Wat voor mij 'De imaginaire grootheid' het belangwekkendst maakt is wel dat het een voorafschaduwing is van de 'psychogeschiedenis' die zo'n grote rol in de Foundation-serie zou spelen. In dit verhaal en in dat wat eraan voorafging, 'Homo Sol', behandelde ik voor het eerst de psychologie als een door de mathematica verbeterde wetenschap.

Het werd zo'n beetje tijd dat ik het weer eens bij Unknown probeerde, en dat deed ik met een verhaal dat ik 'The Oak' noemde en dat, als ik me goed herinner, over een eikenboom ging die als orakel dienstdeed en dubbelzinnige verklaringen aflegde. Op 16 juli 1940 leverde ik het bij Campbell in die het prompt afwees.

Een van de nadelen van het schrijven voor Unknown was dat het blad enig in zijn soort was. Als Unknown een verhaal weigerde, kon je het nergens anders meer inleveren. Je kon het natuurlijk nog met Weird Tales proberen, een tijdschrift dat ouder dan alle science-fictionbladen was, maar dat publiceerde alleen maar heel ouderwetse, knarsende griezelverhalen en het betaalde nog erg weinig ook. Ik was er niet echt in geïnteresseerd een poging te doen om bij hen onderdak te komen. (En bovendien weigerden ze zowel 'Life Before Death' als 'The Oak'.)

Toch was de 29e juli 1940 een keerpunt in mijn carrière, hoewel ik dat toen natuurlijk nog niet kon weten. Tot op dat moment had ik in vijfentwintig maanden tijd tweeëntwintig verhalen geschreven. Daarvan had ik er dertien verkocht (of zou ze nog verkopen), terwijl negen helemaal nooit verkocht werden en niet meer bestaan. Het was niet direct een dieptepunt, maar het was ook niet een grootse prestatie - laten we zeggen dat het middelmatig was.

Maar nu wilde het geval dat ik, afgezien van twee korte verhalen die speciale gevallen waren, daarna nooit meer een science-fictionverhaal geschreven heb dat ik nooit kon verkopen. Ik had de juiste golflengte gevonden.

Maar niet direct Campbells golflengte. In augustus schreef ik 'Heredity' ('Erfelijkheid'), dat ik op 15 augustus aan Campbell voorlegde en dat hij twee weken later afwees. Gelukkig pikte Pohl het gelijk.