11.

Jeroen van Inkel was gebleven en tevens hoofd van de afdeling geworden. Ze zaten bepaald niet zonder talenten bij het nieuwe Veronica. Edwin Evers, Robert Jensen, Gijs Staverman en Edwin Diergaarde kregen hun kans. Samen met oudgedienden Jeroen van Inkel, Adam Curry en ikzelf zou dat voortaan de Radio 3 ploeg vormen.
Ik ging daar Goud van Oud en D’Rob of D’ronder presenteren. Verder werd er een aardig pakket programma’s voor me samengesteld. Tokradio op Radio 1, Het is maar een spelletje met Ad Bouman en de Avond van het sentiment op Radio 2 en nog een nachtuitzending, waarin altijd een bepaald popjaar centraal stond. Ad Bouman en ik namen allebei twee uur voor onze rekening. Wanneer we elkaar nu treffen, mokken we altijd als die twee oude muppets hardop over het vandaag de dag zeer populaire Theater van het Sentiment. We vinden het allebei een goed programma, maar gejat van ons.
De uitzendingen van nu zijn wel veel beter verzorgd, maar dat verwijten Ad en ik aan de ontbrekende redactie toentertijd. Wij deden alles met z’n tweeën, dus is het ‘nogal logisch’.
Natuurlijk moest ik ook weer zo nodig een apart programma op de rol zetten: Shockradio.
Een hoofdstuk apart in mijn radioleven. De Veronica-directie zocht een equivalent van de in Amerika razend populaire Howard Stern. Hij is een zogenaamde shockjock. Hij haalde de hoogste luistercijfers met zijn keiharde en ongenuanceerde radioshow. Niemand was heilig, iedereen werd genadeloos aangepakt. Ook zijn directe bazen werden niet bepaald ontzien.
In die tijd werd ik gezien als een behoorlijk recalcitrante radioverschijning. Het beledigen van mensen waar ze zelf bij zaten was toen nog redelijk opvallend. De waarheid durven te zeggen tegen artiesten deed je alleen maar als ze een hele goeie plaat hadden gemaakt. Vandaar dat ik door Veronica gezien werd als de ideale kandidaat voor zo’n programma.
Jensen begon net en was in die tijd nog niet veel verder dan het clichéidioom van dj’s. Die zou later pas heel hard gaan groeien tot de voortreffelijke tv-presentator die hij nu is. Toen was het nog een brave hitradiojongen met een iets te overdreven Amerikaanse tongval.
Van Giel Beelen wisten alleen zijn ouders nog het bestaan. Veronica vond dat ze onder Lex Harding te braaf geworden was. De tijd was dus rijp voor zo’n programma. Ik mocht zelf een team samenstellen en koos voor Fred Siebelink en Floortje Dessing.
Fred Siebelink kwam ik voor het eerst tegen bij de Stadsomroep in Utrecht. Hij presenteerde daar het in mijn oren sublieme programma Kut het is weer maandag. Op woensdag hielp hij lokale bandjes in Demka.
Volstrekt uniek vond ik zijn stem, presentatie en benadering van alle gasten. Bovendien was ik een keer in zijn prettige chaos te gast en vond hem een bijzonder leuk mens. Na zijn programma mocht ik een uurtje of vier favoriete platen draaien. Ik kondigde daar Smells like teen spirit aan van Nirvana die toen net nieuw was.
Ik vond het de beste plaat sinds jaren, riep ik op de zender en dat vond hij een motie van vertrouwen waard. Voor mij was het de eerste kennismaking met Nirvana maar voor Fred was dat een band waarvan hij al een paar jaar fan was. Hij had al een uit de hand gelopen concert van ze gezien en hij voorspelde een gouden toekomst voor dit luidruchtige clubje.
We raakten in gesprek en daar werd de basis gelegd voor de vriendschap die wij heden ten dage nog steeds hebben, maar ook voor een jarenlange samenwerking bij de radio.
Floortje Dessing kende ik uit mijn nachtuitzendingen waarvan zij de producer was. Ze kwam ’s nachts een beetje bleu langs op proef. Ik zette haar voor het blok om af en toe wat op de radio te zeggen en ze moest van mij de tekst van liedjes afmaken waarvan ik het begin liet horen.
Ze haatte me onmiddellijk en wilde nooit meer terugkomen. Wat een pedante, arrogante, zelfingenomen zak, was haar oordeel over mij. Gelukkig liet ze me dat ook meteen weten na de uitzending. Ik hoopte dat ze het toch nog een keer wilde proberen met me de week daarna. Dat beviel beter en ik begon haar steeds meer bij de uitzending te betrekken. Tot wederzijdse tevredenheid. Vandaar dat ik haar heel graag wilde hebben toen Shock begon.
Fred en Floortje mochten elkaar ook graag, dus zij werden de vaste sidekicks, al bestond dat woord toen nog niet in de Nederlandse radiowoordenboeken.
De eerste paar uitzendingen liepen moeizaam. Ze waren allesbehalve shockerend. Ik kreeg al snel in de gaten dat die naam wel een beetje een loden last op de schouder was. In de eersteling begon ik met luisteraars een discussie over wat zij nou hadden verwacht van zo’n programma.
Niet echt boeiend en verre van shocking. De manier waarop Stern het deed was voor mij onbereikbaar. Ik had toch te veel last van aangeleerde Vara-beschaafdheid. Geen vrouwen in de studio die ik uit de kleren lulde, ze hoefden telefonisch niet klaar te komen, naakt zittend op de trilfunctie van de speaker.
Ik liet me niet sandwichen door lesbische nimfen, weigerde om alleen voor het shockeffect racistische taal uit te slaan. Daar bovenop was ik ook nog te laf om politici te bellen en ze toe te spreken. Ik vond te veel niet kunnen terwijl dat nou juist de kracht van het programma had moeten zijn.
Er kwam een lijst met mensen die voor dat shockeffect moesten zorgen want wij waren toch echt te netjes. Mijn persoonlijke voorkeur ging uit naar Theo van Gogh. Die deed in die tijd elke dag een programma op Nieuwsradio en dat vond ik fantastisch. Hij verstond de kunst van het intelligent beledigen en vragen te stellen aan de ‘boven ons gestelde’ waar ik watertandend naar luisterde. Zijn formuleringen lieten mij ruiken aan een taalgebruik dat niet voor gewone ongeletterde stervelingen als ik was weggelegd.
Zo goed zou ik het nooit kunnen uitdrukken maar damn wat een sensatie om te horen. Het team was het met me eens dat hij een versterking zou zijn, nu de man zelf nog benaderen.
Al drie dagen nestelde ik mij op het bankje tegenover de Nieuwsradio studio om als de gelegenheid daar was de man mountain aan te spreken. Uiteindelijk durfde ik tussen twee sigaretten en één gast door eindelijk het benaderingsritueel te starten. Vanzelfsprekend wilde ik de meester van het gesproken woord te veel behagen en sloeg daardoor wartaal uit.
‘Hé Theo, ik, vertegenwoordiger van de populaire hitpuree zou de verdieping graag aanbrengen in onze door glazuurfabriek aangetaste smaakpapillen en daarvoor had ik een kwade en goeie genius zoals jij in gedachten.’ Een enorme ‘kijk mij ook eens moeilijk kunnen formuleren’-zin en die kreeg ook de beloning waarom hij vroeg.
Hij keek mij geringschattend aan zoals alleen Theo dat maar kon. ‘Ik weet niet wat je bedoelt, jongen, maar als je weet wat je echt wil zeggen kom je nog maar eens terug.’
Die viel dus even af. De oplossing van het shockprobleem kwam bij toeval.
We hadden een plan bedacht om voor onze uitzending twee patiënten aan het woord te laten die allebei een donorhart nodig hadden.
In die tijd was er een forse politieke discussie of het levenspatroon van iemand moest meewegen bij het verstrekken van medische voorzieningen. Kortom, krijgt een gezondheidsfreak eerder een donorhart toegewezen dan een kettingroker?
We zochten van beide levensstijlen een vertegenwoordiger met hartklachten en zouden dan in de uitzending luisteraars laten bepalen wie uiteindelijk het hart zou krijgen. De medicus was geen probleem maar om nou mensen met een hartaandoening ervan te overtuigen mee te doen aan ons keuzespel lag wat ingewikkelder.
Dan maar acteurs vragen die rol te spelen.
Nou kwamen in mijn telefoonklapper weinig acteurs voor maar bij Stenders en Van Inkel hadden we wel eens wat gedaan met ene Babette Babbelbek (een artiestennaam, ja). Zij was een mevrouw die wel eens op het toneel gestaan had in onnavolgbare gesubsidieerde stukken waar ik wel eens verdwaasd naar had zitten kijken of ik het begreep.
Na een beetje overredingskracht wilde ze deze rol wel spelen en ze kende iemand die fantastisch was in typetjes en volgens haar ook heel goed kon acteren. Zijn naam was Hilbert Elskamp en hij zou tot de laatste Stenders Vroeg Op verbonden zijn aan mijn programma’s. Hilbert zette bij zijn eerste radio-optreden zo’n geloofwaardige rol als hartpatiënt neer dat geen luisteraar meer twijfelde aan de echtheid van de discussie.
Zij mochten kiezen naar wie het donorhart ging en de gesprekken in het programma waren heel heftig. Veel patiënten waren geschockeerd door de wijze waarop we het deden. Het ethische aspect van onze uitzending werd net zo’n belangrijk thema als de keuze zelf.
‘Hoe konden wij dit nou zo doen?’
Uiteindelijk kreeg het karakter van Hilbert het hart toegewezen van een luisteraar. Zijn emotionele reactie was zo levensecht dat uren na de uitzending de telefoon nog roodgloeiend stond. Zelfs dagen daarna was de centrale nog overbelast, zoveel mensen reageerden op dit experiment.
BNN heeft met een soortgelijke aktie vorig jaar nog het wereldnieuws gehaald door op exact dezelfde wijze zogenaamd een donornier te schenken. Net zo nep als wij, alleen waren zij wel zo verstandig direct te vertellen dat het fake was. Wij brachten dat pas een week na dato naar buiten. Elskamp had zich door zijn buitengewone prestatie meteen onmisbaar gemaakt en we namen hem direct in dienst. Dankzij deze man ging Shockradio eindelijk leven en voor de hoogst noodzakelijke beroering zorgen waartoe zo’n programmanaam verplicht.
Hij speelde onder anderen Balkenende, Albert Verlinde, Ray & Anita van Two Unlimited, Jan des Bouvrie, Anton Geesink, vele stereotypes en Chriet Titulaer.
Met name die laatste imitatie was zo goed dat iedereen direct aannam dat het de echte Chriet was. Onze nepwetenschapper belde steeds bekende Nederlanders met de meest krankzinnige verzoeken. Zo gemiddeld genomen wilden ze niks tot er gigantische bedragen geboden werden. Zo wilde zanger René Shuman best in een spacepak afgeschoten worden als human cannonball en lieten we Imca Marina afreizen naar het meest noordelijk gelegen oord van Nederland om een optreden te doen. Alleen ‘vergaten’ we even om tegen haar te zeggen dat het een grapje was.
Die zou daar wel eens gestaan kunnen hebben in een troosteloos donker gat zonder schnabbelfaciliteiten. Ze zocht de pers op met dat verhaal maar ze kon niet vermoeden dat ze ons daarmee een gigantische dienst bewees. Daar waren we nou net naar op zoek.
Het mooiste Chriet-fragment was zijn gesprek met Wubbo Ockels. We stonden op zaterdagavond in de studio om deze conversatie op te nemen. Hilbert was zenuwachtiger dan normaal. Hij moest inschatten wat de verhouding tussen Wubbo en Chriet was. Hoe goed kenden ze elkaar, wat was de toon die hij moest aanslaan, wel of niet tutoyeren?
Het uitgangspunt van het gesprek zou een samenwerkingsverband tussen deze twee geleerden moeten zijn. Chriet was benaderd door RTL om een populair wetenschappelijk programma te maken, en daaraan moest Wubbo gaan meewerken. Ockels stond onder contract van de TROS maar zou verleid moeten worden om voor heel veel poen over te stappen.
De telefoon ging over, de spanning gierde door onze keel. ‘Met Ockels,’ het was de vrouw van Wubbo.
Onze Chriet zei: ‘Dag mevrouw, is uw man er?’ De nette aanspreekvorm was een foute gok want ze kenden elkaar kennelijk goed. Zo goed dat mevrouw Ockels de beleefdheidsopening als een grapje opvatte en Hilbert zonder moeite doorverbond met haar man.
Razendsnel schakelen dus naar een gesprek tussen vrienden.
‘Hoi Wubbo, hoe-ist?’
De ultieme test voor iemand die stemmen nadoet was begonnen en Hilbert sloeg zich er geweldig doorheen.
Wubbo had wel oren naar de overgang, ze zouden snel afspreken. Onze Chriet probeerde af te ronden maar kreeg het nog een keer echt benauwd nadat Ockels informeerde of Titulaer zijn fax nog ontvangen had en wat hij ervan vond?
Snel improviserend beweerde Hilbert dat hij nu bij RTL zat (door hem consequent aangeduid als Ar Tie El) en niet zo goed kon reageren. Daarmee nam onze astronaut genoegen. Het afscheid tussen de ‘oude vrienden’ was hartelijk.
De telefoon ging op de haak en bij ons barstte de ontlading los. Hilbert en ik stonden te springen in de studio. Hij wist dat zijn imitatie volmaakt was en ik kon niet wachten op de uitzending.
Het kon natuurlijk niet zonder gevolgen blijven. Toen Wubbo de echte Chriet aansprak op hun zogenaamde afspraken, ontstak de laatste in woede. Hij belde onmiddellijk Veronica op hoge poten om daar tot zijn grote ongenoegen door iedereen uitgelachen te worden. Van telefoniste tot aan de toenmalige voorzitter Joop van der Reijden. Niemand nam hem serieus, iedereen dacht dat het weer zo’n actie was van die Stenders en zijn nep Titulaer.
Pas toen er post was van de advocaat van Chriet, kwam er enige beweging in de zaak en begon de VOO-directie zich te realiseren dat het hier om de echte geleerde baardmans ging.
Helaas was het hoge kader niet zo standvastig om dit juridische probleem te omzeilen. Ze bevolen mij per direct te stoppen met onze Chriet Titulaer-imitatie.
Hetgeen ik zeer betreurde, mede omdat Joop van der Reijden nog niet zo lang geleden in de wandelgang geroepen had dat Shock pas geslaagd was als er boze brieven van advocaten ten burele verschenen.
Joop was beroepspoliticus en had dus niet zoveel moeite met het verleggen van de schuldvraag en zijn plotselinge ommezwaai.