10.
Tussendoor hield ik mij een beetje in leven met
Power FM. Een commerciële kabelzender die eigendom was van Radio
10.
Mijn voormalige Vara-collega Jeroen Soer was daar de baas en als
programmaleider hadden ze een andere Vara-Radio 3 vriend
aangetrokken: Wim Rigter.
Bovendien zat daar inmiddels ook Peter Holland met wie ik bevriend
was en die net als ik de Vara verlaten had voor Veronica. Hij nam
op dezelfde dag als ik afscheid van de jongerenomroep. Verder
hadden ze nog wat nieuwe talenten aangetrokken zoals Edwin
Diergaarde en ene Edwin Evers. Volgens Wim zou die laatste het
helemaal gaan maken.
Het was de bedoeling om van Power FM een progressieve hitradio te
maken.
Met tevoren gemaakte playlisten (dat was even slikken) maar die
kwamen tot stand in samenspraak met de dj’s. Ik zou elke werkdag
van 16.00 tot 19.00 uur een programma maken volgens dat concept en
als beloning voor goed gedrag door de week kreeg ik op zondagavond
mijn eigen winkeltje waarin ik kon doen wat ik wilde.
Alhoewel ik het enthousiasme van iedereen inspirerend vond, leed ik
in stilte. Demotiverend vond ik die landkaarten bij Jeroen Soer op
zijn kantoor. Vlaggetjes gaven aan waar Radio 10 en wij allemaal op
de kabel zaten. Bijna heel Nederland kon ons zusterstation
ontvangen maar wij waren in zo’n schamele twintig gemeenten te
beluisteren.
Men verzekerde mij dat het met de groei wel goed zou komen maar het
zag er voor iemand die nog geen twee maanden geleden door het
openen van één schuifje hoorbaar was in heel Nederland toch wat
grauw uit.
Dat onbehagelijke gevoel dat overheerste toen ik van mijn
thuisbasis voor het eerst naar de Power-studio reed om mijn
programma te doen zal ik nooit vergeten. In de auto was ons station
niet te ontvangen en ik luisterde met jaloezie naar Veronica waar
inmiddels Wessel van Diepen op mijn plek zat en die deed het
voortreffelijk.
Het gevoel dat je zonder enige moeite vervangen kan worden is een
lesje in nederigheid waarvan ik er in het leven nog een paar mocht
ontvangen.
Ik moest een uur later voor een stuk of honderd luisteraars,
schatte ik, optimistisch in mijn nieuwe radioprogramma starten.
Waarom was ik ook alweer weggegaan?
Bij Veronica mocht ik in elk geval nog mijn
eigen muziek uitzoeken. Het leek alsof ik van een open inrichting
ging naar een zwaar bewaakte gevangenis. Met zo’n positieve
instelling een nieuw programma starten op een gloednieuw
radiostation vraagt natuurlijk om moeilijkheden.
Ik had ook nog de pech dat de populaire muziekscene op dat moment
geregeerd werd door de muziek die ik altijd heb gehaat. Ranzige
dancebewerkingen van klassieke popsongs, novelty hitjes van
bedroevend niveau en de onvermijdelijke middle-of-the-road van
piepkuikens als Céline Dion en Mariah Carey. Er was weinig
tegenwicht meer, dus toen ik tijdens de eerste uitzending drie van
die Two Unlimited-achtige platen had ingestart en een diepbedroefde
inborst zich van mij meester maakte heb ik de computer op twee
doorstarts gezet en impulsief boven de onheilstijding kenbaar
gemaakt.
Programmaleider Wim Rigter zag mij bovenkomen en riep nog
hoopgevend: ‘Klinkt heel oké, gaat het voor jou ook naar je zin?’
Hij zat er ontspannen bij met de poten op tafel en ik zag aan zijn
gezicht dat de onweersbui die ik voor zijn zonnige gelaat in petto
had niet voorspeld was.
‘Wim, hier ga ik niet gelukkig van worden, dit is mijn eerste en
tevens laatste uitzending voor Power.’
Hij keek me in vertwijfeling aan en wist niet of er een ontploffing
moest komen of dat de zachte heelmeesters hier op zijn plaats
waren. ‘Jezus, Stenders, wat flik je nou? Maak je uitzending af dan
lullen we straks verder.’
Enigszins opgelucht dat ik mijn zegje gedaan had heb ik die andere
veertien Two Unlimited-nummers uitgezeten en ben weer naar boven
gegaan.
Ik hield voet bij stuk, wist dat dit het niet ging worden en
begreep dat dit ernstige consequenties kon hebben. Mijn contract
liep namelijk nog maar twee jaar en 364 dagen.
Wim stelde voor om mij even ziek te melden en dat we dan in die
tijd een oplossing zouden zoeken.
Bijkomende complicatie was dat ik als gouden kalfje binnengehaald
was en ook als dusdanig in de etalage voor de reclamewereld moest
figureren.
Eenmaal thuis belde ik mijn zaakwaarnemer Willem de Bois, die bleek
al op de hoogte. De opperbaas Jeroen Soer had zijn telefoonnummer
blijkbaar nog.
Willem was al wat gewend van me, die moest regelmatig operatief de
blaren op zijn tong laten verwijderen die er door mij opgekomen
waren als hij me weer eens ergens vrij moest pleiten.
Willem de Bois is de eerste die zag dat er in
de dj-wereld geld te verdienen was en heeft door de jaren heen dan
ook een indrukwekkende lijst aan professionele praters in zijn
bestand gehad. Koning Edwin, Ruud de Wild, Robert Jensen, Jeroen
van Inkel, Adam Curry, Gordon, hij heeft ons allemaal aan
duizelingwekkende salarissen geholpen.
Voor tien procent nam Willem voornamelijk de lasten en een paar
lusten op zich. Hij geloofde in een persoonlijke band met die
lastige ego’s die door hem allemaal liefelijk zijn pleegkinderen
genoemd worden.
Sommigen waren daar dag en nacht, ik wist hem vooral te vinden als
er problemen waren.
Wat ik erg prettig vond aan hem, was dat hij je in zo’n situatie
even meewarig aankeek maar daarna meteen, hoe stupide je actie ook
was, partij koos voor jou en ging werken aan een oplossing.
In het gevalletje Power FM kwamen we al snel tot de slotsom dat een
goed gesprek met Jeroen Soer snel moest volgen.
De insteek zou zijn dat ik zou stoppen met mijn dagprogramma maar
dat ik, om als naam verbonden te blijven aan het station, één
avondshow voor mijn rekening zou nemen. Die zou ik dan wel helemaal
zelf mogen invullen.
Zijn bulderende uitval tegen Willem aan de telefoon beloofde niet
veel goeds over de uitkomst van dit gesprek maar Soer was gelukkig
pragmatisch en vond dit voorstel het beste van al die slechte
scenario’s.
Ik ben hem nog dankbaar voor zijn milde houding want ik denk dat
hij me redelijk had kunnen uitkleden.
Mijn salaris slonk natuurlijk wel drastisch maar ik was blij en heb
dat ene programma met veel plezier gemaakt. Het ging een paar
maanden wel aardig tot ik van Wim Rigter het verzoek kreeg om er
toch twee dagprogramma’s in het weekend bij te gaan doen.
Dat was toch niet te veel gevraagd?
Zaterdag- en zondagochtend. Tussen 10.00 en 12.00 uur.
Eigenlijk had ik geen zin want Two Unlimited was geen betere platen
gaan maken maar ik wilde niet de beroerdste zijn.
Helaas was ik dat toch. Bij de eerste officiële Power-uitzending
kon ik nog een halfuur de discipline opbrengen om naar behoren te
functioneren maar toen de première van zaterdag op het programma
stond trok ik thuis die veilige deken maar weer over mijn hoofd en
kwam niet opdagen.
Het waren mentaal niet mijn sterkste jaren om het zwak uit te
drukken. Nadenken over de consequenties wilde ik niet, de
telefoonstekker ging eruit en het testbeeld van WDR suste me in
slaap.
De deurbel ging een uur of twee later als een stroomschok door me
heen. Ik was in één klap terug in de realiteit.
Ondanks het feit dat ik de wereldtitel verstoppertje spelen al voor
de derde keer op mijn naam had gezet ging ik nu maar gelaten naar
beneden om de deur open te doen.
Het was Wim Rigter die zich te pletter schrok dat de zelfverklaarde
kluizenaar het fort opende. Hij had de ontslagbrief door de bus
willen doen maar hij wilde toch één keer aanbellen.
Daar stonden we dan tegenover elkaar. ‘Uh, ik kom je de zak geven.’
‘Leuk, kom binnen.’
Een merkwaardig moment in het leven waarop ik vreemd genoeg met
veel plezier terugkijk.
Het was een heel bijzondere ontmoeting tussen twee jongetjes die
elkaar snapten.
Toen Wim afscheid nam van zijn leven hebben we op een door hem
georganiseerd ‘feestje’ dit bijzondere moment nog even gememoreerd.
Het was in zijn woorden waarschijnlijk het allerleukste
ontslaggesprek aller tijden.
Ik was erg opgelucht dat ik weer een vrij man was, al besefte ik
terdege dat radiostations niet bepaald in de rij zouden staan om
dit ongeleide projectiel in te lijven. Ik moest toch ook eten.
Van sparen was geen sprake geweest, zo vet waren die
Veronica-contracten ook nog niet en omdat ik bij Power FM het
minimum jeugdloon net aantikte had ik niet zoveel aards slijk meer
om in te rollen.
Van administratie en aanverwante artikelen had ik mij nooit iets
aangetrokken, dus toen de belastingaanslag kwam over de
Veronica-jaren had ik alleen nog maar diepe schulden.
Hoe moest ik dat ooit betalen?
De grote rebel die ‘fuck you’ geroepen had tegen Lex Harding
ging een maandje of vier later alweer devoot op de knietjes of hij
niet een plekje bij Veronica voor me had?
Nee dus, maar hij zou niet dwarsliggen als ik wat ‘showtjes’ in het
land deed voor Veronica. Vond ik wel een gul gebaar aan zijn
voormalige plaaggeest.
Nou was ik niet de aangewezen persoon voor plaatjes draaien in
feesttenten. Je moet je hersenen wel op een heel laag pitje zetten,
wil je daar overleven. Ik ben niet zo’n gezellig ‘mag ik die
handjes zien’-type.
Ik heb er wel een belangrijke waarde van het leven geleerd. Als
zo’n hossende massa bier over je heen gooit moet je dat zien als
een compliment behalve als er nog een glas omheen zit, dan ben je
een lul.
Ook daar was de muziek een gruwel, verzoekjes werden geschreeuwd en
nooit vriendelijk aangevraagd en als je Thunderdome 13 track
4 niet binnen vijftien minuten had laten horen kwam er zo’n
dronken onverlaat met een uitdagende blik voor
je neus staan. ‘Vuile arrogante Hilversumse klootzak, nu draaien
anders kun je klappen krijgen.’
Nog erger waren die gasten met Metallica- en Normaal-shirtjes.
Dragers van die merchandise-spullen stonden garant voor altijd een
gezellig vechtpartijtje of twee op een avond. In mijn optiek waren
die randdebielen bij geboorte meteen ontdaan van die ene hersencel
om het leven niet al te ingewikkeld te laten worden.
Als ‘eindelijk’ de gevoelige klanken van Oerend hard of
Metallica’s One werden ingestart dan begonnen die
neanderthalers zo hard als ze konden tegen elkaar op te springen
net zolang tot de naald van de plaat sprong en om dat te vieren
begon het bier spugen in elkaars gezicht. Nou, lachen man. Wat een
topavond.
Om het geheel af te maken meelallen met De vlieger van André
Hazes waarbij ik me altijd een beetje opgelaten voelde omdat het
nummer zo’n gevoelig onderwerp als de dood heeft.
Doodongelukkig was ik er en er maakte zich een onvoorstelbare
vreugde van mij meester als ik naar huis mocht. Veel drive-in
collega’s gingen nog even de plaatselijke miss op hun
vruchtbaarheid testen maar ik vertrok altijd hoofdschuddend over
zoveel treurigheid naar de thuisbasis. Mijn lustgevoelens waren
vroeg gaan slapen en niet meer wakker te krijgen.
Het ging me steeds meer tegenstaan. Met natuurlijk weer diverse
ziekmeldingen en onaangekondigde absenties tot gevolg.
Het ging definitief mis toen ik op een avond weer met frisse
tegenzin naar zo’n klus reed.
Vanuit mijn auto zag ik een rij van wel 150 Metallica T-shirtjes
staan voor de ingang van de disco. Ik kon het echt niet meer
opbrengen en vertrok spoorslags. Het spaart een paar bomen en veel
papier als ik je nu verwijs naar de situatie Power FM.
Kernwoorden: dekens, WDR, telefoon uit.
Toen ik de volgende dag wakker werd, luisterde ik al die vloekende
mensen af op mijn antwoordapparaat. Inclusief een woedende Chiel
van Praag die de baas was van Intershow, het bedrijf waar de
Veronica drive-inshow onder viel.
Ik had de verkeerde avond uitgekozen om te deserteren. Deze mensen
waren van de middelbare school en hadden specifiek om Rob Stenders
gevraagd. Daar waren ze fan van (geweest). ‘Robbie, hoe kun je dat
die lieve kinderen aandoen, je had hun teleurstelling moeten
horen.’ Minder liefkozend ging hij verder: ‘Jongen, dat gaat je een
hele vette claim aan je broek opleveren.’
Direct begon ik aan een brief voor Chiel. Ik vond mezelf ondankbaar
want zij waren het geweest die mijn penibele financiële situatie
een beetje hadden proberen te verlichten en dan
ging ik er zo mee om.
Er volgde weer een tête-à-tête en Chiel begreep veel van mijn
relaas maar wist me nog wel te vertellen dat die Metallica-shirtjes
alles te maken hadden gehad met de fanclubdag van de metal band die
naast mijn schnabbel plaatsvond. Hij wist dat zo zeker omdat ook
daar een Veronica dj via Intershow terechtgekomen was.
Die claim kwam er, die betaalde ik zonder morren van mijn vorige
gages. Maar de baan was natuurlijk foetsie en het geld was totaal
op, de belastingdienst zat achter me aan net als de instantie waar
ik geld had geleend om de belastingdienst te betalen.
Een ware vicieuze cirkel sloot het vangnet om mij heen.
Vanzelfsprekend was mijn reputatie in de radiowereld nog meer
geschaad en de voorspelling van iedereen in de industrie was dat ik
ondanks mijn talent nergens meer aan de bak zou komen. Ik was
veranderd van een ongevaarlijke in een gevaarlijke gek.
De schlemiel van de radio. En ik kon ze geen ongelijk geven.
Gelukkig bood Jan Steeman van de AVRO uitkomst.
Ik mocht van hem een nachtprogramma maken op Radio 3 bij de AKN
(AVRO, KRO, NCRV), maar na een paar maanden kon ik gelukkig terug
naar Veronica.
Lex Harding was daar inmiddels weg, om samen met heel veel andere
Veronicanen Radio 538 op te zetten. Lex belde om me te feliciteren
met mijn terugkeer bij Veronica. Dat betekende veel voor me.