullie enige hoop,’ zei ze onnatuurlijk kalm. ‘Wat gebeurt er met Tony als ik akkoord ga?’
‘Dan gaat hij naar mijn neef in Australië; zijn schapenfokkerij ligt erg afgelegen. Tony zal ver genoeg verwijderd zijn van alle verleidingen om hem op het rechte pad te houden. Hopelijk maakt dat onderhand eens een man van hem,’ antwoordde haar vader vermoeid.
‘Het zal in elk geval beter voor hem zijn dan naar de gevangenis gaan,’ zei Sam. Haar moeder schrok en wilde tegensputteren maar Sam stelde haar gerust: ‘Rustig, mam, ik heb nog niets besloten. Wanneer wil Leno mijn besluit horen?’
‘Morgen, rond deze tijd. Maar er valt helemaal niks te besluiten. Dit kun je niet doen. Ik verbied het je,’ zei haar vader met rauwe stem.
‘Dank je wel, pap, maar het is mijn beslissing.’ Ze zweeg en schudde toen mistroostig haar hoofd.
‘Denk aan jezelf, Sam. Maak je over ons geen zorgen,’ drong haar vader aan, terwijl hij beide vrouwen in zijn armen sloot.
‘Hoeveel weten de anderen?’ vroeg ze.
‘Alleen dat Tony opnieuw problemen heeft.’
‘Prima. Vertel hun dan verder nog niks,’ adviseerde ze met een bemoedigend glimlachje. Ze wilde niet laten merken hoe getergd ze was. ‘Ik denk dat ik dan nu maar ga, want ik heb heel wat om over na te denken. Ik bel jullie.’
‘Doe niets overhaast, lieverd!’ riep haar moeder haar na.
Met trillende benen stapte Sam even later in haar auto. Omdat ze zag dat haar oudste broer haar na stond te kijken, reed ze vlot weg. Enkele straten verderop zette ze de auto weer aan de kant. Ze leunde achterover en liet verslagen haar hoofd hangen. Wat kon ze doen? Hoe kon ze met zichzelf leven als ze haar ouders de rug toe zou keren en hen zou laten boeten voor hun onbetrouwbare zoon? Ze wilde dat ze daartoe in staat was – ze wilde Ransom niet opgegeven – maar ze kon het niet. Haar ouders hadden zoveel offers gebracht om hun kinderen een goed leven te geven. Nu was het tijd om iets terug te doen. Deze last was op haar schouders terechtgekomen, en zij zou degene zijn die het offer moest brengen. Het zou ongetwijfeld haar hart breken, maar als ze Ransom zou uitlegen waarom ze met Leno Grimaldi moest trouwen, zou hij vast begrijpen dat ze geen keuze had. Haar familie kwam op de eerste plaats. Ze haalde bevend adem. Misschien zouden ze vrienden kunnen blijven, maar de eerlijkheid gebood haar toe te geven dat dit ijdele hoop was. Zo zat het leven nu eenmaal niet in elkaar.
Ze haalde een paar keer diep adem en riep zichzelf tot de orde. De dingen die haar te doen stonden, zouden onomkeerbaar zijn.
Ze wist waar Leno Grimaldi woonde; ondanks het late uur reed ze er direct heen. Hij deed zelf de deur open, maar tot haar opluchting zag hij er absoluut niet zelfingenomen uit. Hij was de beleefdheid zelve toen hij haar binnenliet.
‘Sam, lieverd, wat heerlijk om je te zien. Kom binnen. Je broer zit in de woonkamer,’ zei hij vriendelijk, alsof er niets aan de hand was. ‘Hierlangs,’ ging hij verder, terwijl hij op een half openstaande deur wees.
Toen ze de buitengewoon elegante kamer binnen kwam, schoot haar broer omhoog. Hij zag er bleek en bezorgd uit.
‘Hoi,’ zei hij, in een poging vrolijk te klinken, maar toen hij de ijzige blik in de ogen van zijn zus zag, begreep hij onmiddellijk dat het niet werd gewaardeerd.
‘Wil je misschien iets drinken?’ vroeg Leno Grimaldi.
Ze schudde haar hoofd. Ze had niet gegeten, en alcohol op een lege maag was niet echt verstandig nu. ‘Nee, dank je wel, ik wil mijn hoofd erbij houden.’
‘Heel verstandig als er zaken worden gedaan,’ stemde hij met haar in. Hij glimlachte even en wees haar een stoel tegenover haar broer.
‘Zaken?’ vroeg Tony, terwijl hij van de een naar de ander keek.
‘Je zus is hier om jouw toekomst te bespreken,’ legde Leno uit, ‘en de onze.’
Omdat ze zag dat haar broer nog meer vragen wilde gaan stellen, beet ze hem toe: ‘Blijf nou maar voor één keer in je leven gewoon stil daar zitten. Je hebt al meer dan genoeg gedaan.’
Toen draaide ze zich naar de oudere man. ‘Vergeef me mijn botheid, maar ik denk dat het weinig zin heeft om eromheen te draaien. Is dit een serieus aanbod? Als ik met je trouw, betaal jij dan het geld terug dat Tony heeft gestolen?’
Leno leek even van zijn à propos. Met een kort knikje bevestigde hij toen: ‘Het zal mijn huwelijksgeschenk voor jouw familie zijn. Ga je akkoord?’
Sam keek hem aan. Ze zag een knappe man van middelbare leeftijd die, ondanks al zijn pluspunten, er niet voor terugdeinsde de problemen van haar familie in zijn voordeel te gebruiken. Ze voelde niets voor hem, maar voor haar familie zou ze desnoods met de duivel trouwen. ‘Ja,’ antwoordde ze mat. Achter zich hoorde ze een denkbeeldige deur dichtknallen: er was geen weg meer terug.
‘Nee, Sam, dat kun je niet doen!’ protesteerde Tony getergd. Het leek nu pas tot hem door te dringen wat er aan de hand was. Ze keek hem aan en zag de afschuw op zijn gezicht.
‘Dat kan ik wel, en dat doe ik ook. Maar denk alsjeblieft niet dat ik dit voor jou doe. Het is voor papa en mama; zij verdienen beter dan wat jij hun op dit moment aandoet,’ zei ze kil.
Leno keek zwijgend toe. Toen stond hij op en liep naar zijn bureau. ‘Ik zal het geld morgen terugbetalen, en we zullen het er nooit meer over hebben. Wel zijn er wat papieren die ik jullie allemaal wil laten tekenen,’ zei hij zakelijk.
‘Papieren?’ Daar had Sam niet op gerekend.
‘Niets bijzonders.’ Hij glimlachte goedmoedig naar haar. ‘Maar ik denk dat jij het ook wel een goed idee vindt als alles wat er is gebeurd, en de regeling om het recht te zetten, nooit aan het licht komen. Hier heb ik een eenvoudige overeenkomst waarin staat dat je nooit iemand zult vertellen wat er is gebeurd. Jullie moeten die allemaal ondertekenen en je eraan houden. Niemand mag het er ooit nog over hebben. Als het toch uitkomt, moet de schuld volledig worden terugbetaald.’
Ze had kunnen weten dat hij met een dergelijke clausule zou komen. Leno was in de eerste plaats een zakenman. Omdat hij niet wilde dat dit ooit uitkwam, kon zij nooit aan Ransom de waarheid vertellen. Op dit moment kon ze daar de gevolgen niet goed van overzien.
Ze had haar woord gegeven en kon geen kant meer op. Het enige wat ze kon doen, was haar handtekening zetten onder het onheilspellende document. Dat deed ze dan ook, en daarna keek ze toe hoe haar broer hetzelfde deed.
‘Zodra ook je ouders hebben getekend, is alles geregeld, mijn liefste Sam,’ zei Leno, terwijl hij haar hand in de zijne nam en er teder een kus op gaf. ‘En ik… ik beloof je dat ik alles zal doen wat ik kan om jou net zo gelukkig te maken als je mij hebt gemaakt.’
Zich er pijnlijk bewust van wat ze opgaf, sloot ze heel even haar ogen. Toen schraapte ze haar keel en zei: ‘Ik zal mijn best doen een goede vrouw voor je te zijn, Leno. Maar er is één ding wat ik je nog wilde vragen.’
‘Zeg het maar.’ Als hij verbaasd was, liet hij dat in elk geval niet merken.
‘Ik zou graag zo snel mogelijk trouwen.’ Nu ze haar jawoord had gegeven, wilde ze niet te veel tijd hebben om erover na te denken.
‘Aha, dan zitten we gelukkig op één lijn.’ Glimlachend nam hij haar handen in de zijne. ‘Ik zal alles regelen. Na de bruiloft neem ik je mee op een lange huwelijksreis naar Italië. Ik heb altijd weer eens terug naar huis gewild. Dan laat ik je zien waar ik ben opgegroeid. Je zult het er heerlijk vinden.’
Op dat moment kon ze zich niet voorstellen dat ze ooit nog iets heerlijk zou vinden. Haar hele wereld was ineens, voor altijd veranderd. Alles wat ze nu wilde was weggaan, maar ze wist niet hoe ze dat met goed fatsoen kon doen.
‘Ik denk dat je je broer nu wel mee naar huis wilt nemen en je ouders wilt vertellen wat we hebben besproken,’ zei Leno. Kennelijk had hij haar ongemak aangevoeld. Hij begeleidde hen naar de voordeur en vervolgde: ‘Zaterdag zullen we tijdens een etentje onze plannen bespreken. En zou je je vader willen zeggen dat ik hem morgen bel? Mooi.’ Hij gaf haar op elke wang een bescheiden kus en zei vriendelijk: ‘Goedenacht, liefste.’
Ze was hem dankbaar voor dit kuise gebaar: inwendig had ze zich schrap gezet voor een kus vol op haar mond. ‘Goedenacht,’ antwoordde ze kortaf. Ze greep Tony bij zijn arm en trok hem mee naar haar auto.
Pas toen ze bij hun ouders aankwamen, deed hij zijn mond open. ‘Het spijt me, Sam, ik zat zo in de problemen dat ik niet meer wist wat ik moest doen.’
‘Deze keer heb je geluk gehad, maar verwacht niet dat dit nog een keer het geval zal zijn. Je moet ophouden met gokken, Tony, en als dat betekent dat je hulp moet zoeken, doe dat dan.’ Ze keek neer op het zielige hoopje mens naast haar en werd heen en weer geslingerd tussen terechte boosheid en zusterliefde.
‘Dat ga ik doen. Ik beloof het.’ Hij ademde bevend in. ‘Kom je mee naar binnen?’
‘Nee.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Vertel jij papa en mama maar wat er is gebeurd. Ik bel ze morgen wel.’
Tony stapte uit en boog zich om haar aan te kijken. ‘O, Sam, wat afschuwelijk is dit, ik heb je leven kapotgemaakt!’
Zijn woorden troffen haar pijnlijk, en ze kon wel huilen. In plaats daarvan schokschouderde ze slechts en zei: ‘Hé, je weet toch wat ze zeggen? “Het leven vindt plaats terwijl jij andere plannen maakt.” Ga nou maar naar binnen, dan hoeven ze zich niet langer zorgen te maken. En denk eraan, niets tegen de anderen zeggen.’
‘Je kunt op me reken, dat beloof ik,’ zei hij. Hij rechtte zijn schouders en ging naar binnen.
Tegen de tijd dat Sam thuiskwam, was het behoorlijk laat. Ze was uitgeput. Ze keek om zich heen en zag de spullen die ze die ochtend, nadat Ransom haar had afgezet, overal had neergegooid. Toen had ze nog gedacht dat de toekomst in haar eigen handen lag. Nu wist ze dat ‘voor altijd’ slechts een handjevol uren was geweest.
Ze liet zich op de grote bank zakken, legde een hand op haar hart en kon bijna voelen hoe het brak. Ransom… Diep vanbinnen voelde ze een onophoudelijke pijn. Ze verlangde ernaar hem te zien maar ze durfde het niet. Niet voor ze wist hoe ze het zou aanpakken. Maar ze kon hem wel bellen, natuurlijk. Het horen van zijn stem alleen al zou als balsem werken voor haar gehavende hart.
Terwijl ze de telefoon pakte, moest ze een keer slikken. Het duurde even voor ze zichzelf voldoende onder controle had om zijn nummer te kiezen. Toen hij opnam en ze zijn slaperige stem hoorde, sprongen de tranen haar in de ogen.
‘Hé. Maak ik je wakker?’ vroeg ze zacht, terwijl ze voor zich zag hoe hij rechtop in bed zat en het lampje aandeed om te zien hoe laat het was.
‘Sam? Is alles in orde?’ vroeg hij onmiddellijk.
Ze kreeg een brok in haar keel, waardoor het moeilijk werd om te antwoorden. ‘Hm-m. Ik wilde alleen even je stem horen. Hoe ging het vandaag?’
‘De jury overlegt nog altijd. We hopen dat ze morgen met een beslissing komen. Hoe was het bij je familie?’ Het was hoorbaar dat hij een geeuw onderdrukte.
‘Luidruchtig, zoals altijd.’ Ze had wel willen schreeuwen dat er een meteoriet in haar leven was ingeslagen, maar kon dit niet. ‘Ik was liever bij jou geweest.’
‘Volgens mij zou ik het goed met ze kunnen vinden,’ zei hij, en ze kon de humor in zijn stem horen. ‘De volgende keer kom ik met je mee, dan hoef je me niet te missen.’
‘Dat klinkt heerlijk,’ zei ze, en er rolde een traan over haar wang. Haar hart kromp samen bij de wetenschap dat er geen volgende keer zou komen.
‘O, wat zou ik willen dat je hier nu bij me was. Dit bed is zo verdomd groot en eenzaam zonder jou,’ zei hij gepassioneerd.
Ze sloeg haar hand voor haar mond om een snik te smoren. Pas toen ze zeker wist dat ze haar stem kon vertrouwen, zei ze: ‘Het is maar voor één nachtje.’ Ze verachtte zichzelf om die leugen, maar op dat moment kon ze niet anders. Het was een fout was geweest hem te bellen, realiseerde ze zich: het voelde alleen maar slechter, niet beter.
‘Je hebt gelijk. Zullen we morgen samen lunchen?’
‘Ja, prima, zeg maar waar.’ Tegen die tijd zou ze weten hoe ze hun relatie moest beëindigen. De lunch zou de laatste herinnering aan hem worden.
Hij noemde de naam van een restaurant in de buurt van de rechtbank, voor hij opnieuw begon te gapen.
‘Ga maar weer lekker slapen.’ Hoewel ze wist dat ze moest ophangen, kon ze het niet.
‘Fijn dat je belde. Welterusten, schat.’
‘Welterusten,’ zei ze zacht, en ze hield de telefoon net zo lang tegen haar oor tot ze hem hoorde ophangen.
Langzaam gleed de hoorn naar haar borst, en eindelijk liet ze haar tranen de vrije loop. Ze huilde van machteloosheid, van verlies en van pure wanhoop. Haar tranen luidden de doodsklokken voor haar dromen. Vóór haar lag een troosteloze toekomst. Leeg, nu de man van wie ze hield er geen deel van zou uitmaken.