4

Het politiebureau van Knoxville was gehuisvest in een gebouw van grijs beton en bruine bakstenen, en van een vooralsnog niet te bepalen bouwjaar, eind jaren zestig, begin jaren zeventig, zoiets. De hoogtijdagen van de ‘stadsvernieuwing’, toen complete huizenblokken tegen de vlakte gingen om ruimte te maken voor parkeerplaatsen en harde, zakelijke blokkendozen. Vanwege de locatie, op een steenworp afstand van de goedkope woonwijken van de stad, bespaarde de politie de stad jaarlijks waarschijnlijk duizenden dollars aan benzinekosten.

Terwijl Art en ik de balie passeerden, zocht ik naar Gunderson, de brigadier met wie ik eerder die dag nog even wat had gedold, maar zijn dienst zat er blijkbaar op, want de balie werd nu bemand door een jonge Latijns-Amerikaanse vrouw. Ze zwaaide naar Art, keek mij en mijn koelbox eventjes onderzoekend aan en drukte op een knop die voor ons de liftdeur opende.

Jarenlang was het lab voor vingerafdrukken in de kelder ondergebracht geweest, maar tegenwoordig was het op de eerste verdieping gevestigd. Art knikte naar een tafelblad, wat ik opvatte als een teken om de koelbox daar neer te zetten. Goed geraden, zo bleek, want hij deed het deksel open en trok het zakje met de penis tevoorschijn.

‘Ga je hem besproeien?’ vroeg ik. Ik wist niet veel van vingerafdrukken, maar wel dat Art patent had op een apparaatje waarmee je superlijm kon laten vernevelen, waarna de nevel zich vervolgens aan latente vingerafdrukken hechtte, ongeacht het voorwerp, en alle kringeltjes en cirkeltjes strak wit deed afsteken.

‘Nee,’ antwoordde hij. ‘Voor deze gebruik ik leuko-kristalviolet. Dat is beter zichtbaar dan superlijm. Het reageert chemisch op bloed, indien aanwezig. De hemoglobine werkt zelfs als een katalysator tussen het violet en de waterstofperoxide, die samen een felpaarse kleur opleveren. Zelfs als het bloed op het lid van ons slachtoffer een stuk vager was geweest, dan nog zou het resultaat navenant zijn.’

Hij liep naar een kastje met flessen, doosjes en zakjes en pakte een bruin plastic flesje met gewoon waterstofperoxide en een flesje met een heldere oplossing. In een klein bekerglas mengde hij vijftig cc leuko-kristalviolet – hooguit een gram of veertig – met tweehonderd cc waterstofperoxide. Ten slotte liet hij langs het glas een langwerpig, capsulevormig voorwerp in het mengsel glijden.

‘Wat is dat?’ vroeg ik. ‘Het magische ingrediënt?’

‘Bijna. Het magnetische roerstaafje.’ Hij plaatste het bekerglas op een rond metalen schijfje boven op een apparaatje en draaide aan een knop aan de voorzijde. Het roerstaafje begon te roteren. Eerst langzaam en daarna steeds sneller terwijl hij de knop verder opendraaide. ‘Werkt ook prima om drankjes mee te mixen. Zolang je maar onthoudt dat je er geen ijs mee fijn kunt malen.’ Hij schonk de inhoud in een plastic flesje met een verstuiver, richtte het mondstuk in een gootsteen en pompte een paar keer om de verstuiver te vullen. ‘Goed. Laten we deze jongen hier eens nader bestuderen.’

Uit een doosje op de tafel nam hij een paar latexhandschoenen, pakte daarna een tang van een blad, opende het zakje en reikte met de tang naar binnen om de penis te pakken. ‘Wil je die lamp even voor me aanknippen?’ vroeg hij, en hij gebaarde met de penis in de tang naar een grote loep waaromheen een ronde tl-lamp was gemonteerd. Ik drukte op de rode knop op de voet en de lamp knipperde aan. ‘Ik neem aan dat we niet weten hoe groot dit geval was toen de afdruk erop werd achtergelaten, toch? Ik bedoel, het maakt nogal een verschil of een ballon al dan niet gevuld is als er een versiering op wordt aangebracht.’ Zelf had ik daar nog niet bij stilgestaan, maar in dit bijzondere geval leek grootte wel degelijk iets uit te maken.

‘Ik zou het eigenlijk niet weten,’ antwoordde ik. ‘Tenminste, niemand zei iets over een foto of een aantekening over de grootte op het moment van amputatie.’

Aandachtig bestudeerde hij de afdruk. ‘Hm, deze lijkt ongeveer net zo groot als de afdruk van mijn eigen duim,’ constateerde hij. ‘Niet dat er verdere overeenkomsten zijn, overigens. De arme drommel verkeerde niet in staat van opwinding, lijkt mij, tenzij de amputeerder uiterst sluw te werk is gegaan.’

‘Als ik iemand met een slagersmes naar mijn private delen zou zien wijzen, zou ik die zo snel mogelijk willen laten verschrompelen, lijkt mij.’

Art lachte. ‘Tja. Ik herinner me dat ik zelf ook een paar keer een dergelijke terugtrekkende beweging heb gemaakt. Als jochie plaste ik ooit door een schuifraam naar buiten, toen opeens het raam omlaag klapte. Het was op het randje, om maar te zwijgen van de natte troep die moest worden opgeruimd. Later, ik was toen negentien, was ik in Mississippi op bezoek bij mijn vriendin op de campus, toen ze net was gaan studeren. We hadden elkaar al geen twee maanden meer gezien, en eindelijk ging het dan gebeuren. Precies op het moment suprème bescheen een zaklantaarn door de ruit van de auto mijn fiere mannelijkheid. Mijn eerste en uiterst vernederende kennismaking met de arm der wet.’

Hij draaide de penis en bestudeerde de eikel. ‘Jammer dat deze meneer besneden was. Stel dat zijn voorhuid nog intact was, wie weet had er dan nog genoeg vocht onder gezeten dat we met een wattenstaafje op speeksel en aanwijzingen voor recente seksuele contacten konden onderzoeken. Bij een paar andere moordzaken hebben we op die manier bij de slachtoffers dna -overeenkomsten verkregen. Ze liggen nu stijf in hun graf, maar met hun apparaat intact.’

Met deze woorden liep hij met de penis en de verstuiver naar een afzuigkap. Hij trapte op een voetschakelaar, waarna het licht aanfloepte en de ventilator begon te draaien. Vervolgens begon hij de penis voorzichtig te bestuiven. Bijna onmiddellijk kleurde de schacht van het afgesneden orgaan felpaars, een ogenblik later verscheen de lichte, roodbruine tint van de afdruk, op tweeënhalve centimeter van het uiteinde. Art benevelde de gehele omtrek. Al snel tekenden zich meerdere afdrukken af, zo-even nog weinig meer dan wat vage vlekjes. ‘Moet je eens kijken,’ zei Art. ‘We hebben een complete set. Hij had hem behoorlijk stevig vast toen hij hem er afsneed. Je hebt de duim, bovenop en het dichtst bij de basis, en een rij vingerafdrukken langs de zijkant. Zie je de pink, hier vlak achter de eikel?’

‘Krijg nou wat,’ zei ik. ‘Stel dat de afdrukken van deze meneer in een dossier zitten, ben jij dan in staat om de overeenkomst aan te tonen?’

‘Bill, als de vingerafdrukken van deze meneer bekend zijn, kun jíj dat zelfs. Deze zijn net zo maagdelijk als die van een stagiair op de personeelsafdeling boven.’

‘Dus van alle politieambtenaren zijn de vingerafdrukken bekend?’

Hij knikte. ‘Die zetten we in het afis , het automatische identificatiesysteem. Dus als we ze aantreffen op een plaats delict, dan weten we dat dit komt doordat deze agenten daar hun werk deden, en niet omdat ze de dader zijn. In theorie, in elk geval.’

‘Bevat het systeem verder nog niet-criminelen?’

‘Zeker. Soldaten en brandweerlieden. Soms helpt het bij het identificeren van een lichaam als het gezicht onherkenbaar is verminkt. Tegenwoordig denkt iedereen dat het allemaal met dna gebeurt, maar vingerafdrukken zijn nog altijd een stuk sneller en goedkoper.’

‘En wie nog meer?’

‘Wapenbezitters,’ was het antwoord. ‘En ook leraren en kinderverzorgers, om te kijken of ze in het verleden geen seksmisdrijven hebben begaan.’

Hij haalde de penis onder de afzuigkap vandaan en legde hem op een stukje tissue op de tafel. Met een tweede tissuetje depte hij het orgaan droog. ‘Ik denk dat de beste manier om deze afdrukken vast te leggen, is om ze plat te drukken onder een stuk glas en ze te fotograferen.’

‘Je hecht ze niet aan tape?’ vroeg ik.

‘Leuko-kristalviolet hecht lang niet zo goed als poeder,’ antwoordde hij. ‘Fotograferen moet op zich prima lukken. Bovendien hebben we ook nog de originele afdrukken: hup, de kleine pielemaus in de vriezer en hij kan nog jaren mee. Ik kan bijna niet wachten om hem aan de jury in de rechtszaal te laten zien.’

‘Nou, ik ben blij dat ik hem in jouw capabele handen mag achterlaten,’ zei ik. ‘Maar schrijf wel even een bonnetje, want anders geeft Jess Carter me ervan langs omdat ze haar penis kwijt is.’

‘Jess? Valt ze nog steeds in als lijkschouwer?’ Ik knikte bevestigend. ‘Nou, als dat het geval is, dan neem ik aan dat Jess in no-time een nieuwe bij de hand heeft, als ze dat wil.’

‘Ik denk dat als ze dit hoorde, ze wellicht de jouwe ter hand zou nemen, met mes en al.’

‘Daar twijfel ik niet aan. Ze is niet voor de poes, zeker weten. Je moet een flinke cowboy zijn om haar te mennen. Eentje met ballen, of eentje die levensmoe is.’ Ter onderstreping wees hij naar mij, met de paarsgevlekte penis nog altijd tussen zijn tang geklemd.

‘Hmmm,’ mompelde ik.

Wat ik verzweeg, was dat Jess over een paar uur bij me voor de deur zou staan voor een drankje en een steak. In de lift, en bij het verlaten van het politiebureau, spookte Arts opmerking nog steeds door mijn hoofd en ik vroeg me af wie het vanavond op wie zou hebben voorzien. Ik vond Jess intrigerend, bewonderenswaardig en opwindend. Ze was slim, vakbekwaam, zelfverzekerd en grappig, en bovendien zag ze er ook nog eens goed uit: golvend kastanjebruin haar, groene ogen, klein, maar sportief gebouwd. Ze had alleen iets intimiderends. Ik had al jaren geen serieus contact meer met vrouwen, en alleen al de gedachte aan daten maakte me nerveus. In concrete dan wel lichamelijke zin – Jess Carter, een dame die zich niets liet aanleunen – leek het hele vooruitzicht zelfs hachelijk. Niet in de zin dat ik niet voor haar durfde te koken toen ze dat voorstelde, maar wel hachelijk genoeg om in elk geval bij de les te blijven. En volgens Miranda, ook niet een van de domste, werd het misschien weleens tijd dat een vrouw me bij de les hield.

Macaber complot / druk 1
titlepage.xhtml
macaber_complot_split_0.xhtml
macaber_complot_split_1.xhtml
macaber_complot_split_2.xhtml
macaber_complot_split_3.xhtml
macaber_complot_split_4.xhtml
macaber_complot_split_5.xhtml
macaber_complot_split_6.xhtml
macaber_complot_split_7.xhtml
macaber_complot_split_8.xhtml
macaber_complot_split_9.xhtml
macaber_complot_split_10.xhtml
macaber_complot_split_11.xhtml
macaber_complot_split_12.xhtml
macaber_complot_split_13.xhtml
macaber_complot_split_14.xhtml
macaber_complot_split_15.xhtml
macaber_complot_split_16.xhtml
macaber_complot_split_17.xhtml
macaber_complot_split_18.xhtml
macaber_complot_split_19.xhtml
macaber_complot_split_20.xhtml
macaber_complot_split_21.xhtml
macaber_complot_split_22.xhtml
macaber_complot_split_23.xhtml
macaber_complot_split_24.xhtml
macaber_complot_split_25.xhtml
macaber_complot_split_26.xhtml
macaber_complot_split_27.xhtml
macaber_complot_split_28.xhtml
macaber_complot_split_29.xhtml
macaber_complot_split_30.xhtml
macaber_complot_split_31.xhtml
macaber_complot_split_32.xhtml
macaber_complot_split_33.xhtml
macaber_complot_split_34.xhtml
macaber_complot_split_35.xhtml
macaber_complot_split_36.xhtml
macaber_complot_split_37.xhtml
macaber_complot_split_38.xhtml
macaber_complot_split_39.xhtml
macaber_complot_split_40.xhtml
macaber_complot_split_41.xhtml
macaber_complot_split_42.xhtml
macaber_complot_split_43.xhtml
macaber_complot_split_44.xhtml
macaber_complot_split_45.xhtml
macaber_complot_split_46.xhtml
macaber_complot_split_47.xhtml
macaber_complot_split_48.xhtml