10

 

Onverzadigbare hebzucht

 

 

Nu ik schrijf over Poetins beginjaren als president, valt het me op hoe snel en resoluut hij handelde. Toen ik er in de tijd zelf verslag over deed, leek alles al in een razende vaart te gaan. Poetin veranderde het land in hoog tempo, de veranderingen waren ingrijpend en sorteerden gemakkelijk effect. Hij leek de historische ontwikkeling van Rusland in één klap terug te draaien. En gedurende een verschrikkelijk lange periode leek niemand het op te merken.

Of bijna niemand. Na de parlementsverkiezingen in december 2003, waarbij Poetins Verenigd Rusland bijna de helft van de zetels behaalde en de overige verdeeld werden tussen de Communistische Partij, de absurdistisch nationalistische Liberaal-Democratische Partij met zijn volkomen misplaatste naam, en een nieuwe ultranationalistische partij met de naam Rodina (Moederland), terwijl alle overige liberalen en democraten hun zetels kwijtraakten, liet de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) weten: ‘De […] verkiezingen […] voldeden niet aan een groot aantal OVSE-eisen en eisen van de Raad van Europa, zodat de Russische bereidheid te streven naar Europese normen voor democratische verkiezingen, in twijfel moet worden getrokken.’1 The New York Times meldde iets heel anders, want deze krant bracht een neerbuigend maar welwillend hoofdartikel onder de kop: ‘Russen stapje voor stapje op weg naar democratie’.2 De gezaghebbende krant maakte geen melding van de kritiek van de internationale waarnemers in zijn verslag op de dag van de verkiezingen, maar plaatste de volgende dag een afzonderlijk stuk over de critici. The Washington Post en The Boston Globe lieten de critici helemaal weg uit hun verslag. De Los Angeles Times ging zelfs nog verder. De krant slaagde erin in een gigantisch artikel de conclusie van de OVSE zodanig te bagatelliseren dat deze in haar tegendeel leek te veranderen. De krant haalde een functionaris van de OVSE aan die had verklaard: ‘De verkiezingen waren goed georganiseerd en we hebben geen grote onregelmatigheden vastgesteld’. De krant prees bovendien Poetins nu onbetwiste controle over het Russische parlement als een gelegenheid voor de president om ‘extra hervormingen door te voeren, zoals de aanpak van de diepgewortelde corruptie’.3

De media buiten de Verenigde Staten waren kritischer. De Canadese National Post bracht een dag voor de verkiezingen een bericht waar het hele verhaal al in de kop stond: ‘Racisten, moordenaars en criminelen kandidaat voor Doema: parlementsverkiezingen. Twee decennia na het decadente Jeltsin-tijdperk wordt Rusland geteisterd door corruptie.’4 The Economist verkondigde de dood van de democratie in Rusland al een maand voor de verkiezingen in een hoofdartikel, en volgde de verkiezingen vervolgens met een speciaal verslag, dat het nieuwe parlement ‘de nachtmerrie van een democraat’ noemde en de snel stijgende invloed van ultranationalisten beklemtoonde.5

Maar de invloedrijkste media ter wereld, met veruit het grootste aantal journalisten in Moskou, zaten te slapen. Waarom? Ten dele doordat de Amerikaanse politiek prioriteit kreeg. In het najaar van 2000, toen Poetin de televisie nationaliseerde, concentreerden de Amerikaanse media zich volledig op de onbesliste strijd tussen de presidentskandidaten Bush en Gore. In die periode begon ik bij U.S. News & World Report, en in de eerste maanden zat ik duimen te draaien. Het tijdschrift had geen plaats voor verhalen uit en over Rusland.

Toen die verkiezingen eindelijk achter de rug waren, ging de aandacht van de Amerikaanse media uit naar de nasleep van de internetzeepbel, waarmee een golf aan bezuinigingen en loonsverlagingen werd ingezet die meer dan tien jaar zou duren. Veel mediabedrijven bezuinigden op hun buitenlandse berichtgeving, ook over Rusland – en soms te beginnen bij Rusland. Het werd een zichzelf versterkend verhaal. Nadat ze het publiek en zichzelf hadden wijsgemaakt dat in Rusland een periode van politieke en economische stabiliteit was aangebroken, verklaarden de Amerikaanse media het Russische verhaal feitelijk dood, bezuinigden op de beschikbare middelen om er verslag van te doen en maakten zo een eind aan de mogelijkheid het verhaal te vertellen. ABC, dat een eigen gebouw had in het centrum van Moskou waar tientallen mensen werkten, sloot zijn bureau helemaal. De bezuinigingen van andere mediabedrijven waren minder spectaculair maar even drastisch. Complete bureaus werden vervangen door parttime freelancers. Slechts enkele kranten – The New York Times, The Wall Street Journal en de Los Angeles Times – behielden volledige bureaus met voltijds verslaggevers en ondersteunend personeel.

In juni 2001 ontmoette George W. Bush Poetin voor de eerste keer, ‘keek de man in de ogen’ en ‘kon zijn ziel peilen’. De jubelende persberichten sloegen nauwelijks acht op het feit dat Poetin niet alleen veel minder enthousiast over zijn nieuwe vriend was, maar bovendien de Verenigde Staten waarschuwde dat de periode van vijandelijkheden die was begonnen met de NAVO-bombardementen op Joegoslavië in 1999, nog helemaal niet voorbij was.6 Toen volgde 11 september 2001, en ineens was de oorlog in Tsjetsjenië een onderdeel van de strijd van het Westen tegen het islamitisch fundamentalistisch terrorisme – in weerwil van het beschikbare bewijsmateriaal, zoals Poetins intrekking van een afspraak die was gemaakt onder Jeltsin,7 volgens welke Rusland geen wapens meer aan Iran zou verkopen en geen wapens meer aan Arabische staten zou verkopen voor het lieve sommetje van een paar miljard dollar per jaar.8 En belangrijke Amerikaanse media begonnen op grond van het geografisch toeval Moskou niet zozeer als de hoofdstad van Rusland als wel als uitvalsbasis te beschouwen voor verslaggevers die naar Afghanistan en later Irak gingen. De zucht naar oorlogsverhalen was onverzadigbaar, en Rusland werd gedegradeerd tot het soort verhaal dat verslaggevers erbij doen, tussen de echt belangrijke opdrachten door. Hun berichten uit Rusland waren artikelen die het vertrouwde verhaal alleen maar bevestigden, dat in elkaar was gezet door de mensen die het beeld van Poetin als de jonge, energieke liberale hervormer hadden bedacht.

Dat over dat ene thema niet veel te melden viel, leek de meeste Amerikaanse journalisten en hoofdredacteuren niet te deren. Ze verdoezelden de nationalisatie van de media, stelden de benoeming van federale gezanten om toezicht te houden op gekozen gouverneurs voor als het scheppen van orde uit chaos, negeerden het terugschroeven van juridische hervormingen volledig – en kozen er steeds vaker voor zich te concentreren op economische onderwerpen. In tegenstelling tot Jeltsin, die bij economische hervormingen altijd twee stappen vooruit en één stap terug leek te doen in een voortdurende poging de oppositie tevreden te stellen, stelde Poetin verklaarde liberalen aan in zijn staf en op het ministerie van Economische Zaken. Zijn premier was de oud-minister van Financiën, een apparatsjik die gepokt en gemazeld was in de bureaucratische traditie van de Sovjet-Unie, maar wel een die oprecht de hervormingen die in de jaren negentig waren ingevoerd verder wilde uitwerken – en die zich gelukkig voor Poetin uitsluitend op zijn taak concentreerde en zich niet bemoeide met andere regeringszaken. Al voordat hij waarnemend president werd – toen hij nog maar de gedoodverfde opvolger was – had Poetin een denktank opgericht met de opdracht een plan te bedenken voor de economische ontwikkeling van Rusland. Als hoofd had hij een liberale econoom benoemd die ooit voor Sobtsjak had gewerkt.9 Na de verkiezingen werd het hoofd van de denktank minister voor Economische Ontwikkeling, een functie die speciaal voor hem was gecreëerd.

Het opmerkelijkste was Poetins benoeming van Andrej Illarionov als economisch adviseur. Dat was de eerste benoeming van de nieuwgekozen president, en deze was bedoeld als een gebaar dat weerklank zou krijgen. Illarionovs denkbeelden waren alom bekend. Hij was in de jaren tachtig lid geweest van de club van economen in Sint-Petersburg en had zich ontwikkeld tot een rasechte en goedgebekte aanhanger van het libertarisme. In de Verenigde Staten zou hij voor ultraconservatief doorgaan (en passend genoeg kreeg hij uiteindelijk een aanstelling op het Cato Institute, een vrijheidsgezinde denktank in Washington), maar in Rusland belandde hij door zijn denkbeelden aan het politiek liberale uiteinde van het spectrum. Illarionov geloofde niet in de opwarming van de aarde maar wel in de onbeperkte zelfregulerende werking van vrije markten. Hij stond ook bekend om zijn briljante logische analyses en zijn lichtgeraakte temperament, waardoor hij bij de meeste cruciale gebeurtenissen van de jaren negentig aan de zijlijn was blijven staan. Zijn benoeming was voor iedereen een verrassing, ook voor hemzelf.

 

Illarionov was in de middag van 28 februari 2000 aan het werk in zijn rommelige kantoor bij een piepkleine denktank die hij leidde in Moskou. Illarionovs Instituut voor Economische Analyse, gelegen aan de overkant van het Moskouse Staraja Plosjad (Oude Plein) tegenover de kantoren van de president en minder dan een kilometer van het Kremlin, kon niet verder van het machtscentrum liggen, als je bedenkt dat Illarionov nog altijd de meeste mensen die al jaren het economisch beleid bepaalden bij de voornaam noemde. Illarionov werd af en toe gevraagd de beleidsmakers college te geven – zoals hij bijvoorbeeld had gedaan aan de vooravond van de roebelcrisis in 1998, toen hij had gewaarschuwd voor de dreigende ramp – maar zijn advies leek te worden opgevat als een academische oefening. Al jaren vocht hij tegen de frustratie. Hij genoot het respect van zijn machtige gelijken, maar hij had geen invloed op hen.

Maar op 28 februari, minder dan een maand voor de presidentsverkiezingen, ging om vier uur ’s middags de telefoon en werd hem gevraagd die avond bij Poetin langs te komen. Het gesprek duurde drie uur. Op een gegeven moment kwam een assistent binnen om de aanstaande president te vertellen dat de federale troepen net de stad Sjatoi in Tsjetsjenië hadden ingenomen. ‘Poetin was zo opgetogen,’ herinnerde Illarionov zich later. ‘Hij zat geëmotioneerd te gesticuleren en hij zei: “We hebben ze een lesje geleerd, we hebben ze te grazen genomen.” En aangezien ik toch niets te verliezen had, vertelde ik hun wat ik vond van de oorlog in Tsjetsjenië. Ik zei tegen hem dat ik vond dat de Russische troepen onder zijn bevel een misdrijf begingen. En hij herhaalde maar dat het allemaal bandieten waren en dat hij ze weg zou vagen en dat hij ervoor zou zorgen dat de Russische Federatie bleef bestaan. Wat hij me onder vier ogen zei, was precies hetzelfde als wat hij in het openbaar altijd zei over dat onderwerp: dit was zijn oprechte overtuiging. En mijn oprechte overtuiging was dat het een misdaad was.’ De woordenwisseling duurde twintig à dertig minuten en raakte meer verhit. De ondiplomatieke Illarionov wist precies hoe zulke gesprekken altijd aflopen. Hij zou nooit meer worden uitgenodigd en een andere weg naar mogelijke invloed zou voor hem worden gesloten omdat hij er met zijn hartstochtelijk gekoesterde standpunten niet bij hoorde.

En toen gebeurde er iets opmerkelijks.10 Poetin was een ogenblik stil, herstelde zijn gezichtsuitdrukking, onderdrukte de passie en zei: ‘Genoeg. Jij en ik gaan niet discussiëren over Tsjetsjenië.’ De twee uur erna spraken de twee mannen over de economie – of beter gezegd, Poetin liet zich door Illarionov onderrichten. Bij het afscheid stelde Poetin voor dat ze elkaar de volgende dag opnieuw zouden spreken. Illarionov beging onmiddellijk nog tweemaal een faux pas. Hij weigerde en hij noemde de reden voor zijn weigering: hij had beloofd de verjaardag van de komst van zijn Amerikaanse echtgenote in Rusland te vieren, die maar eens in de vier jaar kon worden gevierd omdat zij toevallig in een schrikkeljaar was gearriveerd. Maar Poetin was niet beledigd door de weigering of de reden ervoor en stelde gewoon een andere datum voor de ontmoeting voor. Illarionov gaf hem nog een keer een lesje economie en twee weken na de verkiezingen, op 12 april 2000, werd hij benoemd als adviseur van de nieuwe president.

Illarionov liet zich in hoge mate inpalmen. Jarenlang had hij gedacht dat de Russische economische hervormingen op een onjuiste en mogelijk zelfs schadelijke manier werden doorgevoerd, maar hij had het beleid niet kunnen beïnvloeden. Nu zou hij vrije toegang hebben tot het staatshoofd, dat oprecht geïnteresseerd leek te zijn in wat hij te zeggen had – en wie zijn manier van communiceren helemaal niet tegen de borst stuitte. Als Illarionov eigenschappen in anderen ontwaarde die hij zelf ontbeerde, was hij net zoals de meeste mensen geneigd die te interpreteren als manifestaties van een of ander bijzonder talent. Toen Illarionov elf jaar na zijn benoeming met mij sprak, hield hij vol dat Poetin ‘een bijzonder mens’ was en noemde hij als voornaamste bewijs diens vermogen zijn emoties in bedwang te houden. Op dat moment waren er al voldoende bewijzen van het tegendeel geweest, zoals verscheidene voorvallen waarbij Poetin publiekelijk zijn zelfbeheersing verloor. Maar Illarionov, die zelf van nature zijn mening niet voor zich kon houden, bleef onder de indruk van Poetins vermogen het gesprek over Tsjetsjenië gewoon ‘stop te zetten’, en kennelijk ook van Poetins emotieloze gedrag. Het kostte Illarionov van nature moeite zich voor te stellen dat hij systematisch werd beetgenomen, wat dan ook de reden is waarom hij tamelijk lang kon worden beetgenomen.

Illarionov en de andere economen in de nabijheid van Poetin gaven alleen al door hun aanwezigheid een sterk signaal af aan de Amerikaanse pers. Maar de Amerikaanse journalisten leek in de allereerste plaats de essentie van Poetins verhaal te ontgaan omdat enkelen van hun belangrijkste bronnen het hele verhaal niet zagen, of opzettelijk negeerden. De grote bedrijven waren blij met Poetin. De economie groeide gestaag sinds het dieptepunt van 1998, toen de roebel zo diep was gekelderd dat binnenlandse productie, die enorm inefficiënt was, eindelijk winstgevend werd. In de eerste jaren van de nieuwe eeuw begon de olieprijs te stijgen, maar nog niet zo sterk dat de binnenlandse industrie irrelevant werd (dat zou later gebeuren). Dit leverde aardige resultaten op voor investeerders die in de Russische markt waren gestapt toen deze zich op een dieptepunt bevond.

 

Een van de sleutelfiguren onder deze investeerders was William Browder, kleinzoon van de voormalige leider van de Amerikaanse Communistische Partij, en zijn Russische vrouw. Browder was een ware ideoloog. Hij was naar Rusland gekomen om het kapitalisme op te bouwen. Hij geloofde er heilig in dat hij door geld te verdienen voor zijn investeerders een schone kapitalistische toekomst creëerde voor een land dat hij op grond van zijn erfenis wel moest liefhebben.

Browders investeringsstrategie was simpel en doeltreffend. Hij zou een klein maar significant aandeel in een groot bedrijf kopen, zoals de gasmonopolist of een oliegigant, een onderzoek uitvoeren dat onvermijdelijk onregelmatigheden aan het licht zou brengen en vervolgens een actie beginnen om het bedrijf te hervormen. Corruptie was alomtegenwoordig en tamelijk gemakkelijk te ontmaskeren. De meeste corporaties waren conglomeraten van bedrijven die in de afgelopen drie à vijf jaar waren geprivatiseerd, waarin de managers elkaar in de wielen reden en zich vaak openlijk vijandig gedroegen tegenover de nieuwe eigenaars. Zogenaamde rode chefs hadden onder de Sovjets gestolen van hun werkgevers en zagen geen reden daarmee op te houden. Sommigen van de nieuwe eigenaars besloten hun nieuwe eigendom te beroven en te plunderen. Browders onthullingen stuitten op allerlei vormen van verzet, maar hij kon in de meeste gevallen toch enige veranderingen teweegbrengen. Als gevolg daarvan steeg de waarde van de aandelen, die in alle gevallen op het allerlaagste niveau waren gekocht, exponentieel.

De nieuwe regering toonde grote belangstelling voor Browders onderzoeken. Zijn mensen werden regelmatig op het Kremlin ontboden, waar hun powerpointpresentaties altijd indruk maakten. Browder was ervan overtuigd dat hij beet had. Telkens als hij een vonnis van de rechter of een besluit van een toezichthouder wist te regelen dat weer een Russisch bedrijf dwong de wet wat beter in acht te nemen, ging er gejuich op in het kantoor van zijn onderneming met de opvallende naam Hermitage Fund. ‘Het esprit de corps op ons kantoor was zoals je dat nog nooit ergens anders hebt gezien,’ vertelde hij me jaren later melancholiek, ‘want het komt zelden voor dat je én geld kunt verdienen én iets goeds kunt doen.’11 Het fonds, dat met 25 miljoen dollar aan investeringen was begonnen, had op zijn hoogtepunt 4,5 miljard dollar geïnvesteerd in de Russische economie, waarmee het de grootste buitenlandse investeerder in het land was. Browder had zo’n vertrouwen in zijn eigen strategie en in het land dat hij zelfs juichte toen de rijkste man van Rusland werd gearresteerd – uitgerekend de rijkste man van Rusland. Het bewees in zijn ogen dat de nieuwe president alles over had voor orde en gezag.

De rijkste man van Rusland was bezig aan een rondreis. Michail Chodorkovski, geboren in 1963, had een belangrijke karaktereigenschap gemeen met zowel Illarionov als Browder, een eigenschap die ze alle drie hemelsbreed deed verschillen van Poetin en ze kwetsbaar tegenover hem maakte: hun gedrag werd voortgestuwd door ideeën. Chodorkovski’s ouders, twee ingenieurs uit Moskou die hun hele loopbaan op een fabriek voor meetinstrumenten werkten, hadden besloten hun enige zoon hun eigen politieke scepsis niet te laten blijken. Dat was een veelvoorkomend dilemma: zeg wat je vindt van de Sovjet-Unie, en je loopt kans dat je kind zich ellendig voelt door die constante noodzaak tegenstrijdigheden te accepteren en dubbelzinnige opmerkingen te maken, óf streef ernaar een tevreden conformist van je kind te maken. Het resultaat van hun inspanningen overtrof echter verre hun verwachtingen. Ze slaagden erin een fervente communist en Sovjetpatriot op te voeden, een lid van een soort die haast leek uitgestorven. Na het behalen van zijn bul als chemisch ingenieur besloot Michail Chodorkovski te gaan werken in het Komsomolcomité. Hij had geen verborgen agenda, maar in de tweede helft van de jaren tachtig zat hij door zijn carrièrekeuze op een gunstige positie om te profiteren van semi-officiële en vaak illegale commerciële mogelijkheden. Al voor zijn dertigste had Chodorkovski al wat uitgeprobeerd in de handel – onder andere door in de Sovjet-Unie pc’s te importeren – en belangrijker nog in het geldwezen, door methodes te bedenken om geld uit het cashloze monster van de Sovjetplaneconomie te persen.12 Hij was economisch adviseur van Jeltsins eerste regering toen Rusland nog deel uitmaakte van de Sovjet-Unie. Tijdens de mislukte coup van augustus 1991 stond hij op de barricaden voor het Russische Witte Huis en hielp hij fysiek mee zijn regering te verdedigen.

Met andere woorden, begin jaren negentig had de voormalige Komsomolfunctionaris een tournure van honderdtachtig graden gemaakt. Samen met zijn vriend en zakenpartner, voormalig software-ingenieur Leonid Nevzlin, schreef hij een kapitalistisch manifest in boekvorm onder de titel Tsjelovek s roebljom (Mens met een roebel). ‘Lenin streefde ernaar zowel de rijken als rijkdom zelf te vernietigen – en hij schiep een regime dat alleen al de kans om rijk te worden verbood,’ schreven ze, waarmee ze de ideologie aan de kaak stelden die Chodorkovski ooit gezworen had te zullen hooghouden. ‘De mensen die meer wilden verdienen, werden gelijkgesteld aan ordinaire misdadigers. Het wordt tijd dat we ophouden te leven volgens de leer van Lenin! Onze leidster is Winst, verworven op een volstrekt legale manier. Onze Heer is Zijne Majesteit Geld, want alleen Hij kan ons rijkdom brengen als de norm in ons bestaan. Het wordt tijd Utopia te verlaten en je aan de Zakenwereld over te geven, waardoor je rijk zult worden!’13 Tegen de tijd dat het boek werd uitgegeven in 1992, had Chodorkovski zijn eigen bank en kocht hij net als andere nieuwe ondernemers privatiseringsvouchers op, want hij wilde verscheidene voormalige staatsbedrijven in handen krijgen.

De Russische regering vroeg de rijkste mensen van het land in 1995-1996 om een lening, zodat zij een meerderheidsbelang in de grootste Russische bedrijven kon kopen. Op grond van de afspraak zouden ze die belangen mogen houden als de regering, zoals te verwachten viel, in gebreke zou blijven. Zo kreeg Chodorkovski Yukos in handen, een nieuw olieconglomeraat met enkele van de grootste reserves ter wereld.

Zijn volgende bekeringsmoment deed zich voor in 1998. Door de financiële crisis van dat jaar ging Chodorkovski’s bank failliet. Het oliebedrijf zat ernstig in het nauw. De olieprijs op de wereldmarkt was acht dollar per vat, maar door de ouderwetse installaties van Yukos kostte de productie van een vat twaalf dollar. Het bedrijf had geen kasgeld om zijn honderdduizenden werknemers te betalen. ‘Ik bezocht onze booreilanden,’ schreef Chodorkovski meer dan tien jaar later, ‘en de mensen joelden me niet eens uit. Ze gingen niet in staking, ze waren begripvol. Maar ze vielen flauw van de honger. Vooral de jonge mensen met kleine kinderen die niet hun eigen moestuintje hadden. En de ziekenhuizen – voordien kochten we medicatie, we stuurden mensen ergens anders heen voor een behandeling als dat nodig was, maar nu hadden we daar geen geld voor. Maar het ergste waren die begripvolle gezichten. De mensen zeiden gewoon: “We verwachtten nooit iets goeds. We zijn gewoon dankbaar dat je met ons komt praten. We hebben geduld.”’14

Op zijn zevenendertigste ontdekte een van de rijkste mannen van Rusland het fenomeen sociale verantwoordelijkheid. Sterker nog, hij dacht waarschijnlijk dat hij het uitgevonden had. Kapitalisme op zichzelf, zo bleek, kon mensen niet alleen rijk en gelukkig maken, maar ze konden er ook arm door worden, honger door lijden, er ellendig en machteloos door worden. Chodorkovski besloot te gaan werken aan een burgermaatschappij in Rusland. ‘Tot dat moment,’ schreef hij, ‘beschouwde ik ondernemen als een spel. Het was een spel dat je wilde winnen, maar verliezen was ook mogelijk. Het was een spel waarin honderdduizenden mensen ’s ochtends naar hun werk gingen om met mij te spelen, en ’s avonds gingen ze weer terug naar hun eigen leven, waar ik niets mee te maken had.’15 Het was een enorm ambitieus doel – maar voor het handjevol mannen dat het gevoel had dat ze vanuit het niets een markteconomie hadden gebouwd, niet idioot ambitieus.

Chodorkovski richtte een stichting op die hij Otkrytaja Rossija (Open Rusland) noemde. Hij financierde internetcafés in de provincie, zodat mensen dingen konden leren en met elkaar praten. Hij financierde in het hele land opleidingen voor journalisten en hij subsidieerde de meest getalenteerde tv-journalisten om een maand te komen studeren in Moskou. Hij stichtte een internaat voor achtergestelde kinderen. Tientallen overlevenden van de tragedie in Beslan kwamen daar terecht. Weldra stapte hij in activiteiten waar westerse stichtingen en overheden zich uit terugtrokken. Rusland gold nu per slot van rekening als een stabiele democratie. Sommige mensen beweerden dat hij meer dan de helft van alle ngo’s in Rusland financierde. Volgens anderen financierde hij tachtig procent ervan. In 2003 beloofde Yukos honderd miljoen dollar in tien jaar te schenken aan de Russische Staatsuniversiteit voor Humaniora, de beste opleiding voor alfawetenschappen van het land. Dat was de eerste keer dat een particulier bedrijf in Rusland een aanzienlijk som geld bijdroeg aan een onderwijsinstelling.

Chodorkovski raakte ook in de ban van het plan om van zijn onderneming een fatsoenlijk beheerd en transparant geleid bedrijf te maken. Hij nam McKinsey & Company in de arm, de wereldwijde consultancygigant, om de managementstructuur te hervormen, en PricewaterhouseCoopers, nog zo’n mondiale gigant, om de financiële administratie opnieuw op te zetten. ‘Voordat Pricewaterhouse kwam, wisten de accountants van Yukos alleen maar hoe ze zich kwaad moesten maken en telkens kleine beetjes moesten pikken,’ vertelde Chodorkovski’s voormalige fiscaal jurist me. ‘Ze moesten alles leren.’16 Zijn partners mopperden – Chodorkovski’s inzet leek misplaatst – maar hij was vastbesloten van Yukos de eerste Russische multinational te maken. Daarvoor ging hij in zee met een pr-bedrijf uit Washington, D.C. ‘We organiseerden vijf interviews in New York, en we gingen een hele dag van het ene interview naar het andere,’ herinnerde zich de consultant die met hem werkte. ‘Er zijn niet veel CEO’s die daar zoveel tijd aan zouden besteden. We kregen een hoofdartikel in Fortune. Hij was de belichaming van wat de mensen hoopten dat in Rusland zou gebeuren.’17 De kapitalisatie van Yukos groeide exponentieel, wat slechts ten dele te danken was aan de stijgende olieprijs, ten dele aan de gemoderniseerde boor- en raffineertechnieken, waardoor de productiekosten drastisch daalden, en ten dele aan de nieuwe transparantie. Chodorkovski was de rijkste man van Rusland en duidelijk op weg de rijkste man van de wereld te worden.

Op 2 juli 2003 werd Platon Lebedev, de voorzitter van de raad van bestuur van Yukos’ moederbedrijf, de Group Menatep, gearresteerd. Een paar weken later zat het hoofd van de beveiliging van Yukos, een oud-KGB’er, achter de tralies. Chodorkovski kreeg van ingewijden en mensen die domweg de logische volgorde van gebeurtenissen in de gaten hielden, te horen dat ook hij binnenkort zou worden gearresteerd. Iemand schreef zelfs op wat Chodorkovski moest doen om een arrestatie te voorkomen. Chodorkovski kreeg dat document, waar een van zijn pr-mensen om gevraagd had, nooit onder ogen omdat een van zijn andere publiciteitsmensen het woedend verscheurde. Het was hoe dan ook duidelijk wat Chodorkovski moest doen: het land verlaten. Dat is precies wat zijn partner en medeauteur van Mens met een roebel, Leonid Nevzlin, deed. Die emigreerde naar Israël. Chodorkovski ging voor korte tijd naar de Verenigde Staten, maar hij keerde terug – en begon aan een rondreis door het land.

Er was een lezing die Chodorkovski op dat moment al ruim een jaar hield. Ik was er één keer bij, toen hij een groep jonge schrijvers toesprak die op zijn verzoek bij elkaar waren gekomen.18 De essentie van die toespraak was dat Rusland zich moest aansluiten bij de moderne wereld, en dat het moest ophouden zijn ondernemingen in het beste geval als middeleeuwse leengoederen en in het slechtste als gevangenissen te beheren. De economie van het land moest worden hervormd tot een economie die gebaseerd was op de export van kennis en expertise in plaats van olie en gas. Dat het land waarde moest hechten aan zijn slimme, goed opgeleide mensen – zoals wij schrijvers – en hen goed moest betalen. Chodorkovski was geen groot spreker. Hij sprak vaak stroef en had een zachte en detonerend hoge stem voor iemand die zo groot, knap en rijk was. Maar hij had de kracht van de overtuiging en het gewicht van zijn reputatie aan zijn zijde. De mensen wilden doorgaans wel weten wat hij te zeggen had.

Dus in plaats van het land te verlaten of te buigen voor Poetin – want dat was precies het advies dat op het verscheurde papier had gestaan – besloot Chodorkovski zijn eigen collegetour te creëren. Hij nam Marina Litvinovitsj in de arm, Poetins voormalige spindoctor, om hem te leren in het openbaar te spreken. Zij zei tegen hem dat hij de neiging had te blijven hameren op een idee terwijl hij zijn publiek al had overtuigd, waardoor de vaart eruit ging. Chodorkovski, enkele assistenten en acht lijfwachten begonnen aan een maanden durend zwervend bestaan, waarbij ze zich verplaatsten met een gecharterd straalvliegtuig. Hij trok door het land en hield lezingen voor studenten, werknemers, bij één gelegenheid zelfs voor militaire rekruten (al schijnt dat een vergissing van de organisatoren te zijn geweest). Litvinovitsj zat met een vel papier waarop het woord ‘tempo’ stond op de eerste rij. Telkens als de rijkste man van Rusland ergens te lang bij bleef hangen, hield ze het papier voor hem omhoog.

In het weekend van 18 oktober 2003 zat het team van Chodorkovski in Saratov, een stad aan de Wolga. Het sneeuwde en de sneeuw bleef liggen, wat ongebruikelijk was voor de tijd van het jaar. Om een of andere reden die niemand helemaal begreep of die althans door niemand werd uitgesproken, ging de hele groep naar buiten en dwaalde door de witte weidse ruimte. Vervolgens gingen ze het hotel weer in. Chodorkovski wenste iedereen abrupt welterusten en verdween. De rest van de groep werd snel en somber dronken. De volgende ochtend zei Chodorkovski tegen Litvinovitsj dat ze terug moest naar Moskou. Ze had haar driejarige zoontje al in geen weken gezien en hij kon het best zonder haar af naar de volgende bestemming.19

De telefoontjes volgden op 25 oktober in de donkere uren voor dageraad. Chodorkovski was om acht uur ’s ochtends op de luchthaven van Novosibirsk gearresteerd. Daarom stuurde hij me naar huis, dacht Litvinovitsj bij zichzelf. Anton Drel, Chodorkovski’s persoonlijke advocaat, ontving via een derde een cryptische boodschap: ‘Meneer Chodorkovski heeft verzocht u te laten weten dat hij is gearresteerd. Hij zei dat u wel zou weten wat u moet doen.’ Typisch Chodorkovski, dacht Drel, die geen flauw idee had wat hij moest doen. Aan het eind van de ochtend kreeg hij nog een telefoontje: ‘Met Michail Chodorkovski. Schikt het u om nu naar het kantoor van de openbare aanklager te komen?’ vroeg hij in hem typerende formele bewoordingen. Hij was al naar Moskou gebracht. Een paar uur later kreeg Chodorkovski zes aanklachten te horen. Hij werd onder andere beschuldigd van fraude en belastingontduiking.

 

Anderhalf jaar later zou Chodorkovski niet aan zes maar aan zeven misdrijven schuldig bevonden worden en tot negen jaar strafkolonie veroordeeld worden. Ruim voordat die straf erop zat, werd hij beschuldigd van nieuwe misdrijven en opnieuw veroordeeld, dit keer tot veertien jaar achter de tralies. Lebedev, de voormalige voorzitter van zijn raad van bestuur, stond beide keren naast Chodorkovski voor de rechter. Andere met Yukos verbonden personen, zoals het voormalige hoofd beveiliging, advocaten en allerlei managers van niet alleen Yukos maar ook van verscheidene dochterondernemingen, werden met andere aanklachten geconfronteerd en vergelijkbaar streng gestraft. Tientallen anderen vluchtten het land uit. Uiteindelijk zou zelfs Amnesty International, dat aanvankelijk openlijk terughoudend was om het op te nemen voor een miljardair, Chodorkovski en Lebedev als gewetensgevangenen bestempelen. Niemand – naar het schijnt zelfs zijn gevangenbewaarders niet – twijfelde er op een gegeven moment nog aan dat hij op oneerlijke gronden in de gevangenis was gezet, maar zelfs acht jaar na zijn arrestatie wist niemand precies wat Chodorkovski had gedaan dat hem zijn vrijheid en zijn fortuin kostte.

Chodorkovski zelf en veel van zijn ondergeschikten denken dat hij werd gestraft omdat hij zijn mond had opengedaan over corruptie. In februari 2003 had Poetin de rijkste zakenmensen van Rusland bijeengeroepen voor een zeldzame discussie waar de media bij waren. Chodorkovski kwam met een powerpointpresentatie bestaande uit acht eenvoudige dia’s met feiten waarvan alle aanwezigen ongetwijfeld op de hoogte waren en even zeker deden alsof dat niet zo was. De zesde dia was getiteld ‘Corruptie kost de Russische economie ruim dertig miljard dollar per jaar’ en haalde vier verschillende onderzoeken aan die op min of meer hetzelfde cijfer waren uitgekomen. De achtste dia heette ‘De vorming van een nieuwe generatie’ en bevatte een tabel waarin drie instellingen voor hoger onderwijs werden vergeleken: een voor managers in de olie-industrie, een voor belastinginspecteurs en een voor ambtenaren. De concurrentie om tot de laatste opleiding te worden toegelaten, bestond uit bijna elf personen per plaats. Mensen die belastinginspecteur wilden worden, moesten vier concurrenten verslaan, terwijl toekomstige managers in de olie-industrie met minder dan twee mensen de strijd hoefden aan te gaan – ook al was het officiële startsalaris in de olie-industrie twee à drie keer zo hoog als dat bij de staat.20 Dit waren, aldus Chodorkovski, nog maar de officiële cijfers. Studenten rekenden bij het kiezen van een studierichting op inkomen uit smeergeld.

Chodorkovski noemde in zijn toespraak ook de recente fusie tussen Rosneft, de oliegigant in handen van de staat, en een kleiner, particulier oliebedrijf. ‘Iedereen is van mening dat deze deal een, laten we zeggen, tweede laag had,’ zei Chodorkovski, zinspelend op het schandelijk hoge bedrag dat Rosneft had betaald. ‘De president-directeur van Rosneft is hier aanwezig – misschien wil hij daar iets over zeggen.’21 De president-directeur van Rosneft had er geen behoefte aan commentaar te geven, wat sterk deed denken aan een gênante en publiekelijke schuldbekentenis.

Wie wel op Chodorkovski reageerde, was niemand anders dan Poetin. Hij had dezelfde zelfgenoegzame grijns op zijn gezicht als toen hij op een persconferentie enkele maanden ervoor had geopperd dat de Franse journalist moest worden gecastreerd – de gezichtsuitdrukking die verraadde dat het hem moeite kostte zijn woede te beheersen.22 ‘Sommige bedrijven, waaronder Yukos, beschikken over uitzonderlijke reserves. De vraag is: hoe komt het bedrijf daaraan?’ vroeg hij, terwijl hij zo ging verzitten dat zijn rechterschouder omhoogging en hij groter leek en schurkachtig glimlachte, zodat duidelijk was dat het geen vraag maar een dreigement was. ‘En uw bedrijf heeft ook zijn belastingperikelen gehad. Ere wie ere toekomt, de leiding van Yukos heeft een manier gevonden om alles bij te leggen en haar problemen met de staat op te lossen. Maar misschien is dat de reden voor die concurrentie om op de belastingacademie te worden toegelaten?’ Poetin beschuldigde Chodorkovski er met andere woorden van belastinginspecteurs te hebben omgekocht en dreigde met een nationalisatie van zijn bedrijf.

Er waren ook mensen die dachten dat de politiek de reden voor Chodorkovski’s problemen was. Hij bemoeide zich er te veel mee. Hij gaf politieke partijen donaties, ook de communisten. Chodorkovski vroeg gelijk na Lebedevs arrestatie in juli aan premier Kasjanov, met wie hij een afstandelijke maar hartelijke relatie had, uit te zoeken wat er was gebeurd. ‘Er waren drie of vier pogingen voor nodig,’ vertelde Kasjanov mij.23 ‘Poetin zei steeds dat de openbare aanklager wist wat hij deed. Maar uiteindelijk vertelde hij me dat Yukos politieke partijen had gefinancierd, niet alleen de [kleine liberale partijen], die hij van Poetin mocht financieren, maar ook de communisten, waarvan hij het niet goed vond dat hij ze financierde.’ Acht jaar later hield Nevzlin – de Yukos-partner die het land verliet – vol dat de donaties van het bedrijf aan de Communistische Partij ‘uiteraard’ waren goedgekeurd door het Kremlin.24 Sommige mensen uit Chodorkovski’s omgeving noemden de kwestie van de partijfinanciering ‘een vorm van dubbel dubbelspel’, omdat ze geloofden dat Chodorkovski er door iemand was ingeluisd die voldoende dicht bij Poetin stond om tegen Chodorkovski – ten onrechte – te kunnen zeggen dat zijn gift aan de Communistische Partij was goedgekeurd. Al deze discussies vonden plaats in de aanloop naar de parlementsverkiezingen van december 2003 – na afloop waarvan The New York Times schreef dat Rusland ‘stapje voor stapje op weg naar democratie’ was.

Een derde groep waarnemers had de eenvoudigste verklaring voor Chodorkovski’s lot. ‘Hij belandde niet in de gevangenis vanwege belastingontduiking of oliediefstal, in godsnaam,’ zei Illarionov zevenenhalf jaar na de arrestatie tegen mij. ‘Hij belandde in de gevangenis omdat hij een onafhankelijk mens was – en nog steeds is. Omdat hij weigerde te buigen. Omdat hij een vrij man bleef. Deze staat straft mensen die onafhankelijk zijn.’25

Maar toen het nieuws over zijn arrestatie in oktober 2003 bekend werd, was de sinistere absurditeit ervan lang niet iedereen duidelijk. William Browder juichte de arrestatie bijvoorbeeld toe. In een opiniestuk in de Engelstalige krant The Moscow Times, die werd gelezen door investeerders, schreef hij: ‘We moeten [Poetin] alle steun geven bij zijn poging de oligarchen de macht over het land weer uit handen te nemen.’26

 

Op 13 november 2005 keerde Browder uit Londen terug naar Moskou. Hij woonde al negen jaar in Rusland en hij voelde zich als geen ander thuis in de stad, al sprak hij geen Russisch. Dankzij zijn geld genoot hij van een welvaartsniveau dat voor de superrijken in olieproducerende landen gewoon is. Hij reisde over een comfortabele afzonderlijke rijstrook na zijn landing in Moskou, waar hij vliegensvlug langs de formaliteiten op de luchthaven werd geleid en werd afgehaald door zijn chauffeur, een oud-politieagent die zijn politiepenning had behouden, zodat hij koning op de wetteloze wegen van Moskou was. Maar dit keer zat Browder plotseling vast in de vipruimte van de luchthaven. Zijn paspoort was kennelijk ingenomen bij de grens. Een paar uur later zat hij in de detentieruimte van de luchthaven, een kale kamer met koude plastic stoelen en verscheidene andere arrestanten, stuk voor stuk gevangenen van hun eigen onzeker lot. Browder werd vijftien uur na aankomst terug op het vliegtuig naar Londen gezet. Zijn Russische visum was ingetrokken.

Dit moest een enorm misverstand zijn. Browder belde de ministers en de medewerkers in het Kremlin die zo enthousiast waren geweest over zijn powerpointpresentatie. Ze waren vaag, ontwijkend, hielden een slag om de arm. Na een paar telefoontjes werd hem duidelijk dat het probleem met zijn visum niet spoedig zou worden opgelost. Hoezeer hij ook vertrouwde op de beste bedoelingen van Poetin, Browder wist in elk geval zeker dat hij geen zaken onbeheerd moest achterlaten in Rusland. Hij begon zijn activiteiten naar Londen te verplaatsen. De analisten verhuisden. Het fonds ontdeed zich van aandelen in Russische bedrijven ter waarde van 4,5 miljard dollar zonder dat iemand het in de gaten leek te hebben. Aan het eind van de zomer van 2006 waren de Russische bedrijven in het Hermitage Fund lege hulzen met een kantoortje in Moskou waar alleen de secretaresse van het bedrijf af en toe nog langskwam.

Zij was ter plekke, samen met een staflid uit Londen dat een kijkje kwam nemen, toen vijfentwintig agenten van de fiscale politie het kantoor binnenvielen en overhoop haalden. Korte tijd later verscheen hetzelfde aantal agenten onder leiding van dezelfde kolonel die de eerste inval had uitgevoerd ten burele van het advocatenkantoor van het Hermitage Fund, schijnbaar op zoek naar stempels, zegels en certificaten van drie holdingbedrijven via welke het fonds zijn investeringen had geregeld. Toen een advocaat tegenwierp dat ze geen behoorlijk huiszoekingsbevel hadden, werd hij meegenomen naar een vergaderzaal en in elkaar geslagen.

Vier maanden later werd Browder op de hoogte gesteld van een aan zijn bedrijven opgelegde boete van miljoenen dollars, een vonnis dat was uitgesproken door een rechtbank in Sint-Petersburg. Gewaarschuwd door de intrekking van zijn visum en geschrokken door de invallen van de fiscale politie was hij nu gewoon doodsbang door een reeks gebeurtenissen waarvoor geen redelijke verklaring denkbaar was. Wat moest de fiscale politie met registratieformulieren, zegels en stempels van spookbedrijven? Hoe kon er vonnis zijn gewezen tegen deze bedrijven als hun vertegenwoordigers niet eens op de hoogte waren van een proces of behandeling van een zaak? Browder vroeg aan zijn advocaten in Moskou om een onderzoek in te stellen.

Het was geen advocaat maar een jonge accountant die uiteindelijk na ruim een jaar onderzoek een absurde, haast ongelooflijke maar toch logische keten van gebeurtenissen reconstrueerde. Sergej Magnitski ontdekte dat de drie spookbedrijven opnieuw waren geregistreerd onder de naam van andere mensen, allemaal veroordeelde misdadigers. Vervolgens waren de bedrijven gedagvaard door andere bedrijven, die met contracten op de proppen kwamen die zogenaamd aantoonden dat de gestolen bedrijven geld aan ze schuldig waren. Drie verschillende rechtbanken in drie Russische steden stelden een versnelde behandeling in en deelden boetes uit aan de voormalige bedrijven van Browder van in totaal een miljard dollar, toevallig precies de hoeveelheid winst die de drie bedrijven over het voorgaande boekjaar hadden opgegeven. Vervolgens dienden de nieuwe eigenaars van de bedrijven een verzoek in bij de fiscus om terugbetaling van alle belastingen die ze hadden betaald. Daar leken ze voor in aanmerking te komen, want de bedrijven hadden op papier geen winst meer. De terugbetaling, in totaal 230 miljoen dollar, werd in december 2007 op één dag uitgevoerd. Het geld werd overgemaakt aan de nieuwe eigenaars van de bedrijven en verdween uit de Russische bankcirculatie.

Het leek erop dat Magnitski een verduisteringscomplot had blootgelegd waarbij niet alleen de fiscus maar ook de rechtbank in ten minste drie steden betrokken was. Als die rechters er niet bij betrokken waren, hadden ze die boetes vast niet zo gemakkelijk en zo vlot goedgekeurd. Evenmin zou de fiscus de terugbetaling zo snel hebben uitgevoerd – of überhaupt hebben uitgevoerd, aangezien Browders advocaten al zes verschillende klachten hadden ingediend waarin de diefstal van zijn bedrijven werd aangevoerd – als het hele complot niet aan of vlak onder de top van die instelling was georkestreerd.

Browder, een ideoloog in hart en nieren, zag een gaatje. Hij geloofde inmiddels dat hijzelf door de hoogste echelons was verbannen uit Rusland. Hoewel hij de precieze reden ervoor nog steeds niet kende, kon hij zich voorstellen dat iemand die hij op de tenen had getrapt, een intrige op touw had gezet om de president of iemand uit zijn nabije omgeving ervan te overtuigen dat Browder persona non grata was. Maar nu kreeg Browder een nieuwe kans om Rusland te redden. ‘De president van het land kan onmogelijk toestaan dat 230 miljoen dollar uit de schatkist wordt gestolen,’ redeneerde hij. ‘Ik bedoel, het is zo’n cynisch belastingmisdrijf. Iedereen zou zeggen dat het gewoon te onwaarschijnlijk is dat je actie zou ondernemen. We zouden dan aanstormende commando’s en helikopters verwachten om alle slechteriken in te rekenen.’

Magnitski diende vijftien verschillende klachten in om de verduistering aan de kaak te stellen en een onderzoek aan te zwengelen. Er kwamen echter geen commandoteams uit de lucht naar beneden, maar de advocaten die Browder in de arm had genomen, werden overstelpt door strafrechtelijke onderzoeken. Zeven juristen van vier verschillende advocatenfirma’s kregen bericht dat er onderzoek naar hen werd ingesteld omdat ze van diverse criminele zaken werden verdacht. Toen wist Browder genoeg en bood hij al zijn advocaten onderdak aan in Groot-Brittannië. ‘Ik ben opgeleid als financieel analist,’ vertelde hij me enkele jaren later, deels om te verklaren hoe moeilijk het proces voor hem was geweest, deels om te rechtvaardigen waarom het zo lang had geduurd voordat de ernst van de situatie tot hem was doorgedrongen. ‘Ik was geen militair. Ik had niet geleerd dat mensen hun leven op het spel moesten zetten. En ik heb al onze advocaten benaderd en gezegd: “Het spijt me oprecht dat dit is gebeurd. Het was niet mijn bedoeling dat je fysiek gevaar zou lopen en het is niet mijn bedoeling dat je lichamelijk letsel oploopt en ik wil dat je op mijn kosten Rusland verlaat en op mijn kosten naar Londen komt en op mijn kosten in Londen blijft.” Dat was met geen van die jongens een gemakkelijk gesprek. Ze waren allemaal in de veertig, op het hoogtepunt van hun loopbaan, sommigen van hen spraken geen woord Engels. En ik vroeg hun om hun leven op te geven, hun beroep, hun gemeenschap, om van het ene op het andere moment in ballingschap te gaan omwille van hun eigen veiligheid.’

Zes van de zeven advocaten namen Browders aanbod aan en verhuisden naar Londen. De enige die weigerde, was Sergej Magnitski, de accountant die met zijn zesendertig jaar de jongste van de groep was – wat voor Browder de verklaring voor zijn weigering was: ‘Sergej kwam uit een generatie die dacht dat Rusland aan het veranderen was. Er was een nieuw Rusland, misschien een onvolmaakt Rusland, maar wel een Rusland dat op de goede weg was. De basale fundamentele beginselen van het recht en gerechtigheid waren er – dat was zijn uitgangspunt. Hij zei: ‘Dit is 1937 niet. Ik heb niets verkeerd gedaan en ik ken de wet. Ze hebben geen rechtsmiddel om mij te arresteren.’

Op 24 november 2008 werd Sergej Magnitski gearresteerd in verband met de verduisteringszaak die hij had geprobeerd aan het licht te brengen. Net als zijn cliënt drie jaar eerder was hij er aanvankelijk van overtuigd dat het een misverstand was dat met behulp van zijn advocaten snel zou worden opgehelderd. Op de eerste dag van zijn rechtszaak zei hij dat hij moest worden vrijgelaten, onder meer omdat zijn zoontje griep had. Hij was er vast van overtuigd dat zijn beproeving binnen enkele dagen voorbij zou zijn.27 Hij werd echter niet vrijgelaten, en de omstandigheden waaronder hij werd vastgehouden verslechterden ook nog eens met de dag, terwijl hij van de ene naar de andere gevangenis in Moskou werd gebracht. Hij mocht zijn vrouw en zijn moeder niet zien. Hij werd ziek en de vereiste medische zorg werd hem consequent onthouden. Op 16 november 2009 overleed Sergej Magnitski op zevenendertigjarige leeftijd in de gevangenis.

De gevangenis gaf zijn aantekenboekjes vrij aan de familie, waarin Magnitski nauwgezet elke klacht, elk beroep en elk verzoek dat hij had ingediend, had bijgehouden. Toen hij besefte dat zijn arrestatie niet berustte op een misverstand, had hij een felle eenzijdige strijd gevoerd en in 358 dagen in de gevangenis 450 documenten geschreven. Hij schiep een encyclopedie van het misbruik waaronder hij had geleden. Hij beschreef de overvolle cellen waarin hij zittend op zijn brits had moeten eten en schrijven. In een van de cellen ontbrak de ruit en schommelde de binnentemperatuur rond het vriespunt. In een andere stroomde het toilet – of eigenlijk het gat in de grond dat dienstdeed als toilet – over, waardoor de ruimte vol rioolwater kwam te staan. Hij beschreef hoe hem stelselmatig een warme maaltijd en vaak dagen aaneen alle voedsel werd ontzegd. Het meest monsterlijke van alles was dat hij geen medische verzorging kreeg, zelfs niet toen hij zo’n hevige buikpijn had dat hij er niet van kon slapen, ook al schreef hij brieven waarin hij de symptomen vastlegde en zijn rechten opsomde met betrekking tot gezondheidszorg. Hij stierf aan buikvliesontsteking.

Browder en het personeel van zijn investeringsfonds waren uiteindelijk voorbestemd soldaten te worden. Ze startten een zeer zichtbare, luide en doeltreffende campagne die zij ‘Gerechtigheid voor Magnitski’ noemden. Ze verzamelden heel veel bewijsmateriaal tegen de mensen die in verband stonden met de gevangenschap en marteling van hun collega en tegen de mensen die betrokken waren bij het verduisteringscomplot dat hij had ontdekt. Binnen enkele maanden waren in het Amerikaanse Congres, het Europees Parlement en parlementen van Europese lidstaten wetsvoorstellen ingediend waardoor die functionarissen een visum zou worden ontzegd en buitenlandse tegoeden van die functionarissen zouden worden bevroren.

 

Het standaardverhaal over Rusland in de Amerikaanse media was inmiddels eindelijk veranderd. Daarvoor hadden ze wel bijna heel Poetins tweede presidentstermijn nodig gehad. ‘Opkomende democratie’ maakte langzaam maar zeker plaats voor ‘autoritaire neigingen’, die geleidelijk overgingen in een beeld van wat feitelijk een misdadige tirannie was geworden. In 2003, toen Chodorkovski met Poetin probeerde te praten over corruptie, achtte de mondiale organisatie Transparency International Rusland corrupter dan vierenzestig procent van de landen ter wereld. Volgens de jaarlijkse ranglijst was het iets corrupter dan Mozambique en een heel klein beetje minder corrupt dan Algerije. In het rapport van 2010 achtte deze organisatie Rusland corrupter dan zesentachtig procent van de wereld. Nu prijkte het tussen Papoea-Nieuw-Guinea en Tadzjikistan.28

Eindelijk verloor Rusland in de ogen van het internationale bedrijfsleven en de internationale media zijn reputatie van betrouwbaarheid. Browder bekritiseerde het Russische regime niet alleen in de parlementen van de wereld, maar ook op forums zoals de jaarlijkse bijeenkomst van grote ondernemingen in Davos. Andrej Illarionov was teruggetreden. ‘Iedereen trekt ergens een grens,’ legde hij me uit. ‘Bij mij was dat Beslan. Toen drong het tot me door dat het een werkwijze was. Er was een serieuze kans levens te redden en hij [Poetin] koos ervoor onschuldige mensen te laten doden, de gijzelaars te laten doden. Ik bedoel, ik was aan het werk en ik keek en luisterde, en ik kon het allemaal duidelijk dichterbij zien komen. Ik begreep dat er levens konden worden gered als ze minstens nog een paar uur niets deden, allemaal of de meesten van hen. Er zou geen aanval komen en de kinderen en hun ouders en hun onderwijzers zouden gered worden. En als dat zo was, dan kon er maar één verklaring zijn voor de bestorming van het schoolgebouw toen ze dat deden. Dat werd me die dag, 3 september 2004, allemaal duidelijk.’

Illarionov legde zijn functie als sherpa – Poetins persoonlijke vertegenwoordiger – bij de Groep van Acht neer. Volledig lidmaatschap van de G8 was een van de belangrijkste wapenfeiten van Illarionov. ‘Adviseur zijn is één ding,’ legde hij uit. ‘Adviseur zijn is adviseur zijn. Het is weliswaar een belangrijke functie, maar het is niet hetzelfde als iemand persoonlijk vertegenwoordigen. En ik zei mijn werkgever dat ik gegeven de omstandigheden niet meer als zijn persoonlijke vertegenwoordiger kon functioneren.’29

Een halfjaar later legde Illarionov ook zijn functie als adviseur van de president neer. ‘Het was ronduit belachelijk geworden. Niemand sloeg acht op mijn adviezen over de economie of iets anders. De trein van de Russische staat ging op volle kracht vooruit over een totaal ander spoor.’30 Hij begon aan een reeks vernietigende artikelen waarin hij dit ‘andere spoor’ omschreef. Rusland, schreef hij, was het tegengestelde geworden van een vrije economie: een onvrije, oorlogvoerende staat die werd bestuurd door een groepje bedrijven. Illarionov werd net als Browder een onvermoeibare en luidruchtige ronddolende criticus van het Poetin-bewind.

Michail Kasjanov, de premier, was ook vertrokken. Bij hem was de maat vol toen Chodorkovski werd gearresteerd. ‘Er waren al eerder aanwijzingen,’ vertelde hij me. ‘Je had de overname van de televisie en de aanpak van de gijzelingscrisis in het theater – dat waren allemaal aanwijzingen – maar ik dacht niet dat daar een plan aan ten grondslag lag. Ik dacht dat het vergissingen waren die konden worden hersteld. En zo bleef ik denken, tot het moment dat Lebedev en Chodorkovski werden gearresteerd. Toen besefte ik dat dit geen toevallige vergissingen waren – dit was beleid, zo was zijn algemene kijk op het leven.’

Kasjanov had zich consciëntieus gehouden aan Poetins verzoek ‘met zijn fikken van zijn zaken’ af te blijven – dat wil zeggen van de politiek –, zo consciëntieus zelfs dat hij moedwillig de ogen had gesloten voor de Russische politiek. Kasjanov was dus geschokt toen Poetin hem in de zomer van 2003 vertelde dat de vervolging van Lebedev en Chodorkovski hun straf was omdat ze schenkingen hadden gedaan aan de Communistische Partij. ‘Ik kon niet geloven dat er voor iets legaals speciale toestemming van het Kremlin nodig was.’ Het conflict tussen Poetin en zijn premier kwam al snel in de publiciteit. Kasjanov uitte openlijk kritiek op de arrestaties en noemde deze een ongewettigde en extreme maatregel. Het was duidelijk dat Poetin deze uitgesproken premier geen tweede termijn zou gunnen, maar het geduld van de president was kennelijk al eerder op. In februari 2004, een maand voor de verkiezingen, ontsloeg hij zijn kabinet.

Poetin was van plan Kasjanov na diens ontslag in een minder publieke functie aan te houden. Hij bood hem drie keer een baan aan, telkens met meer klem. Er was de mogelijkheid voorzitter van de nationale veiligheidsraad te worden of directeur van een nieuwe, aan de staat gelieerde bankonderneming, een aanbod dat Poetin twee keer deed. Toen Kasjanov het afsloeg, veranderde de toon van zijn oude werkgever van verleidelijk in dreigend. ‘Ik stond al bij de deur, toen hij zei: “Michail Michailovitsj, als je ooit problemen krijgt met de fiscale politie, kun je om hulp vragen, maar zorg er dan wel voor dat je persoonlijk bij mij komt.”’ Kasjanov vatte Poetins afscheidswoorden op als een dreigement én als een aanbod om de deur op een kier te houden. Prompt begonnen de problemen met de fiscus. De boekhouding van Kasjanovs adviesbureau, dat hij gelijk nadat hij zijn baan was kwijtgeraakt had opgezet, werd gecontroleerd. Kasjanov besloot niet om hulp te vragen, waardoor de controle niet alleen twee jaar voortsleepte (de twee partijen kwamen uiteindelijk tot een schikking over een extreem kleine overtreding, het ten onrechte opnemen van een doos papier in de boekhouding), maar Kasjanov ook persona non grata in de Russische politiek werd. In de jaren na zijn ontslag probeerde hij zich verkiesbaar te stellen en een politieke partij op te richten – het lukte hem naar verluidt zelfs het absurd hoge vereiste aantal handtekeningen te bemachtigen – maar zijn formulieren werden steeds afgewezen door de registratieautoriteiten. Sneller dan welke politicus ook verdween Kasjanov, die geen toegang had tot de televisie of grote kranten, uit het middelpunt der belangstelling naar de coulissen.

 

De behandeling van de zaak-Chodorkovski in de Basmanni-rechtbank in Moskou begon halverwege 2004 en sleepte zich tien maanden voort, ofschoon bijna alle verzoeken van de verdediging werden afgewezen, waardoor het aantal getuigen en kruisverhoren ingrijpend afnam. Vlak voordat het vonnis werd gewezen, verklaarde Igor Sjoevalov, een advocaat en nieuwe vooraanstaande assistent van Poetin: ‘De zaak-Yukos was een showproces, bedoeld om een voorbeeld te stellen voor andere bedrijven die allerlei listen gebruiken om zo min mogelijk belasting te betalen. Als het Yukos niet was geweest, dan was het een ander bedrijf geweest.’ Zelfs de vertegenwoordigers van de pers in Moskou, die inmiddels wel wat gewend waren als ze berichtten over een van de meest cynische politici op de planeet, waren geschokt door het openlijke taalgebruik uit de Stalintijd dat min of meer hetzelfde betekende als wat Stalin had bedoeld: dat de rechtbanken bestaan om te doen wat het staatshoofd wenst en straffen moeten uitdelen zoals hem goeddunkt aan de mensen die volgens hem straf verdienen.

Slechts twee van de zeven aanklachten tegen Chodorkovski hadden echt te maken met vermeende belastingontduiking, en wat er in die rechtszaal in Moskou gebeurde, was meer show dan proces. De verdediging riep maar enkele getuigen op, niet alleen omdat de rechtbank zoveel van haar verzoeken had afgewezen, maar ook omdat de zaak van de openbare aanklager zo dun leek dat het nauwelijks een volledige verdediging rechtvaardigde, vooral omdat getuigen à decharge aanzienlijk risico’s liepen. Tien mensen van Yukos, onder wie twee advocaten – beiden vrouwen – waren al gearresteerd, en nog eens negen mensen ontliepen een arrestatie door het land uit te vluchten. Niet veel later zouden deze aantallen niet veel meer voorstellen, want tientallen mensen zouden in de gevangenis belanden en honderden zouden op de vlucht slaan.

De verdediging koos in dit kafkaëske proces voor een opvallend gematigde stijl. Genrich Padva, Chodorkovski’s hoofdadvocaat en waarschijnlijk de beroemdste strafpleiter van het land, klonk in zijn slotpleidooi meer als een onderwijzer dan als de hartstochtelijke deelnemer aan een juridische strijd. Tijdens de drie dagen durende hoorzitting las Padva zijn argumenten voor, waarbij hij alle fouten van de openbare aanklager methodisch opsomde, om aan te tonen dat de aanklagers geen documenten hadden laten zien om zelfs maar te bewijzen dat de verdachten op de een of andere manier betrokken waren bij enkele van de bedrijven die werden genoemd in de aanklacht, laat staan feitelijk schuldig waren aan de misdrijven. ‘En dan zwijg ik nog over het feit dat de tenlastelegging is ingediend op grond van wetten die pas jaren nadat deze veronderstelde daden hadden plaatsgegrepen van kracht werden.’ Dat was een typisch Padva-terzijde. Zijn toon gaf aan dat hij geen illusies koesterde over zijn vermogen de rechters ergens van te overtuigen, maar in het belang van de geschiedschrijving en een beroep in de toekomst bij internationale rechtslichamen, moest hij al zijn argumenten laten vastleggen. De rechters, drie vrouwen van rond de veertig met overgewicht, elk met een glimmende helm van naar achteren gekamd haar, zaten bewegingloos met identiek getuite lippen als uiting van ontevredenheid. Hun houding leek te zeggen: het besluit is allang genomen en uw aandrang op het volgen van de juiste procedure en correcte discussie is een beledigende verspilling van ieders tijd.

Chodorkovski en Lebedev werden veroordeeld tot negen jaar gevangenis in een strafkolonie. Drie maanden later verminderde een hof in hoger beroep de straf met één jaar. De mannen werden naar verschillende kampen overgebracht, elk zo ver en slecht bereikbaar mogelijk. Om hun cliënt te kunnen bezoeken moesten Chodorkovski’s advocaten negen uur met het vliegtuig en nog eens vijftien uur per trein reizen.32 Veroordeelden moesten volgens de Russische wet in een gevangenis worden opgesloten die gemakkelijk te bereizen is vanuit hun woonplaats – dus de wet moest met terugwerkende kracht worden aangepast in overeenstemming met de zaak-Chodorkovski.

Chodorkovski probeerde na zijn arrestatie een halfjaar lang zijn bedrijf te leiden vanuit de gevangenis. Toen hij ten slotte besefte dat dit ondoenlijk was, droeg hij zijn aandelen over aan Nevzlin, de partner die naar Israël was vertrokken. Maar het bedrijf, bestookt met beslagleggingen door de fiscus en rechtsgedingen, terwijl de binnenlandse bezittingen allang waren ingepikt door de staat, stond op barsten. Minder dan een jaar na Chodorkovski’s arrestatie zag de grootste en succesvolste oliemaatschappij van Rusland, die ooit vijf procent van alle belastingen die de federale regering inde had betaald, zich geconfronteerd met een faillissement. De aantrekkelijkste bezitting van de onderneming, Yuganskneftegaz, eigenaar van enkele van de grootste oliereserves van Europa, werd geveild. De gasmonopolist in staatshanden, die inmiddels werd geleid door Poetins voormalige plaatsvervanger in Sint-Petersburg, leek klaar om zijn slag te slaan.33 Om dat te voorkomen vroegen de advocaten van Yukos faillissement aan bij een rechtbank in Texas en verzochten vervolgens om een schorsingsbevel voor de verkoop van het bedrijf. Gazprom, het Russische bedrijf, zou zeker niet luisteren naar een Amerikaanse rechtbank, maar het was toevallig van plan Yuganskneftegaz te kopen met van Amerikaanse en West-Europese banken geleend geld. De financiering werd opgeschort en eventjes leek het erop dat de overname tijdelijk kon worden afgewend, toen een net geregistreerd bedrijf dat Baikalfinansgrup heette, plotseling op het toneel verscheen om zich in te schrijven voor de veiling. Journalisten streken onmiddellijk neer bij het registratieadres in Tver, een godvergeten plaats op circa drie uur rijden van Moskou. Het bleek een gebouwtje te zijn dat als legaal adres werd gebruikt door honderdvijftig bedrijven, waarvan er niet een enige tastbare bezittingen leek te hebben.

Baikalfinansgrup had evenmin liquide middelen. Volgens de inschrijvingsformulieren, die twee weken voor de veiling werden ingediend, bestond het totaalvermogen van het bedrijf uit tienduizend roebel, circa driehonderd dollar. Maar Rosneft, de oliemaatschappij in handen van de staat – waarvan de directeur een jaar ervoor had geweigerd in te gaan op Chodorkovski’s vragen omtrent vermeende corruptie – leende het onbekende bedrijf ruim negen miljard dollar om Yuganskneftegaz te kopen. Dat was toentertijd minder dan de helft van de geschatte waarde van het bedrijf. De veiling, die werd gehouden op 19 december 2004, duurde twee minuten.34

Bij een voordracht in Duitsland twee dagen na de veiling reageerde Poetin stekelig op de suggestie dat bezittingen van Yukos waren gekocht door een onbekende entiteit. ‘Ik ken de aandeelhouders van het bedrijf, en dat zijn individuen,’ zei hij. ‘Het zijn individuen die al heel lang in de energiesector werken.’ Nog eens twee dagen later kocht oliemaatschappij Rosneft Baikalfinansgrup en kreeg zo de bezittingen van Yukos in handen. Bovendien zorgde Rosneft ervoor dat het nooit kon worden vervolgd op grond van een aanklacht dat het Baikalfinansgrup bij een frauduleuze veiling had verworven.35

Het was iets meer dan een jaar na Chodorkovski’s aanhouding, en het was nu duidelijk dat Rusland twee mijlpalen had bereikt. Nu de voorheen rijkste man van het land voor onbepaalde tijd achter de tralies zat, kon niemand, zelfs de gefortuneerden en machtigen niet, zich veroorloven vrijuit te handelen. En nu de bezittingen van de grootste particuliere onderneming van het land op klaarlichte dag waren gekaapt, had Poetin zijn plaats opgeëist als de godfather van een maffiafamilie die heerste over het land. Net als alle maffiabazen maakte hij nauwelijks onderscheid tussen zijn privébezittingen, die van zijn clan en de bezittingen van de mensen die verplicht waren aan zijn clan. Net als alle maffiabazen vergaarde hij rijkdom door regelrechte roof, zoals bij Yukos, door te innen wat hem zogenaamd toekwam en door zijn trawanten daar te neer te zetten waar geld of bezittingen overgedragen konden worden. Eind 2007 schatte ten minste één Russische politiek expert – iemand die toegang tot het Kremlin zou hebben – Poetins privévermogen op veertig miljard dollar.36

 

Dat getal van veertig miljard dollar kan niet worden bevestigd of weerlegd, maar over één verhaal kon ik uitvoerig verslag doen. Het wierp licht op de omvang van Poetins persoonlijke rijkdom én op de wijze waarop hij die vergaarde. Dat ik dit kan vertellen, dank ik aan mijn verslaggeversgeluk en één zeer dappere man.

Sergej Kolesnikov was begin jaren negentig een van de honderden Sovjetgeleerden die veranderden in Russische ondernemers. Hij was biofysicus en begon medische apparatuur te maken en vervolgens te importeren. Ten tijde van Sobtsjak vormde hij een joint venture met de gemeente en creëerde hij een succesvol bedrijf dat klinieken en ziekenhuizen in Sint-Petersburg van apparatuur voorzag. Toen Sobtsjak was weggestemd, kocht hij het aandeel van de gemeente op en maakte hij een privéonderneming van het bedrijf, dat in dezelfde bedrijfstak werkzaam bleef.

Gelijk nadat Poetin tot president was gekozen, werd Kolesnikov gebeld door een oude zakenpartner uit zijn tijd in Sint-Petersburg. Deze schetste een plan. Enkelen van de rijkste mensen van Rusland zouden aanzienlijke geldsommen doneren bestemd voor de aanschaf van medische apparatuur voor Russische inrichtingen. Kolesnikov zou op grond van zijn expertise de apparatuur aanschaffen tegen een aanzienlijke volumekorting. Het verschil tussen de officiële prijs van de instrumenten, dat aan de financiers zou worden doorgegeven, en het feitelijk betaalde bedrag moest maar liefst vijfendertig procent zijn. Als Kolesnikov een nog hogere korting wist te bemachtigen, mocht hij het verschil als winst houden. De vijfendertig procent moest op een West-Europese bankrekening worden gezet en zou later worden gebruikt om te investeren in de Russische economie.

Kolesnikov had er geen enkele moeite mee met dit plan in te stemmen. Net als Browder dacht hij dat hij er wel bij voer en dat hij tegelijkertijd Rusland een dienst bewees. De broodnodige medische apparatuur was immers onmiskenbaar goed. Daar kwam nog bij dat zijn nieuwe partners grote bedragen in de Russische economie zouden investeren. Natuurlijk, ze roomden de bovenlaag af – meer dan een derde van het gedoneerde geld – maar ze investeerden het in Rusland, ze staken het niet in hun eigen zak. En bovendien: ‘We wisten dat dit geen zuurverdiende centjes waren. Zoveel geld kan onmogelijk op een eerlijke manier zijn vergaard.’37

De eerste donor was Roman Abramovitsj, een gereserveerde Russische oligarch en de latere eigenaar van de Londense voetbalclub Chelsea. Hij doneerde 203 miljoen dollar, waarvan voor ongeveer honderdveertig miljoen dollar apparatuur werd aangeschaft voor de Militaire Medische Academie in Sint-Petersburg (die werd geleid door Poetins vriend, de minister van Volksgezondheid, die ooit Sobtsjak had helpen ontsnappen aan de openbare aanklager en uit Rusland) en ruim zestig miljoen dollar belandde op een Europese bankrekening. Zijn schenking werd gevolgd door een aantal kleinere. In 2005 stond er zo’n tweehonderd miljoen dollar op die bankrekening. Kolesnikov en zijn twee partners – de ene was met hem begonnen in Sint-Petersburg en de andere had hem geïntroduceerd in deze nieuwe bedrijfstak – startten een nieuw bedrijf, Rosinvest, een dochteronderneming waarvan alle aandelen in handen waren van een Zwitsers bedrijf, dat zaken deed via een derde, eveneens Zwitsers bedrijf waarvan de eigendom vastzat in aandelen aan toonder. Met andere woorden, degene die de stukken fysiek in handen had, was de wettelijke eigenaar. De drie mannen hadden elk twee procent van de aandelen; de overige vierennegentig procent werd overhandigd aan Poetin.

De nieuwe onderneming beheerde zestien investeringsprojecten, vooral in de industriële productie. Die waren met zorg uitgezocht, leverden vanzelfsprekend allerlei belasting- en juridische voordelen en een aardige winst op – waarvan vierennegentig procent voor Poetin was. Al die tijd was er ook nog ‘een klein privéproject van Poetin’, zoals Kolesnikov het noemde, een huis aan de Zwarte Zee dat was begroot op zestien miljoen dollar. ‘Maar er werd steeds iets aan toegevoegd,’ vertelde Kolesnikov mij. ‘Een lift naar het strand, een jachthaven, een afzonderlijke hoogspanningskabel, een afzonderlijke gaslijn, drie nieuwe snelwegen die rechtstreeks naar het paleis gingen, en drie heliplatforms. Het gebouw zelf veranderde ook. Er werd een amfitheater toegevoegd, vervolgens een wintertheater. En daarna moest het ook allemaal worden ingericht met meubilair, kunst, zilverwerk. Allemaal peperduur!’ Kolesnikov reisde twee keer per jaar naar de Zwarte Zeekust om de voortgang van het project in de gaten te houden. De laatste keer dat hij er was, in het voorjaar van 2009, was het oorspronkelijke huis veranderd in een complex van twintig gebouwen en hadden de totale kosten de een miljard dollar allang overschreden.

Een paar maanden eerder was er iets anders gebeurd. In de nasleep van de financiële crisis liet Kolesnikovs partner hem weten dat Rosinvest geen investeringen meer zou doen. Het enige doel ervan was nu nog de voltooiing van het paleis aan de Zwarte Zee. Kolesnikov, die niet heel veel waarde had gehecht aan wettelijke vereisten maar wel apetrots was geweest op zijn werk en er oprecht van overtuigd was dat hij zijn land welvaart bracht, was diep beledigd. Hij vluchtte met de documentatie Rusland uit en betaalde een advocatenfirma in Washington een aanzienlijke som geld om de stukken te beoordelen en zijn verhaal te verifiëren. Daarna trad hij naar buiten met het verhaal over wat bekend raakte als Dvorets Putina (Poetins Paleis). Maar hoewel dit verhaal aardig wat aandacht kreeg toen ik erover schreef in Rusland, ontlokte het de regering nauwelijks enige reactie. Eerst deed Poetins persattaché het af als onzin en vervolgens, toen in Novaja Gazeta kopieën werden afgedrukt van enkele bouwcontracten, bevestigde het Kremlin het bestaan van het Zwarte Zeeproject.38

 

De veronderstelling dat de opzet van het paleis slechts een van de vele soortgelijke listen was om rijkdom uit Rusland te persen, lijkt alleszins gerechtvaardigd. De vragen zijn: wat zit erachter, wat is het motiverende beginsel achter deze plannen? De vraag luidt met andere woorden opnieuw: wie is meneer Poetin?

Er is het verhaal over Poetin de bureaucraat die geen smeergeld aannam – een belangrijk verhaal dat verklaart waarom Boris Berezovski zich tot hem aangetrokken voelde, de sleutel tot Poetins opmars naar het presidentschap. Berezovski’s rechterhand, Joeli Doebov, die inmiddels allang tot de bannelingen in Londen behoort, vertelde me een van de opmerkelijkste verhalen over die eerlijke Poetin. Begin jaren negentig had Doebov ooit problemen met enkele van de formulieren voor de garage die Berezovski wilde openen in Sint-Petersburg. Om de procedure te vergemakkelijken moest Poetin iemand voor hem bellen, en daarom sprak hij met hem af voor de lunch. Doebov was te vroeg op het stadhuis en Poetin tegen zijn gewoonte in ook. Terwijl ze zaten te wachten tot het tijd was om te gaan lunchen op het afgesproken tijdstip, bracht Doebov het telefoontje ter sprake. Poetin regelde het gelijk, maar weigerde vervolgens te gaan lunchen: ‘Óf je laat me je helpen bij je zaken, óf je gaat met me lunchen,’ wist Doebov nog dat hij zei.39 Dit was duidelijk niet zomaar een bureaucraat die geen smeergeld aannam. Dit was een bureaucraat wiens hele identiteit berustte op zijn onomkoopbaarheid.

En dan was er de Poetin onder wiens toezicht contracten ter waarde van honderd miljoen dollar verdampten, zoals Marina Salje heeft vastgelegd. Het opmerkelijke deel van dit verhaal is niet dat diefstal voorkomt – het is zonneklaar dat sommige vormen van diefstal in die tijd en in vergelijkbare situaties werkelijk overal in Rusland plaatsvonden, wat de reden was waarom Saljes onthullingen nooit echt aansloegen – maar dat álle fondsen lijken te zijn gestolen. Ik vermoed dat Poetin geen vijand voor het leven zou hebben gemaakt, zoals in het geval van Salje, als hij maar vijf, tien, twintig of zelfs dertig procent had afgeschaafd – net zoals Kolesnikov geen campagne zou hebben gevoerd als het paleis niet meer dan een peperduur nevenproject was gebleven.

Maar het lijkt wel of Poetin het niet kon weerstaan om alles in te pikken. En naar mijn mening is dit letterlijk het geval. Er zijn diverse voorbeelden, waarvan er minstens één pijnlijk openbaar was, waarbij Poetin zich gedroeg als een kleptomaan. Toen Poetin in juni 2005 een groep Amerikaanse zakenmensen ontving in Sint-Petersburg, stak hij de Super Bowl-ring met honderdvierentwintig diamantjes van de eigenaar van de New England Patriots, Robert Kraft, in zijn zak. Hij had gevraagd of hij deze mocht zien, deed hem om en zou hebben gezegd: ‘Hier zou ik iemand voor kunnen vermoorden.’ Vervolgens stak hij de ring in zijn zak en verliet abrupt de zaal.40 Na een stroom van artikelen in de Amerikaanse pers liet Kraft enkele dagen later weten dat de ring een geschenk was geweest, waarmee hij voorkwam dat een onaangename situatie gierend uit de hand zou lopen.

In september 2005 was Poetin speciale gast in het Solomon R. Guggenheim Museum in New York.41 Op een gegeven moment kwamen zijn gastheren met een opmerkelijk voorwerp dat ongetwijfeld door een andere Russische gast was geschonken aan het museum: een glazen replica van een kalasjnikov gevuld met wodka. Dit protserige souvenir kost in Moskou ongeveer driehonderd dollar.42 Poetin knikte naar een van zijn lijfwachten, die de glazen kalasjnikov aannam en ermee de zaal uitliep, de gastheren sprakeloos achterlatend.

Poetins bijzondere relatie met materiële rijkdom kwam al in zijn studietijd aan het licht, als het niet eerder was. Toen hij de auto aannam die zijn ouders hadden gewonnen in de loterij, hoewel het geld ook had kunnen worden gebruikt om de leefomstandigheden van het gezin aanzienlijk te verbeteren, of toen hij bijna al het geld dat hij in de zomer had verdiend uitgaf aan een idioot dure jas – en een diepvriestaart voor zijn moeder kocht – gedroeg hij zich hoogst uitzonderlijk en amper acceptabel voor een jongeman van zijn generatie uit dat milieu. Opzichtig vertoon van rijkdom had zijn plannen voor een loopbaan bij de KGB gemakkelijk in de war kunnen sturen, en dat wist hij. Het verhaal dat werd verteld door de voormalige West-Duitse radicaal – over Poetin die geschenken eiste toen hij in Dresden zat – completeert het beeld. Voor een man die bijna zijn hele sociale kapitaal had ingezet op het zich conformeren aan de norm, was dit gedrag des te opvallender. Hij kon er kennelijk niets aan doen.

De correcte term is waarschijnlijk niet het algemeen bekende kleptomanie, dat verwijst naar een pathologisch verlangen om om het even welke dingen te hebben, maar het ongewonere pleonexia, het onverzadigbare verlangen te hebben wat anderen rechtmatig toekomt. Als Poetin lijdt aan deze onbedwingbare drang, draagt dat bij aan een verklaring voor zijn ogenschijnlijk gespleten persoonlijkheid. Hij compenseert zijn dwangimpuls door het beeld van een eerlijke en onomkoopbare ambtenaar te creëren.

Andrej Illarionov ontdekte dit minder dan een maand nadat hij Poetins economisch adviseur was geworden. Poetin was nog maar een paar dagen geïnaugureerd of hij ondertekende een decreet waarmee zeventig procent van de alcoholfabrikanten van het land werd samengevoegd tot één bedrijf en een nauwe medewerker uit Sint-Petersburg werd benoemd tot directeur.43 De olieprijs was in die periode nog niet omhooggeschoten en alcohol was waarschijnlijk de lucratiefste handel van het land. Niemand van het nieuwe economisch team van de president, zo ontdekte Illarionov, was geraadpleegd over of zelfs maar op de hoogte gesteld van het besluit. Illarionov zou er in de loop van de maanden aan gewend raken. Poetin hing voor de bevolking en de media een mooi economisch verhaal op en luisterde zogenaamd naar zijn eersteklas team van liberale adviseurs, terwijl hij ze voortdurend passeerde met besluiten waardoor alle inkomsten van het land in de handen van zijn trawanten belandden.

Is het zo gegaan met Chodorkovski? Liet Poetin hem arresteren omdat hij zijn bedrijf in handen wilde krijgen en niet op grond van een politieke en persoonlijke strijd? Niet helemaal. Hij liet Chodorkovski achter de tralies zetten om dezelfde reden waarom hij de verkiezingen afschafte of Litvinenko liet vermoorden. In zijn niet-aflatende poging het land te veranderen in een gigantische KGB-staat, is er geen plaats voor dissidenten of zelfs maar voor onafhankelijke spelers. Onafhankelijke spelers zijn onder andere hinderlijk omdat ze zich niet willen neerleggen bij de regels van de maffia. En zodra Chodorkovski achter de tralies zat, diende de kans om hem te beroven zich vanzelf aan. Toen Poetin deze kans greep, wist hij zoals gewoonlijk geen onderscheid te maken tussen zichzelf en de staat waarover hij heerste. Hebzucht is misschien niet zijn belangrijkste drift, maar het is wel de drift die hij niet kan weerstaan.