25
Zoë had een bosje munt zo fijn gesneden dat het wel stof leek. Het was de finishing touch als vervanger van de cacao op de cappuccino. In plaats van koffieboontjes voegde ze een paar gepelde erwtjes toe en de parmezaanchips serveerde ze in een mandje alsof het tuiles waren. Ze vond het jammer dat ze geen foto van de soep kon maken voor haar moeder, maar ze zou het op televisie kunnen zien als alles goed ging. Met ‘als alles goed ging’ bedoelde ze natuurlijk dat zij de wedstrijd verloor.
‘Bediening!’ riep ze, zich weer op haar taak concentrerend. Het voorgerecht was nog niet weg of ze ging verder met de vis.
Het leek wel of ze uit twee personen bestond, bedacht ze. De een genoot van de uitdaging en het feit dat alles op rolletjes liep, de ander leed omdat ze wist dat ze snel iets moest laten mislukken. Gideon zou woedend zijn, maar zou uiteindelijk wel bijtrekken. Toch? Ze vroeg zich af hoe het met de andere kandidaten ging. Ze voelde bijna Chers denkbeeldige por en haar bevel dat ze snel iets fout moest doen, want anders…
De tartaar zou eraan moeten geloven. Voor de Wellingtons was het al te laat: die waren al omwikkeld met deeg, parmaham en fijngesneden champignons. Toen ze de Jenga-frieten voor de derde keer in het frituurvet liet zakken, besloot ze de biefstukjes en hamburgers te zout te maken. Dan zou ze gegarandeerd verliezen. Eén te zout stukje vlees zouden ze misschien nog door de vingers zien, maar twee van de drie niet.
Ze bedekte de hamburgers met een dun laagje Welsh Rarebit en ging er kort met de keukenbrander overheen. Vervolgens pakte ze wat zout uit de zoutpot en strooide er heel professioneel vanaf grote hoogte ruim zout op en legde toen het briochekapje erop.
De soepkopjes kwamen terug. ‘Hoe gaat het hier?’ vroeg Mike. ‘Ben je bijna klaar met je hoofdgerecht?’
‘Ja. Nog heel even.’ Ook op de biefstuk deed ze te veel zout. Ze nam een chipje van de stapel voor Mike en riep toen: ‘Bediening!’
‘Heb je niet een beetje te veel zout op die biefstuk gedaan?’ vroeg Mike. Hij beet in de parmezaanchip.
‘Chefs klagen er altijd over dat gerechten te flauw zijn,’ zei Zoë. Dat was waar, maar ze wist dat ze loog. Ze kon niet tegen Mike zeggen dat ze het had gedaan omdat ze per se niet wilde winnen.
Toen de ober de croquembouche naar de jury bracht, wist ze dat ze hem niet had kunnen verpesten omdat ze hem voor Glory’s doopfeest had gemaakt. De toren riep te veel associaties op. Opzettelijk iets fout doen was geen optie.
Ze besefte dat ze een risico had genomen. Met de gesponnen suiker, het bladgoud en al de andere dingen die fout hadden kunnen gaan, had ze haar biefstukjes en hamburgers niet te zout hoeven maken.
‘Dat leek in zeer goede aarde te vallen,’ zei Mike niet veel later. Hij gaf haar een vriendelijk klapje op de schouder. ‘Je mag nu terug naar het hotel om je om te kleden en dan word je van daaruit naar de bioscoop gebracht. Daar staat een versterkend glas champagne voor je klaar. En na de jurering is het feest.’
Zoë was ineens doodmoe. Hoewel alles goed was verlopen, was het enorm veel werk geweest. Een douche en een klein dutje was een aanlokkelijk vooruitzicht.
Een halfuur later schrok ze wakker en moest ze zich nog haasten ook. Zoë griste haar koksmuts mee – het was de bedoeling dat ze die tijdens de jurering op zouden hebben – en stopte hem in haar tas terwijl ze van haar kamer naar de wachtende taxi holde. Ze moest nog uitzoeken hoe ze hem op moest zetten om niet voor gek te lopen.
De eerste bekende die ze in de hal van de bioscoop tegen het lijf liep was Fenella. Glory lag tegen haar schouder en ze klopte haar zachtjes op haar rug.
‘Fen! Wat leuk je hier te zien.’ Zoë had de neiging Glory van haar af te pakken.
‘Zoë! Hoe ging het?’
‘O. Prima!’ Zoë zette een positief gezicht op, hoewel ze niets liever wilde dan Fenella in vertrouwen nemen. Maar dat kon niet, ze moest alleen door de zure appel heen bijten.
Na een hoop geknuffel tussen Glory en haar peettante Zoë gingen ze de bioscoopzaal in. De lichten brandden en er werd geanimeerd gepraat. Zoë vermoedde dat de zaal vol zat met vrienden en familie van de kandidaten, aangevuld met cameramensen die geen dienst hadden. Glory, die kennelijk genoeg had van het gepraat om haar heen, viel in slaap.
Cher was de volgende kandidaat die aankwam. Ze zag er fantastisch uit, met haar koksmuts scheef maar charmant op haar hoofd en haar make-up nog helemaal intact.
‘Hoe ging het?’ vroeg ze. Ze liet zich naast Zoë in de stoel ploffen.
‘O. Prima!’ Het leek haar niet verstandig om in de volle zaal tegen Cher te zeggen dat ze haar biefstukgerecht te zout had gemaakt, voor het geval iemand zou meeluisteren.
‘Jij gaat zeker niet winnen, hè?’ vroeg Cher opgewekt.
‘Wie weet!’ zei Zoë. ‘Hoe ging jouw menu?’
‘Geweldig goed. Wat heb jij geserveerd?’
Zoë vertelde het haar.
‘Soep? Heb je soep gedaan? Dat is niet echt moeilijk, hè?’
‘Nou…’
‘Dessert?’
‘Croquembouche.’ Daar zou Cher toch wel van onder de indruk zijn.
‘Wat ouderwets!’ Cher glimlachte genoegzaam. ‘Met dat menu win je nooit.’
Zoë haalde haar schouders op. Ze kon er niets van zeggen.
Becca kwam nerveus de zaal in gedrenteld. ‘Goddank, dat is achter de rug. Ik wil nooit meer onder het oog van andere mensen koken!’
‘Ach, arm kind,’ zei Cher met een schijnheilig gezicht. ‘Wat was jouw menu?’
Zoë vond het enorm technisch klinken, maar ze had vertrouwen in Becca. Ze wilde dat zij won omdat ze de beste was, en niet omdat zij, Zoë, het opzettelijk had verpest.
Shadrach leek, nog meer dan anders, te hebben gevochten met een stekelige heg. ‘Je ziet er een beetje gespannen uit,’ kirde Cher.
Hij antwoordde niet maar viel in zijn stoel en wreef met zijn hand over zijn gezicht. Waarschijnlijk had hij gedoucht na de wedstrijd maar hij zweette nog steeds.
‘Weer een concurrent minder,’ mompelde Cher tegen Zoë en Becca.
Becca wisselde een blik uit met Zoë. ‘Ze loopt over van zelfvertrouwen,’ fluisterde ze.
Uiteindelijk was het tijd voor de opnamen. Zoë’s zenuwen waren tot het uiterste gespannen. Ze was blij dat ze de eerste was. Voor haar zou de marteling eerder voorbij zijn.
De kandidaten waren het erover eens dat het vreemd was om te zien wat er met hun gerechten gebeurde nadat ze uit hun keuken waren weggedragen. De obers snelden de eetzaal in en zetten de borden voor de juryleden neer. Van het televisieprogramma zelf was maar één jurylid per kandidaat aanwezig en Zoë kreeg, bijna onvermijdelijk, leek het, Gideon toegewezen. Cher kneep in haar arm op het moment dat de camera’s op hem inzoomden.
Hij zat met de opgewekte chef-kok die Zoë vragen had gesteld over haar menu, een andere chef, twee culinair journalisten, van wie er één bekendstond om zijn kritische recensies, en een vrouw die Zoë niet kende.
Zoë keek zo ingespannen naar de gerechten dat ze er duizelig van werd. Ze was blij dat ze aldus kon voorkomen dat ze zou flauwvallen of misselijk werd, of dat haar emoties op een andere gênante manier zouden blijken.
Over het geheel genomen was ze tevreden over hoe haar erwtencappuccino eruitzag. De soep kleurde prachtig bij haar moeders koffiekopjes en de munt leek echt op cacao. Maar was haar idee niet eigenlijk één groot culinair cliché? Ze besloot van wel.
Het bleef enkele seconden angstaanjagend stil. ‘Het smaakt goed,’ zei een van de chefs. ‘Verrassend goed zelfs.’
‘Eenvoudig maar heerlijk,’ beaamde een van de journalisten. ‘Maar is soep niet een te gemakkelijke keuze voor deze wedstrijd?’
‘Laten we eens zien wat ze met deze zonnevis heeft gedaan,’ zei de eerste chef.
‘Ja,’ zei de blonde vrouw. ‘Het is een moeilijke vis, die je gemakkelijk kunt verpesten.’
De koffiekopjes werden weggehaald en vervangen door de vis. ‘Dit is goed,’ zei Gideon, hoewel het leek alsof alleen praten hem al te veel stress opleverde. Had hij iets totaal oneetbaars verwacht of hoopte hij dat Zoë van gedachten was veranderd?
‘Het is te eten,’ zei de kritische journalist. ‘Maar ik vind ook dit simpel voor deze wedstrijd. We zijn op zoek naar iemand die op Michelin-niveau kan koken.’
‘Ben je gek,’ zei Gideon nors. ‘Het is een wedstrijd voor amateurs, niet voor chefs die al jaren hun vaardigheden hebben kunnen slijpen.’
Cher boog zich naar Zoë toe. ‘Dat wordt eruit geknipt.’
Zoë zei niets.
‘Deze gerechten zijn van hoge kwaliteit,’ zei de chef. ‘Ik ben onder de indruk.’
‘De volgende gang wordt interessant,’ zei de kritische journalist. ‘Biefstuk “op drie manieren”. Dat kan niks zijn. Bladerdeeg voor de Wellington en een broodje voor de hamburger. Veel te machtig.’
‘Probeer het nou maar eerst,’ zei een van de chefs. ‘Ik vind het wel een leuk idee. Het bladerdeeg en het broodje zijn eigenhandig gemaakt van bloem en gist. Deze kandidaat beschikt over een aantal goede vaardigheden.’
Zoë was zeer tevreden over hoe haar hoofdgerecht eruitzag op het bord. Natuurlijk had ze het al eerder gezien op het kookeiland, waar ze de borden had opgemaakt en de slablaadjes had geschikt, maar om het in een restaurant op tafel te zien staan, gaf een gerecht een andere dimensie. Ze zag ertegenop de jury ervan te zien eten.
Ze begonnen allemaal aan iets anders. Gideon stortte zich op de mini-beef Wellington. ‘Ik heb het nooit zo op die “drie manieren”,’ zei hij. ‘Het geeft mij altijd het gevoel dat de chef indruk wil maken in plaats van een goede maaltijd op tafel te willen zetten.’
Zoë verloor even de moed en vergat dat hij haar gerecht niet lekker mocht vinden.
‘Het bladerdeeg is verrukkelijk,’ zei de eerste chef. ‘Het smelt in de mond.’
‘De biefstuk is goed mals maar veel te zout,’ zei de andere chef. Niettemin kauwde hij met verrassend veel smaak.
‘Ik ben niet zo’n liefhebber van kiemgroente,’ zei een van de journalisten, ‘maar ik geef toe dat het er heel mooi uitziet.’ Hij nam een chipje. ‘Heerlijke chips!’
‘Maar waarom,’ zei de andere journalist, ‘moet die biefstuk in godsnaam zo verdomde zout?’
‘En de hamburger ook,’ zei de vrouw. ‘Maar voor de rest is het perfect!’
Gideon fronste. Hij keek in de camera en even leek het alsof hij haar recht aankeek. Het kon niet anders of hij vermoedde dat ze de biefstuk met opzet te zout had gemaakt. Ze kromp ineen.
‘Chips, uitstekend…’ zei de eerste journalist. Zoë was blij dat ze er geen zes maar acht had gemaakt.
‘Laten we eens zien wat het dessert is,’ zei de eerste chef.
‘Wauw!’ zei de jury als uit één mond toen de croquembouche binnen werd gebracht. Ook vanuit het publiek klonken bewonderende kreten.
‘Heel slim,’ mompelde Cher tegen Zoë. ‘Maar behoorlijk ouderwets.’
Toen iemand achter hen Cher tot stilte maande, schoof ze verongelijkt terug in haar stoel.
‘Dit ziet er echt prachtig uit,’ zei de blonde vrouw, ‘maar als de soesjes klef zijn, stelt die hele toren niets voor.’
‘Croquembouche betekent “knispert-in-de-mond”,’ zei Gideon.
‘Alsof wij dat niet weten,’ zei een van de journalisten met een frons. Zoë vroeg zich af of ze rivalen waren.
‘Ik leg het alleen even uit voor de kijkers,’ zei Gideon.
‘O. Sorry, kerel.’
‘Nou, deze soesjes knisperen zeker in de mond,’ zei een van de chefs. ‘Zo’n heerlijk soezendeeg kom je zelden tegen.’
‘En ik ben weg van die gouden vruchten,’ zei de vrouw. ‘Flamboyant, maar het klopt wel allemaal.’
‘Deze kandidaat heeft talent voor gebak,’ zei een chef.
‘Hmm, jammer van haar onbetrouwbare smaakvermogen,’ zei de ander.
‘Wat vind jij, Gideon?’ zei de blonde vrouw. ‘Jij hebt alle gerechten van deze kandidaat geproefd…’
‘Ze heet Zoë,’ zei Gideon, en hij pauzeerde even. ‘Voor de kijkers.’
‘O, sorry,’ zei de vrouw, die nu echt op Zoë’s zenuwen begon te werken. ‘Dat was ik even vergeten. Maar heeft ze een onbetrouwbare smaak?’
Chers nagels drongen in Zoë’s arm. Het was moeilijk uit te maken wie van de twee het meest gespannen was.
‘Ik moet zeggen dat haar smaak tot aan deze ronde prima was,’ zei Gideon nadrukkelijk. Hij wist dat ze het opzettelijk had gedaan!
Er viel een stilte, waarin de journalisten nog een portie van de croquembouche namen.
‘Oké, zullen we dan nu onze cijfers noteren?’ zei de vrouw. ‘Hebben jullie allemaal je scorekaart?’
Er volgde, om technische redenen, een korte pauze tot aan de volgende kok, die de andere kandidaten aangrepen om Zoë te feliciteren. ‘Je hebt het fantastisch gedaan!’ zei Becca. ‘Ik hoop echt dat je wint.’
‘Hoop je dan niet dat je zelf wint?’ vroeg Shadrach verbaasd aan haar.
‘O, ik verwacht niet dat ik ga winnen,’ zei Becca. ‘Ik heb het lang niet zo goed gedaan.’
Cher was de volgende kok in de rij. Gideon was vervangen door Fred, het vriendelijke jurylid dat ze allemaal graag mochten. De rest van de jury was ongewijzigd.
‘Pas als alle kandidaten aan de beurt zijn geweest trekken de juryleden zich terug om te beraadslagen wie deze ronde gewonnen heeft,’ verklaarde Mike aan de zaal. ‘Maar de jury van ons programma neemt uiteindelijk de beslissing.’
Chers voorgerecht bestond uit foie gras, een sorbet en een emulsie van amandel. Het leek Zoë allemaal vreselijk ingewikkeld maar Cher kwam vol zelfvertrouwen en bekwaam over.
De jury bleef pijnlijk lang stil.
‘Heel ambitieus,’ zei een van de chefs.
De vrouw, van wie Zoë nu wist dat het Laura Matheson was, de eigenaresse van een bekende miniketen van restaurants, prikte een beetje foie gras aan haar vork, bekeek het aandachtig en stak het toen in haar mond. Ze slikte het door maar zei lange tijd niets.
De culinair journalist gooide zijn vork neer. ‘Ik weet niet hoe jullie hierover denken, maar deze sorbet smaakt naar een licht gezoete fluim.’
‘Niet zo vulgair,’ zei Laura. ‘Is dat nou nodig?’
‘Hoe weet jij trouwens hoe een fluim smaakt?’ zei een van de chefs. ‘Dit is heel knap bereid.’
De woordenwisseling ging nog even door, maar ze werden het niet eens.
‘Laten we doorgaan naar het hoofdgerecht,’ zei Fred.
‘Krijg nou wat. Schuim!’ zei de journalist die had gezegd dat de sorbet naar speeksel smaakte. ‘Ik dacht dat we daar eindelijk vanaf waren. Kennelijk niet.’
‘Je ziet schuimgerechten nog altijd op de menukaart van sterrenkoks,’ siste Cher.
Zoë begon te vermoeden dat Cher haar menu had overgenomen van een restaurant met een Michelinster. Dat was een vorm van vals spelen, maar als ze ermee wegkwam, betekende het dat ze een geweldige kok was. En eigenlijk had Zoë ook wel met haar te doen na de opmerking over de fluim, die op televisie zou worden uitgezonden.
‘De calamari is goed klaargemaakt,’ zei Laura, ‘maar aan de vulling zit weinig smaak.’
‘Pijlinktvis is moeilijk te bereiden,’ zei een van de chefs. ‘Daar wil ik haar toch mee complimenteren.’
‘Ik heb hem ontmoet,’ fluisterde Cher tegen Zoë, al weer wat optimistischer gestemd. ‘Het is een schat.’
Zoë zei niets. Zij was degene die gechanteerd werd maar zo te horen was Cher zelf prima in staat om via het bed hogerop te komen.
‘Laten we verdergaan. We zitten aan de tijd,’ zei Fred na een knikje van Laura.
‘Ik weet dat houtduif roze moet zijn,’ zei de journalist, die klaarblijkelijk geen voorstander van Chers stijl van koken was, ‘maar een goede chirurg zou deze weer tot leven kunnen wekken.’
‘Kom nou toch. En jij beweert verstand van eten te hebben? Dit is koken op zijn best!’ zei de chef die Cher kende.
‘De spruitjes zijn heel goed,’ zei Laura.
‘En nog meer foie gras,’ zei een van de chefs. ‘Heeft ze soms aandelen in een ganzenboerderij?’
‘Ik wil het dessert,’ zei de culinair journalist. ‘En het is te hopen dat het een verdomd goede appeltaart of desnoods kruimeltaart is. In elk geval iets wat voldoende tegenwicht kan bieden aan deze half rauwe liflafjes.’
Het was een kwartet van nagerechten. Ze had panna cotta, gelatinepudding, sorbet en een granita in de smaken peer en limoengras.
‘Heel verfijnde smaken,’ zei Laura.
‘Veel te verfijnd, als je het mij vraagt,’ zei de journalist na een paar piepkleine hapjes.
Cher mopperde hardop toen de jury verderging met de volgende twee kandidaten. Becca en Shadrach keken gespannen toe terwijl de jury hun gerechten testten. Zoë was ook gespannen. Ze had met opzet iets fout gedaan maar Becca en Shadrach – twee heel goede koks – hadden ieder voor zich hun kleine rampen. Straks won ze toch!
Cher, die kennelijk hetzelfde dacht, keek haar met samengeknepen ogen aan, maar door de botox wilde haar uitdrukking niet echt gemeen worden.
Nadat alle kandidaten waren geweest, volgde er een lange, zenuwslopende pauze waarin de jury beraadslaagde. Alleen het laatste gedeelte, waarin ze hun stemming bekendmaakten, zou deze avond nog bekeken worden. Niemand wist hoe lang het zou duren voordat er weer nieuws was. Cher trok Zoë aan haar arm mee naar het damestoilet.
‘Heb je tegen Gideon gezegd dat je niet mag winnen?’ vroeg ze, nadat ze had gecontroleerd of alle wc-hokjes leeg waren.
‘Ja! En ik heb met opzet veel te veel zout op mijn biefstuk en hamburger gedaan.’
‘O, was dat de bedoeling?’
‘Natuurlijk!’
‘Niet dat je anders gewonnen zou hebben. Je menu was vreselijk naïef en retro.’ Cher bekeek zichzelf in de spiegel, maar vond kennelijk dat ze er perfect uitzag.
‘Waar maak je je dan druk om?’ Zoë trok aan haar krullen en zette haar koksmuts goed.
‘Jij zou je eerder zorgen moeten maken. Als ze de verkeerde beslissing nemen…’
Zoë kon niet inschatten of Cher haar liever chanteerde dan dat ze wilde winnen. Maar ook als Zoë niet zou winnen, maakte het feit dat Cher de foto’s nog altijd had haar doodnerveus.
Er leek geen einde te komen aan het juryberaad. De aanwezigen verlieten de zaal en hingen rond, praatten en dronken wat en werden steeds zenuwachtiger.
‘Ik snap eigenlijk niet waarom ik me zo zenuwachtig maak,’ zei Becca. Ze nam een slok van haar tweede glas champagne. ‘Ik win toch niet. De andere kandidaten waren geweldig.’
‘Als je de “licht gezoete fluim” even buiten beschouwing laat,’ zei Shadrach.
‘Graag,’ zei Zoë. ‘Als ik er alleen al aan denk moet ik overgeven.’
‘En dan hoefde jij het nog niet eens op te eten!’ zei Shadrach.
‘Ach, hou toch op.’ Cher sloeg haar klauwen uit. ‘Alsof ze zo te spreken waren over jouw ingezakte soufflé. Hoe verzin je het, een bolletje ijs in een hete soufflé!’
‘Maar het smaakte blijkbaar geweldig,’ zei Zoë.
‘Het leek wel braaksel,’ zei Cher, die zich niet uit het veld liet slaan door een sarcastische opmerking van een culinair journalist.
Ten slotte werden ze teruggeroepen naar de zaal voor de uitslag van het juryberaad. De sterrenchefs, de restauranteigenaar en de culinaire journalisten waren er niet meer bij. Het waren de oorspronkelijke drie juryleden die ze kenden en, in een enkel geval, liefhadden.
‘Ik vond haar menu heel evenwichtig en zo goed als perfect,’ zei Fred, zonder dat ze wisten over wie het ging.
‘Er zaten een aantal prima gerechten bij,’ zei Gideon. ‘Zo vond ik de soufflé bijvoorbeeld geweldig.’
Zoë hikte. Was ze blij dat hij niets positiefs over haar gerechten zei? Of voelde ze zich verraden?
De discussie ging nog even door, totdat Zoë tot haar schrik en genoegen koploper leek.
‘Ik vond bijna al haar gerechten lekker en ze deed het altijd geweldig onder moeilijke omstandigheden,’ zei Fred.
De stilte die volgde was lang genoeg om Oorlog en Vrede te lezen. Toen zei Gideon: ‘Kunnen we haar die afgrijselijk zoute biefstuk vergeven?’ Hij keek uitdagend in de camera en opnieuw had Zoë het gevoel dat hij zich direct tot haar richtte. Ze wilde niets liever dan dat het voorbij was, zodat ze hem kon uitleggen dat ze echt geen andere keus had gehad. Ze vond het verschrikkelijk als hij slecht over haar dacht.
Na een al even lange stilte zei Fred: ‘Nee. Dat lijkt me niet.’
‘Dus Becca wint?’ vroeg Gideon.
De andere juryleden knikten.
Er ontstond tumult in de zaal. Cher hapte naar adem. ‘Nee… nee!’ Becca verdween in een menigte van vrienden en familie, die haar allemaal als eerste wilden feliciteren. Zoë wist nog net ‘Goed gedaan! Ik wist dat je het kon!’ uit te brengen voordat Becca werd meegetroond om geïnterviewd te worden over hoe het voelde om te winnen.
Cher keek met een chagrijnige blik naar Zoë. Ze had zichzelf weer onder controle. ‘Je zult wel opgelucht zijn.’
Zoë knikte. ‘En jij teleurgesteld. Je hebt de verkeerde kandidaat gechanteerd.’
Cher schudde haar hoofd. ‘Nee hoor. Je bent vooruitgegaan, ook al had je een totaal gedateerd menu. Je zou gewonnen hebben als je niet te veel zout op je biefstuk had gedaan.’ Haar glimlach bereikte haar ogen niet. ‘Ik heb de foto’s nog, weet je wel.’ Haar stem droop van het venijn.
Zoë keek haar even aan maar nam niet de moeite te reageren of te eisen dat ze de foto’s in haar bijzijn uit haar mobiel zou wissen. Ze wilde Cher geen excuus geven om opschudding te veroorzaken. En dus draaide ze zich om en liep naar Mike, die hen wenkte.
‘Nu gauw terug naar het hotel en omkleden voor het feest,’ zei hij.
‘Worden we weer opgemaakt?’ vroeg Cher.
‘Nee,’ zei Mike kortaf. ‘Het feest wordt niet opgenomen. Voor je make-up moet je zelf zorgen.’
Cher schudde haar goudkleurige haar naar achteren en haalde haar schouders op.