13 Pleura
Reid riep uit: 'Er komt een bericht door, Al.'
'Van de "Proteus"?' Carter rende naar het raam.
'Ja, niet van je vrouw.'
Carter wuifde ongeduldig met zijn hand. 'Geduld, beste jongen. Spaar alle geintjes maar op dan zullen we ze straks een voor een doornemen.'
Het bericht kwam door: 'Meneer, "Proteus" meldt GEVAARLIJK LUCHTVERLIES, LUCHT BIJGETANKT STOP MET SUCCES.'
'Bijgetankt?' riep Carter uit.
Reid zei fronsend: 'Ik veronderstel dat ze lucht uit de longen bedoelen. Ze zijn tenslotte bij de longen en op hun schaal betekent dat kubieke meters lucht. Maar...'
'Maar wat?'
'Ze kunnen die lucht niet gebruiken. Die is ongeminiaturiseerd.'
Carter keek de kolonel geprikkeld aan. Hij blafte in de microfoon: 'Herhaal de laatste zin van het bericht.'
'LUCHT BIJGETANKT STOP MET SUCCES.'
'Staat er "met succes"?'
'Ja meneer.'
'Roep ze weer op en laat het bericht bevestigen.'
Hij zei tegen Reid: 'Als ze zeggen "met succes" moet ik aannemen dat het ze gelukt is.'
'De "Proteus" heeft een miniaturisator aan boord.'
'Dat verklaart hoe ze het hebben gedaan. Later krijgen we wel een uiteenzetting.'
Van de verbindingsafdeling kwam de stem weer: 'Bericht bevestigd meneer.'
'Varen ze weer?' vroeg Carter, nadat hij een andere verbinding tot stand had gebracht.
Een korte pauze volgde. Toen het antwoord: 'Ja meneer. Ze bewegen zich nu door de pleurabladen.'
Reid knikte. Hij keek omhoog naar de tijdmeter, die 37 aangaf en zei: 'De pleurabladen bestaan uit een dubbel vlies dat de longen omgeeft. Ze zullen wel in de ruimte ertussen zitten, een gemakkelijke weg, een snelweg zelfs, regelrecht naar de hals.'
'En dan zijn ze weer op hetzelfde punt terug waar vandaan ze een half uur geleden zijn vertrokken,' zei Carter knarsetandend. 'En wat dan?'
'Dan kunnen ze het capillaire stelsel weer binnengaan en een route naar de halsslagader volgen, wat erg veel tijd kost; of ze kunnen het slagaderlijk stelsel vermijden door via de lymfevaten te gaan en dat brengt weer andere problemen met zich mee. Michaels is de loods; ik neem aan dat die wel weet wat hij moet doen.'
'Kun je hem advies geven? Trek je in godsnaam niets van het protocol aan.'
Reid schudde zijn hoofd. 'Ik weet niet zeker welke koers het beste is en hij is ter plaatse. Hij kan beter dan ik beoordelen of het schip opnieuw het geweld van de arteriële stroom kan doorstaan. We moeten het aan hen overlaten generaal.'
'Ik wou dat ik wist wat ik eraan kon doen,' zei Carter. 'Ik zweer je dat ik de verantwoordelijkheid zou nemen als ik deskundig genoeg was.'
'Dat is precies zoals ik er ook over denk,' zei Reid, 'en waarom ik de verantwoordelijkheid afwijs.'
Michaels bekeek de kaarten. 'Best Owens, dit is niet waar ik heen wil, maar 't is ook wel goed. We zijn er nu eenmaal en we hebben een begin gemaakt. Zet koers naar de spleet.'
'De longen in?' zei Owens verontwaardigd.
'Nee nee.' Michaels sprong ongeduldig op van zijn stoel en klom de ladder op totdat zijn hoofd in de koepel stak. 'We gaan tussen de pleurabladen varen. Schakel de motoren maar in dan zal ik je wel loodsen.'
Cora hurkte bij de stoel van Grant. 'Hoe heb je het klaargespeeld ?'
Grant zei: 'Het was op het kantje af.' Toen ging hij ongeduldig door: 'Ik dacht aldoor: waarom ben ik hier voor de donder?'
Cora zei: 'Maar dat weet je toch wel...'
Grant zei: 'Nee. Jullie vieren worden door duidelijke motieven gedreven, niet door vage woorden. Owens is z'n schip aan 't testen; Michaels is loods in een menselijk lichaam; Duval bewondert het werk van Gods handen en jij ...'
'Ja?'
Grant zei zachtjes: 'Jij bewondert Duval.'
Cora kreeg een kleur. 'Hij is het waard, heus. Weet je, nadat hij had voorgesteld met de schijnwerpers van het schip in de spleet te schijnen zodat jij een baken zou hebben, heeft hij verder niets meer gedaan. Hij heeft geen woord tegen je gezegd toen je terug was. Dat is typerend voor hem. Hij redt iemands leven, is meteen daarna onbehouwen tegen hem en wat men zich later herinnert, is die onbehouwenheid en niet het feit dat hij een leven heeft gered. Maar zijn manier van doen doet niets aan zijn eigenlijke waarde af.'
'Nee. Dat is waar, hoewel die er wel door wordt verdoezeld.'
'Hoe dan ook, ik moet nu met de laser aan de gang.' Ze wierp een snelle blik op Michaels die naar zijn plaats terugkeerde.
'De laser? Goeie god, die had ik vergeten. Probeer de schade zoveel mogelijk te beperken, wil je?'
Haar stem die gedurende het korte gesprek zo vrolijk had geklonken klonk zorgelijk toen ze zei: 'O, als ik dat nu maar kan.'
Ze ging naar het achterschip. Michaels volgde haar met zijn ogen. 'Hoe is het met de laser?' zei hij.
Grant schudde zijn hoofd. 'Die gaat ze nu bekijken.'
Michaels scheen te aarzelen of hij nog wat zou zeggen. Hij schudde heel even zijn hoofd. Grant sloeg hem gade maar zei niets.
Michaels nestelde zich in zijn stoel en zei tenslotte: 'Wat vind jij van onze huidige toestand?'
Grant, die tot dusver in beslag was genomen door Cora, keek door het raam naar buiten. Ze schenen nu tussen twee muren te varen die de 'Proteus' aan linker- en rechterkant bijna raakten, geelachtig glanzende muren van evenwijdige vezels, die eruit zagen als reusachtige, aaneengerijde boomstammen.
De vloeistof om hen heen was helder, er dreven geen voorwerpen in en vrijwel geen afvalstoffen. De vloeistof was in volstrekte rust en de 'Proteus' schoot er gelijkmatig en met grote snelheid doorheen, slechts af en toe in zijn vaart gestoord door de zwak voelbare beweging van Brown.
'De beweging van Brown,' zei Grant, 'is hier heviger.'
'Deze vloeistof heeft minder viscositeit dan het bloedplasma, zodat de beweging nauwelijks wordt geremd. We blijven hier echter niet lang.'
'Zijn we dan niet in de bloedstroom?'
'Dacht je dat? Dit is de ruimte tussen de vliezige pleurabladen die de longen omgeven. Het vlies aan die kant is aan de ribben bevestigd. We moeten een reusachtige, zachtglooiende verdikking kunnen zien als we er een passeren. Het andere vlies zit aan de longen vast. Als je de namen wilt weten: het zijn respectievelijk het borstvlies en het longvlies.'
'De namen interesseren me niet zo.'
'Dat had ik ook eigenlijk niet verwacht. We zijn nu in een dun laagje smerend vocht tussen de pleurabladen. Als de longen zich tijdens de inademing uitzetten, komen ze tegen de ribben aan en deze vloeistof fungeert dan als stootkussen en vangt de schok op. Het laagje is zó dun, dat men altijd aangenomen heeft dat ze tegen elkaar aan zitten, maar omdat wij zo klein zijn, kunnen wij in de vloeistof tussen de bladen doorglippen.'
'Hebben wij er geen last van als de longwand tegen de ribben drukt?'
'We worden afwisselend enigszins voortgestuwd en afgeremd. Niet voldoende om er last van te ondervinden.'
'Hé,' zei Grant. 'Hebben deze vliezen iets uitstaande met pleuritis ?'
'Jazeker. Als de pleurabladen geïnfecteerd en ontstoken zijn, is ademhalen uiterst pijnlijk en als je hoest...'
'Wat gebeurt er als Benes hoest?'
Michaels haalde de schouders op. 'Dat zou voor ons, in onze omstandigheden, wel eens fataal kunnen zijn denk ik. We zouden in stukken breken. Maar er is geen reden dat hij zou hoesten. Hij is onderkoeld en zwaar verdoofd en zijn pleurabladen zijn - neem dat maar van mij aan - in goede conditie.'
'Maar als we ze irriteren...'
'Daar zijn we te klein voor.'
'Weet je dat zeker?'
"We kunnen alleen maar spreken in termen van waarschijnlijkheid. De waarschijnlijkheid dat Benes zou hoesten is op dit ogenblik te verwaarlozen.' Zijn gezicht stond volkomen kalm.
'Juist,' zei Grant en keek achterom om te zien wat Cora aan het doen was.
Zij en Duval waren in de werkruimte, hun hoofden gebogen over de werkbank. Grant stond op en ging naar de deuropening. Michaels volgde hem.
Op een plaat opaalglas verlicht door een lamp daaronder, lag de gedemonteerde laser, elk onderdeel stak scherp en duidelijk af tegen het licht.
'Wat is er nu precies kapot?' vroeg Duval gedecideerd.
'Alleen deze onderdeeltjes dokter en deze contactdraad. Dat is alles.'
Nadenkend bekeek Duval de onderdelen, hij raakte ze een voor een met een behoedzame vinger aan en schoof ze opzij. 'Het struikelblok is dus deze vernielde transistor. Dat betekent dat we de lamp niet kunnen gebruiken en dat betekent eveneens het einde van de laser.'
Grant interrumpeerde: 'Zijn er geen reserveonderdelen?'
Cora keek op. Haar blik dwaalde schuldbewust weg van Grant's dwingende ogen. Ze zei: 'Geen vaste, ingebouwde onderdelen. We hadden wel een tweede laser meegebracht, maar wie kon nu denken... als hij niet los was geraakt...'
Michaels zei somber: 'Meen je dat dokter Duval? Is de laser onbruikbaar ?'
Een zweem van ongeduld klonk door in de stem van Duval. 'Ik meen altijd wat ik zeg. Laat me nu even met rust.' Hij scheen in gedachten verzonken.
Michaels haalde zijn schouders op. 'Dat is dan dat. We zijn door het hart gegaan, we hebben onze luchttanks gevuld in de longen en dat allemaal voor niets. We kunnen niet verder.'
'Waarom niet?' wilde Grant weten.
'Natuurlijk kúnnen we wel verder. Maar dat heeft geen zin Grant. Zonder laser kunnen we niets doen.'
Grant zei: 'Dokter Duval, is het mogelijk de operatie uit te voeren zonder laser?' 'Ik ben aan het denken,' snauwde Duval.
'Denk dan hardop!' snauwde Grant terug.
Duval keek op. 'Nee, het is onmogelijk de operatie zonder laser uit te voeren.'
'Maar eeuwenlang is er geopereerd zonder laser. Je hebt een opening in de longwand gemaakt met je mes; dat was een operatie. Kun je dat stolsel niet met je mes wegsnijden?'
'Natuurlijk kan ik dat, maar niet zonder de zenuw te beschadigen en een gehele hersenkwab in gevaar te brengen. De laser is een oneindig veel delicater werktuig dan een mes. Vooral in dit geval, zou opereren met een mes slagers werk zijn vergeleken bij een laseroperatie.'
'Maar je zou het leven van Benes met je mes kunnen redden?'
'Dat denk ik wel, waarschijnlijk wel. Maar niet zijn geestvermogen. In feite weet ik vrijwel zeker dat een operatie met een mes Benes er weliswaar door zou halen, maar niet zonder hersenschade. Zou je dat soms willen?'
Grant wreef langs zijn kin. 'Ik zal je eens wat zeggen. We zijn op weg naar dat stolsel. Als we daar aankomen en we hebben alleen maar een mes, dan gebruik je dat mes, Duval. Als we onze messen kwijtraken, gebruik je je tanden, Duval. Als jij het niet doet, doe ik het. We kunnen falen, maar we geven het niet op. Laten we intussen eens naar dat verdomde ding kijken.'
Hij wrong zich tussen Duval en Cora in en nam de transistor op, die precies op de top van zijn wijsvinger paste.
'Is dit de defecte?'
'Ja,' zei Cora.
'Als deze gerepareerd of vervangen wordt kun je dan de laser weer gebruiken?'
'Ja, maar ik zie geen kans om die transistor te repareren.'
'En als ik nu eens een andere transistor had van ongeveer deze afmeting en sterkte en een draad die dun genoeg is. Zou je die dan kunnen monteren?'
'Ik geloof niet dat ik dat zou kunnen. Het vereist zo'n absolute precisie.'
'Jij zou het misschien niet kunnen, maar hoe staat het met dokter Duval? Jij zou het met je getrainde vingers wel voor elkaar kunnen krijgen, ondanks de beweging van Brown.'
'Ik zou het kunnen proberen met assistentie van juffrouw Peterson. Maar we hebben de onderdelen niet.'
Grant zei: 'Jawel. Ik kan ze leveren.'
Hij greep een zware metalen schroevendraaier en ging doelbewust terug naar de kajuit voor in het schip. Hij liep naar zijn radiozender en begon zonder aarzelen een wand ervan los te schroeven.
Michaels kwam achter hem staan en greep zijn elleboog. 'Wat ga je doen Grant?'
Grant schudde zich los. 'Ik moet het binnenwerk hebben.'
'Bedoel je dat je de radio uit elkaar gaat halen?'
'Ik heb een transistor en een draad nodig.'
'Maar dan hebben we geen verbinding meer met de buitenwereld.'
'Nou en?'
'Als het zover is dat we uit het lichaam gehaald moeten worden... Grant, luister...'
Grant zei ongeduldig: 'Nee. Ze kunnen ons volgen via onze radioactiviteit. Die radio is alleen maar goed voor kletspraatjes en daar hebben we geen behoefte aan. We zullen wel moeten trouwens. We hebben de keus tussen de radio of de dood van Benes.'
'In godsnaam man, roep dan Carter op en leg het hem voor.'
Grant dacht even na. 'Ik zal hem oproepen. Maar alleen om hem te vertellen dat er geen verdere berichten komen.'
'Als hij je beveelt het schip gereed te maken om te worden teruggenomen...'
'Zal ik weigeren.'
'Maar als hij je bevéelt...'
'Hij kan ons met geweld terughalen, maar zonder mijn medewerking. Zolang we aan boord van de "Proteus" zijn, neem ik de beleidsbeslissingen. We hebben nu al te veel achter de rug om er mee op te houden dus we gaan verder naar het stolsel, wat er ook gebeurt en wat Carter ook beveelt.'
Carter schreeuwde: 'Herhaal laatste bericht.'
'OFFEREN RADIO OP VOOR REPARATIE LASER, DIT LAATSTE BERICHT.'
Reid zei uitdrukkingloos: 'Ze verbreken de verbinding.'
Carter zei: 'Wat is er voor de duivel met de laser gebeurd?'
'Dat moet je mij niet vragen.'
Carter liet zich zwaar in zijn stoel vallen. 'Laat eens koffie brengen Don, wil je? Als ik het ongestraft zou kunnen doen, bestelde ik een dubbele whisky-soda en nog twee er achteraan. Alles loopt tegen!'
Reid wenkte dat er koffie moest komen. Hij zei: 'Sabotage misschien.'
'Sabotage?'
'Ja, en hou je maar niet van de domme, generaal. Je hebt van het begin af rekening gehouden met die mogelijkheid, want waarom heb je anders Grant mee gestuurd ?'
'Na wat er met Benes was gebeurd op weg hierheen...'
'Weet ik wel. En ik vertrouw Duval ook niet helemaal, evenmin als dat meisje trouwens.'
'Zij zijn te vertrouwen,' zei Carter met een grimas. 'Kan niet anders. Iedereen hier móet betrouwbaar zijn. Het is onmogelijk nóg meer veiligheidsmaatregelen te nemen.'
'Precies. Geen enkele veiligheidsmaatregel is helemaal afdoende.'
'Al deze mensen wérken hier.'
'Grant niet,' zei Reid.
'Wat?'
'Grant werkt hier niet. Hij is een buitenstaander.'
Carter glimlachte wrang. 'Hij staat in dienst van de regering.'
Reid zei: 'Dat weet ik. En agenten kunnen dubbel spel spelen. Jij hebt Grant op de "Proteus" gezet en prompt begint er een serie tegenslagen - of wat althans de schijn heeft een serie tegenslagen te zijn.'
De koffie werd gebracht. Carter zei: 'Dat is belachelijk. Ik ken de man. 't Is geen vreemde voor me.'
'Wanneer heb je hem voor het laatst gezien? Wat weet je van hem?'
'Zet 't maar uit je hoofd. Het is onmogelijk.' Maar hij zag er ongerust uit terwijl hij de room door zijn koffie roerde.
Reid zei: 'Best. Ik dacht alleen maar hardop.'
Carter zei: 'Zitten ze nog steeds tussen de pleurabladen?'
'Ja!'
Carter keek naar de tijdmeter die 32 aangaf en schudde wanhopig zijn hoofd.
Grant had de radio gedemonteerd die nu in onderdelen voor hem lag. Cora bekeek de transistors één voor één, draaide ze om, woog ze op haar hand en scheen er haast in te willen kruipen.
'Deze,' zei ze weifelend, 'zal wel geschikt zijn denk ik, maar die draad is veel te dik.'
Duval legde de draad in kwestie naast het stukje van de beschadigde oorspronkelijke draad op de verlichte matglazen plaat en vergeleek ze met een sombere blik.
Grant zei: 'Er is geen betere. Je zult het ermee moeten doen.'
'Dat is gemakkelijk gezegd,' zei Cora. 'Je kunt mij wel zo'n opdracht geven, maar die draad laat zich niet bevelen, hoe hard je er ook tegen schreeuwt;'
'Goed. Goed.' Grant probeerde na te denken, maar kwam er niet uit.
Duval zei: 'Nou, wacht eens even. Met een beetje geluk kan ik hem misschien dun genoeg schrapen. Juffrouw Peterson, geef me eens een scalpel nummer elf.'
Hij zette de draad uit het apparaat van Grant (dat nu létterlijk draadloos was) tussen twee kleine klemmen vast en hield er een vergrootglas voor. Hij greep de scalpel die Cora binnen zijn bereik had gelegd en begon langzaam te schrapen.
Zonder op te kijken zei hij: 'Wees zo goed te gaan zitten Grant. 't Helpt niets als je over mijn schouder staat te snuiven.'
Grant deinsde even achteruit, ving toen Cora's smekende blik op. Hij zei niets en ging terug naar zijn plaats.
Michaels begroette hem vreugdeloos vanuit zijn stoel. 'De chirurg is aan het werk,' zei hij. 'Met een scalpel in zijn hand is hij meteen in zijn element. Verknoei je tijd niet met kwaad op hem te worden.'
Grant zei: 'Ik ben niet kwaad op hem.'
Michaels zei: 'Dat ben je natuurlijk wel, tenzij je me wilt vertellen dat je het mens-zijn hebt opgegeven. Duval heeft de gave - de door God geschonken gave zou hij zelf zeggen - om mensen tegen zich in te nemen met een enkel woord, een enkele blik, een enkel gebaar. En alsof dat nog niet genoeg is, is die jongedame er ook nog.'
Grant draaide zich ongeduldig om naar Michaels. 'Wat is er met de jongedame?'
'Kom nou Grant. Moet ik een voordracht houden over jongens en meisjes?'
Grant fronste zijn voorhoofd en draaide zich weer om.
Michaels zei zachtjes, ietwat bedroefd: 'Je zit met haar in je maag, is het niet?'
'Hoezo, in m'n maag ?'
'Het is een aardig meisje; heel mooi om te zien. En toch ben je uit hoofde van je beroep achterdochtig.'
'Nou?'
'Nou! Wat is er met de laser gebeurd ? Was dat een ongeluk ?'
'Dat zou kunnen.'
'Ja, 't zou kunnen.' Michaels fluisterde. 'Maar was het dat?'
Grant fluisterde ook, na een snelle blik over zijn schouder. 'Beschuldig je juffrouw Peterson ervan deze opdracht te saboteren?'
'Ik? Natuurlijk niet. Daarvoor heb ik geen bewijs. Maar ik verdenk jou ervan dat jij haar daarvan in stilte beschuldigt en dat je dat niet prettig vindt. Vandaar dat je ermee in je maag zit.'
'Waarom juffrouw Peterson?'
'Waarom niet? Niemand zou er enige aandacht aan schenken als ze aan de laser prutste. Het is haar afdeling. En als ze van plan is te saboteren, zoekt ze haar kans op haar eigen terrein - de laser.'
'Wat haar onmiddellijk en automatisch verdacht zou maken - zoals al het geval lijkt te zijn,' zei Grant heftig.
'Ik begrijp het. Je bent kwaad.'
Grant zei: 'Kijk eens. We zitten met z'n allen in een betrekkelijk klein schip en het lijkt logisch dat we stuk voor stuk voortdurend nauwlettend door de anderen worden geobserveerd, maar dat is niet zo. We zijn zo in beslag genomen door wat er buiten te zien is, wij allemaal, dat elk van ons teruggelopen kan zijn naar de voorraadkamer om alles met de laser te doen wat hij of zij maar wilde zonder dat iemand het merkte. Jij of ik kunnen het gedaan hebben. Ik zou jou niet hebben gezien. Jij zou mij niet hebben gezien.'
'Of Duval ?'
'Of Duval. Ik schakel hem niet uit. Het kan ook nog werkelijk een ongeluk geweest zijn.'
'En je reddingslijn die losschoot? Is dat ook een ongeluk?'
'Wil jij dan iets anders beweren?'
'Nee, dat wil ik niet. Ik kan je wel op enkele dingen wijzen, als je er tenminste voor in de stemming bent.'
'Dat ben ik niet, maar ga toch je gang maar.'
'Duval was degene die je reddingslijn heeft vastgeknoopt.'
'En blijkbaar een slordige knoop heeft gelegd,' zei Grant.
'Maar er stond ook een geweldige spanning op die lijn. Enorm.'
'Een chirurg kan toch zeker knopen leggen.'
'Dat is onzin. Chirurgische knopen zijn geen zeemansknopen.'
'Misschien niet. Daarentegen is het ook mogelijk, dat de lijn met opzet zodanig was geknoopt dat hij kon losschieten. Of misschien is hij weer losgeknoopt.'
Grant knikte. 'Goed. Maar alweer was het zo, dat iedereen geconcentreerd was op wat er rondom gebeurde. Jij of juffrouw Peterson, kan snel naar het schip teruggezwommen zijn, de knoop hebben losgemaakt en zijn teruggekeerd zonder dat iemand het zag. Zelfs Owens kan het schip voor dat doel verlaten hebben.'
'Ja, maar Duval had de beste gelegenheid. Vlak voor de lijn losschoot, ging hij terug naar het schip met de snorkel. Hij zei dat de lijn onder zijn ogen losschoot. We weten dus uit zijn eigen mond dat hij daar op die tijd was.'
'En toch kan het een ongeluk geweest zijn. Wat is zijn motief? De laser was al vernield en 't enige wat hij bereikte door de reddingslijn los te maken, was mij in gevaar te brengen. Als het hem om de opdracht te doen was, waarom zou hij zich dan druk maken om mij?'
'O Grant! O Grant!' Michaels glimlachte en schudde zijn hoofd.
'Nou, zeg 't maar. Van dat gegrom word ik niets wijzer.'
'Veronderstel nu eens dat het de jongedame was die de laser voor haar rekening nam. En veronderstel verder dat Duval speciaal in jou was geïnteresseerd; veronderstel dat hij jou kwijt wilde, dat het saboteren van de opdracht voor hem op de tweede plaats kwam.'
Sprakeloos staarde Grant hem aan.
Michaels ging verder. 'Duval gaat misschien toch niet zó geheel en al in zijn werk op dat hij niet ziet dat zijn assistente zich voor jou interesseert. Je bent een knappe jonge kerel, Grant en je hebt haar voor ernstig letsel behoed toen we in die draaikolk zaten; misschien heb je zelfs haar leven gered. Duval is daar getuige van geweest en moet haar reactie hebben gezien.'
'Er was geen reactie. Ze stelt geen belang in mij.'
'Ik heb naar haar gekeken toen jij op drift was in de alveolus. Ze was radeloos. Wat toen voor iedereen duidelijk was, was dat misschien al veel eerder voor Duval - dat zij zich tot jou voelt aangetrokken. En misschien heeft hij zich daarom van jou willen ontdoen.'
Grant beet nadenkend op zijn onderlip en zei toen: 'Goed. En het luchtverlies? Was dat een ongeluk?'
Michaels haalde de schouders op.
'Ik weet het niet. Suggereer je dat Owens daar verantwoordelijk voor zou kunnen zijn?'
'Inderdaad. Hij kent het schip. Hij heeft het ontworpen. Hij kan met de instrumenten knoeien. En hij alleen controleerde eventuele gebreken.'
'Dat is inderdaad zo.'
'En als we nou toch bezig zijn,' vervolgde Grant met stijgende woede, 'die arterie-veneuze fistel, hoe zit 't daarmee? Was dat een vergissing, of wist jij dat die er was?'
Michaels leunde achterover in zijn stoel en keek onthutst. 'Goeie hemel, daar had ik niet aan gedacht. Ik zweer je Grant, dat ik waarachtig net zat te denken dat er niets is gebeurd dat in mijn richting wijst. Ik realiseerde me, dat ik een verdachte ben in het geval van de laser, of de reddingslijn, of de klep van het luchtreservoir of in alle drie de gevallen, maar dat in elk van deze gevallen het veel waarschijnlijker is dat iemand anders het heeft gedaan. Alleen van de fistel had niemand anders af kunnen weten dan ik.'
'Precies.'
'Behalve dan natuurlijk, dat ik niet wist dat het ding daar zat. Maar dat kan ik niet bewijzen.'
'Nee.'
Michaels zei: 'Lees je wel eens detectives Grant?'
'Toen ik jonger was heb ik er heel wat gelezen. Nu...'
'Nu je er zelf een bent, hoef je niet meer. Ja, dat kan ik me wel voorstellen. In detectiveverhalen is het altijd zo eenvoudig. Een kleine aanwijzing leidt naar een bepaalde persoon, uitsluitend naar die persoon, maar alleen de detective heeft dat door. In werkelijkheid kan je, met aanwijzingen alle kanten uit.'
'Of geen enkele kant uit,' zei Grant beslist. ' 't Is best mogelijk dat we met een reeks ongelukken en tegenslagen te maken hebben.'
' 't Zou kunnen,' gaf Michaels toe.
Van geen van beiden klonk het echter erg overtuigend. Of overtuigd.