38
Ik lunchte in de buitenlucht aan een picknicktafeltje in Tyson Park, een lange groenstrook met bomen, vlak bij de universiteit, en was net bezig met het verorberen van een bij een drive through-saladbar gekochte sandwich toen mijn mobieltje ging. burton devriess nv , meldde mijn displaytje. Ik nam op en was blij verrast de stem van Chloe te horen in plaats van die van Burt. ‘Dr. Brockton?’ Maar mijn zeepbel spatte al meteen uiteen. ‘Meneer DeVriess wil met u praten. Kunt u even blijven hangen, dan verbind ik u door.’
‘Tuurlijk, Chloe,’ zuchtte ik, ‘hoewel ik liever jou aan de lijn heb.’
‘Maar hij wil u spreken. Ik hoop dat het een beetje goed gaat met u?’
‘Ik ben nog steeds een vrij man, dus het had erger kunnen zijn.’
‘Zo mag ik het horen. Hier komt meneer DeVriess.’
Ik bleef hangen. Dat laatste gebeurde vaak de laatste tijd, meestal aan de rand van de afgrond. ‘Bill? Met Burt. Hoe is het?’
‘Vraag me dat aan het eind van het gesprek nog maar eens. Wat is er?’
‘Kun je vanmiddag langskomen? Ik wil twee bewijsstukken doornemen waarop we zijn gestuit.’
‘Wat voor bewijs?’
‘Positief bewijs, en negatief bewijs. Welke wil je het eerst horen?’
‘Ach, doe eerst maar het slechte nieuws.’
‘Het is een bewijsstuk waarmee de aanklager driftig zal gaan zwaaien. Het is de videoband van de bewakingscamera op het dak van het Medical Center.’
‘De camera die inzoomde op het hek van de Bodyfarm.’
‘Precies. Zo’n drie uur voordat je het alarmnummer belde, filmde die camera een voertuig dat verdomd veel op jouw pick-up lijkt, en via de poort het terrein opreed.’
‘Laat me herhalen wat ik Evers al heb gezegd: gewoon onmogelijk. Ik was daar niet. Ik zweer het je, ik was daar niet.’
‘Hoe dan ook, ik heb een kopie bekeken en ik moet zeggen, als het de jouwe niet is, dan lijkt het bijna een imitatie. Kan iemand hem die nacht misschien hebben geleend zonder dat je het wist?’
‘Ik denk het niet,’ antwoordde ik. ‘Overdag staat hij meestal op de oprit en ’s avonds zet ik hem in de garage. En de garagedeur maakt nogal herrie als je hem opent. Ik weet bijna zeker dat ik wakker zou zijn geworden.’
‘Hmm. Ik weet niet of het verstandig is om dit in de getuigenbank te berde te brengen. Afijn, ik heb een audio- en video-expert geregeld die de originele band gaat bestuderen om te kijken of er redenen zijn er vraagtekens bij te zetten. Misschien wel goed als jij daar ook bij bent.’
‘Ik zou hem graag willen bekijken,’ zei ik. ‘Ik kan gewoon niet geloven hoe grondig de kaarten tegen me in stelling worden gebracht. En het goede nieuws? Levenslang zonder voorwaardelijk, in plaats van de doodstraf?’
‘Ha,’ riep hij, en hij lachte zowaar even. ‘Ben blij dat je je gevoel voor humor nog niet kwijt bent. Nee, het is iets positiever dan dat. Iets wat we kunnen gebruiken om gerede twijfel te zaaien in de hoofden van de jury.’
‘O? Vertel op.’
‘Het zijn de voicemails die Jess ontving nadat ze op tv was verschenen toen ze het voor jou en de evolutieleer opnam,’ vertelde hij.
‘Van die vent die dreigde haar allerlei nare dingen aan te doen? Het verbaast me dat ze die niet meteen heeft gewist.’
‘Misschien leek het haar toch verstandiger ze nog even te bewaren, mocht hij haar blijven lastigvallen,’ zei Burt. ‘Zodat ze tegenover de telefoonmaatschappij kon bewijzen dat dit niet zomaar wat geintjes van een paar kwajongens waren.’
‘Hoe dan ook, ik ben blij dat ze die heeft bewaard,’ zei ik.
‘Ik ook,’ vond Burt. ‘De expert die ik heb geregeld, zou in staat moeten zijn om jouw stem te vergelijken met die op de voicemails en kunnen vaststellen dat jij niet achter die dreigtelefoontjes zit.’ Hij zweeg even. ‘Bill, er is toch geen reden dat we daarvan af zouden moeten zien, hè?’
Ik had een momentje nodig om de achterliggende implicatie te vatten. ‘Jezus, Burt, natuurlijk niet. Ik heb die telefoontjes niet gepleegd.’
‘Ik wilde er gewoon even zeker van zijn. Ik heb ze beluisterd. Die stem lijkt niet op de jouwe, en ook zijn manier van praten is heel anders. Het is nogal heftig: sadistische, seksueel georiënteerde bedreigingen, en ook wat behoorlijk zieke doodsbedreigingen. Als ik in de jury zat en ik hoorde een of andere griezel haar zo bedreigen, dan zou ik echt betwijfelen of dit afkomstig was van die rustige dr. Brockton.’
‘Je denkt dat de jury denkt zoals jij?’ vroeg ik.
‘Nee zeg, absoluut niet. Niemand denkt zoals ik. Maar ik ben wel in staat om als een jury te denken als het moet.’
‘Laten we hopen dat jouw kristallen bol je wat dit betreft niet in de steek laat.’
‘Het is een selffulfilling prophecy: ik zaai eerst wat twijfel en ga die daarna eens flink bemesten.’
Ik had Grease al vaak genoeg in actie gezien om te weten wat hij bedoelde, en hoe bekwaam hij daarin was. ‘Bemesten, hoe? Met een paar vrachtladingen bullshit?’
‘Doc, nu kwets je me toch echt,’ klonk het. ‘Mijn bullshit is zo ongelofelijk rijk van samenstelling, daar heb je niet meer dan een schepje van nodig.’
Nu was het mijn beurt om te lachen. ‘Hoe laat verwacht je jouw expert?’
‘Om twee uur. Komt jou dat uit?’
‘Wat moet ik anders doen? Als docent ben ik geschorst en sinds mijn arrestatie heeft de politie me niet bepaald overladen met forensische zaken.’
‘Verdomd kortzichtig van die lui,’ was Burts oordeel. ‘Ik zie je om twee uur.’
De twee uren daarop gleden tergend langzaam voorbij. Uiteindelijk kon ik niet langer wachten en reed ik om kwart over een naar het kantoor van DeVriess. Na zelfs de omweg rondom de universiteitscampus te hebben genomen, reed ik toch nog zo’n twintig minuten te vroeg de parkeergarage van de Riverview Tower in. Nou, jammer dan, dacht ik bij mezelf. In het ergste geval zal ik wat langer in de wachtkamer moeten zitten. En of je nu daar zit, of elders, maakt niet uit. Misschien wel beter, eigenlijk: Chloe is altijd aardig voor me.
Terwijl ik in de lift stapte en op de knop voor DeVriess’ verdieping drukte, viel mijn oog op een tengere man die een grote kist op wieltjes mijn kant op duwde. Je hoefde geen geleerde te zijn om te weten dat hij de trap niet zou nemen, en dus hield ik de liftdeur voor hem open. De kist, of eigenlijk twee kisten boven op elkaar, bonkte over de drempel de liftcabine in. ‘Dank u,’ zei de man. Hij hijgde en transpireerde, en oogde te tenger om een bezorger te kunnen zijn. Aan zijn overhemd en stropdas te zien leek hij eerder een of andere deskundige. Het feit dat het een nepdasje was, deed bij mij het vermoeden rijzen dat de stevige zwarte kisten computerspullen of iets dergelijks moesten bevatten.
‘U hebt heel wat spullen bij u,’ zei ik.
‘Ja. Weegt een stuk zwaarder dan ik zelf weeg. En ook de vliegtickets zijn een stuk duurder dan de mijne, gezien alle boetes voor overgewicht.’
‘Computerspullen?’
‘Bijna,’ was het antwoord. ‘Audio- en videoapparatuur. Plus een computer.’ Dat verklaarde waarom hij even op het liftpaneel had gekeken, maar geen knop had ingedrukt: hij moest naar dezelfde verdieping als ik. Ik stond op het punt mezelf aan hem voor te stellen, maar wist opeens even geen correcte manier te bedenken. ‘Hallo, ik ben Bill Brockton, moordverdachte’? Of anders misschien: ‘Goh, ik hoop maar dat u goed genoeg bent om me te redden van de elektrische stoel’? In plaats daarvan besloot ik mijn aandacht op hém te richten. ‘Waar gebruikt u dat voor?’
‘Ik hou me bezig met forensische audiovisuele analyse.’
‘Zoals het opwaarderen van opnames?’
‘Zelf gebruik ik dat woord liever niet in de rechtszaal,’ zei hij. ‘Zo lijkt het net alsof ik er iets aan toevoeg. Maar wat ik eigenlijk doe, is dingen juist weghalen: achtergrondgeluiden, ruis en andere storende signalen wegfilteren om een zo helder mogelijk beeld en geluid te krijgen.’
‘Hoe groot is zo’n verschil?’
‘Het zal u verbaasd doen staan. Of misschien wel teleurstellen, als u vaak naar csi kijkt. In dat soort series lijkt video-analyse op tovenarij: ze pakken wat slechte, wazige beelden, zoomen in met een factor tien en opeens zien we een haarscherp beeld. In het echte leven werkt het toch anders: als je begint met een slechte camera en een versleten tape, dan kun je nooit met een perfect resultaat eindigen. Maar de tv doet mensen het tegengestelde geloven.’
‘Ik geloof dat ze dat het csi -effect noemen, zo heb ik weleens gehoord,’ zei ik.
‘Precies. De kijkers, de jury’s, verwachten nu wonderen van de wetsdienaren. Ze denken allemaal dat deze superdeluxe instanttechniek die een of andere scriptschrijver uit zijn duim heeft gezogen werkelijk bestaat. En als een aanklager niet in staat is om met iets dergelijks in de rechtszaal op de proppen te komen, hebben ze de neiging het bewijs te negeren.’
‘En de verdediging?’ vroeg ik.
‘Grappig,’ zei hij. ‘Op tv zijn het bijna altijd de aanklagers en de politie die de konijnen uit de hoge hightech-hoed toveren, en dus verwacht de jury meer toeters en bellen van hen dan van de verdediging.’
Het gaf me enige troost.
Bij Burts verdieping aangekomen, stopte de lift. Ik hield de knop van de liftdeur ingedrukt terwijl mijn medepassagier zijn spullen met een bonk over de drempel manoeuvreerde. Daarna wrong ik me langs hem heen zodat ik de deur naar Burts kantoorsuite voor hem kon openhouden. ‘Dank u,’ zei hij. ‘Heel vriendelijk van u.’
‘Misschien dat u in de toekomst nog iets voor mij kunt betekenen,’ zei ik met een glimlach.
Chloe leek verbijsterd nu ze me samen met de video-expert binnen zag komen. ‘Jee, hallo, dr. Brockton. U bent vroeg.’
‘Weet ik,’ reageerde ik. ‘En kijk eens wie ik in de buurt van Gay Street aantrof?’ Ze keek even niet-begrijpend. ‘Grapje, Chloe. We belandden toevallig samen in de lift.’
Haar opluchting was bijna voelbaar. ‘Hallo, u bent vast meneer Thomas,’ zei ze. ‘Welkom in Knoxville. Ik ben Chloe Matthews, assistente van meneer DeVriess. Ik hoop dat u een goede vlucht hebt gehad?’
‘Prima,’ antwoordde hij. ‘We hebben een aardig tijdje boven Atlanta gecirkeld. Er hing een zware onweersbui, en alle vliegtuigen moesten wachten, dus was het prettig om eersteklas te vliegen.’ Ik trok even een wenkbrauw op naar Chloe, maar ze negeerde me. ‘En ik had net genoeg tijd om over te stappen op de vlucht naar Knoxville,’ vertelde meneer Thomas verder. ‘Gelukkig hebben ook mijn spullen de weg naar hier weten te vinden, want anders zouden jullie weinig aan me hebben.’
‘En u hebt al kennisgemaakt met dr. Brockton,’ stelde ze vast.
‘Niet helemaal,’ zei ik. ‘In de lift hadden we het over tv versus de praktijk.’
‘O, laat me u dan even aan elkaar voorstellen,’ zei ze. ‘Dr. Brockton, dit is Owen Thomas, onze audiovisuele expert. Meneer Thomas, dit is dr. Bill Brockton. Hij is...’ stamelde ze.
‘... de reden van uw komst hier,’ maakte ik de zin af.
‘Een beroemd forensisch wetenschapper, wilde ik zeggen!’ verbeterde ze me.
Ik glimlachte. ‘Chloe, in liegen ben je niet erg bedreven. Meneer Thomas, ik word beschuldigd van een misdrijf. Een moord zelfs. De aanklager beweert dat op videobanden van een bewakingscamera te zien is dat ik met mijn pick-up het lichaam naar de plek rijd waar het later werd aangetroffen. Ik hoop dat u kunt aantonen dat ze het bij het verkeerde eind hebben.’
Owen Thomas keek wat ongemakkelijk en ik kon het hem niet kwalijk nemen. ‘Ik zal mijn best doen om de beelden helder te krijgen,’ zei hij. ‘Wat we zien, is wat erop staat, meer niet. Zoals ik meneer DeVriess al heb verteld, beschouw ik mezelf niet in dienst van de aanklager dan wel de verdediging, maar als iemand die helderheid moet verschaffen over de feiten.’
‘Helemaal mee eens,’ zei ik. ‘Zo denk ik er ook over, weet u, als ik zelf tenminste niet terechtsta voor moord. Als forensisch antropoloog word ik meestal gebeld door de aanklager, maar nog niet zo lang geleden getuigde ik voor Grea... meneer DeVriess, en hielp hem daarmee een onschuldige vrij te pleiten van moord. Ik hoop dat hij dat nu ook weer voor elkaar krijgt.’
Burt DeVriess verscheen om de hoek van de gang en beende de receptie in. ‘Zo, zitten jullie een beetje zonder mij te vergaderen?’ Hij schudde mijn hand en stelde zich aan Owen Thomas voor.
‘Laten we naar de vergaderkamer gaan,’ stelde hij voor. ‘Da’s beter dan mijn werkkamer. Daar is het veel te licht om die videoband goed te kunnen bekijken.’
De vergaderkamer bevond zich aan de andere kant van de gang, tegenover Burts werkkamer. Het was een binnenruimte zonder ramen, met uitzondering van een matglazen wand ter afscheiding van de gang, die Burts handelsmerk vormde. Erdoorheen viel nog aardig wat daglicht, maar hij liet wat jaloezieën zakken. ‘Donker genoeg zo?’
‘O, meer dan genoeg,’ antwoordde Owen Thomas. Burt knipte een paar art-decomuurlampjes aan en de ruimte kreeg iets high design -achtigs, waarbij zelfs het lichtpatroon een sculptuur leek. Gezien de Bentley, het eersteklasvliegticket en deze ambiance bekroop me het vermoeden dat mijn voorschot van twintigduizend dollar waarschijnlijk pas de eerste aanbetaling was.
‘Hoe lang hebt u nodig om de boel op te stellen?’ vroeg Burt.
‘Zeven minuutjes,’ antwoordde Owen Thomas. Dus toch een nerd, zoals zijn nepdasje al verried.
‘Goed, dan zijn we zo terug. Bill, loop even met me mee, dan gaan we het eens over onze strategie hebben.’ Ik volgde hem naar zijn werkkamer, waar de rij ramen een regenfront onthulde dat als een grijze, ondoordringbare muur over het rivierkanaal naderde. Het slokte de spoorbrug op, daarna de gracieuze bogen van de brug op Henley Street en ook de felgroene binten van de brug op Gay Street, de favoriete plek voor Knoxvilles suïcidalen.
Als betoverd keek ik toe terwijl het regenfront de rivier, de oevers en zelfs het stadscentrum leek weg te gummen. Het was alsof de grijze wolken de rand van de aarde markeerden. Opeens werd de kantoortoren gegeseld door vlagen regen. De kracht van het water en de windvlagen deden de ramen trillen. Ik deed een stap naar achteren, in de richting van de deur. ‘Knijp je hem nooit, hier, als het zo tekeergaat?’
Op het moment dat Burt uit het raam keek, schoot een bliksemschicht over de heuvels langs de verre oever van de rivier. Een glimlach deed zijn gezicht rimpelen en ik kon hem de seconden horen tellen: ‘één-Mississippi, twee-Mississippi, drie-Mississippi, vier-Mississippi’, totdat de donderslag de ramen deed schudden. ‘Neuh,’ antwoordde hij. ‘Ik ben gek op stormen. Ik wou dat ik wat van die natuurkracht in een flesje kon stoppen, voor in de rechtszaal.’
‘Volgens mij doe je dat ook,’ zei ik. ‘Tijdens die paar kruisverhoren die je me afnam, vloog mijn haar bijna in de fik.’
‘Kom op, doc. Ik heb je in de getuigenbank altijd met zijden handschoentjes aangepakt.’
‘Dan was jij de ijzeren vuist die daarin zat.’
Hij glimlachte en schudde zijn hoofd. ‘Kijk maar wat ik met een paar van onze getuigen van plan ben. Dan zul je pas beseffen hoe omzichtig ik jou heb aangepakt.’
‘Dus op wie heb je het voorzien? Weet je al wie door de aanklager zullen worden opgeroepen?’
‘Een paar namen, niet allemaal. Ze zullen vooral Evers naar voren schuiven. Meestal presteert hij goed in de rechtszaal. Hij is grondig, ziet er goed uit – dat is belangrijk, geloof het of niet – en hij laat zich niet snel van zijn stuk brengen. Dan zullen ze nog een paar haar- en vezeldeskundigen laten vertellen over de vondst van jouw haar in het huis, en in het bed van dr. Carter. En haar bloed en de plukjes haar op de lakens uit jouw huis.’ Die lakens voelden nog steeds als een nachtmerrie waaruit ik maar niet kon ontwaken. ‘Wat voor ons, denk ik, het nadeligst zal zijn, is dr. Garlands getuigenverklaring over de autopsie. Jess heeft heel wat moeten doorstaan voordat ze overleed, en de jury zal eropuit zijn om iemand daarvoor te laten boeten.’
‘En ik ben hun enige keus.’
‘Helaas wel, ja,’ stelde hij vast. ‘In deze voer je een campagne zonder oppositie.’
‘Dus hoe vechten we terug? Jezus, als ik in die jury zat, zou ik waarschijnlijk mezelf schuldig verklaren.’
‘We laten de zaken onbetwist die we niet kunnen weerleggen en we zetten onze tanden in de rest. We laten onbetwist dat haarplukjes en vezels afkomstig van jou zijn aangetroffen in haar bed en dat jouw sperma in haar vagina is gevonden.’
‘Maar dat staat volkomen los van haar dood,’ protesteerde ik. ‘Dat was een nacht van pure...’ Ik zweeg. Het zou te goedkoop, te banaal hebben geklonken, als een gedrukt zinnetje op een valentijnskaart.
‘Ze hoeven alleen maar de schijn te wekken dat die twee zaken wél iets met elkaar te maken hebben,’ doceerde Burt. ‘Zij beschouwen het misdrijf als een toneelstuk met drie bedrijven: in het eerste bedrijf heb je iets met haar, in het tweede laat ze je vallen voor haar ex, in het derde vermoord je haar in een vlaag van jaloerse razernij. Allemaal heel simpel, en bij een jury valt zoiets goed. De officier van justitie zal de nadruk leggen op de bewijslast die deze versie van de gebeurtenissen lijkt te schragen. Door een deel van die bewijslast tijdens het pleidooi van de aanklager niet aan te vechten, zal die dus minder benadrukt worden, en dus voor de jury minder zwaar wegen.’
‘En zodra wij aan de beurt zijn?’
‘Als wij aan de beurt zijn, zullen we met een veelvoud van theorieën komen, verwijzend naar andere figuren die van dr. Carter af wilden: haar ex, familieleden van verdachten die dankzij haar toedoen achter slot en grendel verdwenen, de predikant of wie het ook was die haar die nare voicemails stuurde. Jongen, zodra wij klaar zijn, zal de jury zich zelfs afvragen of het niet de rechter of de officier van justitie is geweest. Onthoud, het is niet aan ons om de dader te ontmaskeren; wij hoeven alleen gerede twijfel te zaaien dat jij het bent geweest.’ Hij keek op zijn horloge, een Europees ogend geval dat waarschijnlijk de helft van mijn voorschot had gekost. ‘Oké, laten we eens kijken of die videomeneer zijn drieduizend dollar per dag waard is.’
‘Drieduizend per dag?’ piepte ik. ‘Jezus, dat is tweemaal zoveel als wat ik jou factureerde om Eddie Meacham vrij te pleiten.’
Hij glimlachte. ‘En de helft van wat ik jou factureer. Je hebt gelijk, het is inderdaad een behoorlijk bedrag.’ Zijn intercom piepte. ‘Ja, Chloe?’
‘Er is een agent, hier,’ zei ze. Ik moet een angstig gezicht hebben getrokken, want ik zag dat Grease een kalmerend gebaar naar me maakte.
‘Verzoek hem even plaats te nemen en zeg dat we hem te woord zullen staan zodra we klaar zijn met het analyseren van de videoband.’ Nadat Chloe de verbinding had verbroken, beantwoordde hij de vraag die van mijn gezicht viel af te lezen. ‘Hij heeft de band van de bewakingscamera bezorgd. De politie vertrouwde mij die band niet toe, wil je dat geloven?’
Ik lachte. ‘Nou, ik moet mijn mening over de politie van Knoxville behoorlijk bijstellen, in positieve zin.’
Hij stak zijn tong naar me uit – niet echt een gebaar dat je van een peperdure advocaat in een krijtstreep verwacht – en ging me door de gang voor naar de vergaderkamer.
Daar was de helft van de tafel inmiddels ingenomen door apparatuur. Ik zag een Panasonic-videorecorder en een computertoetsenbord, maar dat bleek met een uit de kluiten gewassen tv te zijn verbonden. Dat gold ook voor een rank, verticaal apparaatje ongeveer ter grootte van een ingebonden boek. Aan de achterzijde van de behuizing van geborsteld aluminium ontsproot een kluwen van draadjes. avid mojo , zo luidde de naam van het geval. Ook stond er een microfoon op een standaard.
‘Laten we voordat we de band bekijken eerst een stemopname van de doctor maken,’ opperde Burt. Owen knikte.
‘Wat voor stemopname?’ vroeg ik.
‘We beschikken over de dreigementen op de voicemail van dr. Carter,’ legde Grease uit. ‘We willen het aannemelijk maken dat degene die deze boodschappen insprak, ook degene zou kunnen zijn die haar vermoordde. En daarom hebben we nu een opname van jouw stem nodig, met dezelfde tekst, dezelfde woorden, zodat we jou van de lijst kunnen schrappen. Voor een jury zal dit behoorlijk zwaar moeten wegen.’
Hij knikte even naar Owen, die het eerste bericht afspeelde, de ene ranzige bedreiging na de andere. Jess had al gezegd dat het nogal plastisch was, maar de details had ze me bespaard. ‘Dit krijg ik echt niet uit mijn strot,’ zei ik.
‘Je zult wel moeten,’ zei Burt. ‘We moeten appels met appels vergelijken: jouw stem die dezelfde woorden uitspreekt, met dezelfde intonatie, hetzelfde tempo. Maak je geen zorgen, we zullen dit niet in de rechtszaal afspelen.’
‘Is er een kans dat de aanklagers daarom kunnen vragen?’
‘Dan zou ik meteen zwaar protest aantekenen. Ik denk dat ik zoiets kan tegenhouden. Het zou immers irrelevant zijn en tot vooroordelen kunnen leiden.’
‘Ik voel me hier echt niet gemakkelijk bij,’ zei ik.
‘Je zou je een stuk ongemakkelijker voelen als de jury instemt met een negatief vonnis, doc. Bovendien kunnen deze berichten ons in de richting van de ware dader sturen. Door aan te tonen dat jij deze dreigementen niet hebt ingesproken, kunnen we de politie misschien stimuleren om andere theorieën te onderzoeken.’
Ik was er nog steeds niet blij mee, maar ik deed wat van me werd gevraagd. Elk bericht vereiste meerdere pogingen van mijn kant – ik struikelde over sommige woorden en zinsdelen, zó weerzinwekkend waren ze – maar uiteindelijk lukte het me. De eerste berichten waren een litanie van seksuele perversiteiten, de laatste waren ontaarde, vrouwvijandige doodsbedreigingen. ‘Bah,’ zei ik toen ik eindelijk klaar was. ‘Zoals ik me nu voel, zou ik mezelf het liefst willen onderdompelen in een bad met ontsmettingsmiddel. Ik moet er niet aan denken hoe Jess zich gevoeld moet hebben.’
Owen had met een strak gezicht naar zijn computerscherm gestaard, maar ook hij leek opgelucht dat we deze weerzinwekkende taak achter de rug hadden. Hij sloot het programma af waarmee hij mijn stem had opgenomen, trok de microfoon los en rolde netjes het snoertje op. ‘Goed, dat was dat,’ zei hij. ‘Laten we nu eens bekijken wat er op de videoband te zien valt.’
DeVriess drukte op een intercomknopje van een telefoontoestel dat gevaarlijk dicht naar de rand van de tafel was geschoven. ‘Chloe, wil jij die agent even naar de vergaderkamer begeleiden? Dank je.’ Daarna keek hij Owen aan. ‘Vertel eens iets over dit systeem.’ Zijn ogen gleden naar het nepdasje. ‘Even in het kort, graag.’
Mocht Owen zich beledigd hebben gevoeld, dan liet hij daar in elk geval niets van merken. ‘Dit is een kant-en-klaarsysteem dat dTective heet,’ legde hij uit. ‘Gemaakt door Ocean Systems. Ze gaan uit van een Avid video-editingsysteem – waar ook de meeste tv-programma’s op gemonteerd worden – en ontwikkelen hard- en software die speciaal is toegespitst op forensisch werk. Er zijn al meer dan duizend van deze systemen verkocht aan politieafdelingen in heel de VS, onder andere aan de politie hier in Knoxville. De meeste daarvan zijn desktop- of rackmount -systemen. Deze hier noemen ze de kofferversie. Zelf noem ik hem “de herniabezorger”.’ Hij had dus een zeker gevoel voor humor. Fijn om te weten.
Chloe verscheen in de deuropening en liet een geüniformeerde agent binnen die een videoband bij zich had. Owen stak zijn hand uit om het doosje aan te nemen, waarop de agent de wenkbrauwen fronste en hem met tegenzin de videoband overhandigde.
Owen trok het doosje open en bestudeerde de inhoud. ‘Dit is dus de originele band?’
‘Ja,’ antwoordde Burt alsof de agent lucht was. ‘U moest eens weten wat voor moeite ik heb moeten doen om hem te bemachtigen. De officier van justitie en de politie bleven maar volhouden dat een kopie net zo goed was. Ik vertelde hun dat de oorspronkelijke band toch het beste bewijs was, en ik heb hen er nog eens op gewezen dat we juridisch gezien recht hebben op het beste bewijsmateriaal.’
Hij knikte. ‘Absoluut. En dat zal ik u zo meteen laten zien.’ Hij klikte met de muis, en het scherm lichtte op. Ik had verwacht dat er een tv-achtig beeld door het oog van de bewakingscamera te zien zou zijn, maar in plaats daarvan keek ik naar een gewoon Windows-scherm, net als op mijn eigen computer, behalve dan dat hier heel wat meer icoontjes op te zien waren dan het handjevol op de mijne, en waarvan ik de meeste bovendien niet herkende. Hij klikte er een aan, en het scherm vulde zich met een reeks dikke horizontale lijnen, een paar donkere cirkels die een beetje op een kaart van de nachtelijke hemel leken, en een rechthoekje. Daarna stak hij een hand uit, en Burt gaf hem het doosje. Hij nam de band eruit, keek even naar de zijkant en fronste. Met de nagel van een duim verwijderde hij vervolgens een klein zwart lipje.
‘Hé!’ blafte de agent, ‘waar bent u verdomme mee bezig?’
‘Dat is het opnamelipje,’ legde Owen uit. ‘Als je er zeker van wilt zijn dat de tape niet per ongeluk wordt gewist of wordt overgespeeld, dan moet dit lipje worden verwijderd. Uw collega had dat al meteen moeten doen toen hij de band ontving.’ Hij duwde de band in de recorder en drukte de afspeeltoets in. Het venstertje op zijn computerscherm kleurde blauw en er waren cijfers te zien, net als wanneer ik thuis een band in de recorder liet glijden. Vervolgens verschenen de eerste opnamen, een reeks van ogenschijnlijk los van elkaar staande beelden die allemaal achter elkaar voorbijflitsten. Maar al na een paar seconden ontwaarde ik een patroon. De beelden kwamen nu in vaste volgorde voorbij. Ik herkende ziekenhuisingangen, parkeergarages en – de meest opvallende – de ingang van de Bodyfarm. Het was alsof willekeurige bladzijden uit wel tien verschillende boeken tot één exemplaar bijeen waren gebonden en je voortdurend tien, twaalf bladzijden verder moest bladeren om de draad van het verhaal weer op te pakken. Plotseling flitste mijn pick-up een paar keer voorbij en mijn hand schoot naar de pauzetoets. Maar Owen boog zich naar me toe en sloeg mijn hand weg.
‘Afblijven,’ commandeerde hij. ‘Af-blijven.’ De agent greep me bij de arm en trok me een meter naar achteren.
‘Ik wilde hem alleen maar bij de pick-up stopzetten,’ verweerde ik me.
‘Laat de knoppen met rust,’ beval Owen. ‘Elke keer als je een band stopt of weer laat draaien, beschadig je hem. Doe dat vaak genoeg en je hebt uiteindelijk alleen maar sneeuw.’ Hij keek even Burts kant op. ‘Wat dus een van de redenen is dat ik het vervelend vind als er cliënten bij aanwezig zijn. Ze maken het altijd een stuk lastiger.’
‘Het spijt me,’ zei ik. ‘Het zal niet meer gebeuren, ik beloof het. Ik wist het gewoon niet.’
‘Oké,’ klonk het met tegenzin, en vervolgens iets toegeeflijker: ‘Oké, maar denk eraan, u bent voorwaardelijk vrij.’ Het klonk alsof ik toch niet de gang op zou worden gestuurd.
‘Nou,’ reageerde ik, ‘da’s in elk geval een stuk beter dan de dodencel.’
Hij grinnikte even, en Burt schoot in de lach. De agent fronste de wenkbrauwen. ‘Over een minuutje zullen we de beelden een voor een kunnen bekijken,’ legde Owen uit. ‘Maar eerst bekijk ik gewoon de band om alles te optimaliseren. Dan gaan we digitaliseren, opslaan op de harde schijf van de computer, en daarna kunnen we de band net zo vaak stilzetten en verder laten spelen als we maar willen, zonder dat het schadelijk is. Duidelijk?’
‘Duidelijk,’ herhaalde ik. ‘Sorry.’
‘Mocht het u interesseren, de politie begaat deze fout voortdurend,’ zei hij met een verontschuldigende blik naar de agent. ‘Ze spoelen door naar het moment waarop een misdrijf plaatsvindt – een gewapende winkeloverval of een bankroof – en dan begint het afspelen, terugspoelen, beeldje voor beeldje, waarna de band in de rechtszaal opeens niet meer te gebruiken valt. Ik speel de band twee, hooguit drie keer af zonder die ook maar ergens te stoppen.’
Terwijl hij verder praatte en de beelden langsflitsten, hanteerde hij met een geoefende hand de muis, en de cursor schoot van het ene pulldown-menu naar het andere. Ondertussen zag ik kleine veranderingen in de voorbijschietende beelden ontstaan: donkere beelden werden lichter, vage objecten verdwenen naar de achtergrond en een paar van de kleuren leken te vervagen terwijl juist de details in zwart-wit werden verscherpt. Na een paar minuten veranderden de donkere, nachtelijke beelden in zonovergoten plaatjes en zag ik politieauto’s en geüniformeerde agenten op de Bodyfarm. Owen keek Burt aan: ‘Is dit het eind van de reeks?’ Burt knikte, waarna Owen de stoptoets indrukte, de band terugspoelde naar het begin en de afspeeltoets weer indrukte.
‘Hoe kunnen we uit deze warboel iets concreets destilleren?’ vroeg ik terwijl de beelden opnieuw de revue passeerden. ‘Het lijkt wel of ze een hele stoet camera’s met slechts één recorder hebben verbonden.’
‘Dat is dus precies het geval,’ bevestigde hij. ‘Dat noemen ze “multiplexen”. Zo spaar je een hoop geld uit aan recorders en bandmateriaal. Idealiter zou je voor elke camera een aparte band moeten laten meelopen waarna je ze allemaal archiveert. Maar dan zit je uiteindelijk met zo’n zeventigduizend banden per jaar.’
‘Dat zijn er heel wat,’ moest ik erkennen.
‘Een videocamera schiet dertig beeldjes per seconde en het lijkt erop dat ze daar zestien camera’s hebben. Dus in dit systeem pikt elke camera één beeldje per halve seconde. Geen slecht compromis.’
‘Maar het is één grote warboel,’ zei ik.
‘Geduld, mijn vriend. In dTective zit iets wat “Deplex” heet, die demultiplext de beelden, scheidt ze van elkaar, alsof je een touw ontrafelt en je uiteindelijk de afzonderlijke strengen overhoudt. Op die manier kunnen we de beelden van elke camera uiteindelijk afzonderlijk bekijken.’
Nadat hij de nachtbeelden in hun geheel op de harddisk had opgenomen, spoelde hij de band opnieuw terug, liet hem uit het apparaat schuiven, borg hem weer op in het doosje en gaf hem aan de agent. ‘Zo, we zijn klaar, hartelijk bedankt.’ De agent knikte, en aarzelde even, bijna alsof hij hoopte dat hij erbij mocht blijven, maar hij draaide zich ten slotte om en verdween.
‘U bent klaar?’ vroeg ik. ‘Maar we hebben nog helemaal niets bekeken.’
‘Ik bedoelde alleen te zeggen dat ik klaar ben met het digitaliseren,’ legde Owen uit. ‘Nu gaan we met deze digitale kopie aan de slag. En als er ondertussen iets vreselijk misgaat, dan verliezen we alleen maar een kopietje, niet het origineel.’
‘Waarom werkt de camerabeveiliging van de universiteit nog altijd met videobanden,’ vroeg ik, ‘als je je bedenkt dat je zelfs met homevideocamera’s al op geheugenkaarten en harddrives kunt opnemen?’
‘Opslagruimte en beeldkwaliteit,’ was het antwoord. ‘Een uur aan beeld zou neerkomen op 72 gigabyte aan opslagruimte. Vermenigvuldig dat met 24 per dag, dertigmaal per maand en al snel zul je een supercomputer nodig hebben om dat allemaal op te slaan. Door de beelden te comprimeren kun je ruimte winnen, maar daarmee gaan er wel details verloren. Om even een niet-technische vergelijking te maken, de beeldkwaliteit vervalt, zeg maar, van een print op glossy fotopapier naar een krantenfoto, die, als je er goed naar kijkt, eigenlijk weinig meer is dan een korrelige verzameling puntjes. Inderdaad worden steeds meer bewakingssystemen digitaal,’ gaf hij toe, ‘maar bijna alle grote casino’s van Las Vegas – waar miljoenen aan de beveiliging wordt besteed – geven nog steeds de voorkeur aan band.’ Hij klikte nog wat, en op het scherm verschenen zestien beeldjes op postzegelformaat. ‘Goed. Dit zijn de zestien cameraposities, door de deplexer van elkaar gescheiden. Het lijkt erop dat wij camera negen moeten hebben.’ Hij klikte op de thumbnail waarop de ingang van de Bodyfarm te zien was, badend in het schijnsel van de lantaarns op het parkeerterrein, waarna het beeld groter werd, tot het ongeveer het halve scherm vulde.
Hij scrolde de band verder, en terwijl een paar auto’s langs de rand van het beeld schoten, stelde ik vast dat de deplexer inderdaad de beelden bij elkaar had gezocht die bij deze camera hoorden. ‘Niet te geloven,’ zei ik. ‘Hoe doet ie dat?’
Owen keek me over zijn schouder aan. ‘Daar hebben we een beetje een nerdachtige technische term voor,’ antwoordde hij met een nerveus glimlachje. ‘We noemen het “magie”.’
Plotseling verscheen er een pick-up in beeld die behoedzaam het hek van de Bodyfarm naderde. Daar wachtte hij even en terwijl ik de zijkant van de auto bekeek – een bronskleurige General Motors pick-up met een bijpassende huif – voelde ik de bodem onder mijn voeten wegzakken. ‘Godsamme,’ hijgde ik geschrokken. ‘Hoe is dit in hemelsnaam...’ Evers had me verteld dat op de band mijn pick-up te zien was, maar tot op dit moment had ik durven hopen dat hij abuis was.
Het bestuurdersportier ging open en alle drie bogen we ons naar het scherm. De sfeer in de kamer was net zo geladen als het onweer buiten, en mijn hart bonkte nu zo hevig in mijn keel dat ik het bijna achter op mijn tong kon voelen. Zou ik zo meteen mijn eigen gezicht in beeld zien? Inmiddels ging ik daar al min of meer van uit.
Maar in plaats daarvan kreeg ik helemaal geen gezicht te zien. De man, het leek tenminste een man, droeg een petje dat diep over zijn ogen was getrokken. Verder een donkere broek en een lichtkleurig overhemd. Hij hield zijn hoofd in een vreemde hoek omlaag. ‘Stop even,’ zei ik, en ik zoog het beeld in me op. ‘Hij wéét het,’ zei ik. ‘Hij weet dat er een camera is. Hij weet zelfs waar die hangt. Kijk hoe hij de hele tijd zijn gezicht afgewend houdt.’
De constatering wond me op. Voor het eerst sinds de dood van Jess voelde ik een lichte verschuiving; ik had iets om mee aan de slag te gaan, een piepklein stukje van de puzzel. Ik was niet langer puur machteloos. ‘Klootzak,’ siste ik tegen de man die Jess had vermoord en mij ervoor wilde laten opdraaien. ‘Zielig stuk verdriet, ik zal je krijgen.’
Met mijn wijsvinger gaf ik Owen kordaat een seintje dat hij de band weer verder kon laten lopen. De man liep naar het hek en rommelde wat met het slot. Daarna zwaaide hij het hek een dikke halve meter open en liep naar de houten binnenpoort. ‘Hij heeft sleutels,’ constateerde ik. ‘Die klootzak heeft een sleutelbos. Wie ís die vent, verdomme!’ In gedachten liep ik het lijstje met namen af van de mannen die sinds het slot voor de laatste keer was vervangen, een paar jaar geleden, een sleutel van het terrein hadden ontvangen. Dat waren er slechts een handjevol: een paar faculteitsmedewerkers en een stuk of vijf promovendi, en het leek ondenkbaar dat een van hen Jess kon hebben vermoord en dit mij in de schoenen wilde schuiven.
Opeens schoot me iets te binnen. Het voelde als een elektrische schok. ‘Spoel terug, spoel terug,’ zei ik haastig. ‘Laat me het nog even terugzien.’ Ditmaal was ik niet uit op het gezicht, maar op borsten, heupen, een vrouwelijk loopje. Zaten we hier naar Miranda te kijken? Ze had de sleutels van het terrein en zelfs die van mijn pick-up, en een paar maanden geleden had ze op een dag een beetje jaloers geleken op Jess. Was die jaloezie verworden tot iets veel sinisters? Ik kon het niet geloven, maar ik kon ook niet om de mogelijkheid heen. Terwijl ik het silhouet en het loopje van de bestuurder bestudeerde, moest ik tot mijn opluchting en schaamte vaststellen dat dit duidelijk een man was.
‘Wat is er?’ vroeg Burt. ‘Zag je iets?’
‘Nee,’ antwoordde ik. ‘Ik was er even bang voor, maar ik heb me vergist.’
De man klom weer in de auto en reed achteruit weg uit beeld. ‘Waar gaat hij heen?’ vroeg Burt.
‘Hij staat te dicht bij het hek,’ antwoordde ik. ‘Hij moet eerst even achteruit, want anders krijgt hij het hek niet open. Zelf zou ik die fout nooit maken.’ En Miranda ook niet, die kende dat hek wel.
‘Mooi,’ zei Burt. ‘Ik zal je daar tijdens mijn kruisverhoor zeker naar vragen.’
‘Maar zal de aanklager dan niet tegenwerpen dat ik dit juist expres deed om de indruk te wekken dat het een ander moest zijn geweest?’
‘Misschien,’ antwoordde hij, ‘maar als je slim genoeg bent om opzettelijk zo stom te handelen, zou je dan niet ook slim genoeg moeten zijn om niet met je eigen auto daar te verschijnen?’
‘Ho even,’ lachte ik. ‘Je hebt me nu al in de war gebracht.’
Hij glimlachte en maakte een kleine buiging. ‘Verwarring, mijn vriend, is slechts een hink-stap-sprong verwijderd van gerede twijfel.’
De man verscheen weer in beeld, nu lopend maar wederom met het hoofd omlaag en iets naar rechts kijkend, weg van de camera. Hij zwaaide het hek naar buiten en de houten poortdeur naar binnen toe open, stapte de pick-up weer in en reed voorzichtig naar binnen. Daarna sloot de houten poort zich weer achter hem. Burt wees op de tijdklok, rechtsbovenin: 05.03 uur. ‘Slim,’ vond Burt. ‘Zo vroeg dat er nog geen hond op straat is.’
‘En in het ziekenhuis begint de ochtenddienst pas om zeven uur,’ voegde ik eraan toe.
‘En toch weer vroeg genoeg om de bewaker achter het scherm de indruk te geven dat die vreemde dr. Brockton vandaag wel erg vroeg uit de veren is. Die jongens weten toch allemaal hoe je pick-up eruitziet?’
‘Reken maar,’ antwoordde ik. ‘Ze hebben me daar al honderden keren naar binnen zien rijden. Man, ik heb zo’n beetje de hele campus- en ziekenhuisbeveiliging over het terrein rondgereden.’
‘En op een of andere manier weet deze meneer dat,’ zei Burt. ‘Weet hij dat ze je auto zullen herkennen.’
Owen scrolde weer wat verder, totdat de man de houten poort weer opende en naar buiten reed. Ditmaal reed hij ver genoeg om ruimte over te houden om ook het hek te sluiten. Terwijl hij beide ingangen afsloot, bekeek ik de pick-up wat aandachtiger. Ditmaal stond hij een beetje opzij, in de richting van het parkeerterrein en met de neus wat omlaag, waardoor het dak wat beter zichtbaar was. ‘Krijg nou wat,’ mompelde ik. ‘Stop!’
‘Wat?’ vroeg Burt.
‘Kijk eens naar dat dak.’
‘Wat is daarmee?’
‘Wat is die donkere vlek?’
Owen klikte met de muis, maakte het beeld wat lichter en maakte het tweemaal zo groot. ‘Het is een schuifdak.’
Ik lachte en schaterde het uit. Volkomen hysterisch.
‘Wat is er zo grappig?’ vroeg Burt.
‘Mijn pick-up... hééft... helemaal geen... schuifdak!’ hijgde ik.
‘Zeker weten?’
‘Nou en of ik dat zeker weet. Het was een optie, maar wel eentje van vijfhonderd dollar, en ik zat gewoon te veel op de centen.’
Burt, Owen en ik gaven elkaar een high five.
‘Man, ik voel me opeens een heel stuk beter,’ sprak ik opgelucht.
‘Ik ook,’ reageerde Burt. ‘Nu gelóóf ik je zelfs.’
‘Eerst niet dan? Je wekte anders niet die indruk.’
‘Het is een vorm van beleefdheid,’ legde hij uit. ‘Mijn cliënten beweren altijd onschuldig te zijn. Ik doe altijd alsof ik hen geloof. Maar weinigen vertellen de waarheid.’ Hij keek me recht in de ogen. ‘Doc, ik waardeer het echt dat jij een van die uitzonderingen bent.’
Owen schraapte zijn keel. ‘Zijn we klaar met de emoties? Zullen we dan nu de rest bekijken?’
‘Prima,’ zei ik. ‘Laten we eens zien wat er verder nog te ontdekken valt.’ Ik voelde dat de opwinding zich meester van me maakte, dezelfde opwinding die ik vaak voel op een plaats delict en ik in ontbindend vlees en beschadigde botten aanwijzingen begin te ontdekken.
We werden beloond met nog eens een handjevol details waarmee de bewering van de aanklager dat dit mijn pick-up was, duidelijk kon worden weerlegd. Deze wielen hadden vijf spaken; de mijne, zo wist ik, want ik had er onlangs een moeten laten vervangen, hadden er zes. Eén koplamp scheen in een rare rechtse hoek omlaag. ‘Dat is mooi,’ zei Owen. ‘Het lichtpatroon van koplampen is net zo uniek als vingerafdrukken. En tenzij de uwe er net zo bijstaan, is dit heel overtuigend bewijs. Als we een pick-up kunnen vinden met een dergelijk patroon, dan zitten we gebeiteld.’
‘En zelfs als ons dat niet lukt,’ vulde Burt aan, ‘dan kunnen we docs eigen pick-up ’s nachts op diezelfde plek filmen en aantonen hoe de lichtbundels afwijken, nietwaar? En ook aantonen dat hij geen schuifdak heeft?’
‘Klopt,’ antwoordde Owen. ‘Dit zal de jury verpletteren. Jury’s zijn dol op dit soort dingen. Dit kan bijna tippen aan csi .’
Ik misgunde hem zijn drieduizend dollar per dag niet langer. Hij had het zojuist meer dan verdiend, zo leek me. Sterker nog, hij had het hele bedrag dat ik tot dusver aan Burt DeVriess kwijt was volledig waargemaakt. ‘Ga je nu Evers en de aanklager inlichten of bewaar je het tot in de rechtszaal?’ vroeg ik Burt.
‘Om precies te zijn zal ik een verzoek tot seponeren indienen zodra ik Toms verslag binnen heb. De pers zal even op onze hand zijn, maar de rechter zal de zaak niet seponeren. Te veel bewijsmateriaal. Geen enkele normale rechter zal een zaak willen seponeren tegen iemand wiens bed doordrenkt was met het bloed van zijn dode geliefde.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Jammer dat die lakens niet zomaar in het niets zijn verdwenen.’
‘Ik speel het volgens de regels,’ zei ik en opeens schoot me iets te binnen. ‘Maar dat wist die vent ook. Daar rekende hij op: dat ik dus de politie zou bellen nadat ik die lakens had aangetroffen. Zo gaf hij me de strop waarmee ik mezelf zou verhangen, wist hij.’
‘Daarmee weten we dan weer wat meer over hem,’ stelde Burt vast. ‘Wie weet schiet je in de kleine uurtjes opeens een naam te binnen. En misschien dat Evers ditmaal een wat vriendelijker gesprekje met ons wil voeren. Wie weet gaat hij eens nadenken over andere mogelijke daders, zal hij zijn net wat verder uitwerpen.’
Burt gaf Owen een klap op de schouder. Die schrok hevig, ofwel vanwege de kracht waarmee het gebeurde, dan wel vanwege het vrijpostige karakter ervan. ‘Goed, ik denk dat we voor vandaag wel klaar zijn,’ zei Burt. ‘Hoe snel kan ik uw rapport ontvangen?’
‘Ik schrijf het uit in het vliegtuig en dan e-mail ik het vanavond naar u. Is dat snel genoeg?’
‘Ja, dat is prima. Dank u. Chloe zal contact met u opnemen zodra de procesdatum bekend is. Ondertussen ga ik aan dat gerechtelijk verzoek werken.’ Terwijl Owen Thomas de vergaderruimte verliet, trok Burt met een harde ruk de jaloezieën omhoog, en het licht viel met bakken naar binnen; het zuivere, heldere zonlicht dat meestal op een hevige lentebui volgt. Ik vatte het op als een goed voorteken.