Hoofdstuk 10

Die woensdag op het middaguur was de zaak Kremer in die zin opgeschoten, dat er enkele vaststaande materiële gegevens beschikbaar waren. Van de luchtvaartmaatschappij Alitalia had Verstuyft het volgende rapport gekregen: de heer Carlos Kremer had een economy Alitalia ticket Brussel-Rome genomen met open retour en was op woensdag één april met de vlucht az 275 van 11.55 AM ver" trokken. Alleen, want op de passagierslijst was niemand te vinden die Meeganck heette. De dag daarop, twee april, was C. Meeganck met dezelfde vlucht vertrokken, maar in first class. Vincke had de secretaresse van dokter Kremer opgebeld en haar de naam van de 'assistente' gevraagd. Ze was duidelijk in paniek geweest en had hem gesmeekt niet aan de dokter te verklappen dat zij het geweest was, die de naam gegeven had. De naam was Chantal Meeganck en ze was niet ingeschreven op de personeelslast van de dokter. Hoewel ze geen enkel diploma ter zake had, assisteerde ze hem af en toe tijdens operaties. Vincke had haar niet gevraagd of de dokter andere dan professionele relaties met haar onderhield. De secretaresse had hem ook met een klein stemmetje gevraagd niet aan de dokter te verklappen dat hij het telefoongesprek naar Rome had afgeluisterd door de ear phone. Vincke had het haar beloofd en niet gevraagd waarom ze zo bang was, maar hij had al enkele vermoedens daaromtrent. De informatie die ingenieur Pattyn om half twaalf had doorgebeld, was belangrijk. Het nummer 6782420 in Rome was van de coffeebar 'La Tazza d'Oro' gelegen in de Trinita dei Monti nummer 27, niet ver van het Hassler Hotel, in dezelfde straat trouwens. Vincke kende de gekke Italiaanse gewoonte, openbare telefoons in bars en kruidenierswinkels te installeren. Het telefoongesprek met hem gisteren om vijf over halfvijf was eveneens gevoerd vanuit die bar. Vincke kon zich voorstellen hoe alles gegaan was: dokter Kremer was wel degelijk aanwezig geweest op de kamer toen de secretaresse hem had opgebeld. Hij was het hotel uitgelopen en had in plaats vanuit het Congres, vanuit de Tazza d'Oro opgebeld. Hetzelfde was gebeurd met het gesprek van vijfendertig minuten met het nummer van Chantal Meeganck in Kalmthout. Tijdstip: dinsdag 7 april om 11.20 pm.

Vincke schreef de voorlopige conclusie op zijn blocnote. 

Dinsdag 7 april: 16.23 ~ secr belt Hassler op. Meeganck antwoordt.

16.30 - Meeganck belt Mr. Lutz op vanuit Hassler.

16.35 ~ Kremer belt secr. op vanuit bar en simuleert dat hij zich op het Congres bevindt.

17.15 - Kremer belt secr. op uit Hassler om zijn aankomst in België te melden,

zo .45 — Meeganck heeft onderhoud van 45' met Mr. Lutz.

23.20 - Kremer belt Meeganck op vanuit bar. Gesprek van36'.

Kremer was dus om 16.23 ' n Hassler Hotel. Meeganck belde (in paniek?) haar (of zijn) advocaat op. Kremer gaf er de voorkeur aan vanuit een bar te bellen terwijl hij dat rustig kon doen vanuit zijn hotelkamer. Waarom?

Stond Meeganck om 16.23 op het punt naar België te vertrekken?

De Zoller op de lijn van Meeganck meldde geen enkel telefoongesprek naar buiten. Het nummer werd vijf keer opgebeld, maar M. nam niet op, terwijl ze thuis was. Was er een code met een afgesproken aantal belsignalen?

Conclusie: een reeks verdachte gedragingen. 

Al bij al was Vincke niet ontevreden. Hij zou zo vlug mogelijk proberen een 'inleidend gesprek' te hebben met dokter Kremer om het terrein af te tasten. Zijn instinct waarschuwde hem, dat hij te maken had met mensen die iets te verbergen hadden, maar die blijkbaar niets van politietechnieken afwisten. Wat hem het meest van al irriteerde, waren de vreemde vingerafdrukken op de injectiespuit en de vier lege ampullen. Van wie waren die afdrukken? Als hij dat te weten kwam, had hij een stevig materieel houvast, waarmee ze, zoals Verstuyft altijd zei, 'vooruit konden'. Hij dacht ook na over wat Goethals hem laat in de nacht had doorgebeld. Op z'n minst een nieuwe serie verdachte omstandigheden die hem eerder stukjes van een puzzle leken, die in het beste geval later in elkaar zouden passen. 'Corroboreren' zei Verstuyft de laatste tijd, onder invloed van de Engelse boeken die hij had gelezen met het oog op zijn commissarisexamen. Vincke was trots en opgetogen omdat zijn collega geslaagd was met de grootste onderscheiding. Denkend aan de Engelse teksten van Verstuyft, trok hij zijn la open en begon het boekje 'Coroner'

van Thomas T. Nogushi, dat Verstuyft bij dokter Kremer had 'gerecupereerd' te doorbladeren. Hij scheurde het volgeschreven vel van zijn blocnote en begon enkele aangestreepte passussen te noteren: 

p.  24: In any case of unusual death, it is the first duty of medical examiners to suspect murder.

p. 82: Punctures made by fine chirurgical needies, heal within hours and become invisible. Only fresh punctures can be discovered.

p. 148: When a needle is injected into a vein it causes a minute injury, and after it is healed a tiny almost microscopic indentation can be observed in the vein.

p. 164: If suicide is suspected as the cause of death, a psychological autopsy examines evidence of the victim's state of mind at the time, this helping to confirm — or disprove — that suspicion.

p. 223: Almost everyone believes it is impossible to determine whether a person has injected himself or whether someone else has inserted the needie into the vein of his arm. I believe that a forensic expert can discern the difference. Each injection has a 'signature', and it involves not only the location of the injection but also its direction. Such a signature is something that cannot be copied easily by anyone else. That's why each injection is unique. 

Vincke herlas de genoteerde passussen en keek met een glazige blik voor zich uit. Bij ervaring wist hij wat dergelijke aanwijzingen waard waren. Als ze niet onlosmakelijk konden verbonden worden met zekere vaststaande feiten, waren ze niet veel meer dan een wapen dat zich tegen de onderzoekers kon keren. Tijdens pleidooien in de Raadkamer maakten handige advocaten van dergelijke aanwijzingen brandhout en menige ervaren substituut was over deze zogenaamde voorkook-werkwijze gestruikeld. Vincke besloot wijselijk het boekje plus zijn notities voorlopig op te bergen en het alleen boven water te halen als hij er iets mee kon bereiken. Toen het in de la stak, kreeg hij opeens een inval. Hij belde professor Abbeloos op in de afdeling Gerechtelijke Geneeskunde van de universiteit en vroeg hem of het waar was dat elke naaldprik van een injectie kon geïdentificeerd worden op grond van een soort handtekening, zoals op pagina 239 van het boekje van Nogushi te lezen stond. Abbeloos begon hartelijk te lachen. 'Ik ken die vogel,' zei hij, 'en ik heb veel plezier beleefd aan de lectuur van zijn aberraties. Hij schrijft gewoon sensatieboekjes met pseudo-wetenschappelijke allures, die hij blockbusters noemt. Hij heeft nog een tweede boekje geschreven, maar dat is uitsluitend narcistisch zelfbeklag, omdat enkele verstandige mensen hem opeens doorkregen en hem hebben gewipt, maar die charlatan heeft op het hoogtepunt van zijn carrière wèl de chance gehad enkele beroemde lijken te mogen behandelen zoals Sharon Tate en Marilyn Monroe en zo, hahaha. U moet het lezen, meneer Vincke, het is adembenemende lectuur. Als u wilt, leen ik het u.'

'Dank u wel, professor,' antwoordde Vincke cryptisch.

'Is het in verband met de zaak Kremer?' informeerde Abbeloos.

'Jawel. Hebt u al nieuws over het toxicologisch onderzoek?'

'Meneer Vincke,' zei Abbeloos gemaakt verontwaardigd, 'hebt u al ooit geweten, dat ik informatie achterhield?'

'Zo bedoelde ik het niet, professor.'

'Ik stuur een ijlbode, ' zei Abbeloos en stootte een schor lachje uit. 'Veel succes, meneer Vincke.'

Abbeloos hing op.

Vincke leunde achterover en was enkele minuten niet in staat aan iets te denken. Om een onnaspeurbare reden - en dit kwam steeds vaker voor - verloor hij in één seconde alle interesse voor de zaak. Hij keek op zijn horloge en belde de verhoorkamer op waar Verstuyft bezig was een hold-upaffaire te ontwarren. De daders waren professionals en lieten dus alleen los wat niet meer vast te houden was.

'Geen goesting om een stukske te gaan ete in de "Wagon Wheel"?' vroeg Vincke in het Antwerps.

'Ge komt just op tijd, want ik heb er hier mijnen buik meer dan vol van,' zei Verstuyft.

'Wat ge zegt.'

'Kom ik of komt gij ?'

'Ik kom.'