11

'Hoe is het met ze?' vroeg Kelby toen hij over de pier naar haar toe liep. 'Is Pete nog boos?'

'Niet zo erg meer.' Melis gaf de emmer met vis aan Manuel en liep terug naar Kelby. 'Hij is gekalmeerd sinds we hem zijn speeltjes hebben gegeven.'

'Ja, ik heb hem met een daarvan zien spelen toen ik vanochtend langskwam. Interessant.'

'Ik wist niet dat je hier bent geweest.'

'Jij was op de markt om vis voor Pete en Susie te halen.'

'Met Nicholas vlak naast me. Hij kon het niet waarderen dat hij kilo's stinkende vis terug moest dragen naar de tank. Hij zei dat hij het niet erg vond om bodyguard te zijn, maar dat het beneden zijn waardigheid was om als lastdier voor Pete en Susie te fungeren.'

'Het is goed voor hem.' Hij overhandigde haar de boodschappentas van canvas die hij bij zich had. 'Een revolver, zoals verzocht. Het is een achtendertig. Weet je ermee om te gaan?'

Ze knikte. 'Kemal heeft het me geleerd. Hij zei dat als ik mezelf kon verdedigen, dat de beste therapie was die hij me kon bieden.'

'Ik begin een hogere dunk te krijgen van jouw Kemal.'

'Dat moet je ook. Hij is een geweldige man.'

'Nou, zo dol ben ik nou ook weer niet op hem. Ik begin vaag iets van jaloezie te voelen.'

Ze keek hem vol ongeloof aan.

'Ik weet het. Het verbaast mij ook.' Hij keek neer op Pete in de tank. 'Ik moet echt gerustgesteld worden. Ga je mee naar het schip om dat te doen?'

Hun lichamen ineengestrengeld, gekromd, in beweging. Ze voelde een golf van hitte door zich heen gaan bij de herinnering. 'Jij hebt geen geruststelling nodig. Bij onze eerste ontmoeting vond ik al dat je meer zelfvertrouwen had dan iedereen die ik ooit had ontmoet.'

'Je hebt gelijk.' Hij grinnikte. 'Ik dacht alleen, als de gewetenloze man die ik ben, dat ik je weer in de koffer zou kunnen krijgen als je medelijden met me kreeg.'

'Dan dacht je verkeerd. Ik heb helemaal geen medelijden met je, en ik moet bij de dolfijnen blijven. Er komen vanmiddag twee nieuwe studenten en die wil ik ontmoeten.'

'Oké.' Hij glimlachte zwakjes. 'God verhoede dat ik zou willen wedijveren met Pete en Susie.' Hij draaide zich om en begon over de steiger te lopen. 'Als je nog van gedachten verandert, ik ben op de Trina.'

Ze keek hem na toen hij van haar wegwandelde. God, hij was mooi. Zo mooi als de dolfijnen. Hij zou het vreselijk vinden als ze dat tegen hem zei. Hij was een en al slanke, compacte kracht, net zo stevig geworteld in de aarde als de dolfijnen in de zee. Verbleekte jeans omsloten gespierde dijen, kuiten en billen die keihard waren. Er ging weer een golf van hitte door haar heen, sterker, intenser. O, shit.

De pot op met dat wachten op die jongens. Ze kwam later wel terug. Ze liep de steiger op, Kelby achterna. Ze zou na afloop wel terugkomen.

'Je vrijt met me en dan sta je op en loopt de deur uit.' Kelby keek vanuit het bed loom toe terwijl ze zich aankleedde. 'Ik voel me zo gebruikt.'

'Dat ben je ook.' Ze glimlachte. 'Enige malen. Je hebt erom gevraagd en je hebt het gekregen.'

'En ik zou niet dankbaarder kunnen zijn. Tenzij je weer in Led kwam en het nog eens deed.'

Ze keek even uit het raam. Het schemerde nog niet, maar wel bijna.

'Ik moet terug naar de dolfijnen. Heb jij niets belangrijks te doen?'

'Dat heb ik net gedaan.' Zijn glimlach verflauwde. 'Je weet toch dat je nogal een wonder bent, hè?'

'Natuurlijk. Ik ben slim en ik ben gezond en ik weet hoe ik dolfijns moet spreken... soms.'

'En je geeft meer dan elke vrouw die ik ooit heb ontmoet, en dat is op zichzelf al een wonder.'

'Gezien mijn achtergrond,' ze maakte de laatste knoopjes van haar shirt dicht, 'vind ik het zelf ook nogal een wonder. Ik had nooit verwacht dat ik zo wellustig zou zijn. Ik had niets van dit alles ooit verwacht.'

'Ik ben verpletterd.' Hij zweeg even. 'Waarom dan?'

'Ik weet het niet. Misschien is alles wat Carolyn me geleerd heeft ineens doorgedrongen. Misschien dat ik zo gewend ben geraakt aan seks in de natuur dat ik besef dat de vunzigheid niet in de daad, maar in de bedoeling zit.' Ze hield haar hoofd een beetje schuin om hem waarderend aan te kijken. 'En misschien komt het omdat je niet de slechtste minnaar van dit halfrond bent.' Ze deed de deur open. 'Tot straks, Kelby.'

Hij knikte en pakte zijn telefoon. 'Ik bel Gary St. George. Hij wacht op je bij de loopplank. Ik zou zelf wel gaan, maar ik verwacht de beeldscanner vandaag.'

'Mooi. Dan kan ik de dolfijnen dus morgen uit die tank halen.'

'Of de dag daarop. Ik moet me ervan overtuigen dat die scanner goed functioneert.' Hij trok een wenkbrauw op. 'Maar je kent de bureaucratie. Dat apparaat kan best pas over een paar uur komen. Waarom kom je niet terug in bed om te zorgen dat ik me niet ga vervelen?'

Goeie god, ze kwam warempel nog in de verleiding ook. De dolfijnen.

Ze schudde haar hoofd. 'Ik wil je niet afmatten, Kelby. Het kan zijn dat ik later nog gebruik van je wil maken.'

'Je ziet er goed uit, Melis,' zei Gary toen ze de loopplank af kwam.

'Meer ontspannen.'

Ze voelde hoe haar gezicht warm werd. Waren hij en de andere bemanningsleden ervan op de hoogte hoe ze zo ontspannen kwam?

Ze had het akelige gevoel dat iedereen het wist en dat ze nog steeds de afdruk van Kelby's lichaam met zich meedroeg.

'Ik maakte me zorgen over je toen ik je in Athene naar dat vliegtuig bracht. Ik had je nog nooit zo gespannen gezien.'

Ze had te snel conclusies getrokken. Gary had haar sinds die vreselijke dag in Athene niet meer gezien. Logisch dat hij een opmerking maakte. 'Ik ben weer beter. Hoe is het met jou, Gary?'

'Goed.' Hij glimlachte. 'Het is een fijne bemanning. Kelby heeft Terry aangenomen, en Charlie Collins, de eerste stuurman, is een vent van de bovenste plank. Karl Brecht zegt niet veel, maar dat vind ik niet erg. Ik heb liever een stille dan een kletskous. Ik zal het prettig vinden voor Kelby te werken. Iedereen zegt dat hij een heethoofd is, maar een fatsoenlijke vent.'

'Ik ben ervan overtuigd dat hij beide is.'

'Ik ben blij dat je bent gezwicht wat betreft die zoektocht.' Hij liep naast haar over de kade. 'Ik heb nooit goed begrepen waarom je er zo tegen was. Phil wilde Marinth echt heel graag vinden.'

'Ik heb hem nooit in de weg gestaan. Ik heb alleen geweigerd hem te helpen.'

'Hij werd er vreselijk prikkelbaar van. Vooral in de laatste maanden voor zijn dood.'

'Je geeft me toch geen schuldgevoel, Gary. Ik heb voor mij en de dolfijnen de juiste keuze gemaakt.'

'Ik bedoelde niet dat het verkeerd van je was, Melis. Je moest doen wat jij het beste vond. Ik ben alleen blij dat je er nu toch mee doorgaat. Het zal een vette bonus voor de bemanning opleveren als we het vinden. Kelby is heel vrijgevig.'

'Verwacht er niet te veel van. Er zijn heel wat onzekere factoren.'

'Phil dacht dat je het kon vinden als je het probeerde. Hij had het er voortdurend over. Tegen het einde kon hij aan niets anders meer denken.'

'Ik weet het, Gary.' Ineens kwam er een gedachte bij haar op. 'Phil probeerde fondsen te werven voor een expeditie. Heb jij de man met wie hij onderhandelde wel eens ontmoet?'

Hij schudde zijn hoofd. 'Ik wist wel dat er iemand was. Hij is vijf of zes avonden op rij aan wal gegaan voor een ontmoeting met hem. De eerste paar keer kwam hij opgetogen terug. Maar daarna zag ik wel dat het mislukt was. De laatste keer kwam hij gehaast terug, lichtte het anker en we vertrokken meteen.'

'Hij begon zich ook van de bemanning te ontdoen.' Dat moest het punt geweest zijn waarop Archer de jacht had geopend. Toen de onderhandelingen met Phil mislukten, had hij de enige man die van Marinth en dat verrekte sonische apparaat afwist geëlimineerd. Phils dood had een dubbel voordeel omdat het haar naar Athene zou halen, en daar was ze kwetsbaarder dan op haar eiland. 'Waarom kon hij die vervloekte stad niet gewoon vergeten?'

'Hij heeft nooit een echte triomf gehad.' Hij fronste nadenkend zijn wenkbrauwen terwijl hij naar de tank op de pier keek. 'Alleen dat ene galjoen. Hij zou beroemd en rijk geworden zijn. Misschien dat niemand anders dat ooit had gedaan. Niemand mocht dat van hem afpakken.' Hij verstijfde naast haar. 'Waar is Cal? Het was zijn beurt om de wacht te houden bij de tank.'

Ze stopte. 'Wat?'

'Hij klaagde erover dat hij altijd op de dolfijnen moest passen. Het was zijn beurt om...'

Hij zakte door zijn knieën en viel op de grond.

'Gary!'

Er verscheen een rond gat in het midden van zijn voorhoofd. Bloed...

Een zwarte sedan scheurde over de pier op haar af. Het achterportier zwaaide open toen hij de plek naderde waar ze als verlamd stond.

'Nee!' Ze begon te rennen, haar hand greep in de draagtas. De revolver. Pak de revolver. De sedan was bijna naast haar. Iemand leunde uit het achterportier. O, mijn god. Cox.

Melis bracht de revolver omhoog. Ze hoorde een vloek en het portier werd dichtgeslagen toen ze een schot loste. Het ketste af op de zijkant van het portier.

De chauffeur. Ze probeerde te richten, maar dat was onder het rennen onmogelijk. Ze schoot toch maar.

Het glas ging aan gruzelementen en de auto zwenkte plotseling naar een pakhuis aan de rechterkant. Hij herstelde zich en kwam toen recht op haar af.

Geen tijd om weg te rennen. Geen tijd om te denken. Ze dook vanaf de kade het water in.

Kelby was kwaad. Elke spier in zijn lichaam straalde woede uit toen hij in het pakhuis op haar afkwam. Hij gaf haar een linnen tas aan. 'Ik heb droge kleren voor je meegebracht.'

'Dank je.' Ze trok de deken die de politie-inspecteur haar had gegeven wat dichter om zich heen. 'Maar ik moet eerst douchen voor ik schone kleren aantrek. Ik heb het gevoel dat ik bedekt ben met zout. Ik geloof dat ze bijna klaar zijn met me. Inspecteur Lorenzo zei dat hij over een paar minuten terug zou zijn.'

'Ben jij in orde?' vroeg hij met verkrampte stem. Ze knikte. 'Mij mankeert niets. Ze wilden me niet verwonden. Ze wilden me gewoon in handen krijgen.' Ze huiverde. 'Ze hebben Gary vermoord.'

'Ik weet het.'

'En een van de studenten is op zijn hoofd geslagen en heeft nu een hersenschudding. Het is Manuel.' Ze wreef over haar voorhoofd.

'Ik geloof tenminste dat ze me dat verteld hebben. Arme jongen.'

'Het is Manuel Jurez. Het komt wel goed met hem.'

'Cal is ook neergeschoten. Maar hij overleeft het. Archer en zijn mannen dachten zeker dat ze me op die manier bij de tank konden pakken als het op weg hierheen niet zou lukken.' Ze bevochtigde haar lippen. 'Cal is in zijn schouder geschoten, en Archer liet hem in de tank bij de dolfijnen gooien om zich van het lichaam te ontdoen. Hij zou zijn verdronken, maar Pete en Susie hebben hem tussen zich in genomen en hem boven water gehouden.'

'Hoera voor Pete en Susie.'

Ze beantwoordde zijn blik. 'Cal denkt er wel zo over.'

Hij was even stil. 'Ik ook.'

'Waarom doe je dan zo sarcastisch?'

'Omdat ik dit tochtige pakhuis binnenkwam en jou daar als een verzopen kat zag zitten. Omdat de hel was losgebarsten en ik er niet was om er een eind aan te maken. Omdat ik van de politie moest horen wat er gebeurd was. Waarom heb jij me in vredesnaam niet gebeld?'

'Omdat ik bezig was, verdomme.'

'Is het niet bij je opgekomen dat ik misschien zou willen helpen?'

'Nee.' Haar stem klonk onvast. 'Ik kon niet zo helder denken.'

Hij staarde haar even aan en vloekte toen zachtjes. Hij liet zich naast haar op zijn knieën vallen en bette met de rand van de deken haar wang. 'Waarom heb je je haar niet afgedroogd? Het water loopt over je gezicht...'

'Ik moet het toch wassen. Ik stink naar zeewater.' Ze probeerde op te houden met beven. 'Je had gelijk. De revolver haalde niets uit. Nadat ik in het water was gesprongen en onder de pier ben gezwommen, zijn ze ervandoor gegaan. De auto is zes straten van de kade verlaten aangetroffen. Inspecteur Lorenzo denkt dat ik de chauffeur geraakt heb. Er zat bloed op zijn stoel.'

'Mooi. Ik hoop dat het Archer was.'

'Nee, Archer zat achterin. Hij was degene die het portier opengooide en mij in de auto probeerde te sleuren.'

'Hoe weet je dat? We hebben nog geen foto van hem.'

'Cox.'

'Wat?'

'Carolyn noemde die naam door de telefoon. Ik denk dat ze me wilde helpen Archer te identificeren. Ze was dol op nacht-tv en klassieke komische series. Ze had zelfs banden van haar favoriete shows die nooit werden herhaald. We bleven vaak tot diep in de nacht zitten kletsen en popcorn eten en naar Nick en Nite kijken.'

'En?'

'Ze had een band van een show die Mr. Peepers heette, met Wally Cox in de hoofdrol. Hij speelde een typisch sullig, broodmager, overvriendelijk mannetje. Archer lijkt op Wally Cox.'

'"Overvriendelijk" klopt niet erg met Archers reputatie.'

'Maar dat slappe uiterlijk kan die sadistische trek gevoed hebben. Als we die foto krijgen, wedden dat hij op Wally Cox lijkt?'

'Nee, ik wed niet. Het klinkt logisch.' Hij stond op. 'We wachten niet langer op je inspecteur. Je hebt een warme douche en andere kleren nodig. Als hij nog vragen heeft, komt hij maar naar de Trina.'

Ze knikte. 'Zodra ik bij Pete en Susie ben geweest. De inspecteur zei dat ze oké waren, maar dat wil ik met eigen ogen zien.'

'Ik wist dat je je zorgen zou maken, daarom heb ik Terry en Karl naar de tank gestuurd om die te bewaken. Er zal heus niets...' Hij stopte. 'Ik kan net zo goed tegen de muur praten. Kom op. We gaan naar je inspecteur en dan naar de tank.'

Susie begon opgewonden te kwetteren zodra ze Melis zag. Het leek wel of ze probeerde te vertellen wat er was gebeurd. Pete was stil, maar hij sloeg nerveus met zijn staart terwijl hij in de tank rondzwom.

'Zie je wel, ik zei toch dat het goed met ze ging?' zei Kelby. 'Misschien een beetje van streek, maar wat kun je anders verwachten?'

'Ja, ze zijn in orde. Meer dan in orde.'

'Hebben ze echt Cals leven gered?'

'Zonder enige twijfel. Hij was buiten bewustzijn toen de mensen van de ambulance in de tank sprongen om hem te pakken. Het is niet zo heel bijzonder. Door de eeuwen heen zijn er altijd verhalen geweest over dolfijnen die zwemmers hebben gered.' Ze riep zachtjes tegen de dolfijnen: 'Jullie hebben het goed gedaan, jongens. Ik ben trots op jullie.'

Pete steeg plotseling naar de oppervlakte met een hoge sprong, waardoor het water uit de tank spatte.

'Is dat een antwoord?' vroeg Kelby.

'Zou kunnen.' Ze knikte. 'Ja, ik denk dat hij ook trots is op zichzelf.'

'Kunnen we dan nu terug naar de Trina ? Je bent niet gestopt met beven sinds we uit dat pakhuis zijn.'

Ze wilde niet weggaan. Het gevaar was te dichtbij gekomen. Ze had Gary verloren en Cal bijna ook. Ze kon de gedachte de dolfijnen te verliezen niet verdragen.

'Archer komt vanavond heus niet terug,' zei Kelby. 'Behalve de bewakers die ik op de dolfijnen heb gezet, wemelt de hele kade van de politie. Hij zou wel gek zijn om terug te komen.'

'Hij is gek. Je hebt gezien wat hij met Carolyn heeft gedaan.' Ze maakte een gebaar met haar hand toen hij zijn mond opendeed.

'Ik weet het. Ik weet het. Dit is anders. Ik geloof ook niet dat hij vanavond nog terugkomt.' Ze draaide zich om en begon te lopen.

'We gaan terug naar het schip.'

Kelby zat op een stoel in haar hut toen ze uit de douche kwam.

'Voel je je beter?'

'Warmer. Schoner. Niet beter.' Ze ging op bed zitten en begon haar haar droog te wrijven met de handdoek. 'Ik had dit niet verwacht. Ik dacht dat ik hem voor de gek had gehouden. Ik dacht dat hij zou wachten tot ik zou zwichten en de research aan hem zou overdragen.'

'Misschien werd hij ongeduldig.'

'Ik heb een fout gemaakt. Ik had niet als vanzelfsprekend moeten aannemen dat hij voorspelbaar was. Misschien zou Gary nog leven als we voorzichtiger waren geweest.'

'Je Carolyn zou zeggen dat je weer bezig bent jezelf de schuld te geven. Dat zou ze niet leuk vinden.'

'Nee, dat zou ze niet leuk vinden. Ze zou het erg vinden.' Ze probeerde te glimlachen. 'Je schijnt beter te weten hoe Carolyn zou reageren dan ik.'

'Ik begin je te kennen. En zij is een groot deel van jou.'

'Je zult wel gelijk hebben. Oké, geen schuldgevoel.' Ze gooide de handdoek opzij. 'Maar ik blijf niet hier, ik wil niet nog meer risico's lopen. De dolfijnen hebben geen schijn van kans in die tank. Archer had ze gemakkelijk kunnen doden nadat hij zich van Manuel en Cal had ontdaan. Het kan me niet schelen of het schip volkomen uitgerust is of niet. Morgenochtend moet ik naar het politiebureau om een verklaring af te leggen, maar daarna vertrekken we uit Las Palmas. We moeten Marinth snel vinden en dan achter Archer aan gaan. Hij komt veel te dichtbij.'

Hij knikte. 'Ik spreek je niet tegen. Ik wil ook zo snel mogelijk weg.'

'Ja, natuurlijk.' Ze glimlachte met moeite. 'Marinth ligt aan de horizon.'

'Je hebt helemaal gelijk. Dacht je dat ik zou ontkennen dat ik het nog steeds wil? Maar eerst moeten we het over Lontana's research en de tabletten hebben. Zei je niet dat ze hier waren?'

'Niet bepaald hier. Ze zijn op een piepklein eilandje in de buurt van Lanzarote.'

'Welk eiland?'

'Cadora. Alles ligt verstopt op de helling van een niet meer werkende vulkaan aan de noordzijde van het eiland. Op Cadora wonen maar een paar duizend mensen, van wie de meesten aan de kust. Het is er mooi. Phil en ik hebben daar een tijdje een huisje gehuurd.' Ze trok een gezicht. 'Uiteraard moesten we voor alles wat we nodig hadden naar Lanzarote. Cadora was geen winkelparadijs.'

'Verstopt? Ik had gedacht dat Lontana ze achter slot en grendel zou hebben in de kluis van de een of andere bank.'

'Je hebt Phil niet gekend. Hij had geen vertrouwen in banken. Hij heeft alles in een grote kist gedaan en die begraven. Hij zei altijd dat piraten schatten hadden begraven die eeuwenlang niet gevonden zijn.'

'De wereld was toen minder vol.'

'Zijn wereld niet. Die was vol dromen.' Ze voelde zich plotseling triest. 'Zo veel dromen.'

'Vertrouw je me toe dat ik de tabletten en de gegevens ga halen en ze ergens op een veilige plaats opberg?'

'Nee.' Ze zag hem verstrakken en zei snel: 'Het is geen kwestie van vertrouwen. Ik kan ze nodig hebben als lokaas voor Archer. Ze blijven waar ze zijn. Ik wil ze niet weggestopt hebben in een kluis waar ze onbereikbaar zijn.'

'En je vertrouwt niemand behalve jezelf?'

'Ik denk niet dat je interesse hebt in zijn research.'

'Maar wel in de tabletten en de vertaling. Dat weet je heel goed.'

'Natuurlijk. Die kun je krijgen - nadat we Archer hebben.' Ze liep naar het bed. 'Ik heb slaap nodig. Ik moet morgen vroeg op. Welterusten.'

'Stuur je me weg?'

'Ik kom niet naar je hut. Ik heb op het ogenblik geen zin in seks.'

'Je meent het.' Hij stond op. 'Nee, je voelt pijn en leegte en je bent een beetje bang.' Hij kwam een stap dichterbij. 'Maar dat zul je allemaal niet toegeven.' Hij nam haar in zijn armen. 'God, wat ben jij een moeilijk mens. En je hoeft niet zo te verstijven. Ik probeer je niet aan te randen. Ik probeer je alleen maar duidelijk te maken dat seks niet het enige is wat ik in je waardeer.' Hij duwde haar neer op het bed en trok het laken over haar heen. 'Hoewel ik moet toegeven dat het hoog genoteerd staat.' Hij ging naast haar liggen en sloeg zijn armen om haar heen. 'Ontspan je en ga slapen. Je bent veilig.'

Veilig. Ze slaakte een bibberige zucht en haar spieren werden langzaamaan slap. Tot aan dit moment had ze niet beseft dat ze bang was. Ze had de angst van zich afgezet sinds ze Archer had gezien in die auto. 'Gary is dood, Kelby,' fluisterde ze. 'Ik was met hem aan het praten en het volgende moment was hij dood. Ik heb niet eens een schot gehoord. De inspecteur zei dat het wapen een geluiddemper gehad moet hebben. Gary zei net hoe blij hij was over Marinth en hij had het over Phil en toen viel hij en...'

'Ik weet het.' Zijn vingers draaiden kalmerende rondjes over haar rug. 'De eerste keer dat ik een vriend zag sterven - dat was toen ik bij het elitekorps zat - kon ik niet geloven dat het zo snel gebeurde. Het leek zo onrechtvaardig dat hij geen kans had gekregen zich voor te bereiden. Later dacht ik dat het misschien een zegen was. Hij zag het niet aankomen en het was in een seconde voorbij. Probeer op die manier aan Gary te denken.'

'Archer heeft hem vermoord omdat hij de weg naar mij blokkeerde. Hij heeft zijn leven gewoon uitgedoofd. Phil, Carolyn, Maria, en nu Gary. Ik kan hem daar niet mee door laten gaan.'

'We krijgen hem wel.'

'Het interesseert hem niet... Hij zal om het even wat doen. Hij is net als Irmak. Hij zei zelfs dat hij me wel weer in Kafas zou willen plaatsen. Dat hij zou toekijken als ik werd gekwetst en gebruikt en... Dat maakt me bang. Dat weet hij. Hij weet van de dromen.'

'Droom je over KafasT

'Ja, maar daarin ben ik geen klein meisje meer. Ik ben daar weer terug, maar het gebeurt nu.'

'Het zal niet gebeuren.' Zijn armen sloten zich steviger om haar heen. 'Ik zal het niet laten gebeuren.'

Op dit moment kon ze geloven dat hij de waarheid sprak. Dat er nooit meer een Kafas zou zijn, dat Archer haar niet zou kunnen kapotmaken. 'Het is niet jouw verantwoordelijkheid. Ik moet ermee zien om te gaan. Carolyn zou zeggen dat ik...'

'Sst. Ik heb het grootste respect voor Carolyn, maar ze was een voorstander van de harde lijn. Je mag best een beetje steun zoeken.'

Ze zócht steun. Ze voelde zich omgeven door, en opgenomen in zijn kracht. Het was vast niet goed voor haar. Ze zou hem weg moeten duwen.

Nu nog niet. Ze moest een beetje van haar eigen kracht terugkrijgen. Morgen was vroeg genoeg. 'Dank je. Je bent erg lief voor me. Ik ben daar... dankbaar voor.'

'Geen zorg. Ik vind wel een manier om te innen.'

'Marinth?'

Zijn lippen beroerden zachtjes haar slaap. 'Nee, niet Marinth.'

'Koffie?'

Melis opende slaperige ogen en zag Kelby met een kop en schotel in zijn hand bij het bed staan. Hij was helemaal aangekleed en zag eruit of hij al uren op was. 'Dank je.' Ze ging rechtop zitten en pakte het kopje aan. 'Hoe laat is het?'

'Iets na tienen.' Hij ging op een stoel zitten met zijn eigen kopje koffie. 'Je hebt geslapen als een blok. Je had het kennelijk nodig.'

'Ik denk het.' Ze herinnerde zich niets van na het moment dat ze in slaap sukkelde. 'Hoe lang ben jij al op?'

'Een paar uur. Ik moest het een en ander regelen.'

'Wat dan? Het vertrek?'

'Er waren nog wat andere dingen waarvoor gezorgd moest worden.' Hij nam een slok koffie. 'Ik heb met Cal gesproken in het ziekenhuis en heb de naam van Gary's naaste familie gekregen. Hij heeft een zus in Key West. Ik heb haar gebeld en verteld wat er gebeurd was. Ze wil dat zijn lichaam naar haar wordt overgebracht voor de begrafenis. Wilson is onderweg hierheen om de details te regelen.'

'Dat wilde ik gaan doen.'

'Dat verwachtte ik ook. Maar Wilson is een kei als het gaat om details.'

'Gary was mijn vriend, Kelby.'

'Precies. Daarom denk ik dat hij je niet nog meer stress zou willen bezorgen. God weet dat je daar genoeg van hebt.' Hij ging verder: 'Ik heb inspecteur Lorenzo gebeld, en hij stuurt om elf uur een politiewagen om je te halen. Hij zegt dat je tegen twee uur wel klaar zult zijn en hij zal je een politie-escorte meegeven als je teruggaat naar het schip.' Hij nam weer een slok. 'Om vijf uur moeten we klaar kunnen zijn om te vertrekken. Hoe laten we de dolfijnen vrij?'

'Jij gaat op zee voor anker en ik ga met de tender terug naar de tank. We maken de schuif open en laten de dolfijnen vrij. Ze zullen confuus zijn, maar ik zal tegen ze praten en hopelijk volgen ze de tender terug naar het schip. Dolfijnen vinden het over het algemeen prachtig om door de hekgolven van een schip te zwemmen en eroverheen te springen.'

'Hopelijk?'

'Ze zouden er ook vandoor kunnen gaan. Ik heb ze met zendertjes uitgerust, dus als ze dat doen kan ik ze waarschijnlijk wel weer vinden.'

'Hopelijk. Waarschijnlijk.' Hij keek haar strak aan. 'Je bent bang dat je ze kwijtraakt.'

'Nou, en of ik bang ben. Ik ben bang dat ze gedesoriënteerd raken en in het net van een of andere visser terechtkomen. Ik ben bang dat ze weten dat ze thuis zijn en daarheen gaan waar hun familie is. Ik ben bang dat Archer daar ergens is, klaar om een harpoen op ze af te schieten. Ik wil dat ze dicht bij het schip blijven, en ik weet niet of ik ze dat wel duidelijk kan maken.'

'Maar je denkt van wel.'

'Als ik dat niet dacht, had ik ze niet meegenomen. Ik vertrouw meer op hun instinct dan op welke communicatie ook. Ik heb je verteld dat ik soms denk dat ze mijn gedachten kunnen lezen. Ik hoop dat ze dat deze keer kunnen.' Ze zette haar kopje op het nachtkastje. 'Ik wil nog even naar de dolfijnen voor ik naar het politiebureau ga.' Ze zwaaide haar benen uit bed en op de grond.

'Het wordt weer een dag vol stress voor ze, en ik wil me ervan overtuigen dat ze het aankunnen.' Ze liep naar de badkamer maar aarzelde bij de deur en keek om naar hem. 'Bedankt dat je Gary's zus hebt gebeld. Voor mij zou het heel moeilijk geweest zijn.'

'Voor mij was het ook niet gemakkelijk. Maar het moest gebeuren en ik wilde niet dat jij het deed.' Zijn mond verstrakte. 'Ik hoop dat we geen van beiden nog met dit soort verplichtingen te maken krijgen.' Hij stond op. 'Ik moet de bemanning nog een paar opdrachten geven en dan zie ik je bij de loopplank.'

'Ga je met me mee?'

'Overal en elke minuut. Tenzij je de politie bij je hebt, laat ik je niet meer uit mijn ogen. Ik heb gisteravond mijn les geleerd. Nooit iets aan een ander overlaten.'

'Maar jij had het kunnen zijn met die kogel tussen je ogen.' Ze verstijfde toen die gedachte tot haar doordrong.

'Ik ben gewiekster in guerrilla dan Gary. Ik zou op mijn hoede geweest zijn. Tot zo op het dek.'

Ze stond er nog toen de deur achter hem al dicht was. Ze was ineens ijskoud van paniek. Hij was te zelfverzekerd, te stoer, te lévendig. Kelby neergeschoten.

Lieve god, Kelby dood.

De schuif van de tank was open.

Melis hield haar adem in en wachtte tot Pete en Susie het zouden merken.

Een minuut.

Twee.

Drie.

Plotseling verscheen Susies snuit in de opening.

'Brave meid,' riep Melis. 'Kom maar, Susie.'

Susie barstte los in een sonate van klikgeluiden terwijl ze naar de tender zwom.

'Pete.'

Geen Pete.

Ze bracht haar fluit naar haar lippen en floot zachtjes. Geen Pete.

Ze blies harder. 'Verdorie, Pete, doe niet zo koppig. Kom eruit.'

Zijn snuit verscheen in de opening, maar hij kwam niet verder. Susie klikte nerveus.

'Ze wordt bang,' zei Melis. 'Ze heeft je nodig.'

Pete aarzelde, maar toen Susies geklik steeds luider werd zwom hij de tank uit naar de tender.

'Over moeilijk doen gesproken.' Melis zette de motor aan. 'Kom op, we gaan naar het schip.'

Zouden ze haar volgen of er alleen vandoor gaan? In de volgende paar minuten keek ze twee keer achterom. Ze volgden. Tot nu toe ging alles goed.

Nee, ze waren verdwenen!

Ze slaakte een zucht van verlichting toen ze twee zilveren lijven gebogen uit het water zag komen in een hoge sprong. De dolfijnen waren alleen maar diep gedoken om te springen. Ze waren hun spieren en hun vaardigheden aan het oefenen na de lange opsluiting in de tank. De Trina lag voor hen en ze zag Kelby en Nicholas Lyons aan dek staan.

'Lukt het?' riep Kelby.

Ze knikte. 'Ze volgen me. Het was even lastig ze uit de tank te krijgen. Petes vertrouwen is op het moment een beetje zoek. Hij heeft te veel doorgemaakt.'

'Kan het hem niet kwalijk nemen,' zei Nicholas. 'Kunnen we iets doen?'

'Nee, niets. Ik kom aan boord en zal ze te eten geven. Daarna ga ik met ze zwemmen en op het dek zitten en tegen ze praten. We gaan niet verder voor ze gewend zijn aan het idee dat ik op het schip zit en dat ze me daar kunnen vinden.' Ze keek even over haar schouder. De dolfijnen waren nog steeds achter haar aan het spelen en het springen. Ze bracht de tender dicht bij de achtersteven van de Trina. 'Gooi de ladder uit, dan kom ik snel aan boord terwijl zij afgeleid zijn. Ik wil niet dat ze zich zorgen maken.'