Dankwoord
Als ik talent heb, is dat zuiver een genadegave. Daarom dank aan mijn hemelse Vader.
Verder dank aan de volgende mensen: mijn neef Jackie Grobler en mijn zoon Jan-Jan, die voor mij de hand wisten te leggen op een aantal onverkrijgbare boeken; mijn broer Johan Moerdyk, voor zijn kennis van het wapentuig en de gevechtsstrategieën in de Tweede Wereldoorlog; opnieuw Jan-Jan, die samen met mij door Oost-Europa heeft gereisd en zich met mij in Auschwitz heeft gewaagd; mijn goede vriend Werner Schellack (Van der Merwe) voor zijn prachtige boek over de Duitse weeskinderen; Elize, Helene, Madeleine en Jan-Jan voor hun schaafwerk aan het manuscript.
Mijn speciale dank gaat uit naar mijn gezin en naar mijn vrienden de Meintjes, die zelfs in de vakantie mijn geschrijf moesten verdragen, en naar mijn moeder, Alida Moerdyk, die mij vanaf mijn kindertijd verzekerd heeft dat ik kon schrijven. Mijn grootste dank gaat uit naar mijn man Jan, die mij altijd weer steunt en aanmoedigt. En van me houdt.
Irma Joubert