33.

KX kwam er – conform zo’n beetje alles in mijn leven – niet zomaar. In 2001 hadden Fred en ik regelmatig discussies over zijn bijna overleden auto. Hij moest elke dag water bijvullen en als hij dat niet deed, stond hij aan de kant, waardoor zijn smoezenboekje met minstens één excuus werd uitgebreid. Hij kwam er vaak te laat door. Verder zaten er op allerlei ongeriefelijke plekken gaten. Het vervoermiddel deed mij sterk denken aan de stenen tijdperk automobiel van die andere Fred: Flintstone. De motor was nog niet uitgevonden en het vehikel werd voortbewogen door spartelende voetjes, die onder de kar vandaan kwamen.
In een radio-uitzending gaf ik Fred nog drie dagen respijt om naar zijn werk te komen. Hoe onwaarschijnlijk ook, deze scène zou leiden tot KXradio.
Er zat een garage-eigenaar naar het programma te luisteren en die besloot tot actie over te gaan. Hij, Kees-Jan Schoots, stelde zich direct in verbinding met onze studio.
‘Ik vind het onverantwoord dat Fred in dat levensgevaarlijke ding blijft rijden. Ik verkoop auto’s om de hoek van zijn huis en omdat ik als fan hem op de radio te vaak moet missen vanwege een kapotte auto, bied ik hem hierbij namens ons een nieuwe aan.’
Natuurlijk ging mijn integere-radiopartner-van-onbesproken-gedrag op deze schandelijke vorm van zelfverrijking in. Ik had, vrees ik, niet anders gehandeld.
Kees-Jan kwam het blinkende koektrommeltje een dag later al voorrijden en nam de oude trouwe vierwieler mee, voor een laatste ererondje richting de onvermijdelijke sloop. Fred moest als tegenprestatie wel een keer een avondje voor het personeel komen draaien en binnen een paar weken was de ‘Saddam Hoessein discoshow’ ter plekke. Ik ging mee en raakte aan de praat met Kees-Jan, net als mijn vriendin, die toevallig ook een nieuwe auto nodig had. Nee, lieve lezer, vrees niet voor wéér een omkoopschandaal: zij is wél integer en kocht er gewoon één.
We kwamen daardoor regelmatig in het bedrijf van Kees-Jan. Hij had tussen tientallen auto’s een nogal kitscherige open haard en een paar dito banken in een hoekje staan, waar het aangenaam toeven was. Dit was de plek waar hij weifelende klanten uiterst huiselijk verleidde alsnog tot de aankoop over te gaan. We begonnen ook steeds vaker voor de gezelligheid langs te komen en er ontstond een vriendschappelijke band. Kees-Jan is ook iemand die het leven voor chaotische types zoals ik heel wat aangenamer kan maken. Zijn vaderlijke trekjes begonnen zich te ontfermen over mijn ongedane zaken.
‘Doe ik wel ff, heb jij dat administratieve gezeik tenminste niet.’
Hij verdiende snel de bijnaam Kees-Jan de Allesman. Ik kon hem dag en nacht bellen en maakte schandelijk veel gebruik van dat geschonken recht. Met hem besprak ik ook de wens een eigen internetstation te starten. Van techniek heb ik de ballen verstand, noch leek het me heel aanlokkelijk me daarin te verdiepen.
Kees-Jan haalde er een van de verkopers bij. Hij had veel met computers en die waren toch onontbeerlijk voor zo’n project. Zijn naam was Ties Roodhardt. Een nogal rechtlijnige jongen die zich vaak had afgevraagd wie toch die sjofele gast was die steeds zo lomp op de bank ging liggen, in de etalage van het autobedrijf. ‘Dan kan ie wel voor de radio werken, maar dat geeft hem nog niet het recht hier op de bank zijn roes te komen uitslapen.’
Roodhardt bleek tot zijn grote ongenoegen een keer na de reparatie van mijn auto de opdracht van Kees-Jan te hebben gekregen om vóór het retourneren de wagen door de carwash te halen en te voorzien van een volle tank. ‘Kan die lamlul dat niet zelf?’
Maar toen we eenmaal begonnen over de plannen voor een eigen radiostation, gingen zijn pupillen sporen van opwinding vertonen.
De verdeling werd snel gemaakt: Kees-Jan zou de zaken doen, Ties de techniek, Margje de grafische klussen en ik de invulling van de radiozender. Het leek op papier zo eenvoudig, de praktijk was echter veel weerbarstiger. We wilden alles veel te snel en veel te goed doen.
We zochten externe financiers die het bedrijf meteen volwassen konden lanceren. Dat bracht ons tweemaal tot aan de rand van de afgrond.
Allereerst was daar de zelfbenoemde mediamagnaat ergens in Nijmegen, die wij gekscherend de snelkookpan noemden. Die geuzennaam had hij te danken aan zijn onophoudelijke spervuur van ideeën. Hij had daarin echter één grote tekortkoming. Zijn hersenen verwarden de oprisping van het plan met het verwezenlijken ervan. Kortom: hij had in zijn fantasie alles al rond voordat hij daadwerkelijk begonnen was met het realiseren daarvan. Deze meneer was zeker geen oplichter, het was zelfs een heel lief mens met heel veel plannen, alleen waren zijn dromen toen echt een maatje te groot voor hem. De grote woorden en zeer kleine daden begonnen ons op te vallen en wij vonden een nieuwe weldoener in de aalgladde popiejopie van een telefoonbedrijf.
Ik kende hem van wat hand- en spandiensten bij 3FM, waar hij zelfs de eerste sms-service voor de radio had geïnstalleerd. Ja, we voelden ons de Titulaeren van de toekomst. We konden nu ingekomen sms’jes daadwerkelijk op een scherm lezen en direct behandelen in de uitzending.
Hij kon toveren met woorden, prevelde rekenkundige modules die altijd in de plus eindigden en waar voor een leek geen touw aan vast te knopen was. Maar ze klonken zo overtuigend dat je bij wijze van spreken al voorzichtig naar een lekker zonnig te koop staand eilandje ging uitkijken.
Zijn bedrijf wilde best in ons investeren en omdat hij ons zulke geweldige gasten vond, deed hij er privé ook een schepje bovenop.
Een vriend van hem, die bij weer een andere grote firma werkte, zou ook wel mee willen doen. Die vriend bleek inderdaad een big shot van een min of meer concurrerend bedrijf van de zakenman met wie wij ons ingelaten hadden. Het begon me hier al wat te duizelen, want dat kon zijn eigen werkgever toch nooit goed vinden?
‘Robbie, jochie wat ben jij toch heerlijk naïef. Ik beheer autonoom die portefeuille nieuwe media voor ze, ik kan doen met die poen wat ik wil. Zolang ze uiteindelijk maar winst terugkrijgen is het oké, anders ga ik nat. Maar dit kan niet mislukken man, het is te gek. Ik lul die gast er wel in, moet jij opletten hoe ik dat doe bij dat etentje straks. Ik sla toe als de tijd rijp is.’
In een veel te chic restaurant voor iemand die denkt dat je ‘etiketten’ alleen op producten bij de Albert Heijn plakt, zat ik verbijsterd naar de verrichtingen van onze geldmagnaat te kijken. Het etentje duurde meer dan twee uur en werd voornamelijk gevuld door social talk van de allerergste soort. Het meest diepzinnige en beklijvende statement van die avond betrof de serveerster en luidde: ‘Jezus, die tieten’.
Wij, de leerlingen in zaken, zagen onze meester tussen twee hapjes door fluisterend onder de tafel even een tonnetje los lullen. Ik zag het gebeuren en vroeg me af of ik het wel goed gezien had. Eenmaal een seconde buiten kon ik mijn nieuwsgierigheid niet meer bedwingen:
‘Wat gebeurde er nou precies?’
‘Eerst zorgde ik ervoor dat ie zich lekker voelde, drankje erin, beetje slijmen en toen jullie even aan het lullen waren, zag ik mijn kans om hem apart te nemen en geld af te troggelen. Gefeliciteerd joh, de eerste poen is binnen! Zo doen we dat in het zakenleven Rob, ik hoop dat je goed hebt opgelet!’
Ik was die nacht niet dapper genoeg om te laten weten dat ik dit vond rieken naar onderwereldpraktijken. Wellicht was ik ook wel enigszins verblind door het snelle succesje en ‘misschien gaat het ook wel zo in de wereld van de snelle zakenjongens en -meisjes,’ vergoelijkte ik voor mezelf de menselijke degeneratie die ik net had zitten aanschouwen. Het voelde niet helemaal goed en net voordat het geld op onze rekening werd overgemaakt, kreeg ik een telefoontje van Kees-Jan die deze bescheiden gewetensnood in harde feiten veranderde.
Ik probeerde hem al een dag te bereiken en snapte niet zo goed waarom ik hem niet te pakken kreeg; dat was helemaal niks voor hem. Uiteindelijk begreep ik waarom het me niet was gelukt hem te spreken.
‘Je gelooft het niet Rob, maar DL is vannacht van zijn bed gelicht door de FIOD en hij wordt beschuldigd van het oplichten van zijn eigen bedrijf.’
‘Dat meen je niet?’ was de gemeenplaats waar ik mee aan kwam zetten.
‘Erger nog, zijn firma heeft al een jaar een privédetective achter hem aan zitten en ze hebben nu genoeg bewijs om hem aan te houden. De politie is bij mij geweest om onze gezamenlijke documenten op te halen. Ik moest ook mee naar het bureau en werd daar verhoord. Gelukkig hebben ze ons van alle blaam gezuiverd, maar je begrijpt dat de grote investering nu de vuilnisbak in kan.’
We waren weer terug bij af, maar waren niet voor één gat te vangen. In een vlaag van overmoed besloten we al onze connecties één voor één door te nemen. En dan het liefst de gefortuneerde telgen uit de telefoonklapper eens te ‘vereren’ met een telefoontje.
Wel een tikkeltje gênant, maar nood breekt wet.
Na een maand vonden we een man met wie we bij Yorin FM wat zaken hadden gedaan en die grote sympathie voor ons radioprogramma Stenders Vroeg had. Hij bleek een wel heel grote sok onder zijn bed te hebben verstopt voor onvoorziene investeringen. Ook hij sprak van een enorme toekomst en schroomde niet om hardop te dromen over het aanschaffen van etherfrequenties. Hij kwam dan ook met indrukwekkende cijfers en plannen.
In onze zoektocht naar Dagobertjes waren wij inmiddels ook Broos Schnetz tegen het lijf gelopen. Hij startte samen met Henk Westbroek de politieke beweging Leefbaar Utrecht, was nog even voor een heel Leefbaar Nederland, en combineerde dat ook nog met het runnen van horecagelegenheid Stairway to Heaven. Verder was zijn kapitaal vergaard in de onroerendgoedsector. Hij had geen zin om te investeren in KX, maar wilde vanwege zijn grote hart voor muziek best over onze schouders meekijken met het opzetten van het grote bedrijfsplan.
Deze Koos van Dijkachtige gestalte stelde zijn skybox bij FC Utrecht beschikbaar voor onze beslommeringen met het levende spaarvarken. Dat spaarvarken sloeg zichzelf kapot en er bleek heel veel geld in te zitten. De man had een hele staf meegenomen die het project zou begeleiden en stelde zonder al te veel schaamte zijn vrouw voor als directeur. Hij had daar immers zelf geen tijd voor.
Dat aanbod werd vriendelijk, maar uitdrukkelijk door ons afgewezen. We snapten dat hij het overzicht moest houden op de onderneming, maar dat moest hij dan toch op een andere manier doen. Zelfs daar kwamen we uit en we gingen op zoek naar een studioruimte. Die vonden we in de buurt van Utrecht.
We zouden op de dag dat we de huurovereenkomst gingen tekenen ook onze samenwerking met deze magnaat verzilveren. Vierentwintig uur voor het grote moment kregen we anoniem een tip dat degene met wie wij in zee wilden gaan nog niet zo heel lang geleden een forse gevangenisstraf op zijn naam had gehad, wegens oplichting. Hij beloofde zijn slachtoffers gouden bergen en verliet met de toppen daarvan spoorslags het land, de goedgelovigen berooid achterlatend. Zijn firma’s waren tientallen lege BV’s; slechts postbusnummers zonder adres. Er stonden nog wat projecten van hem op knappen en de gemeente Almere bleek een fors onderzoek naar de man gestart te zijn. Onze anonieme tipgever adviseerde dringend af te zien van zaken met deze man en verzon met ons een list om de vermeende oplichter te ontmaskeren.
Ik kan hier helaas vanwege de precaire situatie en privacygevoelige informatie niet uit de doeken doen hoe dit proces verder is verlopen, maar wij hebben in elk geval net op tijd samenwerking kunnen verkomen.
Ik ben er zelf nog steeds van overtuigd dat de man in kwestie ons beslist niet had willen oplichten, maar het was wel duidelijk dat het te investeren geld hoogstwaarschijnlijk niet geheel legaal was.
Van deze tegenvaller hebben alle initiatiefnemers wel even een paar dagen bij moeten komen.
We besloten unaniem dat we al die grote ambities gewoon in de kast moesten zetten en eens lekker klein moesten starten. Mijn MP3-speler aansluiten, een stream huren en draaien maar, werd het nieuwe motto. Ik had op mijn zolderkamertje wel een studio, dus als ik zin had kon ik wat uurtjes uitzenden.
Ties Roodhardt bleek zijn reputatie als computerwizard geheel waar te maken. Hij was een autodidact op dat vlak en verzon een volledig systeem waardoor die MP3-speler begon te klinken als een waar radiostation. Elke dag was verbetering hoorbaar. Voorzichtig begon zich een soort structuur te ontwikkelen en voor we een halfjaar verder waren, was KXradio een zender met een heuse programmering.
De legendarische presentator Henk Westbroek was de eerste die zich meldde om op vrijwillige basis een paar uur in de week vrij te maken voor KX. Hij vond het geweldig om eens zijn eigen favoriete muziek te laten horen en was blij dat er nu eindelijk een vrijplaats voor liefhebbers van muziek bestond. Het motto werd dan ook: KXradio, For the love of music.
Fantastisch vond ik de groep eerste luisteraars die ons hondstrouw overal bij hielpen.
Voorzichtig vierden we een feestje in Utrecht en ze kwamen daar met driehonderd man op af.
Ongekend voor een zender die slechts via internet te vinden was.
Ook de luisteraars waren zeer gelukkig met een ander geluid op de radio en dat lieten ze op allerlei manieren weten. We deden nimmer tevergeefs een beroep op ze. Enorm ontroerend was dat ze een barbecue hadden georganiseerd voor de makers van hun favoriete radiozender. Zo wilden ze hun waardering laten blijken voor KX.
Veel luisteraars van het eerste uur zijn er nog steeds. Ze hebben een speciale plaats in mijn hart. Ik ken ze allemaal vooral van chatnaam en ben ze heel dankbaar voor de input in de bange dagen. Zonder hen was de start heel eenzaam geweest.
Ook een stimulerend gebaar kwam van de jingleproducent Top Format. Zij voorzagen al jaren zo’n beetje elk radiostation en omroep in Nederland van jingles. Totaal onverwacht boden ze ons voor niks een pakket aan.
Ze maakten een heerlijk avontuurlijk geluid voor KX, gewoon omdat ze ons zo’n leuk station vonden.
Er kwamen steeds meer dj’s bij die programma’s gingen maken. Daar zaten naast de eerder genoemde Henk Westbroek een hoop legendarische radiofiguren bij, zoals: Jeroen Soer, Leo van der Goot en Peter van Dam. Ook liefhebbers als Leo Blokhuis, Isabelle Brinkman, Gerard Ekdom, Toine van Peperstraten, Roderick Velo, Martijn Rigters en jonge talenten als Maurice en Domien Verschuuren, Timur Perlin, Bert van Lent, Mijke Marsman en Margje Teeuwen vonden emplooi bij ons. Verder heeft ook een van mijn favoriete dj’s van de afgelopen tien jaar, de briljante en originele Mark van den Akker die eerder verbonden was aan 3FM, Radio 538 en Yorin, de weg naar zijn vele fans weer weten te vinden via KXradio. Jeugdvrienden als Henk Peeters en Peter Doolaard, van wie ik een aankondiging jatte voor mijn demo aan Lex Harding, kwamen de afwisselende staalkaart van deze zender nog eens benadrukken. Veel programma’s kwamen live vanuit mijn zolderkamer.
Hulde nog aan mijn partner Margje, die de privacy als sneeuw voor de zon zag verdwijnen, maar nooit klaagde. Zij wilde mijn droom verwezenlijkt zien en had daar veel persoonlijke offers voor over.
De andere programmamakers maakten hun programma’s thuis en door het ingenieuze systeem van Ties kwamen die allemaal zonder kleerscheuren op de daarvoor beschikbaar gestelde tijd keurig netjes uit de computer rollen.
Het heeft zo een hele tijd gedraaid, maar hoe romantisch het beeld van de zolderkamerpiraat ook was, moest KX toch een eigen ruimte hebben om ooit de status van volwaardige zender te krijgen – al is het natuurlijk onbetaalbaar dat artiesten als Ilse DeLange gewoon op mijn zolderkamer musiceerden.
Ondertussen kwam ik nog steeds met enige regelmaat op het kantoor van Reinout Oerlemans en die vond het allemaal treurig wat ons was overkomen met die oplichters. Daar kwam weer die heel charmante man om de hoek kijken, die zijn eigen droom ook verwezenlijkt had. Als geen ander snapte hij dat aan de andere kant van de tafel een heel wat minder talentvolle jongen zat met een veel kleinere grote droom, en zonder één keer knipperen kregen wij van hem een redelijk forse ruimte toegewezen in zijn Eyeworks-pand. Daar mochten wij ons radiostation onderbrengen.
We hadden deze keer zowaar ook een betrouwbare financier gevonden die ervoor zorgde dat de rekeningen betaald konden worden. We hebben een paar mensen van deze financier in dienst genomen die de continuïteit bewaken.
Ties Roodhardt had na twee jaar keihard vrijwilligerswerk eindelijk een inkomen om de stapel deurwaarders vaarwel te kunnen zeggen. Sommigen waren al huisvriend geworden, zo vaak kwamen ze langs. ‘The hardest working soldeerbout in showbizz’ Mark Reman, die zich dag en nacht had ingespannen om dit perverse radioventje maar in de lucht te houden, kreeg ook voor het eerst het verdiende loon naar intensieve arbeid.
Mannen zoals Ties en Mark, die hun hele ziel en zaligheid voor niks in een project willen stoppen, zijn een heel stevig fundament onder een station. Zonder hen bestond er zeker geen KXradio.
Reman is nu onze vaste, archetypische brommende technicus, maar heeft een hart van goud, is een vriend voor het leven en ontwierp de plek waar onze uitzendingen vandaan komen. Onze studio is een magisch plekje. Een paar vierkante meter waar dj’s, vanaf de muur gadegeslagen door Janis Joplin, Sly Stone, The Beatles, The Supremes en Carole King, geïnspireerd de weg zoeken naar alle luisteraars voor wie muziek net even iets meer betekent dan een willekeurige, neutrale trilling van de oorlel.
De distributiemogelijkheden zijn nog beperkt. In de auto zijn we alleen met de mobiele telefoon te beluisteren, maar er is geen reden om aan te nemen dat de digitale snelweg de gewone straks niet zal overnemen. We zullen het voorlopig moeten doen met internet en de digitale kabels waar wij bijna in heel Nederland op te ontvangen zijn.
Het radiostation is een vrijbuiter. De erfgenaam van de radiogolven waar ik me menigmaal in de vroegere jaren door had laten meeslepen. Vele vrijwilligers zijn dag en nacht bezig hun passie te prediken, in de hoop er een gewillig oor voor te vinden. Een station met idealisme als basis, zo is de radio-industrie groot geworden, al zijn die wortels inmiddels allang door iedereen vergeten.
KX is de avonturier die onderzoekt of er voor die roots nog vruchtbare grond is. Het brengt mij in elk geval heel dicht bij de oorspronkelijke drijfveer om de eerste stapjes in dit prachtige vak te wagen. Slechts gewapend met een paar plaatjes en een scherpe tong veraangenamen we een moment van het leven van de ontvanger.
In de stille hoop verbaal een nieuw plekje te reserveren in de platenkast van de luisteraar voor dat ene hele mooie liedje dat jij wilt delen.