VIJFENVEERTIG
Ocean Avenue baadde op dat uur van de ochtend, daar aan de kust, in een rokerig goudgeel licht. Pike rende midden op de rijbaan en genoot van de rust en het ritme van zijn lichaam. Het was één minuut voor vier die ochtend. Hij was al vijf kilometer niet door auto’s gestoord en de coyotes vergezelden hem niet. Hij was het enige beest in de stad, maar dat zou snel veranderen.
Ze draaide Ocean op bij San Vicente en reed door het donker ronkend op hem af. Hij herkende haar nieuwe auto, dus bleef hij op de middenstreep lopen en hield hij zijn pas niet in.
Larkin zoefde voorbij, keerde en reed in zijn vrij naar hem toe. Ze had een parelwitte Aston cabriolet gekocht. Het dak was open. Ze droeg haar haar nog steeds kort, maar het was wel weer rood. Ze trok de glimlach met de gekrulde lippen. Pike was blij dat ze haar zelfvertrouwen terughad.
‘Alleen een gek gaat zo vroeg hardlopen.’
‘Alleen een gek die zo vroeg op pad is, ziet me.’
‘Ik heb het je vriend Cole gevraagd. Omdat jij me niet meer terugbelt.’
‘Hm.’
‘Volgens mij wil hij me zoenen.’
‘Hm.’
Pike had haar niet meer teruggebeld. Ze hadden elkaar in de weken na het incident vaak gesproken, maar hij wist niet wat hij nog zou kunnen zeggen.
‘Kun je praten onder het hardlopen?’
‘Zeker.’
Ze nam een moment om het op een rijtje te zetten en zei hem toen wat ze hem wilde zeggen.
‘Ik zal je niet meer lastigvallen. Dat ik jou niet meer bel, wil natuurlijk niet zeggen dat je mij niet mag bellen als je van gedachten verandert. Je mag bellen wanneer je wilt, maar jij wilt dat ik ophoud met bellen, dus zal ik ermee ophouden.’
‘Oké.’
De oude boosheid vlamde donker op in haar ogen. ‘Dat ging véél te makkelijk, mannetje. Je had toch op zijn minst kunnen doen alsof.’
De auto reed in zijn vrij met hem mee. Pike zag iets glimmen op de klif en vroeg zich af of het een coyote was.
Na een tijdje zei ze: ‘Geloof je in engelen?’
‘Nee.’
‘Ik wel. Daarom rij ik op dit tijdstip door de stad. Ik zoek engelen. Die komen alleen ’s nachts tevoorschijn.’
Dat was opnieuw iets waarop Pike geen antwoord had en hij zei niets.
Ze keek naar hem op. ‘Ik zal je niet meer bellen omdat je dat wilt, niet omdat ik ermee wil ophouden. Je denkt waarschijnlijk dat je te oud voor me bent. Je denkt waarschijnlijk dat ik te jong ben. Ik durf te wedden dat je de pest hebt aan rijke mensen.’
‘Kies er maar eentje uit.’
Larkin glimlachte nogmaals en dat deed Pike genoegen. Hij hield van haar brutale glimlach. Maar toen verdween haar glimlach en sprongen de tranen haar in de ogen en dat vond hij minder.
Ze zei: ‘Je denkt waarschijnlijk dat ik er wel overheen zal komen, maar je vergist je. Ik hou van je. Ik hou zo verdomde veel van je dat ik alles voor je wil doen.’
‘Dat weet ik.’
‘Ik zal zelfs niet meer bellen.’
De Aston Martin spoot weg. De motor gierde van pijn.
Pike zag haar achterlichten opvlammen. Ze sloeg af naar het oosten op San Vicente en scheurde naar het centrum.
‘Ik hou van je,’ zei Pike.
Hij rende alleen in het donker en wenste dat de coyotes hem gezelschap zouden komen houden.