HOOFDSTUK 7
De avond kroop voorbij. Ze kon haar aandacht niet bij haar boek houden, en dus zette ze de televisie maar aan. Ook geen succes, af maar weer. Telkens werd ze bestookt door haar eigen onrustige gedachten. O, kwam Hilary nu maar thuis.
Voetstappen in de gang. Ze schrok overeind. Als hij nu maar niet... zijn gezelschap kon ze helemaal niet gebruiken. Maar hij stapte binnen en keek op zijn horloge.
‘Allemachtig, het is alweer half één! Een lange, lange wake voor jou.’ Hij sloot de deur achter zich en bleef vlak voor haar staan. Hij had zijn jasje uitgetrokken, zijn haar zat wat verward en hij zag er doodmoe uit. ‘Ik vraag me af, wat mijn zuster zich eigenlijk hierbij voorstelt. Ik bedoel, je hebt al de hele middag met die kinderen opgescheept gezeten. En nu dus de hele avond, het begint erop te lijken de hele nacht. Eh... alleen voor de statistieken, maar wat betaalt mijn zus je eigenlijk? Want dit soort grappen gaat toch flink in de papieren lopen, neem ik aan.’
Eerst antwoordde ze niet. Ze durfde hem niet aan te kijken. Tenslotte mompelde ze vaag: ‘We hebben van tevoren een prijs afgesproken, en ik ben daar tevreden mee.’
‘Met andere woorden: ik moet me er niet mee bemoeien.’ Hij sloeg zijn armen over elkaar. ‘Dan zal het wel zoveel zijn, dat je je geneert.’ Onmiddellijk stond ze op haar achterste benen. ‘Als u het per se weten wilt, ik doe het toevallig voor niets!’
‘Wat zeg je? Je bent niet goed snik.’ Maar zijn aanvankelijke verbazing maakte al snel plaats voor berekenende argwaan. ‘Je doet het toch niet om mij gunstig te stemmen, nietwaar, Miss Lyle?’ Woedend zat ze hem aan te staren. ‘Doe niet zo belachelijk! Wat een onzin, u zou het toch helemaal niet geweten hebben, als u me niet uitgehoord had!’
De telefoon rinkelde. ‘Ai,’ zei Richard, ‘een slecht teken.’
Ze volgde hem naar de hall. ‘Mijn oma kan het niet zijn, want die is dit weekend weg.’
Richard nam op. ‘Hallo? Wie is dat? Ben jij het Hilary? Zeg, wat heeft dit eigenlijk te...’ Hij keek naar Carolyn. ‘Ja natuurlijk is ze hier. Het arme mens staat gewoon te slapen, zo langzamerhand... wat?’
Hij draaide zich om en stak Carolyn de hoorn toe. ‘Neem jij haar maar even. Volgens mij is ze flink aangeschoten.’
‘Hilary?’ zei Carolyn aarzelend.
‘Liefje, het spijt me ontzettend, maar ik zie echt geen kans vannacht nog naar huis te komen. Ik ben nog in Londen. We komen net uit een nachtclub,’ haar stem klonk inderdaad wat dik. ‘We hebben nu maar besloten ergens in een hotel te overnachten. Morgen tegen de lunch ben ik er weer. Richard moet maar voor een keertje oppassen, jij moet nu echt naar huis.’
Richard siste Carolyn in het oor. ‘Vertel haar even van Basil...’
Carolyn schudde ongeduldig het hoofd. Maar Richard scheen erop te staan.
Zo rustig mogelijk meldde ze: ‘Hilary, Basil is niet in orde. Hij heeft pijn, kramp of zo.’
‘O hemeltje. Heeft Helen hem dan toch aangestoken? Daar was ik al bang voor. Nou ja, niets aan te doen. Richard moet het maar opknappen, tot morgen.’
‘Maar Hilary...’
‘Zeg Carolyn, het schiet me net te binnen... zou jij niet daar kunnen blijven? Stel, dat het erger wordt met Basil?’ De man naast haar zuchtte diep. ‘Je kunt in mijn bed slapen. En je pakt alles maar wat je nodig hebt, hoor. Zou je oma het goed vinden, denk je?’
‘Dat denk ik niet. Ze is er niet...’
‘Prachtig, dat is dan in orde. En over Richard hoef je je geen zorgen te maken. Dat is zo’n doorgewinterde vrijgezel, hij zou niet eens weten wat hij beginnen moest, als een vrouw zich aanbood!’ Ze gierde van het lachen. ‘Dus blijf jij maar rustig daar. Dat lijkt me dé oplossing. Dan zie ik je morgen wel. Nou, trek maar snel mijn nachtponnetje aan en slaap lekker. Bedankt hoor schat. En veel liefs voor mijn broer!’
Onthutst hing Carolyn op.
‘Geen sprake van,’ riep Richard woedend uit. ‘Ik breng je nu meteen naar huis.’
Boven klonk een luide kreet. ‘O jee, Basil weer. Zeker wakker geworden van de telefoon.’ Ze snelde naar boven. Hij lag te kronkelen van de pijn. Ze koesterde hem dicht tegen zich aan, tot hij eindelijk weer stil werd en in slaap viel. Op haar tenen sloop ze de trap af.
‘Ik weet het niet hoor,’ zei ze bezorgd. Misschien is het wel iets ernstigs, blindedarmontsteking of zo.’ Smekend keek ze hem aan. ‘Ik zou echt veel liever hier blijven.’
In de zitkamer pikte ze haar handtas op, liep toen weer naar de hal.
‘Ik laat het aan jou over. Je hebt gehoord wat mijn zus zei.’ Uitdagend keek hij haar aan.
Ze werd bijna bang voor hem. Als hij eens wist, hoe aantrekkelijk ze hem vond. Hij had iets magnetisch bijna.
Ze rende naar de deur. ‘Ik... eh... ik ga maar naar boven. Als u me alleen even wilt wijzen, welke kamer van uw zuster is?’
Op de overloop wees hij. ‘Die daar.’ Hij grinnikte. ‘Ik hoop, dat je haar smaak in nachtkleding een beetje kunt waarderen.
Wat later, nadat ze uitgebreid de haast overdadig luxueuse slaapkamer van Hilary had bewonderd, begreep ze pas goed wat hij met die toespelingen op Hilary’s nachtkledij bedoeld had. Zwart nylon, zeer doorzichtig, diep gedécolleteerd. Ze besloot maar net te doen of er niks aan de hand was en snel waste ze zich en borstelde haar haar uit.
Door de gedachte dat ze vlak naast Richard sliep, duurde het lang voordat ze indutte.
Ze schrok wakker. Het licht was aan en iemand schudde haar bij haar schouder. ‘Carolyn, Basil huilt weer. Ik denk echt, dat hij ziek is, hij moest vast overgeven. Zou je alsjeblieft even willen komen?’
Ze hoorde de benauwde gilletjes van Basil, en even dacht ze niet aan haar femme-fatale-uitdossing, toen ze snel uit bed kwam. Maar Richard’s blik zei al genoeg. Snel trok ze de dekens tot haar kin op. ‘Hangt er misschien ergens een kamerjas, die ik aan zou kunnen?’
‘Vast wel. Maar ik betwijfel of je er veel aan zou hebben. Hier!’ Hij deed zijn eigen badstof ochtendjas uit. ‘Dat is tenminste degelijk.’
Hij ging de kamer uit en zij rende naar Basil’s kamertje. Maar het was al te laat. Basil zat, doodsbleek, rechtop in zijn bedje, dat hij helemaal ondergespuugd had. Arm schaap, dacht ze, en troostte het geschrokken jochie. Het bedje zou verschoond moeten worden, het kind zelf trouwens ook. Ze reikte hem aan Richard aan, die zonder commentaar het kind uitkleedde en waste. Hij wist ook een schone pyjama en schoon beddegoed te vinden. Snel maakte Carolyn het bed op, toen nam ze de slaperige Basil van Richard over. Zwijgend keek hij toe, hoe ze hem in haar armen wiegde. Basil begroef zijn kopje in haar haren en mompelde: ‘Basi vin Caroly lief. Ome Rich vin Basi ook lief.’
Toen voelde Carolyn het kleine lijfje in haar armen ontspannen, en ze wist vrijwel zeker, dat het kind nu rustig door zou slapen.
Op de overloop, in het halfduister, pakte Richard haar bij de arm. Hij legde zijn hand onder haar kin en dwong haar hem aan te zien. ‘Dank je wel Carolyn, dat je zo lief voor mijn neefje zorgt. Echt, je hebt me bijna het vertrouwen in vrouwen teruggegeven.’
Sprakeloos staarde ze hem aan, zijn gezicht was zo vlak bij het hare.
‘Welterusten, Carolyn,’ fluisterde hij.
‘Welterusten, Mr—’ Maar hij legde bezwerend een vinger op haar lippen. ‘Welterusten... Richard,’ haperde ze.
Toen deed hij een stap naar voren. Ze stond te trillen op haar benen.
Traag liet hij haar haren door zijn vingers glippen. Toen pakte hij haar bij de schouders, draaide haar om en duwde haar zachtjes in de richting van haar kamer. Een zacht zetje in haar rug, en de deur sloot zich achter haar.
Maandagmorgen. Carolyn had moeite haar bed uit te komen. Ze overdacht haar telefoongesprek met Hilary van gisterenavond. Natuurlijk had Hilary weer uitgebreid haar verontschuldigingen aangeboden -daar raakte Carolyn zolangzamerhand wel aan gewend. En verder had ze verteld, dat Basil weer in orde was.
‘De gebruikelijke lastpost,’ zei ze met een zucht. ‘Richard heeft je gisterenmorgen naar huis gebracht, hè? Mijn hemel, wat was die man in een slecht humeur, toen ik thuiskwam. Ik begrijp zoiets niet, hoor. Zeg, je vergeet mijn party van woensdag toch niet? En breng je Shane dan mee?’
‘Je zou toch bijna denken,’ Carolyn lachte, ‘dat je oneerzame bedoelingen met hem had.’
‘O nee, kind! Toch niet met jóuw vriendje. Ik zou het niet in mijn hoofd halen.’
Voor ze naar haar werk ging, ruimde ze keurig het huis op. Het boek, dat Richard haar geleend had, deed ze in haar tas. Ze zou het hem aan het eind van de dag even teruggeven.
Toen ze binnen kwam, voelde ze meteen al, dat er iets aan de hand was. De spanning was gewoon tastbaar. Graham kwam naar beneden en stevende meteen op haar af.
Hij legde zijn hand op haar schouder. ‘Ik zou de baas maar uit te de buurt blijven, kind. Hij is in een afgrijselijke bui vandaag, en jij schijnt zijn speciale zondebok te zijn. Dus geef hem vooral geen aanleiding, want...’ Hij schrok, toen zijn oog op het informatiebord viel. ‘O jee, Carolyn, ben je vergeten dat bord te veranderen? Gauw maar, voor hij het ziet!’
Maar het was al te laat. Richard Hindon stond achter hen, zijn gezicht stond op onweer. ‘Miss Lyle, wat stelt dit voor? Waarom is dat bord nog niet in orde! Kan ik zelfs zo’n eenvoudig werkje niet aan u toevertrouwen ? ’
‘Maar Mr. Hindon,’ protesteerde Carolyn nog zwakjes. ‘Uw zuster kwam toch, en toen...’
Hij luisterde niet eens. ‘Geen gezicht, die verouderde troep. Het is al erg genoeg, dat dit hele gebouw zo’n stoffige indruk maakt. Allemaal dankzij uw oom. Maar goed, dit terzijde. Probeer nu niet uw gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel op mijn zuster af te schuiven. Ze staat hier buiten.’
Toen hij vertrokken was, zei Graham zachtjes: ‘Ik had je al gewaarschuwd. Kom zometeen maar even naar mijn kamer, dan zal ik je de nieuwe spullen geven. En mocht de baas bij mij zijn, zorg dan voor een kogelvrij pantser!’
Maar de baas was niet bij hem, gelukkig. Ze probeerde eens een nieuwe schikking voor de aankondiging. Zo stond het veel vlotter vond ze, zo op kleur en formaat gerangschikt. Keith complimenteerde haar, maar de baas was het daar niet mee eens. Kortaf gebood hij haar alles weer naar beneden te halen en een nieuwe indeling naar datum te maken. Dat was efficiënt en veel overzichtelijker.
Ze wierp nog tegen, dat het oog ook wat wilde, dat haar idee er veel aantrekkelijker uitzag.
‘Ik heb u niets gevraagd,’ zei hij koel. ‘Dacht u niet, dat ik het beste kan beoordelen, waar hier de voorkeur naar uitgaat?’
Keith kwam op haar af met een stapel boekomslagen van nieuwe aanwinsten en vroeg haar mee te werken aan een tentoonstelling.
Ze bedankte hem, het was prettig eens iets opwekkends te horen voor de verandering.
Aan het eind van de dag besloot ze toch maar Richard’s abominabele humeur te trotseren. Hij had geen bezoek op dat moment, maar keek verstoord op van zijn papieren. Ze stak hem het boek toe.
‘Ik heb het met veel plezier gelezen, Mr. Hindon. Heel leerzaam, allemaal.’
Hij knikte en daarmee was de conversatie wat hem betreft kennelijk ten einde. Maar ze vroeg: ‘Heeft Mr. White het nog met u over...’
‘Over dat plan om u die tentoonstelling te laten verzorgen? Inderdaad, maar dat gaat niet door.’
Even slikte ze, toen vroeg ze: ‘Mag ik binnenkort weer aan de balie werken? Ik vond het erg leuk:’
‘Als ik de tijd daar rijp voor acht, Miss Lyle.’
Ze voelde de tranen van frustratie weer achter haar ogen prikken. Toen viel ze uit: ‘U bent niet bereid me een kans te geven. Ik kan in uw ogen geen goed doen. Ik doe vreselijk mijn best, maar voor u is het nooit goed genoeg. Zelfs wat ik leuk vind, mag ik niet eens proberen.’ Ze barstte in snikken uit.
‘Zo is het wel genoeg, Miss Lyle!’ Nu was hij echt woedend. ‘Met dit soort emotionele uitbarstingen komen we nergens. Voor damestranen ben ik niet gevoelig, dat weet je. Wees nou eens redelijk: niet ik maar jij brengt de zaken op een persoonlijk niveau. Kijk eens, je mag dan een titel hebben, maar in dit vak ben je een groentje. Je moet nog verdraaid veel leren! Het is in niemands belang, een onervaren kracht te laten modderen. Alleen omdat hij of zij het zo leuk vindt!’ Hij keek toe, hoe ze haar ogen droogde met haar zakdoekje.
‘Een verontschuldiging lijkt me wel op zijn plaats.’
Stotterend prevelde ze een en ander.
‘En dan nog iets,’ kil keek hij haar aan. ‘Onthoud nu eens, dat ik het hier voor het zeggen heb. Je hebt gewoon mijn orders uit te voeren, je eigen mening doet niet terzake.’ Hij boog zich weer over zijn werk.
Carolyn belde Shane om hem voor Hilary’s party uit te nodigen. Ze kreeg haar oom aan de lijn, en natuurlijk informeerde hij hoe het op de bibliotheek ging.
‘Prima,’ loog ze dapper.
‘Ik kom snel weer eens even langs... gewoon om een vinger aan de pols te houden, snap je? Mr. Hindon moet in de gaten gehouden worden. Kind, ik geef je aan Shane.’
“Dag schat,’ zei Shane. Fluisterend vroeg hij: ‘Hoe is het met die blauwbaard van een baas van je?’
‘Ik... eh... hij,’ stotterde Carolyn.
‘Laat maar, hoor. Ik begrijp het al. Dus nog steeds even afschrikwekkend. Kind, laat mij je troosten, daar ben ik goed in, weet je.’
Ze lachte. ‘We zullen wel zien. Zeg, weet je nog dat ik je over Hilary vertelde? Ze geeft een feestje woensdag en heeft me uitdrukkelijk verzocht jou mee te brengen. Volgens mij heeft ze een oogje op je.’
‘Nee maar, is dat zo? Ik voel me zeer vereerd. Wat vindt haar man eigenlijk van dat soort slippertjes?’
‘Hij is een paar maanden in het buitenland.’
‘Nu wordt het pas echt interessant.’
‘Alsjeblieft Shane, beloof me, dat je je op de vlakte zult houden woensdag. Tenslotte is ze Richard Hindon’s zus, gn ik heb het zo al moeilijk genoeg met die man.’
‘Ja hoor liefje, ik zal zoet zijn. Hoe laat zal ik je komen halen?’
Voor de avond van het feest was Carolyn’s keus gevallen op een schitterende gele jurk. Haar haren had ze losjes opgestoken, een heel geraffineerd kapsel, omdat het tegelijkertijd een suggestie van élégance en van onschuld wekte.
En nu stond ze dan naast Shane in Hilary’s grote zitkamer. Ze nipte van haar sherry en ving flarden van gesprekken rondom haar op. Hilary keek veelvuldig in Shane’s richting. Ze stak haar bedoelingen niet onder stoelen of banken. Shane was natuurlijk nogal gecoiffeerd met haar belangstelling.
De tijd verstreek en Richard verscheen niet. Hilary hielp haar uit de droom. ‘O, mijn broer zal ons niet mijn zijn aanwezigheid vereren. Hij verfoeit feestjes, in het bijzonder de mijne.’ Ze lachte. ‘Nou, beter kwijt dan rijk, zeg ik dan maar. Hij zal wel uit gaan of zo.’
Carolyn liet zich teleurgesteld op een divan neerploffen.
Verlangend keek ze naar het balkon en de tuin. Zou ze onopgemerkt kunnen wegslippen? Ze zou het er maar op wagen. Maar net toen ze wilde opstaan, hield een hand haar tegen.
‘Waar gaat ge henen, schone jonkvrouw?’ De spreker was een blonde man. ‘Je hebt het maar te zeggen, en ik zal je met alle genoegen begeleiden.’ Nieuwsgierig bekeek hij haar, en wat hij zag, scheen hem best te bevallen.
‘Ik ben van gedachten veranderd,’ zei Carolyn luchtig. Ze zocht Shane in de menigte. Maar hij had het veel te druk met een balletachtige dame in een historisch aandoend gewaad om haar paniekerige blik op te merken.
De jonge man naast haar zei: ‘Dat is Jane. Kunstenaar, net als ik. Ik zou je echter niet kunnen vertellen wie haar nieuwe vlam is.’ Carolyn lachte. ‘Ik wil. Mijn vriendje.’
Hilary kwam bij hen staan. ‘O Carolyn,’ riep ze opgewonden, ‘jouw Shane is echt het einde, hoor! Jonathan! Schat ik had je helemaal nog niet gezien! Ben je er al lang?’ Ze trok hem aan beide handen overeind.
‘Al eeuwen.’ Hij glimlachte. ‘Maar maak je geen zorgen, ik heb inmiddels een heuse engel gevonden.’ Hilary lachte en liep weer door.
Jonathan’s arm omvatte haar middel, Carolyn zat helemaal op het puntje van de bank en kon geen kant meer uit.
‘Kom schat, zou je je beeldschone haren niet los willen maken voor Jonathan? De artiest in mij sterft van verlangen die weelderigheid te aanschouwen. In volle glorie, zwierig rond je middel...’ ‘Beeldschoon effect, inderdaad,’ mengde een droge stem zich in de conversatie. ‘Vooral om drie uur ’s nachts!’
Carolyn ontworstelde zich aan Jonathan’s greep, en wierp woedende blikken op de nieuw aangekomene, die nonchalant tegen de schoorsteenmantel geleund stond. Hij liet zijn whisky in zijn glas heen en weer draaien, kennelijk was hij volkomen op zijn gemak.
Jonathan was zelfs enigszins van zijn stuk gebracht, slechts langzaam scheen de betekenis van de woorden tot hem door te dringen. Hij sprong overeind en schudde veelbetekenend het hoofd. ‘Dus ze is jouw dame?’ Met een gebaar van “jammer, maar niets aan te doen” maakte hij zich uit de voeten.
‘Het spijt me dat ik zo’n roerende, nieuwe vriendschap wreed heb moeten verstoren,’ zei Richard cynisch. Hij ging naast haar zitten.
‘Ik dacht, dat u nooit op de feestjes van uw zus kwam? Dat u haar vrienden niet mocht?’
‘Dat is ook zo. Althans, meestal. Maar dit keer heb ik toegegeven aan mijn nieuwsgierigheid. Ik hoef toch geen deel te hebben aan de algemene feestvreugde.’ Hij sloeg zijn drankje in één slok achterover. ‘Je vriendje is reuze attent, moet ik zeggen.’ Hij gebaarde naar Shane, die letterlijk zijn handen vol had aan Jane. ‘Ach, wat doet het er ook toe, het kostte je niet veel moeite een plaatsvervanger te vinden, nietwaar?’ Ze balde haar vuisten. Koel voegde ze hem toe: ‘Ik zou willen, dat u me met rust liet. En niet alleen nu, altijd.’
Langzaam kwam hij overeind en slenterde weg.
De stemming werd allengs geanimeerder, het geroezemoes luidruchtiger.
Wat een verademing, de rust op de gang. Carolyn was naar de badkamer gevlucht om zich wat op te knappen. Maar helaas, toen ze weer op het portaal kwam, stond Richard daar. Hij keek niet naar haar, maar naar een hoek van de duistere gang. Ze volgde zijn blik en zag Shane en Hilary, in innige omhelzing.
Ten slotte liet het stel elkaar los en wandelde langzaam hand in hand richting keuken. Vervolgens verdwenen ze in de donkere tuin.
Richard Hindon viel tegen haar uit: ‘Kun je je eigen vriendje niet eens een beetje in het gareel houden? ‘Of ben jij soms zo’n koele kikker, dat de arme man elders troost zoekt? Bij mijn heetbloedige, doch zeer serieus getrouwde zus?’
‘Ach, wat begrijpt u daarvan. U hebt immers geen gevoel.’
Hij pakte haar ruw bij haar blote armen en trok haar mee zijn kamer in. De deur trapte hij achter zich dicht, duwde haar met haar rug er tegen aan. En toen kuste hij haar. Ze was totaal overdonderd. Wild sloeg ze om zich heen om los te komen. Maar hij verstevigde slechts zijn greep, niet bereid haar te laten gaan, voordat hij daartoe zou besluiten.
Ze rende de gang op zodra ze zich kon losrukken. Ze trilde over al haar ledematen. Ja, het was maar al te waar wat Graham haar had voorspeld: ‘Als die man eenmaal losbarst, berg je dan maar!’ En ze had hem kennelijk tot het uiterste geprikkeld en plukte daar nu de wrange vruchten van.
Een stem riep: ‘Wie is dat daar? Ben jij het meisje, dat Carolyn heet?’ In paniek draaide ze zich om - in welke kamer kon ze zich verstoppen? Jonathan kwam langzaam de trap op. ‘Ben jij dat Carolyn? Niet bang zijn, ik doe je toch niets?’ Maar Carolyn dook de badkamer in.
Op de gang ging een deur open, en een stem meldde traag: ‘Spijt me kerel, maar deze verdieping is privé.’
‘Ik begrijp het, geloof ik. Verboden terrein, hè? Nou, dat is heilig voor me, hoor. Sommige mannen hebben toch maar geluk.’
Hij stommelde de trap af. Er klonk een zacht klopje op de badkamerdeur. ‘De kust is veilig, Miss Lyle. Je kunt weer naar buiten komen!
Beneden graaide ze haar jas van de kapstok. Voor de spiegel van Hilary probeerde ze zich een beetje op te knappen. ‘Waar ga je naar toe?’ vroeg Richard’s stem achter haar.
‘Naar huis.’
‘Met je vriendje?’
‘Nee.’
‘De laatste bus is al vertrokken, weet je.’
‘Kan me niet schelen. Ik loop wel.’
‘Onzin. Ik pak even de auto en breng je.’
Ze vloog weg, de donkere nacht in. Maar hij volgde haar, en even later kwam zijn auto naast het trottoir tot stilstand.
‘Stap in!’ commandeerde hij.
Ze negeerde hem en liep door.
‘Je stapt nu in, al moet de politie me komen arresteren voor ontvoering!’
Ze aarzelde. Zo gek was hij wel, om het daarop aan te laten komen. ‘Vooruit, instappen!’
Bokkig zat ze naast hem. De hele rit deed ze haar mond niet open. Voor haar deur legde hij even zijn hand op de hare. Zijn stem klonk verbazend vriendelijk. ‘Welterusten, Carolyn.’
Ze antwoordde niet, stapte meteen uit en vluchtte het pad op naar de voordeur. Het was maar goed, dat hij in het donker haar gezicht niet kon zien. Want de tranen stroomden haar langs de wangen.
Shane belde de volgende morgen vroeg al.
‘Wat is er gebeurd? Die vent Jonathan verspreidde het praatje dat jij Hindon’s maitresse bent. Hilary lachte zich kapot, maar...’
‘Ach, natuurlijk is dat onzin. Jonathan was me gevolgd, en Hindon kwam gelukkig tussenbeiden. Maar je wéét toch wat ik heb gezegd, hè: Handjes thuis bij Hilary! Maar wij zagen jullie nogal intiem bezig in de gang...’
‘Maar mijn lieverdje. Je moet nou ook weer niet al teveel vragen. Als een vrouw zich zó aanbiedt! Ik heb trouwens die Jane naar huis gebracht, je weet wel, dat artistieke typetje.’
‘Nee maar. Dus eigenlijk heb ik je een dienst bewezen, hè? Door alleen naar huis te gaan.’
Ze moesten allebei lachen om hun escapades.
Maar toen ze wat later de trappen naar de ingang van de bibliotheek beklom, bedacht ze dat haar situatie hier eigenlijk onhoudbaar werd. Haar relatie met Hindon was extreem slecht. En zij werd alleen maar steeds verliefder, dat was het allerergste.
Ze had hoofdpijn. Ze was zeer op haar hoede, als ze nu maar niet Hindon meteen tegen het lijf liep, dat zou onverdraaglijk zijn. Maar hij was in geen velden of wegen te bespeuren.
Om haar gedachten af te leiden, stortte ze zich op allerlei onbenullige klusjes. Ze bekom een gammel uitziend trapje en reikte boven zich naar de rij boeken.
Achter haar hoorde ze Hindon zeggen: ‘Waar is Miss Lyle? Ik wil haar even spreken.’
Ze schrok zich een ongeluk, en overmoedig reikte ze naar een boek, dat net buiten haar bereik stond. Het trapje schoot onder haar uit, ze verloor haar evenwicht. Een doffe klap galmde door haar hoofd, en roerloos, versuft bleef ze liggen.
Richard fluisterde ontsteld: ‘Lieve help, Carolyn!’ En meteen was hij aan haar zijde. Ze probeerde bemoedigend te glimlachen, maar slaagde daar niet erg in. Ook alle anderen kwamen rondom haar staan. Richard zei: ‘Rustig maar, Carolyn, ik ga je nu optillen, dan breng ik je naar mijn kamer.’
Hij droeg haar heel voorzichtig en zorgzaam. Ze had dit niet voor mogelijk gehouden. Hij keek haar vragend aan. ‘Ik doe je toch geen pijn, hè?’ Hij moest zijn hoofd dicht naar het hare brengen om haar gefluisterd ‘Nee’ te kunnen opvangen. Ze rook de geur van aftershave.
O lieve hemel, letterlijk alles deed haar pijn, de kleinste beweging.
Roseanna maakte een hoop drukte, en fladderde maar om haar heen. Carolyn had liever, dat ze weg zou gaan. Haar hulp richtte eigenlijk niets uit, en was er voornamelijk op gericht een goede indruk op haar geliefde baas te maken. Maar Richard zag het nauwelijks, zijn volle aandacht was gericht op het nichtje van de president-commissaris, wat Roseanna ongetwijfeld stak.
Graham kwam binnen. ‘Hè, wat vervelend nou,’ mompelde hij. ‘Dat trapje had eigenlijk al jaren vervangen moeten worden.’
‘Ja maar beste man, dacht je dat ik dat niet wist. Ik heb haar oom gek gezeurd om nieuwe spullen. Het is toch belachelijk, één trap voor zo’n hele bibliotheek. Er is hier helemaal niets: geen behoorlijke garderobe, geen kantine, geen ontvangkamer, helemaal niets!’
Carolyn bewoog onrustig. Graham schoot toe. ‘Gaat het een beetje, Carolyn?’
Ze slaagde erin wat waterig te glimlachen. ‘Ja hoor.’
Gerustgesteld verliet hij de kamer.
Carolyn hief haar hand op en betastte voorzichtig haar hoofd.
‘Doet het pijn?’ vroeg Richard. ‘Ja zeker, hè. Overal beurs?’
Ze knikte bevestigend. ‘Zullen wel prachtige blauwe plekken zijn morgen.’
Hij keek wat bezorgd. ‘Zal ik niet liever de dokter bellen?’
‘Nee echt niet. Het is helemaal niets. Ik ben zo weer in orde.’ Een beetje onzeker keek ze naar hem op. ‘Mr. Hindon?’ Hij trok zijn wenkbrauwen op. ‘Toen ik viel... ik hoorde u zeggen, dat u me wilde spreken. Waarover?’
‘O ja. Ik wilde je even laten weten, dat ik van gedachten veranderd ben wat betreft die tentoonstelling over dat Boek Special. Ik kan het je toch tenminste eens laten proberen.’
‘Dat is erg vriendelijk van u.’
‘Heeft niets met vriendelijkheid van doen, meer met redelijkheid. Enthousiasme en initiatief kom je tegenwoordig al te zelden meer tegen. Dus ik vind dat je dat moet stimuleren.’
‘Zelfs wanneer het een nichtje van een hoge piet betreft?’
Hij keek haar diep in de ogen en lachte flauwtjes. ‘Ja zelfs dan.’
In het kantoortje van Roseanna rinkelde de telefoon. Hij was meteen alert. Ze hoorden de stem van het meisje, die ontsteld riep: ‘Wat? Hij komt nu naar boven?’ De hoorn werd op de haak gekiept en de sekretaresse stormde naar binnen.
‘Mr. Hindon, hij is hier. Bullman komt nu naar boven.’